Verslag plenaire vergadering
Actuele vraag over agressie tegenover lokale mandatarissen
Verslag
Minister Homans zal op doktersadvies vanop haar plaats antwoorden.
De heer De Loor heeft het woord.
De Vlaamse burgemeesters slaan alarm, want het aantal verwensingen en fysieke bedreigingen blijkt te stijgen. Dat maken we op uit cijfers van de krant Het Nieuwsblad, die vorige week een rondvraag deed bij een honderdtal burgemeesters. Uit die cijfers blijkt dat een op zes burgemeesters het slachtoffer werd van fysiek geweld of poging tot fysiek geweld en dat bijna de helft van de burgemeesters ook al het slachtoffer is geweest van verbale of fysieke agressie.
Uit onderzoek blijkt ook dat het lokale bestuursniveau, de gemeenten, het niveau is waar de burgers het meest politiek vertrouwen in hebben. Dat komt onder andere omdat de burgemeester, schepenen en OCMW-voorzitters heel dicht bij de mensen staan en dat ze bereikbaar zijn. Dat is goed. We moeten ervoor zorgen dat we dat zo kunnen houden en dat burgemeesters zich niet gaan opsluiten in hun stadhuis. Vandaar dat het belangrijk is dat er maatregelen worden genomen, dat er initiatieven komen. Ook de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten (VVSG) is zich bewust van de ernst van de zaak en neemt de klachten ter harte.
Vandaar mijn vraag: bent u bereid om initiatieven rond agressie en veiligheid voor burgermeesters, schepenen en OCMW-voorzitters te nemen of te steunen? Bent u ook bereid om de voorstellen die reeds door de VVSG zijn gedaan te steunen? Een van die voorstellen is om een vertrouwenspersoon aan te stellen waar burgemeesters terecht kunnen met hun klachten en opmerkingen.
De heer Doomst heeft het woord.
We weten allemaal: politiek is geen werk voor zoetjes en doetjes. De ruwheid blijkt inderdaad toe te nemen. Het is opvallend dat uit die bevraging van vorige week blijkt dat inderdaad heel wat intragemeentelijk geweld de kop op steekt. Dat is niet abnormaal in een maatschappij waar het hyperindividualisme blijkbaar toeneemt, en waar altijd naar de zondebok wordt gezocht. We moeten niet te meewarig zijn. Wie politiek bedrijft, weet waar hij aan begint. Politici moeten dus geen beschermde menssoort zijn, en Vlaanderen zal ook geen wonderen kunnen doen. De VVSG kondigde een aantal initiatieven aan. Kunnen we misschien ook binnen Vlaanderen een aantal dingen doen om dat intragemeentelijk geweld de kop in te drukken?
Minister Homans heeft het woord.
Over wat de voorzitter heeft gezegd in verband met het doktersvoorschrift, hoeft u zich niet te veel zorgen te maken. Ik heb gewoon doktersbevel gekregen om niet te lang recht te staan, maar te blijven zitten of veel te wandelen, maar het zou geen zicht zijn om daar heel de tijdjes toertjes te staan draaien.
Ik benadruk dat ik elke vorm van geweld betreur, niet alleen geweld tegen lokale mandatarissen of burgemeesters.
Ik heb de enquête in Het Nieuwsblad van afgelopen weekend ook gelezen en ik kan jammer genoeg alleen maar vaststellen dat het geweld tegen burgemeesters maar ook tegen lokale mandatarissen eigenlijk het voorbeeld is van een zeer ongelukkige maatschappelijke evolutie. We zien steeds meer mensen die een publieke functie hebben en die ook slachtoffer worden van geweld. Ik denk dan aan politie, brandweer, artsen, apothekers enzovoort. Het spijtige aan die situatie is dat dit net mensen zijn – en dat geldt natuurlijk ook voor politici – die anderen willen helpen. Dat maakt het des te erger, en ik keur elke vorm van geweld dan ook af. Ik wil absoluut een oproep doen voor meer respect, niet alleen voor politici maar voor de brede maatschappij en voor alle mensen die onze maatschappij nodig heeft. U begrijpt hopelijk wel dat ik dit niet kan vatten in een wet of decreet, dat gaat niet.
Mijnheer De Loor, u vraagt wat ik vind van het initiatief van de VVSG. Ik vind dat zeer goed. Zij willen een vertrouwenspersoon aanstellen binnen de schoot van de VVSG waar de lokale mandatarissen die met geweld worden geconfronteerd, terecht kunnen. Ik kan u ook nog meedelen dat ik samen met de federale minister van Veiligheid en Binnenlandse Zaken, Jan Jambon, en met de VVSG zal nagaan of er in een opleiding kan worden voorzien voor lokale mandatarissen zodat zij zich beter kunnen wapenen tegen dat soort van agressie en geweld.
Minister, ik dank u voor uw antwoord, maar ik wil ook nog eens wijzen op de urgentie. We mogen absoluut niet wachten tot er iets ernstigs gebeurt.
Het is ook goed dat dit probleem breder wordt bekeken. U hebt het ook gehad over politie en brandweer. Door de aard van hun werk krijgen publieke dienstverleners, en ik heb het dan ook over bijvoorbeeld maatschappelijke werkers en zorgverstrekkers, te maken met agressie, en dan gaat het niet alleen over verbale agressie. Het gaat vaak ook over fysieke agressie, dat weet ik uit mijn ervaring met het OCMW van Zottegem, en over agressie ten aanzien van hun voertuig dat geparkeerd staat op de OCMW-parking. Vandaar mijn bijkomende vraag, minister, bent u bereid om een onderzoek te organiseren om dit probleem op een objectieve basis in kaart te brengen?
Minister, we moeten inderdaad concreet worden. Een meldpunt, een referentiepunt zou al heel positief zijn. Ik denk dat vooral jongere mandatarissen nood hebben aan enige begeleiding. Hoe ouder men wordt, hoe meer men kan incasseren. Ik zie hier collega’s die met hun carrure toch een en ander kunnen ondergaan. Minister, de komende weken moeten we nadenken over de vraag of we gemeenten geen referentiekader kunnen geven om ter plaatse preventief en alert te reageren.
Mevrouw Sminate heeft het woord.
Iedereen heeft de afgelopen week kunnen zien en lezen dat ik inderdaad ervaring heb met dat soort van geweld. En inderdaad, mijnheer Doomst, ik heb de carrure om daarmee om te gaan.
Ik betreur het dat mensen zover durven gaan en ons privéleven binnendringen om hun visie kenbaar te maken. Er bestaan andere manieren om met politici om te gaan, en wij staan daar allemaal voor open. Ik vind wel dat we deze problematiek ook niet moeten opblazen. Laten we de zaken in proportie zien. Ik voel me nog altijd heel goed in mijn ambt van burgermeester ondanks al die gebroken ruiten in mijn woning.
Wat de minister suggereert in verband met die opleidingen, vind ik een goede zaak. Maar tegelijkertijd vraag ik mij af of diezelfde partijen die destijds kritiek hadden op het feit dat het leger, dat onze soldaten onze burgers zouden beschermen er nu voor zullen pleiten om onze burgemeesters te beschermen. Ik stel mij daar toch vragen bij. (Applaus bij de N-VA)
De heer De Meulemeester heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega’s, wie lokaal actief is in de politiek, weet het zeker: de burger wordt mondiger. Nu, dat is in de meeste gevallen een goede zaak. Het vormt de basis voor een grotere betrokkenheid van die burger bij het beleid. Jammer genoeg moeten we vaststellen dat er soms – gelukkig niet te veel – overmoedige en overmondige burgers zijn die de grenzen van het politieke fatsoen overschrijden en zelfs overgaan tot fysieke bedreigingen of geweld, hetgeen totaal onaanvaardbaar is.
Het is de taak van de politie en het parket om daartegen krachtdadig op te treden. Minister, het is al aangehaald: het zou goed zijn indien u vanuit uw ambt het initiatief zou nemen om lokale mandatarissen te begeleiden. De Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten (VVSG) heeft in dat verband al een aantal voorstellen aangereikt. Zo kan er een vertrouwenspersoon ter beschikking worden gesteld en kan er een opleiding worden aangeboden. Het gaat dus niet alleen over reactieve, maar ook over proactieve zaken.
Indien we mensen willen aanmoedigen om politiek actief te zijn, moeten we het duidelijke signaal geven dat we aan hun kant staan.
Ik dank u.
Ik begeef me met deze uitspraak misschien op glad ijs, maar ik vind het nogal gevaarlijk om in dit parlement enkel en alleen over onszelf bezig te zijn. (Applaus bij de meerderheid)
Zoals ik daarnet in mijn initieel antwoord heb gezegd, is het goed dat er in de schoot van de VVSG een vertrouwenspersoon komt. Dat is goed voor de lokale mandatarissen. Het is ook goed dat er een opleiding komt voor die lokale mandatarissen om hen te leren hoe ze moeten omgaan met bepaalde vormen van geweld.
Maar laten we alstublieft niet vergeten dat het in onze maatschappij om heel veel mensen gaat. Ik heb al een aantal voorbeelden gegeven: dokters, artsen, apothekers, brandweerlui enzovoort.
Het zou absoluut een verkeerd signaal zijn om enkel en alleen te focussen op preventie van geweld naar politici toe. We moeten het veel breder opentrekken en niet alleen aan onszelf denken. (Applaus bij de meerderheid)
Minister, ik denk dat u niet goed hebt geluisterd. Ik heb er net voor gepleit om het open te trekken: inderdaad niet enkel voor politici, maar voor alle vormen van publieke dienstverleners.
Mijn tweede vraag bestond erin om na te gaan of u bereid bent om een onderzoek te doen en alles in kaart te brengen. Mensen die publieke diensten verlenen, stellen zich dienstbaar, maar tegelijkertijd ook heel kwetsbaar op.
Om ervoor te zorgen dat we een kwalitatieve en toegankelijke, laagdrempelige dienstverlening kunnen blijven verzekeren, lijkt het mij een vereiste om dit onderzoek te doen en in kaart te brengen. (Applaus bij sp.a)
Minister, collega’s, ik heb eigenlijk niet gepleit voor de kracht van bescherming, maar wel voor de kracht van versterking, van onderuit. In die zin denk ik dat er maatregelen mogelijk moeten zijn.
Nederland heeft een paar goede voorbeelden van stimulerende maatregelen. Misschien kunnen we daar eens op doorgaan in de commissie. Ik vind het heel belangrijk om vooral de sterkte van de lokale democratie hoog te houden.
De actuele vragen zijn afgehandeld.