Verslag plenaire vergadering
Verslag
Bespreking (Voortzetting)
Dames en heren, aan de orde is de voortzetting van de bespreking van de verklaring van de Vlaamse Regering betreffende de algemeen maatschappelijke situatie en betreffende de krachtlijnen van de begroting 2017.
De heer Van den Heuvel heeft het woord.
Voorzitter, geachte leden van de Vlaamse Regering, dames en heren, dit is waar het om gaat. Na jaren van volgehouden begrotingsdiscipline hebben we beleidsmatig een kantelpunt bereikt. Eindelijk werpen de gevraagde inspanningen hun vruchten af. Eindelijk is er weer ruimte om te investeren in die domeinen die de fundamentele pijlers zijn van onze Vlaamse samenleving: Welzijn, Onderwijs en Onderzoek en Ontwikkeling. Maar we zijn er nog niet.
Bestaande evenwichten worden nog steeds en masse in vraag gesteld. Ze scheppen een klimaat van onzekerheid. In die omstandigheden is het van het allergrootste belang dat beleidsmakers houvast bieden. Niet door de angst en onzekerheid te ontkennen, en al zeker niet door die op te schroeven, maar door een helder perspectief te bieden. Politici mogen geen meelopers zijn, we moeten trendsetters zijn.
Precies dat is wat deze regering zich bij haar installatie tot doel heeft gesteld: doorheen de enorme uitdagingen en in de budgettaire context die intussen de standaard lijkt geworden, de omslag maken naar robuuste nieuwe systemen die onze samenleving duurzaam versterken. Het werk dat dit met zich meebrengt, is van een ongeziene omvang. De impact op het leven van de Vlaming is niet te onderschatten.
In dat licht moet de implementatie van de zesde staatshervorming worden gezien. Sommigen blijven er minnetjes over doen, en ze is ook niet perfect, net zoals de vorige staatshervormingen niet perfect waren. Maar hadden we gewacht op de perfecte staatshervorming, dan bestond Vlaanderen nog altijd niet. Wat de zesde staatshervorming Vlaanderen in handen geeft, is groots. Ze vormt de ruggengraat van wat deze regering doet, en de volgende regering zal moeten voortzetten. Pas wanneer de overgedragen bevoegdheden gekristalliseerd zijn in een stabiele beleidsomgeving, kunnen we grondig evalueren en de dialoog starten over hoe het nog beter kan. Staatshervormingen zijn immers middelen om beter te doen voor de mensen in dit land, ze zijn nooit een doel op zich.
Daarnaast blijven de economische situatie en de bijhorende financiële beperkingen precair. Er zijn hoopgevende signalen inzake ondernemers- en consumentenvertrouwen, er is een aantrekkende arbeidsmarkt, maar die signalen zijn pril en moeten dan ook volop worden ondersteund. Daarom ook houdt deze regering de in het regeerakkoord uitgezette koers aan. Een koers die vertrouwen geeft en vertrouwen wekt, vooruitgang mogelijk maakt, die versterkt, verzorgt, én moet verbinden. Op dat laatste kom ik straks nog even terug.
Ik ga u niet door het cijferboekje loodsen dat deze begroting aanschouwelijk maakt. Dat heeft de minister-president maandag al gedaan. Ik wil mijn spreektijd gebruiken om een eerste evaluatie te maken van de omslag die ontegensprekelijk is ingezet. Daarna lijst ik u op waarvoor mijn fractie de komende maanden en jaren garant staat.
Vertrouwen wekken doet deze bestuursmeerderheid door woord te houden. Een begroting in evenwicht, ondanks tegenvallende inkomsten. En dat zonder af te wijken van de afgesproken groeipaden in Welzijn, Onderwijs en Onderzoek en Ontwikkeling. Na de 400 miljoen euro die vorig jaar al werd vrijgemaakt, komt daar dit jaar nog meer dan 200 miljoen euro extra bij. Nieuwe scholen, de uitbreiding van woongelegenheid in woonzorgcentra met bijna 1400 eenheden, de uitbreiding van het aantal rvt-bedden met minstens 1000 om de toenemende zorgzwaarte te ondervangen, springen daarbij in het oog. Ook de verdere groei in de thuiszorg met 14 miljoen euro, levert een substantiële bijdrage in de paradigmaswitch die gepaard gaat met de vermaatschappelijking van onze zorg.
Daarbovenop wordt 350 miljoen euro voor nieuw beleid vrijgemaakt. 120 miljoen euro gaat naar de verdere uitbouw van de persoonsvolgende financiering voor personen met een beperking. Er komen nieuwe investeringen in kinderopvang en jeugdhulp. Het clicksysteem in het hoger onderwijs, dat maakt dat de financiering wordt aangepast aan het aantal studenten, treedt opnieuw in werking. Het zorgt ervoor dat ons hoger onderwijs op het nooit geziene recordbedrag van meer dan 1,7 miljard euro kan rekenen. Met 195 miljoen euro extra voor Onderzoek en Ontwikkeling komen we in de buurt van de vooropgestelde ambitie van 3 procent van het bbp voor innovatie in 2020.
Mevrouw Turan heeft het woord.
Mijnheer Van den Heuvel, ik kreeg geen antwoord op mijn vraag. De SERV merkt op dat het bedrag van 195 miljoen euro tot het normale groeipad behoort. Er is jaarlijks 97 miljoen euro extra nodig om tegen 2020 1 procent te realiseren. Bovendien is het zo dat van die 195 miljoen euro slechts een beperkt deel naar onderzoek en ontwikkeling gaat, want een groot gedeelte gaat naar de ondersteuning van het ondernemerschap. Denkt u tegen 2020 toch die 3 procent te kunnen realiseren?
Minister Muyters heeft het woord.
Mevrouw Turan, het streefdoel van 3 procent blijft gehandhaafd. Maar vandaag kunnen we nog niet zeggen hoeveel het bbp de komende jaren zal bedragen. Precies zeggen hoeveel 1 procent van het bbp zal bedragen, kunnen we dus niet. Die 195 miljoen euro extra zal vrijwel volledig naar Onderzoek en Ontwikkeling gaan, en dat geldt ook voor de 100 miljoen euro die voor investeringen is vrijgemaakt. Ik zal daartoe voorstellen aan de Vlaamse Regering overmaken.
Ik wil even meegeven dat het voorstel om een extra bedrag van 97 miljoen euro vrij te maken door de SERV conservatief wordt genoemd. Eigenlijk is meer nodig. U zorgt voor een extra, maar dat is slechts een druppel op een hete plaat.
Dat is overdreven. In een Europese rangschikking over het aandeel van Onderzoek en Ontwikkeling in de overheidsinvesteringen staan we vrij goed. We blijven streven naar 1 procent vanwege de overheid en 2 procent vanwege de industrie. 195 miljoen euro extra structureel vrijmaken, en rekening houdend met de extra bedragen die normalerwijze in 2019 zullen worden vrijgemaakt, bovenop de 100 miljoen euro in infrastructuurinvesteringen: dat alles een druppel op een hete plaat noemen, is niet correct. We maken voldoende middelen vrij om tegemoet te komen aan de vragen die zich vanuit de industrie in 2017 zullen aandienen. Er zijn extra middelen voor het fundamenteel wetenschappelijk onderzoek ten behoeve van de hogescholen, die toch iets meer op de kmo’s zijn gericht, ten behoeve van de speerpuntclusters en voor de internationaal goed scorende onderzoekscentra. Dat is geen druppel op een hete plaat.
Collega’s, deze beleidskeuzes zullen ervoor zorgen dat Vlaanderen ook op lange termijn het maximum haalt uit de gevolgen van de federale lastenverlaging en de verbeterde concurrentiepositie van ons land, en zijn deel van de nieuwe jobs binnenrijft.
Vertrouwen geven doen we door lokale besturen steeds meer als volwaardige partners te erkennen. Het Gemeentefonds blijft zijn decretaal vastgelegde groei kennen. Volgend jaar zal er afgerond zowat 2,5 miljard euro via dat Gemeentefonds naar de Vlaamse steden en gemeenten gaan. Ook de erkenning van de volle lokale autonomie in het fusieverhaal is een bewijs van een volwassen partnerschap tussen Vlaanderen en zijn lokale besturen.
Een aantal CD&V-gemeenten gaf al aan de incentive van de Vlaamse Regering te willen gebruiken om de slagkracht van hun gemeenten via een vrijwillige fusie te vergroten. Het creëren van het draagvlak daarvoor vergt de nodige tijd. We moeten dan ook nu al overwegen om de vooropgestelde incentives ook naar de volgende bestuursperiode door te trekken.
Schoolbesturen en onderwijskoepels vormen dan weer de garantie op het welslagen van de hervormingsoperatie in het secundair onderwijs. Met hun engagement staat of valt de realisatie van een onderwijs dat geschoeid is op de hedendaagse pedagogische inzichten waarin het ontdekken en ontplooien van talenten op maat van elke leerling centraal staat, kansen biedt op een succesvolle schoolloopbaan en een volwaardige plaats op de arbeidsmarkt.
In de omslag van basismobiliteit naar basisbereikbaarheid ligt de sleutel die Vlaanderen letterlijk moet laten vooruitgaan. Met een complete herdenking van ons stads- en streekvervoer realiseren we wat niemand voor mogelijk achtte, namelijk beter doen met evenveel geld. CD&V legde een conceptnota neer en herkent zich volledig in de conceptnota van deze Vlaamse Regering. We houden de proefprojecten nauwlettend in de gaten. We verwelkomen ook de beslissing om eindelijk het potentieel van de trambus in de Vlaamse mobiliteitsprojecten te erkennen. Goedkoper, sneller en flexibeler dan de traditionele tram kan de trambus de blokkade in heel wat mobiliteitsdossiers helpen opheffen. Goed dat deze voorzet nu ook binnen wordt gekopt.
Het budget voor scholenbouw staat op een historisch hoog niveau. Dit jaar worden elke week twee nieuwe scholen geopend. We lanceren ook een nieuw programma met een investeringswaarde van 300 miljoen euro.
Alles samen voorziet deze regering nogmaals bijna 500 miljoen euro extra in Welzijn en realiseert daarmee een groei van 15 procent van het totale budget voor de zesde staatshervorming naar meer dan 26 procent erna: het bewijs dat de doelstelling ‘verzorgen’ die CD&V zelf aan het regeerakkoord toevoegde, keihard wordt waargemaakt.
We versterken ook mensen. Nieuwkomers worden via inburgeringstrajecten en bijkomende OKAN-middelen klaargestoomd om hier een nieuw leven op te bouwen. Oudere werknemers, jongeren en mensen met een arbeidshandicap kunnen via loonkostverlagingen aan het werk. Met een premie voor langdurig werklozen verhogen we de stimulans om de arbeidsmarkt te blijven opzoeken. Een job blijft nu eenmaal het beste wapen tegen armoede.
Het is een greep uit de vele maatregelen die het verschil maken voor de meer dan 6 miljoen Vlamingen. Het is een bloemlezing die aantoont dat Vlaanderen vooruitgang boekt op de werven van de nieuwe samenleving. De volgehouden begrotingsdiscipline en de bijhorende inspanningen en besparingen die werden gevraagd, waren niet populair. Ze werden in dit parlement herhaaldelijk op de korrel genomen, zonder evenwel een geloofwaardig alternatief aan te bieden. Intussen werpen ze wel steeds meer vruchten af. Ze maken dat waar onze economie schoorvoetend herstelt, we beleidsmatig al wel een kantelpunt hebben bereikt. We kunnen eindelijk investeren, maar om het met de woorden van de minister-president te zeggen: “We zijn er nog lang niet.” Er tekenen zich binnen de contouren van het regeringswerk dan ook waarschuwingssignalen af. Dat is niet onlogisch, gezien de ingrijpende koerswijzigingen. Daarom is het des te belangrijker om met een open geest de permanente evaluatie te blijven maken.
Elke nieuwe architectuur, elke nieuwe techniek of innovatie kampt met kinderziekten. Het vraagt een permanente monitoring van effecten, en hands-onbijsturingen zodra duidelijk wordt dat het doel niet of onvoldoende wordt behaald. Ik benoem een aantal knipperlichtdossiers waarrond CD&V de komende maanden zal werken.
Het nieuwe groeipakket is een sterke invulling van onze nieuwe bevoegdheid inzake kinderbijslag. We lopen daar aan de kop. We maken een duidelijke keuze voor jonge gezinnen en gezinnen met een lager inkomen. Alhoewel de kinderbijslag niet de enige hefboom is in de strijd tegen kinderarmoede, is het wel een belangrijke. De kinderarmoedetoets zal bepalen of we al dan niet aan het opgebouwde pakket moeten sleutelen. De Vlaamse kinderbijslag moet op het vlak van kinderarmoede beter doen dan zijn voorganger.
Onze fractie ondersteunt ook enthousiast de modernisering van ons onderwijs dat tot de top in de wereld moet blijven behoren, een modernisering van het kleuteronderwijs tot het volwassenenonderwijs, een echt Vlaams onderwijs voor de toekomst.
We duimen ook voor een succesvolle afloop van een baanbrekend loopbaanpact. Ook in Vlaanderen is er werk op het vlak van rechtvaardige fiscaliteit. Zo hebben we voorstellen klaar voor een actualisering van de erfbelastingen, zeker voor nieuwe gezinsvormen. Er mag dan al een formele beslissing zijn voor de inkanteling van OCMW’s in de gemeentebesturen om het lokaal sociaal beleid te versterken, maar 2019 nadert met rasse schreden en onze lokale besturen hopen snel op een kader om zich daarop voor te bereiden. Ons zorgsysteem moet worden omgebouwd zodat mensen met een zorgnood maximaal in hun eigen omgeving kunnen worden opgevangen. Dat vraagt steeds meer middelen. Zo zullen we ze moeten verschuiven van de residentiële hulpverlening naar de thuiszorg. Enkel dan kan van een echte vermaatschappelijking van de zorg sprake zijn.
De investering in sociale huisvesting en de plannen voor een versterking van de private huurmarkt zijn lovenswaardig, maar daar voorbij staan we voor de opdracht onze woonpraktijk grondig bij te sturen. Nieuwe woonvormen, het Beleidsplan Ruimte Vlaanderen, met de betonstop als een van de meest prominente doelstellingen: er liggen nog heel wat uitdagingen voor ons vooraleer we echt toe zijn aan het nieuwe wonen en de bijbehorende aandacht voor een optimaal ruimtegebruik.
Onze klimaatdoelen 2020 halen we dankzij de vele geleverde inspanningen. Maar voor 2030 en 2050 zullen we nog grote tanden moeten bijsteken. De Vlaamse Klimaattop biedt een belangrijk forum waarna het absoluut zaak wordt onze klimaatkoers te versterken en zonder compromis aan te houden. In die optiek is ons antwoord op bijvoorbeeld het mobiliteitsvraagstuk essentieel. Het debat over de salariswagens kunnen we op federaal niveau niet voor ons uit blijven schuiven. Maar ook Vlaanderen heeft nog een pak ondubbelzinnige keuzes te maken als we willen dat ons openbaar vervoer een waardig alternatief kan zijn en koning fiets de auto zo snel mogelijk van zijn troon stoot. 80 miljoen euro aan investeringen in fietsinfrastructuur is een goede stap vooruit, maar een versnelde investering in fietssnelwegen en conflictvrije fietsroutes zijn maar enkele pistes die nodig zijn om ons fietsbeleid verder uit te bouwen.
En dan is er natuurlijk de energieomslag. De Europese Unie wil naar 27 procent hernieuwbare energie tegen 2030. Voor een klein land als België is dat geen sinecure. Wind en zon zijn onze enige echte grondstoffen, maar naast energieopwekking gaat het ook over energie-efficiëntie. De goedkoopste en minst vervuilende energie is nu eenmaal de energie die niet wordt gebruikt. Dit vraagt een mentaliteitswijziging, andere energieproductie en de ombouw van onze energietransportsystemen.
Collega’s, het mag al eens rommelen wanneer in dit parlement visies en meningen verschillen. Anders is het wanneer het over de opbouw van onze samenleving gaat. Ik keer daarom nog even terug naar het aspect verbinden dat zo prominent aan bod komt in het regeerakkoord en ook in deze Septemberverklaring. Niemand betwist dat de huidige context onzekerheid oproept bij heel wat gewone Vlamingen en ook, zo heb ik gemerkt, bij politici. Paniekerige en ondoordachte voorstellen die louter gericht zijn op het op korte termijn binden van het electoraat zijn daarvan een gevolg. Ze wakkeren onzekerheden en angst nodeloos aan en bemoeilijken het draagvlak voor een constructieve samenlevingsopbouw. Ze maken het mensen nog moeilijker om het grote verhaal te blijven zien, vertrouwen te behouden en de uitgezette koers te schragen. Het is, collega’s, onze taak om perspectief te bieden en dat niet weg te nemen.
Vertrouwen geven, vooruitgaan, versterken, zorgen en verbinden. Bij het sluiten van het regeerakkoord was het creëren van een nieuwe toekomst, het bieden van perspectief en houvast, het uitgangspunt voor de Vlaming. Het is nu niet anders. Vlaanderen moet zijn warmte behouden. Het Vlaanderen van CD&V past voor polarisering, weigert mensen tegen elkaar op te zetten. Ons Vlaanderen is een samenleving gebouwd op wederzijds respect, gedeelde verantwoordelijkheid, wij-gevoel en een volkomen terecht zelfbewustzijn. We laten ons geen identiteitscrisis aanpraten door migratiestromen en de moeilijkheden die daarmee gepaard gaan. Wij doen geen afbreuk aan de solidariteit waaraan decennialang is gebouwd. We offeren op korte termijn geen vrijheden op als we het risico lopen dat dit ons op lange termijn parten zal spelen.
We stimuleren talent om boven zichzelf uit te stijgen en geven iedereen die een duwtje in de rug nodig heeft, extra kansen. Die focus is essentieel voor Vlaanderen om de omslag te maken en successen te blijven boeken. CD&V zal die nooit loslaten. Dank u. (Applaus bij de meerderheid)
De heer Janssens heeft het woord.
Minister-president, we vernamen de voorbije maandag dat u een tevreden en hoopvol mens bent. “Onze motor draait en ik ga hem nu op turbo zetten”, zei u ons. Alles lijkt zowaar van een leien dakje te lopen in het Vlaanderen van Geert Bourgeois. Ik betwijfel eerlijk gezegd, minister-president, of iedereen uw enthousiasme deelt: bijvoorbeeld de meer dan 100.000 mensen die op een wachtlijst staan voor een sociale woning, en die nochtans beantwoorden aan de wettelijke toewijzingscriteria, maar soms al vele jaren vruchteloos wachten met alle sociale gevolgen van dien. Ik vrees dat ze uw enthousiasme niet delen, dat ze niet in uw auto met draaiende turbomotor zitten.
Wie ook niet mee mag rijden met uw blitse auto met draaiende motor, of misschien wel, tenminste als ze er flink wat geld voor neerdokken, zijn de rusthuisbewoners. Zij worden immers nog steeds geconfronteerd met prijsstijgingen. Sinds Vlaanderen bevoegd werd, zijn er al veel aanvragen opgetekend om de dagprijzen te verhogen.
Of de Vlaamse gezinnen, of de Vlamingen wel zo enthousiast zijn over de pk’s van uw motor, is ook maar zeer de vraag. Ze werden de voorbije jaren immers geconfronteerd met een vermindering van de woonbonus, hogere facturen in het onderwijs, een duurdere zorgverzekering, duurder water, hogere tarieven bij De Lijn en op de koop toe de platte belastingverhoging van de ‘Turteltaks’, de zoveelste opeenvolgende stijging van de elektriciteitsfactuur op nauwelijks enkele jaren. Ondertussen is die taks na de ministeriële witwasoperatie in het Open Vld-huishouden met nog geen eurocent verminderd, ondanks suggesties in die zin. Ook aan de kinderbijslag en het feit dat die opnieuw niet wordt geïndexeerd, gaat u vlot voorbij in uw Septemberverklaring.
“De motor slaat aan, nu is het tijd voor de turbo”, zegt u dus, minister-president. U denkt grote snelheden te halen, maar helaas ziet u niet dat zich op uw parcours allerlei gevaarlijke obstakels bevinden. Door die obstakels niet te willen zien, door ze te negeren, riskeert u een flink ongeval. U spreekt over een warme, gedeelde samenleving, maar u weigert in te zien dat onze samenleving meer gespleten is dan ooit. In veel steden en gemeenten ontwikkelen zich parallelle samenlevingen naast onze eigen Vlaamse samenleving, waarop we alle grip dreigen te verliezen. Dat werd bijvoorbeeld deze zomer nog eens pijnlijk duidelijk gemaakt toen Erdogan-Turken rel schopten in Beringen. De Belgische editie van de Turkse krant Zaman moest er zelfs de brui aan geven, omdat de redactie werd geïntimideerd door Erdogan-fans en de krant niet meer in veilige omstandigheden kon uitgeven. Dat 63 procent van de Belgische Turken bij de Turkse verkiezingen voor dictator Erdogan stemt, is een teken aan de wand, maar daarover horen we niets. En de Vlaamse Regering, bevoegd voor integratie, staat erbij en kijkt ernaar.
Meer nog, op een moment dat in navolging van het Vlaams Belang ook bij enkele journalisten een belletje gaat rinkelen en men vaststelt dat het grote netwerk van Turkse staatsmoskeeën in ons land een fundamenteel probleem vormt en de integratie verhindert, worden deze Erdogan-moskeeën uit de Diyanet-structuur nog steeds vlot betoelaagd, gesubsidieerd met belastinggeld.
Op basis van het decreet betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten worden in Vlaanderen dertien Turkse staatsmoskeeën gesubsidieerd die onder het gezag van Erdogan staan. Deze moskeeën zijn enkel propagandacentra voor het Turks regime.
Minister-president, u hebt het over een gedeelde samenleving, maar de instandhouding van een dergelijk beleid werkt de segregatie zelf in de hand. U zwijgt in alle toonaarden over de islam, die steeds meer vat op de samenleving krijgt en de samenleving meer dan ooit verdeelt.
In een stad als Antwerpen is nu al meer de helft van de scholieren in het stedelijk onderwijs van moslimherkomst. Wie niet ziet dat de islamisering van onze steden een tikkende tijdbom is die vroeg of laat zal ontploffen, is blind. De snelle toename van de hoofddoeken in het straatbeeld en de exponentiële toename van het aantal moskeeën in onze steden en gemeenten zijn tekenen aan de wand.
De islam integreert niet. De islam wil domineren. Volgens een onderzoek van het Berlijns Centrum voor Sociale Wetenschap (WZB) kan de helft van de moslims in ons land als fundamentalistisch worden gekwalificeerd. Een zeer recent Frans onderzoek heeft deze cijfers overigens bevestigd. Ik weet niet of u het beseft, maar dat betekent dat in Vlaanderen vele tienduizenden moslims rondlopen die lak hebben aan onze democratische, seculiere samenleving. Ondertussen steekt u de kop in het zand.
Toen u het in uw Septemberverklaring vaag even over onze normen en waarden had, had u het misschien ook even over onze normen inzake dierenwelzijn kunnen hebben. Terwijl een overgrote meerderheid van de Vlaamse bevolking komaf wil maken met de barbaarse onverdoofde slacht, talmt de Vlaamse Regering en wordt een stemming over een verbod op het onverdoofd slachten omwille van de electorale berekeningen van sommige politici steeds weer uitgesteld.
U hebt het over een gedeelde samenleving, maar de Moslimexecutieve, die u toch als de spreekbuis van de moslimgemeenschap beschouwt en die uw partner is om uw zogenaamde Vlaamse islam te bewerkstelligen, wijst met betrekking tot de problematiek van de onverdoofde slacht elke compromis botweg af.
Het valt me op dat u in uw Septemberverklaring van slechts twee dagen geleden met geen woord hebt gerept over het barbaarse bloedbad dat moslimextremisten op 22 maart 2016 in Brussel hebben aangericht. Tijdens de zwaarste aanslag in de recente geschiedenis van ons land zijn 35 mensen om het leven gekomen. Een half jaar blijkt voldoende om bij u elke ongerustheid, elke noodzaak hier aandacht aan te besteden en hierbij te blijven stilstaan, weg te nemen.
Minister-president, voor u moet blijkbaar het kabbelend beekje van het zogenaamd deradicaliseringsbeleid volstaan. Er worden wat meer moskeeën gesubsidieerd. U wilt imamopleidingen inrichten. U subsidieert wat organisaties die in onze steden vrijetijdsactiviteiten voor moslimjongeren organiseren. U geeft wat geld aan linkse vzw’s die eerstelijnswerkers mogen vertellen dat jonge moslimextremisten niet met de vinger mogen worden gewezen. Dat moet allemaal volstaan. Ondertussen lijkt het wachten op de volgende aanslag. Daarna zult u, net als uw collega’s, opnieuw stoere woorden gebruiken die even snel weer zullen worden vergeten.
Gelukkig is er het Vlaams inburgeringsbeleid. Volgens u is minister Homans met haar inburgeringstrajecten zo goed bezig dat al deze problemen met segregatie en toenemend fundamentalisme snel van de baan zullen zijn.
De inburgeringscursussen kosten de belastingbetaler veel geld, zo’n 74 miljoen euro per jaar. En wat me vooral stoort, is dat elke stok achter de deur volledig ontbreekt. Neen, ondanks uw zogenaamde resultaatsverbintenis zullen nieuwkomers ook onder deze regering op geen enkel moment verplicht worden hun kennis van onze samenleving te bewijzen door deelname aan een objectief examen. Laat staan dat ze verplicht moeten slagen voor een proef. Laat staan dat er een koppeling zou zijn tussen inburgering enerzijds en de verblijfswetgeving anderzijds. De stoere praat van deze Vlaamse Regering en uzelf staat in schril contrast met het nog steeds veel te slappe inburgeringsbeleid.
Minister-president, waarover ik u maandag in het geheel niet hoorde, was de communautaire problematiek. En dat verbaasde me toch wel, eerlijk gezegd. Zeker na het vertrek van twee eminente parlementsleden van uw partij, had ik durven te hopen – helaas tevergeefs – dat u zou ontwaken uit uw tricolore coma. Uw partijvoorzitter bevestigde in een reactie op het vertrek van Vuye en Wouters nochtans dat de Vlaamse zaak, het communautaire, de institutionele kwestie nog steeds de essentie is voor uw partij, de N-VA. Nu moet ik echter opnieuw vaststellen, minister-president, dat over het essentiële van uw programma, het artikel 1 van uw partijstatuten, geen letter in deze Septemberverklaring staat: helaas niets over de schandelijke jaarlijkse transfer van 12 miljard euro naar het zuiden van het land, niets over initiatieven tegen de voortschrijdende verfransing van Vlaams-Brabant, niets over het feit dat Brusselse gemeenten massaal hun voeten vegen aan de taalwetgeving door Nederlandsonkundig personeel aan te werven, niets over een noodzakelijke verdere uitbreiding van de Vlaamse bevoegdheden. Uw auto met draaiende motor, waarover u zo graag spreekt, is niet alleen geen zwart-gele auto, er plakt ocharm zelfs geen VL-stickertje meer op.
“We zijn geen revolutionairen, maar evolutionairen”, zegt de N-VA-Kamervoorzitter intussen, een week geleden. Maar zelfs evolutionairen bent u niet meer, als u het mij vraagt. ‘Communautaire immobilisten’ is meer toepasselijk. Ik wens u, mijnheer Diependaele, trouwens veel succes, en uiteraard proficiat, met uw aanstelling als hoofd van het project ‘Objectief V’ – als lapsus zei u vanmorgen ‘Vlaamse beweging’, wie weet wordt het nog een ‘Objectief Vlaamse beweging’ – ter vervanging van de heer Vuye, die blijkbaar iets te veel het partijprogramma van de N-VA wilde uitvoeren. Ik hoop dat u in het parlement zult doen wat uw partij in diverse regeringen nalaat. Ik ben benieuwd en kijk heel erg uit naar al uw Objectief V-initiatieven.
Minister-president, de motor van uw regering draait, zegt u. Ik heb u erop gewezen dat uzelf weliswaar trots bent op uw tricolore blitse auto, maar dat er heel wat mensen niet mee zijn en dat het gevaarlijk is om in die auto te zitten als er gevaarlijke obstakels op de weg liggen waarvoor u uw ogen sluit. Minister-president, denk in uw turbowagen op weg naar huis nog eens aan mijn boodschap, die trouwens door steeds meer Vlamingen gedeeld wordt. Ik dank u. (Applaus bij het Vlaams Belang)
De heer Somers heeft het woord.
Minister-president, geachte leden van de regering, beste collega’s, we leven in onzekere, woelige tijden: autoritaire regimes in Rusland en Turkije, barbarij in het Midden-Oosten, terreurdreiging, beelden van vluchtelingen, de sputterende Europese Unie, de brexit, de vele ontslagen van de laatste weken.
Dit alles maakt mensen bezorgd en onzeker. Ze zoeken houvast, veiligheid, zekerheid. Angst en achterdocht loeren om de hoek. De essentiële taak van politici bestaat erin hierop een consistent antwoord te bieden. Welke weg gaan we op als samenleving?
Tijdens het debat van vandaag en ook tijdens de voorbije weken en maanden kun je grosso modo drie mogelijke alternatieven bespeuren. Vooreerst zijn er de populisten en de extremistische partijen. Zij willen garen spinnen uit een klimaat van angst. Ze doen alles om tegenstellingen op de spits te drijven, mensen tegen elkaar op te zetten, de angst en het wantrouwen te voeden en conflicten aan te moedigen. Hun strategie is nefast en leidt op het einde van de rit tot een nederlaag voor iedereen. Op de eerste plaats tot een nederlaag voor elke vorm van humanisme.
Anderen plooien zich terug, willen de boze wereld buitensluiten, houden vast aan het verleden en verzetten zich tegen alle veranderingen, die ze steeds als een bedreiging zien. De toekomst is voor hen op de eerste plaats een gevaar, dat ze krampachtig proberen van zich af te wenden. Ze houden vast aan de wereld van gisteren, terwijl die eigenlijk al lang niet meer bestaat. Het is een houding die leidt tot regressie, afkalving van welvaart.
Er is ook een derde houding mogelijk. De enige juiste, de enige die perspectief biedt. Een verantwoordelijke houding van politici die mensen houvast bieden in moeilijke tijden. Een open houding, met de blik op de toekomst. Zulke politici bieden perspectief, zien in de veranderende tijden kansen en grijpen ze. Ze spreken hun vertrouwen uit in onze samenleving, in de kracht van onze waarden en in de kracht van onze burgers. Steeds meer wordt dit een fundamentele nieuwe breuklijn in onze samenleving: de open versus de gesloten samenleving. Hoop versus angst. Kiezen voor de toekomst of vastklampen aan het verleden. Het zal u niet verbazen dat onze fractie resoluut kiest voor het eerste. Een keuze van vertrouwen in mensen, in de kracht van de vrijheid. Daarom zijn we tevreden met de beleidsverklaring van de minister-president en van de Vlaamse Regering.
Ze verloor zich niet in een reeks onsamenhangende voorstellen. Die hebben we de voorbije weken al genoeg gehad, in alle richtingen, met een gemiddelde levensduur van amper één dag. Een kakofonie die de onzekerheid alleen maar groter maakte. Zeker niet van aard om mensen opnieuw vertrouwen te geven. Met de beleidsverklaring doet de Vlaamse Regering dat wel. Doet ze wat mensen van een overheid verwachten. De minister-president kwam met een visie, een duidelijke weg. Geen loutere opsomming, maar een beleid dat richting geeft, houvast en perspectief biedt. Het is het enige juiste antwoord dat we kunnen geven in deze woelige tijden.
Voor ons, liberalen, zijn drie fundamentele keuzen essentieel. Drie keuzen die we terugvinden in de regeerverklaring. Drie liberale basislijnen. Drie keer een keuze voor een open samenleving. In de eerste plaats kiest de regering voor een goed draaiende economie. Ze beseft dat je geen sociaal paradijs bouwt op een economisch kerkhof. Vlaamse bedrijven en ondernemers kunnen rekenen op een regering die hen ondersteunt. Zeker nu de economische groei wat ter plaatse blijft trappelen is dat cruciaal. Er komen nieuwe lastenverlagingen. Voor bedrijven die investeren en willen groeien. Voor werkgevers die mensen aanwerven die het moeilijk hebben op de arbeidsmarkt. Subsidies voor kmo’s die internationaliseren en willen exporteren. Extra steun voor bedrijven die innoveren. Kortom: een reeks van maatregelen die onze economie versterken, zorgen voor meer jobs en zo voor meer welvaart.
Even belangrijk voor onze economie zijn de investeringen in een betere weginfrastructuur, voor auto’s, en voor fietsers. De logistieke draaischijf die we zijn, dreigt door de vele files stil te vallen. Met nefaste gevolgen voor onze economie. Dat moeten we voorkomen.
Maar we doen meer. We investeren niet alleen in onze economie, maar ook in mensen. De tweede beleidslijn: mensen sterker maken. Niemand achterlaten. Het was ook een duidelijke lijn in de beleidsverklaring. Terecht. Om het met dezelfde gekende boutade te zeggen: je bouwt ook geen economisch paradijs op een sociaal kerkhof.
Welzijn, Onderwijs, Wonen, Cultuur en Jeugd... In al deze sectoren wordt het komende jaar extra geld geïnvesteerd. Voor extra plaatsen in de kinderopvang, in de woonzorgcentra, op de sociale huurmarkt, in de scholen, bij jeugdverenigingen: zij krijgen opnieuw zuurstof. Financiële ademruimte, die hun toelaat mensen te helpen en jongeren kansen te geven.
We investeren niet alleen door extra geld te geven. We doen dat ook door te hervormen. Hervormingen die mensen meer kansen geven. In Welzijn, bijvoorbeeld, door te kiezen voor een nieuwe financiering. Een persoonsvolgende financiering die mensen met een zorgnood de vrijheid geeft om die zorg zelf te kunnen kiezen. In de nieuwe kinderbijslag ook, waar we kinderen van jongs af aan laten participeren aan het onderwijs, en hen zo sterker maken, hen meer kansen geven om later een diploma te halen en een job te vinden. En in het onderwijs zelf, met een vernieuwd basis- en secundair onderwijs.
Veel van die hervormingen botsen op weerstand, op conservatieve krachten die zich verzetten tegen verandering, zoals we recent nog zagen bij de Vlaamse Onderwijsraad. Hoe conservatief kun je zijn als je je verzet tegen maatregelen die de kleuterparticipatie verhogen? Hoe conservatief kun je zijn als je zegt dat je niet wil weten van extra talen in de lagere school? Nee. Als het van hen afhangt, zouden we eerst nog wat moeten studeren en evalueren. Nog wat nadenken. Het is goed dat de Vlaamse Regering dergelijke conservatieve adviezen negeert. Er is genoeg gestudeerd. Genoeg nagedacht. (Applaus bij Open Vld en de N-VA)
Alle internationale studies tonen aan dat we onderaan bengelen inzake talenonderwijs in de lagere school. Het is het tijd voor actie. Tijd om te beslissen. Tijd om onze achterstand weg te werken.
Er is nog een derde lijn in het beleid van deze regering: de vaste wil om te komen tot een open, inclusief Vlaanderen. Een Vlaanderen dat maatschappelijke veranderingen niet ziet als een bedreiging, maar als een opportuniteit. En dat ook op die manier onze welvaart versterkt. Omdat het geen talent verloren laat gaan. Een Vlaanderen dat ervoor zorgt dat sociale mobiliteit geen illusie is, maar een uitdrukkelijk engagement. Dat mensen die vooruit willen, niet struikelen over drempels van discriminatie en onverdraagzaamheid. Men bouwt immers – om opnieuw met diezelfde boutade te spreken – geen economisch en sociaal paradijs op een gesloten en verdeelde samenleving. Of – met andere woorden – op een maatschappelijk kerkhof.
Daarom, minister-president, wil ik mijn waardering uitspreken voor uw inclusieve toonzetting. Ook al zullen we het niet over alles eens zijn, u doet dat met betrekking tot de diversiteit consequent. Standvastig en respectvol. U zoekt hier geen gemakkelijk succes. Alle beleidsverantwoordelijken, alle politici zouden zich deze houding eigen moeten maken. Spijtig genoeg is dat niet altijd het geval. Wij ondersteunen de ambitie van de Vlaamse Regering om te komen tot een gedeelde samenleving. Een diverse samenleving, gestoeld op fundamentele rechten en vrijheden, zoals de gelijkheid van man en vrouw, het recht op vrije meningsuiting of het recht om niet gediscrimineerd te worden. Dit zijn waarden die we niet gebruiken om mensen tegen de muur te zetten, maar als een middel tot emancipatie. Geen muur tussen mensen, maar een brug. Het is goed dat we deze rechten en vrijheden sterker willen uitdragen.
Maar aan iedereen in onze samenleving: ‘Walk your talk’. Wie van nieuwkomers eist – en terecht – dat ze zich integreren en onze waarden en normen omarmen, moet deze zelf ook respecteren. Alleen zo komen we vooruit. Alleen zo zetten we stappen in de richting van een open, verdraagzame en inclusieve samenleving.
In dit verband, collega’s, is het belangrijk dat onze minister van Jeugd Sven Gatz resoluut inzet op jeugd en diversiteit. Na een intens traject hierover met een burgerkabinet en de jeugdsector zelf, wil hij ons sterke jeugdwerk diverser maken, even divers als onze samenleving. Dit is een beleidslijn waarvan we het belang niet kunnen overschatten. Want vooroordelen worden levenslang overwonnen als kinderen samen opgroeien, samen spelen en samen vrienden worden. De segregatie vanaf de kindertijd doorbreken is de beste hefboom voor tolerantie, wederzijdse integratie en openheid. (Applaus bij Open Vld)
Collega’s, ik zei het al: het zijn onzekere tijden. Veel mensen zien de toekomst als een bedreiging. Het enige juiste antwoord dat we hierop kunnen geven, is optimisme en hoop. Het is niet door te jammeren en te klagen dat je dingen in beweging brengt. Ik herinner me de debatten die we vorig jaar hielden, met de kritiek van sommigen op de vergroening van de autofiscaliteit, bijvoorbeeld. Vandaag, één jaar later, zien we de resultaten. De ontdieseling is ingezet. Onlangs verscheen het nog in de kranten: amper één op vijf particulieren koopt nog een dieselwagen. Dat is een forse daling, dankzij de nieuwe fiscaliteit.
Eenzelfde evolutie zien we in groene investeringen. Mensen investeren opnieuw in zonnepanelen, niet omwille van miljardensubsidies, maar omdat ze een overheid, een minister zien die vertrouwen wekt. Een minister die gelooft in de toekomst. Een minister, Bart Tommelein, die mobiliseert.
Dat maakt Vlaanderen sterk. Het geloof in eigen kunnen. Op die manier kunnen we de veranderingen aan, niet alleen de klimaatuitdaging, ook de andere veranderingen die volop bezig zijn, zoals in onze economie, onze mobiliteit en in onze steden. We moeten de ambitie hebben om vooruit te lopen in die veranderingen. Optimisme dus, maar geen naïef optimisme, geen ijdele hoop, die op niets stoelt, maar een optimisme dat onderbouwd is, gedragen door sterke fundamenten, zoals een gezonde boekhouding.
Men kan discussiëren over hoe we de Oosterweelverbinding in de begroting moeten verwerken. Men kan erover debatteren hoe we de ziekenhuisfactuur moeten dragen. Maar men kan – als men intellectueel eerlijk is – niet discussiëren over de vraag of de Vlaamse financiën structureel gezond zijn. Want dat zijn ze. Er is geen sprake van miljardentekorten, van nieuwe putten. Deze regering, met onder meer een liberale minister van Begroting, heeft de Vlaamse financiën gezond gemaakt. Dat ging niet vanzelf. Het was en is een inspanning van maar liefst 2 miljard euro. En het is haar gelukt. Ook dat wekt vertrouwen.
Dankzij die inspanningen hebben we nu de ruimte om belastingen te verlagen en om te investeren in belangrijke noden. In 2017 kan er meer dan 600 miljoen euro worden uitgetrokken voor nieuw beleid en nieuwe investeringen. Er is geld voor belangrijke lastenverlagingen, zoals de volledige doorrekening van de federale taxshift. Dat alleen al is goed voor 321 miljoen euro minder personenbelastingen.
Minister-president, geachte collega’s van de regering, het is goed dat u en de regering nu de turbo willen laten aanslaan, dat we een versnelling hoger schakelen. Het zal ons doel alleen maar dichterbij brengen. Wat is dat doel? Een welvarend Vlaanderen, met een goed draaiende economie, een warm Vlaanderen, dat niemand achterlaat, en een open Vlaanderen dat de toekomst omarmt. Open Vld is daarin uw bondgenoot. Op onze steun zult u dus kunnen blijven rekenen. (Applaus bij de meerderheid)
Minister-president Bourgeois heeft het woord.
Aan het eind van dit debat past een repliek. Deze regering heeft haar huiswerk op orde gebracht, dankzij de inspanningen van de voorbije twee jaar. We hebben daarbij onze verantwoordelijkheid genomen. We hebben moedige beslissingen genomen. Ja, we hebben inspanningen gevraagd. We hebben dat nooit weggestoken – ik heb dat ook in mijn Septemberverklaring beklemtoond – maar we hebben telkens sociaal gecorrigeerd, ook in de energiefactuur die vanmorgen aan bod is gekomen. De beschermde mensen, de mensen met een budgetmeter, betalen amper 25 euro op jaarbasis. In elk van de maatregelen zijn er sociale correcties genomen. Ook dit jaar hebben we bijkomende inspanningen moeten leveren, omdat we geconfronteerd zijn met een onverwachte, vroegtijdige, negatieve afrekening ten gevolge van de Financieringswet. Ook die inspanning hebben we geleverd. Onze cijfers kloppen. Ons budget is in orde, tot spijt van wie het benijdt.
We hebben daarbij geen boekhoudkundige trucs gebruikt. We hebben geen goocheltrucs gebruikt. We zijn heel duidelijk, heel open, heel transparant over wat we doen: niets in de zakken, niets in de mouwen. We zeggen duidelijk wat we met Oosterweel voor ogen hebben. We nemen Oosterweel op in de begroting. We nemen het niet op in onze begrotingsdoelstellingen. Dan gaat het over 0,10, maximaal 0,15 procent van dit bnp. Welnu, als alle regeringen in dit land met dat resultaat komen, dan moeten we niet bang zijn van de 3 procentnorm, dan moeten we niet bang zijn voor excessive debt procedures. Dan zijn we de beste leerlingen van de klas. (Applaus bij de meerderheid)
We doen geen boekhoudkundige trucs, maar is er iemand hier in dit parlement, iemand onder deze koepel die vindt dat we de hele groei van het budget van collega Vandeurzen van Welzijn voor de eerstvolgende jaren moeten besteden aan de bouw van drie ziekenhuizen per jaar? Of vindt u het een verstandige maatregel dat we onze boekhouding conformeren aan onze betalingen, niets meer en niets minder? Wat kasmatig binnengaat, staat in de boeken. Of wilt u dat we grote ESR-matige negatieve bedragen boeken, die ervoor zorgen dat er geen nieuw beleid kan worden gevoerd? Sommigen in dit parlement willen blijkbaar dat mensen die voor 200.000 euro een huis kopen of bouwen, eerst 200.000 euro hebben gespaard vooraleer ze die investering doen. Welnu, economisch is dat een ramp. Wij willen kunnen investeren, maar we doen dat orthodox, we doen dat klaar en duidelijk, we doen dat transparant. We passen geen trucs toe. We zijn zeer transparant over wat we doen. En inderdaad, we laten de boeken ESR-matig volgen op wat we kasmatig jaar na jaar betalen.
Geachte leden, dat laat ons inderdaad toe om een turbo te laten draaien. Ik ga niet herhalen wat hier is gezegd en door veel leden terecht is beklemtoond. Dat is een zeer grote impuls die we nu geven aan ons maatschappelijk leven, aan mens en economie. Dat is een turbo die zal draaien bij Onderwijs, die zal draaien bij Mobiliteit en Openbare Werken, bij Welzijn, bij Onderzoek en Ontwikkeling, met allerlei stimulerende maatregelen om het economisch leven aan te trekken. Dat is waar we voor staan. Dat is het perspectief dat we hebben geboden toen we aantraden: die moeilijke jaren doorkomen, verantwoordelijkheid nemen, beslissingen durven te nemen, daar ook de verantwoordelijkheid voor opnemen, en dan vol gas vooruit.
Ik heb gezegd dat dit niet het einde is. We zouden dolgraag nog meer kunnen investeren in elk van die beleidsdomeinen, en we weten dat ook, maar we gaan dat doen met een begroting in evenwicht. We gaan dat niet doen met het doorschuiven van facturen naar onze kinderen en onze kleinkinderen. We nemen verantwoordelijkheid voor de mensen nu. We nemen verantwoordelijkheid voor de toekomst. We hebben de blik al op 2019. Vanaf 2019 zullen we opnieuw recurrent gevoelig minder ontvangsten hebben. Ik noem dat goed bestuur: ervoor zorgen dat de boeken in evenwicht zijn, dat je kunt investeren, ook vooruitblikkend op 2019 en later.
Als dit debat me iets heeft geleerd, dan is het dat er een grote breuklijn is. Er zijn de mensen met negativisme, mensen die aan doemdenken doen, mensen die het schetsen alsof we hier in een sociaal kerkhof leven, mensen die nooit bekijken welke inspanningen, welke toestanden er zich in het buitenland afspelen, mensen die aan selffulfilling prophecy dreigen te gaan doen, mensen die niet zien wat er gebeurt in onze samenleving. Dat zijn mensen die niet zien dat er massaal veel jobs bijkomen, dat de investeringen groeien, dat de werkloosheid daalt, dat er meer mensen zijn die durven te ondernemen, dat onze export toeneemt. Dat zijn mensen die de realiteit negeren, die niet durven te zeggen dat het beter gaat.
Anderzijds heb je de mensen die positief staan, die ook verantwoordelijkheid durven te nemen, mensen die keuzes durven te maken en die die keuzes zeer duidelijk maken, die verantwoordelijkheid nemen voor een budget in evenwicht en zeggen ‘we gaan vooruit, we gaan investeren’. We hebben die investeringen nodig, want er zijn heel veel noden in de samenleving. Geloof me vrij, dit is een regering die liever nog veel meer zou investeren om al die noden te lenigen, maar wie nu zegt dat deze regering in deze barre budgettaire tijden alle wachtlijsten van het verleden, alle problemen van het verleden kan oplossen, die is zeer onverantwoordelijk, om niet te zeggen populistisch bezig.
Wij doen enorme inspanningen in zeer moeilijke omstandigheden en daar mogen we trots op zijn. Dat is de enige weg naar de toekomst die ervoor zorgt dat we het goed kunnen hebben in Vlaanderen, dat we het beter kunnen hebben in Vlaanderen. Het is de enige weg die perspectief biedt. Wij zijn vastbesloten om verder op die weg te gaan. (Applaus bij de meerderheid)
Vraagt nog iemand het woord? (Neen)
De bespreking is gesloten.
We zullen straks de hoofdelijke stemming over de verklaring houden.