Verslag plenaire vergadering
Actuele vraag over de analyse van de vernieuwde kinderbijslag door het Centrum voor Sociaal Beleid van de Universiteit Antwerpen
Verslag
Mevrouw Van den Brandt heeft het woord.
Collega’s, als u een budget van meer dan 3 miljard euro hebt – dat is het budget voor kinderbijslag – en u gaat de kinderbijslag hervormen, dan lijkt het me evident dat u nagaat wat de impact daarvan is. Het Centrum voor Sociaal Beleid van de Universiteit Antwerpen heeft gedaan wat deze regering eigenlijk zelf had moeten doen, namelijk de impact van die hervorming berekenen. Ze komen met een rapport. Collega’s, het Centrum voor Sociaal Beleid is geen oppositiepartij. Het is een onafhankelijke, wetenschappelijke instelling van de Universiteit Antwerpen met experten met naam en faam tot ver buiten ons land. De grootste experten van ons land op het gebied van armoede en kinderbijslag werken in deze instelling. Hen minachtend tegemoetkomen en hun rapport niet serieus nemen, is van een laag niveau.
Ze geven in hun rapport aan wat ze wel en niet kunnen bestuderen. Ze geven duidelijk aan wat de grenzen zijn: wat ze wel hebben kunnen onderzoeken, wat ze niet hebben kunnen onderzoeken, waarom ze nog niet alles hebben kunnen doen maar waarom hun conclusies ook al wel gelden. Hun conclusies zijn duidelijk: er zal geen daling van de armoede zijn met deze nieuwe kinderbijslag. 200.000 kinderen en jongeren groeien op in armoede. Deze nieuwe kinderbijslag, meer dan 3 miljard euro, doet daar niets aan.
Tweede conclusie: het nieuwe systeem zal meer kosten dan het huidige systeem. Het is een duurder systeem. En om dat te kunnen betalen, moeten alle kinderen die vandaag al rondlopen, inleveren op hun kinderbijslag. Daarom zijn er twee indexsprongen voor alle kinderen die vandaag al rondlopen, 90 euro per kind per jaar om het nieuwe, dure systeem te financieren, dat nog niet eens de kinderarmoede zal doen dalen.
Minister, mijn vraag aan u is heel eenvoudig: zult u op basis van deze wetenschappelijke conclusies terug naar de tekentafel gaan en naar dit parlement komen met een model dat én betaalbaar is, én de kinderarmoede wel zal aanpakken? (Applaus bij Groen en sp.a)
De heer Vandenbroucke heeft het woord.
Collega’s, minister, mijn vraag is natuurlijk niet zo verschillend van de vorige. Het gaat over dezelfde studie, die we allemaal hebben gelezen.
De conclusie van het Centrum voor Sociaal Beleid is heel duidelijk. De kinderbijslag zoals u die hebt hervormd, is geen hefboom om kinderarmoede in Vlaanderen aan te pakken. Te veel gezinnen zullen er in de toekomst op achteruitgaan: eenoudergezinnen, 60 procent van de gezinnen met twee kinderen, grote gezinnen. Niet alleen de gezinnen van de toekomst gaan erop achteruit, ook de gezinnen van vandaag. De regering heeft namelijk beslist om twee indexsprongen toe te passen: 140 miljoen euro wordt vandaag uit het budget van de kinderbijslag gehaald ten nadele van de gezinnen van vandaag.
Minister, u hebt altijd gezegd dat uw ambitie duidelijk was: de kinderbijslag van de toekomst moet de gezinnen in de toekomst sterker maken. Dat blijkt niet het geval te zijn. Ook mijn vraag luidt: bent u bereid om die hervorming aan te passen en er een betere hervorming van te maken?
Minister Vandeurzen heeft het woord.
Collega’s, ik betreur dat we nu een polemiek moeten voeren over de vraag of het rapport juist is of niet juist. Ik heb ook al aan de media laten weten dat ik natuurlijk liever had gehad dat we over het rapport een overleg hadden kunnen hebben. Iedereen heeft zijn onafhankelijkheid en moet daar terecht op staan, maar als onze experten bij Kind en Gezin vragen hebben over bepaalde manieren van redeneren en berekenen, dan was het misschien beter geweest dat er op voorhand over gesproken was om ervoor te zorgen dat er op dat punt ten minste niet een heel technische discussie zou moeten losbarsten.
Ik denk dat het niet correct is om in een oneliner te spreken over winst en verlies, ook niet over gemiddelde winst en verlies, om een aantal redenen.
Ten eerste heeft de regering ervoor gekozen om zeer lange overgangstermijnen te maken. De ouders van kinderen die geboren worden tot het einde van 2018 zullen niet inleveren. Zij mogen leeftijdstoeslagen en rangorde-effecten behouden. Er is nog iets wat wij niet begrijpen in de studie, maar nogmaals, ik kan niet anders dan zeggen dat we het niet begrijpen en dat we het graag verklaard zouden krijgen. Het is namelijk niet juist om te zeggen dat de opbrengst van twee indexsprongen die we opnieuw in het systeem steken, alleen zou moeten dienen om de kinderbijslag van kinderen die worden geboren vanaf 1 januari 2019 te financieren. Integendeel, de regering heeft ervoor gekozen om de sociale correcties die in het nieuwe systeem op basis van het inkomen worden geregeld ook van toepassing te maken op die mensen die onder het oude stelsel blijven, maar daaronder geen recht hebben op toeslagen ofschoon ze een inkomen hebben onder een bepaalde grens.
Als wij dat goed berekenen, wil dat zeggen dat nu ongeveer 12,4 procent kinderen onder de inkomensgrens van 29.000 euro een toeslag krijgen. Wel, vanaf 2019 zal 20 procent van de kinderen in gezinnen met een inkomen lager dan 29.000 euro die onder het oude stelsel vallen, ook die toeslag krijgen.
Wij begrijpen een aantal zaken niet goed. We begrijpen niet hoe de inflatie-effecten berekend zijn. We weten niet of de steekproef voldoende representatief is op het aantal kinderen in elke leeftijd. We begrijpen ook niet goed waarom er een soort van statische foto wordt gemaakt en dan op kindniveau wordt bekeken wat het verlies en de winst is ten opzichte van een toekomstige situatie die zich niet zal voordoen voor al die gezinnen van vandaag. Men kijkt niet naar de levensloop. Het is de keuze geweest van de regering om de gezinnen bij de start een duwtje in de rug te geven. Als u de winst en het verlies wilt berekenen, moet u de hele levensloop nemen en rekening houden met de derde pijler, de participatie. Ook daar versterken we namelijk de selectieve inzet van studiegelden en schooltoelagen.
Er zijn redenen om te zeggen dat daarover een gesprek moet worden gevoerd. Ik acht dat centrum heel hoog, maar op deze manier, om via oneliners te zeggen ‘Wie heeft daarin gelijk?’, zullen we de inhoud van het debat niet dienen.
Wat we zullen doen, is wat we hier hebben gezegd, op het ogenblik dat we hier discussie hebben gevoerd over de conceptnota. We zullen een armoedetoets doen en die wetenschappelijk onderbouwen. We zullen de andere elementen van een armoedetoets ook doen, het proces met stakeholders, verenigingen waar armen het woord nemen enzovoort. We zullen proberen op het einde, aan de hand van die inschatting, te bekijken of een van de ambities van de hervorming, namelijk een instrument hanteren in de strijd tegen kinderarmoede, effectief werd gerealiseerd.
Indien dan, met alles afgewogen – de verworven rechten, de sociale correcties, de derde pijler, de automatische rechtentoekenning enzovoort – zou blijken dat dat effect er niet is, zal de regering terugkijken naar de manier waarop daarvoor eventueel moet worden bijgestuurd. Dat heb ik die woensdagnamiddag hier ook al gezegd. We zullen ons niet laten afleiden van dat traject. Ik hoop nog altijd dat we, met iedereen die het besef van die hervorming goed inschat, dit op deze inhoudelijke en serene manier verder kunnen afwerken. (Applaus bij de meerderheid)
Minister, dit is geen oneliner. Dit is een wetenschappelijk rapport van zeventien pagina’s, met daarin duidelijk alle beperkingen, alle methodes en alle onderzoekscontouren opgeschreven. Als u dit niet begrijpt, is dat uw probleem. Ik begrijp het wetenschappelijke rapport heel goed. Ik denk dat u het niet begrijpt, omdat ze niet zeggen wat u wilt horen. Ze zeggen iets anders dan wat u zelf hoopt. Ik begrijp heel goed wat hierin staat.
Wat ik ook goed begrijp, is dat uw armoedetoets nog niet bezig is. U had recht van spreken om deze wetenschappelijke onderzoekers terecht te wijzen indien u zelf een armoedetoets had, indien u zelf al bezig was. Ze is echter nog niet bezig. Het enige wat u weet, is dat het niet het CSB zal zijn dat de armoedetoets uitvoert, omdat u hen niet vertrouwt. U weet niet wie het wel zal zijn, wanneer het zal zijn en of die er wel komt.
Minister, ik vraag u heel duidelijk: als u hier niet mee akkoord gaat, moet u heel snel met andere cijfers komen. Ik vertrouw deze wetenschappelijke onderzoekers. Ik vertrouw de expertise van de Universiteit Antwerpen. Ik ben er niet van overtuigd dat met uw nieuwe kinderbijslag de armoede zal dalen. (Applaus bij sp.a en Groen)
Minister, u zegt dat u een aantal zaken van die studie niet hebt begrepen. Wat ik niet begrijp, is dat u niet aan de slag gaat met de resultaten van die studie. Wat ik niet begrijp, is dat u die studie probeert weg te praten met een warrige uitleg. U kunt uw model nog tien keer laten herberekenen: als u het niet aanpast, zal het resultaat altijd hetzelfde zijn. En dat resultaat is niet goed genoeg. Dat resultaat is dat de kinderarmoede niet wordt aangepakt.
Mijn vraag is heel eenvoudig: handhaaft u de ambitie om met uw nieuw model kinderarmoede aan te pakken, ja of neen? (Applaus bij sp.a en Groen)
De heer Van den Heuvel heeft het woord.
Voorzitter, de minister is al heel duidelijk geweest. Het is goed dat we ophouden met over verliezers en winnaars te praten. (Applaus bij de meerderheid)
Niemand van de huidige gezinnen verliest. Dat blijft bestaan zolang die kinderen er zijn.
Mevrouw Van den Brandt, een ernstige studie gaat uit van de juiste hypothesen. Als je die studie leest, moet je toegeven dat dat niet de juiste hypothesen zijn. Het is zoals de minister het zei. Waarom neemt men niet de levensloop in beschouwing? Waarom houdt men geen rekening met alle inkomensgrenzen en participatietoeslagen? Waarom gaat men niet in overleg? Een ernstige studie neemt daar de tijd voor en overlegt met de mensen van Kind en Gezin en met het kabinet, om tot juiste conclusies te komen. Daarover gaat het. Dat is in deze studie niet gebeurd. Dat betreuren wij.
Voor de rest is het heel duidelijk: wij gaan voor een volledige armoedetoets. Dit is geen politiek opbod op basis van foutieve uitgangshypotheses. Wij gaan voor een volledige armoedetoets. U hebt het de minister daarnet heel duidelijk horen zeggen: als daaruit blijkt dat het nodig is, zullen er aanpassingen gebeuren. (Applaus bij de meerderheid)
Mevrouw Saeys heeft het woord.
Hier eigenlijk hetzelfde. Ik hoor de laatste dagen zoveel technische analyses. Maar er staan enorm veel onjuistheden in de studie. Er is de afwezigheid van selectieve participatietoeslagen. Men verbergt gewoon sommige zaken. Dit is ook maar een momentopname. Men houdt geen rekening met evolutie. Gezinnen met twee kinderen hebben in het verleden, met een jong kind, toch ook meer gekregen? Men houdt daar totaal geen rekening mee. Wij moeten de armoedetoets afwachten. Indien daaruit zou blijken dat er een verhoogd risico op armoede is, moet er inderdaad een aanpassing gebeuren. (Applaus bij de meerderheid)
De heer Depoortere heeft het woord.
Minister, u moet die studie van het CSB niet betreuren. U zou beter de resultaten ervan ter harte nemen en zeker het feit dat, volgens de studie, door de doorvoering van de dubbele indexsprong, waarnaar de heer Vandenbroucke verwees, de gezinnen uit de middenklasse erop achteruitgaan. U kunt dan wel zeggen dat het geld dat vrijkomt met die indexsprong opnieuw wordt geïnjecteerd in 2019, maar het blijft evengoed een feit dat de gezinnen uit de middenklasse daar vandaag wel degelijk de dupe van zijn. Ik stipte het al aan tijdens het actualiteitsdebat: de hardwerkende Vlaming die net dat tikkeltje meer verdient is van deze hervorming de dupe. Minister, waarom die tweede indexsprong nog doorvoeren? Waarom moeten de gezinnen uit de middenklasse daar de dupe van worden?
Mevrouw Jans heeft het woord.
Mevrouw Van den Brandt, u bent begonnen met te stellen dat het CSB geen oppositiepartij is maar een wetenschappelijke instelling met naam en faam, met gerenommeerde professoren en specialisten. Ik wil duidelijk stellen dat ze zich dan ook zo moeten gedragen. Ze moeten zich gedragen als een wetenschappelijke instelling. (Rumoer bij de oppositie)
Ze moeten niet in de pers dossiers uitspelen. Ze nemen niet eens contact op met de minister over hun berekeningen. Dat gaat voor mij te ver. Wij hebben hier een zeer goed systeem uitgewerkt, met een hoog basisbedrag van 160 euro per kind voor ieder gezin. Wij willen echt de jonge startende gezinnen ondersteunen. U vindt dat misschien niet, maar wij vinden dat kindergeld een ondersteuning is in de opvoeding van kinderen. We willen ook kijken naar armoederesultaten. Maar het basisprincipe van kinderbijslag is de gezinnen ondersteunen in de opvoedingskosten. Voor dat principe gaan we.
Minister, u moet op een heel rustige wijze een goede armoedetoets uitwerken, rekening houdend met alle aspecten, zodat wij dat op het juiste moment met de juiste cijfers kunnen beoordelen. (Opmerkingen van Bruno Tobback)
Minister Vandeurzen heeft het woord.
Voorzitter, collega's, deze situatie wil ik niet. Ik heb er geen probleem mee om te stellen dat het CSB een achtenswaardige wetenschappelijke instelling is. Zoals voor dit rapport het geval is, zullen we ook de conclusies van de armoedetoets moeten beoordelen en er de relevante elementen uithalen. Dat het rapport soms genuanceerder is dan de oneliners die in de media aan bod komen, nemen we er dan maar bij.
De insinuatie dat we wraak willen nemen en het CSB niet zullen vragen om een wetenschappelijke analyse te maken, is absoluut onjuist. Ik zeg het met de hand op het hart. Kind en Gezin heeft in februari – ik herhaal: in februari – met stakeholders gesproken over de manier waarop de armoedetoets moet worden aangepakt. Iedereen was het erover eens dat we vooruitgang moeten boeken en dat er een concreet voorstel moet komen. En er is afgesproken om een wetenschappelijke partner te zoeken, en die partner zal niet het CSB zijn. Dat laatste heeft niets te maken met deze studie, maar met de conclusie die Kind en Gezin samen met het CSB heeft getrokken: gezien de betrokkenheid van het CSB is het aangewezen een andere partner voor het verrichten van de wetenschappelijke studie te kiezen. Kind en Gezin zal die conclusie ook uitvoeren.
Ik hoop dat we het over de inhoud kunnen hebben. Nogmaals: als uit die studie onaangename zaken zouden blijken, dan zullen we die onder ogen nemen. Maar ik wil nogmaals benadrukken dat verworven rechten worden gerespecteerd, sociale correcties worden ingebouwd en elementen uit het huidige systeem zoals inkomensgrenzen en de evolutie ervan worden meegenomen. Op die manier hebben we getracht om een goed systeem uit te bouwen, met een goede impact op de armoedebestrijding en een duwtje in de rug van jonge, startende gezinnen op het vlak van kostenbestrijding van het opvoeden van kinderen en jongeren. Er is een derde pijler toegevoegd: de versterking van school- en studietoelagen, want we willen een extra inspanning leveren voor een aantal kwetsbare gezinnen. Het is aangewezen – zoals ook de meerderheidspartijen hier laten weten – om die toets sereen aan te pakken, en om dan aan de hand van de resultaten te kijken hoe we verder moeten.
Het is hallucinant. Omdat wetenschappers niet zeggen wat jullie willen horen, hebben jullie het over een fout onderzoek. Dat is hallucinant. (Rumoer. Applaus bij Groen en sp.a)
Als ik moet kiezen tussen politici van de meerderheid of universiteitsprofessoren, dan weet ik wel wie ik geloof. Het voorstel is er, en u kunt die armoedetoets nog uitvoeren. Die armoedetoets is er nog steeds niet. Sinds februari zoekt men een partner. We kunnen nog wachten op die toets, een jaar of zo, om dan te moeten vaststellen dat de armoede niet zal dalen. Maar u kunt ook nu al terug aan tafel gaan zitten, en ons een jaar tijdverlies besparen. Wat hebt u nog meer nodig? De richting is duidelijk. We moeten niet wachten op de cijfers na de komma. Kom met een nieuw systeem dat én betaalbaar is, én de kinderarmoede aanpakt, én niet vereist dat gezinnen twee indexsprongen moeten incasseren – goed voor 90 euro per kind en per jaar – om dat nieuwe systeem te betalen. (Applaus bij Groen en sp.a)
Minister, u hebt opnieuw allerlei ambities inzake een sterk gezinsbeleid verwoord. Ik sta daar achter. Collega’s van CD&V, kijk eens naar de lijst van beslissingen die u in de Vlaamse Regering allemaal hebt laten passeren. Beslissingen die er keer op keer voor zorgen dat de zwaarste factuur terechtkomt bij gezinnen die het moeilijk hebben. Kijk naar de prijsstijgingen van de kinderopvang. Kijk naar de prijsstijging van de zorgpremie. Kijk naar de ‘Turteltaks’. U hebt vandaag een hefboom van 3,6 miljard euro in handen. Gebruik die eens om gezinnen sterker te maken. Dat is wat we van u vragen. (Applaus bij sp.a en Groen)
De actuele vragen zijn afgehandeld.