Verslag plenaire vergadering
Actuele vraag over beleidsacties ten gevolge van de aangekondigde ontslagen bij ING
Actuele vraag over de begeleiding van ontslagen werknemers van ING
Actuele vraag over het verlies van 3500 banen bij ING en de rol van de Vlaamse Regering bij de begeleiding van ontslagen werknemers
Actuele vraag over de begeleiding naar een nieuwe job van ontslagen werknemers van ING
Verslag
Het antwoord wordt gegeven door minister Muyters.
De heer Janssens heeft het woord.
Voorzitter, heren ministers, de regen van ontslagen die vorige maand is beginnen, blijft duren. Sinds begin vorige maand zijn al duizenden jobs verloren gegaan, of dreigen zij verloren te gaan. Na onder andere Caterpillar, AXA, P&V Verzekeringen, Douwe Egberts, MS Mode, IBM enzovoort zijn er nu ook ING en Record Bank. En dat staat dan nog los van de ontslagen bij kleinere bedrijven die minder in het oog springen. 3500 jobs gaan verloren bij ING, en daar komen er wellicht nog honderden bij als ook een groot deel van de zelfstandige kantoren van ING en Record Bank op termijn zal sluiten.
Het is het grootste drama van collectief ontslag sinds de sluiting van de Fordfabriek in Genk. Dit jaar alleen al zijn er 11.500 jobs bedreigd door collectief ontslag. Dat is dubbel zoveel als vorig jaar. En bovendien waarschuwen economisten voor een kettingreactie bij andere banken, waardoor het gevaar dreigt dat ook in de komende maanden en jaren nog meer mensen hun job zullen verliezen.
De Vlaamse overheid heeft alle redenen om kritisch te zijn voor ING, die namelijk de huisbankier is van de Vlaamse overheid. Maar minister, ik wil nu vooral de focus leggen, op de volgende vraag. Hoe kunnen we bezorgd zijn om de mensen die nu hun job zullen verliezen? Er is een taskforce aangekondigd door de verschillende regeringen van dit land. Vanuit de Vlaamse overheid speelt ook de Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding (VDAB) een cruciale rol in de herscholing of begeleiding van mensen naar nieuw werk.
Minister, op welke manier zal de taskforce een bijdrage kunnen leveren om het aantal ontslagen te beperken? Hoe kan de Vlaamse overheid voor de mensen die alsnog hun werk zullen verliezen, een rol spelen in hun herscholing, hun heroriëntering naar ander werk?
De heer Ronse heeft het woord.
Collega’s, wat is de maatschappelijke doelstelling, wat is de maatschappelijke rol van een bank die miljarden euro’s winst maakt en onlangs nog zware dividenden uitkeerde, van een bank die begin deze week aankondigde duizenden mensen met expertise op straat te zetten? Ik weet het niet. Ik weet wel dat die maatschappelijke doelstelling, die maatschappelijke roeping heel erg verschilt van onze duizenden Vlaamse kmo’s die deze week ook samen met de minister bij monde van het Vlaams netwerk van ondernemingen (Voka) en de Unie van Zelfstandige Ondernemers (UNIZO) hebben aangegeven dat ze zullen investeren in de employability van onze werknemers om hen doorheen alle mogelijke evoluties te leiden, hun competenties verder aan te scherpen en ze mee te laten glijden met alles wat economisch evolueert.
Collega’s, onze aandacht en verontwaardiging hebben geen politieke kleur. Ik ben blij dat elke politieke fractie hier aanwezig zich zeer bezorgd en bekommerd heeft uitgedrukt over het lot van die werknemers die bijzondere competenties hebben. Het zijn bijzondere competenties, waarvoor we in eerste instantie uitkijken naar de financiële sector. We weten echter dat het aantal vacatures in die sector niet in stijgende lijn zit. Voor die mensen, minister, zal het van bijzonder groot belang zijn dat, zodra op het federale niveau de collectieve sluitingsprocedure, het outplacementverhaal is afgerond, we met VDAB klaarstaan om die mensen toe te leiden, mogelijk ook naar andere sectoren, en hoop te geven.
Minister, hoe ziet u dat proces?
De heer Annouri heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega’s, denk u eens in dat u werknemer bent bij ING. Vorig jaar las u in de krant dat een topman van ING een loonsverhoging en een bonus kreeg. U dacht: het gaat goed met mijn bank. Enkele maanden geleden las u in de krant: “ING maakt meer winst dan verwacht.” U dacht: het gaat écht goed met mijn bank. Deze week las u dan in de krant: “ING schrapt 3158 jobs en er zijn 1700 naakte ontslagen.” Een ijskoude douche. Zonder overleg met de sociale partners, zonder boe of bah beslist een hoofdkwartier in Nederland plots dat er 3158 jobs minder zijn en dat 1700 mensen en gezinnen tegen 2021 op straat belanden.
Minister, mijn bloed gaat daarvan koken. ING slaagt er dan nog in om het lef te hebben te zeggen dat dat wordt veroorzaakt door de digitalisering. Minister, de digitalisering van onze arbeidsmarkt is al langer aan de gang. Wij geloven dat daar een heel positief verhaal van te maken is. Er zijn ook valkuilen, maar die kunnen we omzeilen als we daar een goed beleid tegenoverstellen.
Maar daarover gaat het hier niet. Dit gaat over een bedrijf dat maximale winsten wil blijven hebben en tegelijkertijd 1700 mensen zomaar op straat zet.
Minister, wat zult u eraan doen om die 1700 mensen die nu op straat komen in een moeilijke sector, waar er veel werkzoekenden zijn en weinig vacatures, zo snel mogelijk aan een nieuwe job te helpen?
De heer Van Rompuy heeft het woord.
Minister, de aankondiging van ING maandag is gekomen als een schok voor 3000 gezinnen. Die mensen hebben dan nog van de CEO moeten horen dat de zon schijnt. Dat is niet alleen bitter, maar zelfs cynisch.
Nu, volgens mij reikt de schok verder dan alleen maar ING. Ik denk dat er heel wat Vlamingen zich maandag hebben afgevraagd of hun job misschien de volgende zal zijn die wordt getroffen door de digitalisering. Ook de middenklasse is vandaag bezorgd. En dat is wat er maandag is gebeurd. Het is de digitale revolutie die bonkt op de deur van de Vlaamse arbeidsmarkt.
We moeten de digitalisering niet tegenhouden. We wíllen die ook niet tegenhouden. Iedereen van ons voert vandaag nog altijd zijn betalingen uit met de apps op zijn smartphone. De vraag die we ons moeten stellen, is: zijn er voldoende jobs voor de mensen die hun job verloren hebben? Dat is vandaag gelukkig zo.
De vraag aan de Vlaamse Regering is: hoe kunnen wij de mensen die vandaag hun job verliezen, het best bijstaan om de weg te vinden naar die nieuwe jobs?
Mevrouw Talpe heeft het woord.
Minister, gisteren daverde ons land even op zijn grondvesten toen we vernamen dat ING België 3500 jobs zou schrappen, ongeveer de helft via natuurlijke afvloeiingen en de andere helft via naakte ontslagen. Het zou de derde grootste ontslagronde worden na Sabena en Ford Genk. Daarnaast bleek vandaag ook dat er zo’n 1000 jobs op de helling staan bij de zelfstandige kantoren. We horen ook verontrustend nieuws van andere banken die herstructureringen plannen. Ook daar zouden er jobs verloren kunnen gaan.
Minister, ik vind het hier niet het podium om het waarom van de beslissing in vraag te stellen, ook al heeft het een wrange nasmaak. De vakbonden zijn ondertussen aan het onderhandelen en er is een taskforce, die hopelijk zal leiden tot wat minder naakte ontslagen. Minister, het komt wel op ons af, natuurlijk. Heel wat Vlaamse werknemers worden getroffen, ook heel wat Vlaamse gezinnen, want het heeft heel wat indirecte gevolgen.
Vandaag is Vlaanderen bevoegd voor het activeringsbeleid en heeft het dus een heel belangrijke rol te spelen op het vlak van het begeleiden, bemiddelen, opleiden en heroriënteren van die mensen. Er zijn heel wat instrumenten voorhanden en er zal heel zeker heel veel werk gebeuren om die activering naar een goed niveau te leiden. Ik wil toch specifiek vragen, minister, in deze context en voor deze groep werkzoekenden uit de banksector, hoe u dat zult aanpakken en hoe VDAB dat zal doen.
Minister Muyters heeft het woord.
Voorzitter, ik ga me concentreren op de vragen die jullie stellen, niet op de context die jullie schetsen. Ik zou diep kunnen ingaan op het feit of we wel of niet jobs creëren en op wat de digitalisering met zich meebrengt voor onze economie. Behalve de inleiding hebben jullie allemaal dezelfde vraag gesteld: wat kan Vlaanderen doen voor de mensen die deze week het spijtige bericht hebben gekregen dat ze hun job gaan verliezen.
Zeggen dat dit iets is dat we totaal niet zagen aankomen, zou een beetje bij de haren getrokken zijn. Ik had vorige week woensdag een highleveloverleg met de banken, iets wat ik om de zes weken heb. Zelf heb ik op de agenda van dit overleg de herstructureringen, de digitalisering en wat op ons af komt, geplaatst. Febelfin heeft ons wat inzicht gegeven over de transitie die banken meemaken door bankentaksen, lage rentes bij de Europese Bank en de digitalisering. Mij viel vooral op dat de profielen van de mensen die zij vandaag zoeken, niet dezelfde profielen zijn als degene die men zoekt voor de banken van morgen. Toen ik dat heb vernomen, heb ik onmiddellijk aan Febelfin gevraagd of we met VDAB niet eens kunnen samenzitten om een beetje zicht te krijgen op wie de banken minder nodig hebben in de toekomst, wat die mensen kennen en kunnen en wat hun competenties zijn, zodat we al een begin van zicht hebben in welke richting we ze kunnen heroriënteren. Dat is nog geen maatwerk. Dat is het begin. Dat is wat collectief waarschijnlijk bij die mensen aan competenties aanwezig is. Daar moet je natuurlijk het individuele aan toevoegen en dan kan je echt gaan oriënteren. Ik heb dus gevraagd dat de VDAB en Febelfin daarover zouden gaan samenzitten.
De VDAB heeft een vooroefening gedaan, een technische oefening waarbij zij een inschatting maken. Morgen is er overleg met Febelfin om te zien of dat nog kan worden aangescherpt om zo het huiswerk, het heroriënteren van die mensen, al voor te bereiden, niet gericht op ING, maar op de totaliteit van de banksector.
U mag ook niet vergeten dat deze transitie niet plots is gekomen. De laatste tien jaar zijn er 13.000 jobs verdwenen bij de banken. Ik weet niet of iedereen dit beseft. Het is er niet plots van vandaag op morgen gekomen. Het is iets dat stilaan, maar nu met een grote schok, gebeurt. Dit zal morgen met Febelfin besproken worden: wat is het profiel, wat zijn de competenties en de talenten van de mensen die zouden verdwijnen in de bank.
Dan is er maandag het ontslag gekomen. Ik heb van de minister-president begrepen dat hij getelefoneerd heeft met de CEO, de heer Vandenberghe. Zijn boodschap aan de CEO was vooral dat ING geen bank in moeilijkheden is en dat hij dus verwacht dat ze meer zal doen voor de transitie van de medewerkers dan wat wettelijk verplicht is. Dat is een goede boodschap. We mogen dat ook vragen aan een bank als ING.
Dan moet je natuurlijk de procedure volgen. U kent die, ik moet ze hier niet uitleggen. In eerste instantie moeten wij informatie geven. Informatie zal in eerste instantie worden gegeven door Actiris omdat de hoofdzetel van ING in Brussel ligt, maar er is al een afspraak dat ook VDAB alle hand- en spandiensten zal leveren die nodig zijn om alle informatie te geven.
Dan krijg je het sociaal overleg. Na het sociaal overleg start een tewerkstellingscel. Ook daar zal Actiris eerst de leiding nemen. Maar het overleg tussen de verschillende gewesten is al afgesproken. Volgende week komen we daarover samen om nu al te kijken hoe we de toekomst voor die mensen gaan aanpakken.
Een ander punt in verband waarmee ik gisteren al een opdracht heb gegeven aan mijn diensten, is het Europees Globalisatiefonds. U weet dat als er plots in één sector veel mensen worden ontslagen, dat je dan een beroep kunt doen op de gelden van het Europees Globalisatiefonds. Ik heb aan mijn diensten gevraagd om dat na te zien. We moeten ook overleggen met de andere gewesten om te bekijken hoe we dat aanpakken. Dat is een volgende actie die we kunnen doen.
De laatste actie die ik wil onderstrepen, is de actie die ik ook gisteren heb aangekondigd, samen met de werkgeversorganisaties. Dit lag al vast. Dit is er niet naar aanleiding van ING, maar het is ook belangrijk voor de mensen van ING. Deze actie moet de werkgevers nog meer de aandacht doen vestigen op het feit dat ze niet alleen naar het diploma moeten kijken van iemand, of naar zijn beroepen uit het verleden, maar dat ze vooral moeten bekijken wat iemand kent en kan en wat die persoon nog kan leren. Dit is zo fundamenteel! De oude filosofie stelt dat iemand die in de financiële sector werkte, in de financiële sector een job moet zoeken. Maar zo komen we niet vooruit. Daar zijn inderdaad de jobs niet te rapen. We zullen ze dus ergens anders moeten inzetten. Dat denken van vroeger, dat je een job in een bepaalde sector doet voor de rest van je leven, moeten we doorbreken. Dat we net gisteren twee nieuwe acties van UNIZO en Voka hadden gepland, toont aan dat ook de werkgeversorganisaties compleet mee zijn in de filosofie die stelt dat je moet kijken naar competenties en talenten over de grenzen van de sectoren heen. Je moet naar het individu kijken en naar wat die mensen kennen. Dat doet mij veel plezier.
UNIZO heeft 1750 bedrijven specifiek daarin begeleid om in die richting te denken, zeggende dat er al veel mee zijn maar sommige nog niet. We kunnen daarom de mensen van ING die zullen worden ontslagen, toch enige hoopgevende berichtgeving meegeven. Als de werkgevers zullen zien wat ze kennen en kunnen, zullen ze een kans maken op de arbeidsmarkt.
Minister, dank voor uw uitvoerige antwoord. Uiteraard is de verontwaardiging bij de mensen groot, niet alleen bij de mensen die rechtstreeks geviseerd worden bij ING maar bij de hele samenleving, omdat acht jaar na de vorige bankencrisis de indruk leeft bij de mensen dat daar geen lessen uit zijn getrokken, noch door de financiële sector noch door de overheid. De vraag is dan natuurlijk hoe we kunnen voorkomen dat dit uitdijt? Hoe kunnen we voorkomen dat we een gelijkaardige crisis zullen meemaken als in 2008?
Daarbij aansluitend: de kwestie van de digitalisering is natuurlijk niet beperkt tot de financiële sector, waar ze al jaren bezig is. We hebben ze ook al gehad in de landbouwsector en in de industrie. De vraag is natuurlijk hoe we dat meer dan voorheen zullen begeleiden in plaats van het te ondergaan, zoals het nu te veel gebeurt? Hoe kunnen we de digitalisering in diverse sectoren, niet alleen de financiële maar ook andere, vanuit uw talrijke economische bevoegdheden verder begeleiden?
Minister, u hebt mijn appreciatie voor uw antwoord en uw krachtdadige aanpak. Het is een feit dat we al heel veel hebben gedaan ter anticipatie van de digitalisering. Het andere verhaal, over de grote oorzaken en dergelijke, verdient een debat in de commissie. Onze bezorgdheid moet nu in eerste instantie uitgaan naar de getroffen mensen. Er is één groep die nog niet ter sprake is gekomen: de zelfstandige kantoorhouders. Dat gaat ook over een duizendtal mensen, met medewerkers en zo meer. Deze mensen kunnen, als ik mij niet vergis, niet rekenen op de regelgeving rond collectief ontslag. Of misschien mogelijk wel? Is daar iets voorzien? Het kan zijn dat we daar met VDAB en Vlaanderen veel sneller zullen moeten schakelen dan voor het grote aantal getroffen werknemers.
Minister, dank u voor uw antwoord. Het zal inderdaad geen gemakkelijke opgave zijn om al deze mensen naar een nieuwe job te begeleiden. Het is uw verantwoordelijkheid, maar ook die van elke volksvertegenwoordiger, om erover te waken dat dit zo goed mogelijk gebeurt.
De digitalisering, minister, is ook al langer dan vandaag aan de gang. Dat kan ontzettend positief zijn voor onze samenleving. Dat heeft heel veel potentieel. Daar staat mijn fractie volledig achter. Het zal ervan afhangen welk beleid daartegenover staat. Ik heb al gezegd dat er valkuilen zijn. We hebben het gezien bij ING. Zowel het Nederlandse als het Duitse parlement onderzoekt hoe men de digitalisering zo goed mogelijk kan inschatten om daar een zo adequaat mogelijk politiek beleid tegenover te zetten, zodat het iets wordt waar zowel arbeidsmarkt als samenleving beter van worden.
Wat doet u om ervoor te zorgen dat de digitalisering een positief effect heeft op onze arbeidsmarkt? Wat doet u om de valkuil die ING nu heeft blootgelegd en de mogelijke kettingreactie waar veel experten voor vrezen, te vermijden?
Minister, het is meer dan tien jaar geleden dat er in Vlaanderen zoveel vacatures aangeboden werden aan werkzoekenden. Uw extra inspanningen zijn zeer belangrijk, en dat verwachten we ook van de sector zelf om die mensen te kunnen herscholen naar die nieuwe vacatures.
Een bijkomende vraag is: wat is de kwaliteit van die nieuwe jobs? Mensen die overstappen van de ene naar de andere job, gaan zij vooruit of achteruit? Heel wat van de jobs die we vandaag gecreëerd zien, zijn jobs in de uitzendarbeid, en dat zijn volwaardige jobs, maar we moeten goed opvolgen dat die mensen de komende maanden en jaren kunnen doorgroeien naar vaste contracten.
Ik wil ook nog eens uw bijzondere aandacht vragen voor de 55-plussers. Zij zijn vandaag bijna kansloos op de arbeidsmarkt, en vandaar mijn oproep. Ik herhaal mijn oproep: verlaag de lasten voor de 55-plussers.
Het is een juist initiatief dat u eerst zicht wilt krijgen op de verschillende profielen. We hebben frontofficeprofielen die sneller ingeschakeld kunnen worden; we hebben de administratieve profielen waar het wat moeilijker wordt. Het is bijzonder goed dat u de klemtoon veeleer legt op competenties en niet op diploma’s. Het is belangrijk dat we hen kunnen heroriënteren naar andere sectoren.
Neem zeker ook de zelfstandige kantoren mee. Dat werd hier al aangehaald. Daar zitten naar verluidt heel wat 50-plussers, en die vergen een bijzondere aandacht. Dat komt aan bod in uw doelgroepenbeleid, maar ik wil het nog eens extra in de kaart zetten. Het zal ook een weliswaar spijtige proef op de som zijn van de deugdelijkheid van uw maatwerkbeleid, maar we hebben daar alle vertrouwen in.
De digitalisering is inderdaad een reden waarom zoveel mensen nu hun job gaan verliezen. Aan de andere kant creëert de digitale economie ook heel veel jobs en moeten we de vaardigheden van de mensen aanscherpen om mee te stappen in dat digitale verhaal. Hoe zult u daarop inzetten?
De heer Van Malderen heeft het woord.
Namens mijn fractie zou ik in de eerste plaats onze solidariteit willen uitdrukken met de getroffenen. We sluiten ons aan bij de vragen van de collega’s.
Collega’s, laat ons nu toch eens duidelijk maken aan ING en anderen met gelijkaardige plannen dat we dit niet pikken. Ook in tijden van digitalisering bestaan er alternatieven voor het rauwe wilde kapitalisme zoals vandaag door dit bedrijf aan de dag wordt gelegd.
Ik richt me in de eerste plaats tot de minister-president. Laten we inderdaad maar voorrang geven aan het sociaal overleg. Laten we erbij zeggen dat er alternatieven bestaan voor dit plan, laten we voorrang geven aan hertewerkstelling, minister, daar ben ik het met u eens. Laten we ons misschien ook bij dat leger klanten voegen dat vandaag zijn afkeuring uitdrukt. Laat ons de kracht als consument gebruiken om tegen de directie, het management en de aandeelhouders van ING te zeggen dat we dit niet pikken.
We zijn inderdaad klant bij ING. ING is onze huisbankier. Minister-president, ik vraag u uitdrukkelijk om die rol te evalueren, desgevallend te heroverwegen. Als u zich daar om een of andere reden ongemakkelijk bij voelt: we hebben een voorstel van resolutie klaar dat we graag over de partijgrenzen heen desgevallend zouden indienen.
Op dat laatste punt ga ik zeker niet ingaan. Dat is een hele discussie, ook over openbare aanbestedingen en de gevolgen daarvan.
Collega Janssens, wat hier gebeurt, kunnen we totaal nier vergelijken met 2008. Toen ging het over een bubbel en problemen rond hypotheken en dergelijke meer. Dit gaat volgens mij over iets heel anders.
Het klopt dat die digitalisering zich niet alleen in de bankensector voordoet. Ik kan een simpel voorbeeld geven: wie heeft er in zijn gemeente nog een videotheek? Dat heeft ook te maken met die digitalisering. Als je kijkt naar de boekhandel, de landbouw, de industrie: overal zien we stappen en veranderingen in de maatschappij. Ik ben het met u eens dat we dat niet gaan tegenhouden. Je kunt daar maar één antwoord op geven, en dat is kijken naar een loopbaan van iemand, dat elk individu elk moment opnieuw vanuit competenties en talenten gaat kijken wat hij of zij mist om mee te zijn in de jobs die er morgen zullen zijn. Vanuit de overheid moeten we mensen ten eerste ondersteunen om aan dat loopbaandenken te doen en ten tweede moeten we ervoor zorgen dat de nodige opleiding er is, zodat de mensen die iets missen om mee te zijn in die nieuwe jobs, daarbij geholpen kunnen worden.
Het succes van de loopbaancheques is niet toevallig. Rond opleiding ben ik samen met de sociale partners aan het proberen om daar een nieuwe tint aan te geven, om ervoor te zorgen dat we mee zijn met de toekomst. Ik hoop dat we dat op korte termijn kunnen afronden.
Collega’s Ronse en Talpe hadden het over de zelfstandigen. Die zitten niet in dat collectieve ontslag. Wij zullen als VDAB natuurlijk dezelfde dienstverlening bieden die we al verlenen. Dat wil zeggen dat die zelfstandige begeleid kan worden naar een nieuwe job als zelfstandige. Ook PMV kan daar ingeschakeld worden. Ofwel worden ze begeleid naar een job als werknemer. Dat gaan we vast en zeker doen.
Ik wil ook een beroep doen op wat de minister-president heeft gevraagd aan de CEO van ING. De minister-president heeft uitdrukkelijk gevraagd om meer te doen dan wat wettelijk nodig is. We kunnen vanuit Vlaanderen de vraag stellen om die mensen ook begeleiding te geven zoals men de werknemers begeleidt. Dat is iets dat we zeker als signaal kunnen en moeten meegeven aan ING.
Collega Annouri, u vroeg welk beleid we gaan voeren. Ik heb daar al voor een stuk op geantwoord. Dat is ook niet nieuw. In de Visie 2050 van de minister-president en de Vlaamse Regering staat dat we ons voorbereiden op de digitalisering en daar ook de nodige maatregelen rond nemen. Die transitie die bedrijven doen, kan ook een positief gevolg hebben. Als je dankzij de digitalisering de loonkost een stuk kunt verlagen en daardoor de activiteit hier kunt houden of terug naar hier kunt brengen – en er zijn duidelijk bedrijven die dat doen – dan krijgen we hier weer werkgelegenheid. We helpen bedrijven die in transitie zijn, om die transitie te doen, met behoud van medewerkers. We doen dat al en moeten daar verder op blijven inzetten.
Collega Van Rompuy, volgens mij gaat iedereen erop vooruit als die morgen een job kan doen die hij of zij met goesting kan doen. Ik kan u één anekdote vertellen. Ik ontmoette op een bepaald moment in Limburg iemand die gedurende 27 jaar bij Ford Genk had gewerkt en die door de ontslagen bij Ford Genk een nieuwe job moest zoeken. Ze hebben die begeleid in een totaal andere richting, een richting waar hij vroeger nooit aan had gedacht. Hij heeft zijn ontslagpremie gebruikt om opleiding te volgen. En hij zei tegen mij: “Mijnheer de minister, ik ga nu elke dag fluitend naar mijn werk. Ik ben eigenlijk – tussen aanhalingstekens – blij dat ik weg kon bij Ford Genk, want ik was 27 jaar aan het werk, en dan zoek je geen nieuwe job.” Wel, die filosofie zouden we moeten doorbreken, zodat mensen wél vroeger nadenken over hun job. Ik hoop ook dat onze arbeidswetgeving dan iets flexibeler wordt en ervoor zorgt dat mensen die een carrièrewending willen doen, die stap ook ondersteund zien door wetgeving, in plaats van wat er vandaag is, namelijk wetgeving die gericht is op het blijven houden van je job gedurende heel je carrière.
Voor 55-plussers hebben we de doelgroepbenadering expliciet gezet op 55 plus. Zo zetten we in combinatie met werkervaring en de projecten, die gisteren door Voka en UNIZO zijn aangekondigd, de nodige stappen om die mensen bijkomende mogelijkheden te geven.
Minister, ik hoop van ganser harte dat ook u in de komende jaren elke dag nog fluitend naar het werk kunt komen. Ondertussen wil ik toch enkele aanbevelingen geven. Zij die in het verleden zeiden dat we vooral op de dienstensector moesten focussen en veel minder op industriële ontwikkeling, hebben ongelijk gehad. We zien dat de dienstensector blijvend onder druk staat. Blijf dus vanuit uw economische bevoegdheden inzetten op de industrie.
Dit is net zoals de energiesector een verhaal van lokale verankering. 80 procent van de beslissingscentra van de banken in dit land zitten in het buitenland. Laat ons maar inzetten op onze Vlaamse bedrijven, op lokale verankering. Dat zal zeer belangrijk zijn in de toekomst. Laat ons ten slotte in de eerste plaats focussen op de mensen die dreigen hun job te verliezen of al hebben verloren, zodat ze opnieuw aan werk kunnen worden geholpen.
Minister, ik heb begrepen dat de Vlaamse Regering het maximale uit haar bevoegdheden zal halen om die mensen opnieuw perspectief te bieden. We gaan kijken naar hun competenties en naar andere sectoren, en dat is goed. Dat is hoopgevend en belangrijk voor die mensen.
Ik wil mijn uiterste waardering uitdrukken voor alle consulenten bij VDAB die nu voor een enorme uitdaging staan en van het voltallige parlement unanieme steun verdienen. (Applaus bij de N-VA)
Wie mij kent, weet dat ik een grote fan ben van robots en digitalisering, maar een nog grotere fan van mensen. Als we willen dat het hele verhaal van digitalisering zal slagen, dan moeten we ervoor zorgen dat we daarop voorbereid zijn.
De nota van de minister-president verwijst naar 2050 en de digitalisering, maar er is een verschil tussen een nota en concrete actie vanuit dit parlement, net zoals in Nederland en Duitsland gebeurt. Ik heb een voorstel van resolutie namens Groen ingediend. Ik hoop dat u die ziet als een uitgestoken hand om met z’n allen hierover na te denken, naar het parlement te trekken en een heel duidelijk signaal te geven aan de mensen die nu aan het kijken zijn: dit Vlaams Parlement neemt wat er is gebeurd met ING als een wake-upcall en zorgt ervoor dat zowel de samenleving als onze arbeidsmarkt voorbereid zal zijn zodat dit niet meer gebeurt. (Applaus bij Groen en sp.a)
Wat de mensen vandaag van de politiek verwachten, is het creëren van een toekomstperspectief. We staan helemaal niet machteloos tegenover de digitalisering. In Vlaanderen hebben we zelfs alle hefbomen in handen om van de nieuwe economie een succes te maken. Daarom doe ik een oproep aan de minister-president: creëer dat toekomstperspectief. Zorg voor herscholing van de middengeschoolden, zorg dat het onderwijs klaar blijft om iedereen mee te trekken in de slimme economie, creëer een Flanders Technology-vibe voor de 21e eeuw zodat die hoogwaardige jobs die we nodig hebben , hier worden gecreëerd. Vlaanderen moet blijven geloven in zichzelf, we moeten ambitie blijven hebben. Dat is wat de Vlamingen van hun politieke leiders verwachten. Ze rekenen op ons. (Applaus bij CD&V)
Minister, het goede nieuws is dat er heel wat vacatures zijn. Het is zaak om vraag en aanbod op elkaar af te stemmen. Uiteraard moet ING zelf haar verantwoordelijkheid nemen. Ik wil de mensen van ING een hart onder de riem steken, want die staan nu voor een periode van onzekerheid en ongerustheid. Wij geloven in de dynamiek van de arbeidsmarkt om die periode te absorberen en op middellange termijn betere tijden te hebben met een goede begeleiding en ingesteldheid. (Applaus bij Open Vld)
De actuele vragen zijn afgehandeld.