Verslag plenaire vergadering
Verslag
Mevrouw Taelman heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega's, tot begin mei kenden we het elektronisch toezicht als een re-integratiemaatregel voor gevangenen die een langere straf is opgelegd. Sinds dat een Vlaamse bevoegdheid is geworden, hebben we het er al geregeld over gehad. Sinds 1 mei is het ook mogelijk geworden dat een rechter rechtstreeks, als straf, een enkelband aan een veroordeelde oplegt.
Nu wordt het even technisch. Het registratieprogramma dat de gegevensstroom inzake enkelbanden beheert, heet SISET. Tot op heden hangt de werking af van een nummer – het zogenaamde sirisnummer – dat veroordeelden in de gevangenis wordt toegewezen. Als de rechter een gevangene rechtstreeks een enkelband als straf kan opleggen, passeert die gevangene niet meer langs de gevangenis, wat betekent dat men niet meer met dat nummer kan werken.
Ik verneem dat tot op heden nog steeds geen werk is gemaakt van een oplossing, bijvoorbeeld via het Rijksregisternummer. Anders gesteld: op dit moment kan het opleggen van een enkelband als straf niet worden uitgevoerd. Klopt dat?
Minister Vandeurzen heeft het woord.
Voorzitter, collega's, ik denk dat dit niet klopt. Op dit moment is het mogelijk om het elektronisch toezicht als een vorm van een autonome straf uit te voeren. Tot vandaag is nog geen enkele enkelband voor het elektronisch toezicht als autonome straf door het Vlaams Centrum Elektronisch Toezicht (VCET) aangevraagd. De wetgeving is van dien aard dat een maatregel moet worden uitgevoerd binnen de zes maand nadat een vonnis kracht van gewijsde heeft gekregen.
Wel is het juist dat tot vandaag de administratieve behandeling van een elektronisch toezicht steunde op de instroom van gegevens die werden verwerkt door het gevangeniswezen. In die zin hebt u gelijk. Rechters kunnen nu autonoom die straf opleggen, wat betekent dat men een nieuwe manier, met een nieuw softwareprogramma, moet ontwikkelen om het beheer van de gegevens elektronisch te verwerken.
Het softwareprogramma dat daartoe moet dienen, wordt nu pas aangepast, en niet eerder. Dat komt omdat de circulaire van het college van procureurs-generaal waarin de modaliteiten van de uitvoering van het elektronisch toezicht als autonome straf pas afgelopen maandag officieel bij ons is toegekomen. Men is onmiddellijk met het bedrijf aan tafel gaan zitten om na te gaan hoe we onze administratieve beheersystemen kunnen aanpassen om alle procesgangen en -fases van het elektronisch toezicht elektronisch te kunnen registreren. Ik ga ervan uit dat de circulaire duidelijk maakt hoe we het softwareprogramma moeten aanpassen, zodat we de opvolging goed kunnen waarborgen.
Minister, u bevestigt dus het verhaal. U zegt wel dat er geen probleem is omdat er tot op heden in Vlaanderen nog geen vonnissen zijn uitgesproken met een enkelband als autonome straf. Als dat morgen gebeurt, dan hebben we inderdaad zes maanden tijd om het uit te voeren, maar dan is er geen regeling en geen elektronisch uniek nummer waardoor die straf kan worden uitgevoerd.
U zegt dat het college van procureurs-generaal te laat was met hun circulaire, maar we wisten al heel lang dat dit er aankwam. Als wij nu worden geconfronteerd met de uitvoering van zo’n straf, dan moeten we heel snel kunnen reageren. Wat is de timing om die elektronische gegevensflux dan toch in orde te brengen?
De heer Parys heeft het woord.
De vraag van mevrouw Taelman onderstreept iets wat onze fractie al heel lang zegt. De architectuur van het systeem waarin op federaal niveau wordt beslist welke maatregelen Vlaanderen moet uitvoeren, werkt dit soort accidenten in de hand. Wij vragen al heel lang dat de software, en het is een heel moeilijk verhaal, ook op punt wordt gesteld.
Minister, wij hebben daar in de commissie over gediscussieerd en we hebben uw toezegging al gekregen dat de audit over de werklast binnen de Justitiehuizen aan het parlement zou worden overgemaakt. Wij hebben die nog altijd niet ontvangen. Het is natuurlijk wel belangrijk in het kader van de goede werking van de Justitiehuizen. Ook de impactanalyse van de nieuwe federale maatregelen op de werking van de Vlaamse Justitiehuizen hebben we nog niet gekregen. Minister, wanneer zal het parlement daar kennis van kunnen nemen?
Ik heb absoluut niet de parate kennis om te weten of die firma de audit heeft opgeleverd. Zodra ze is opgeleverd, is het een stuk dat onderworpen is aan de openbaarheid van bestuur. Wat mij betreft, is er geen enkel probleem.
Ik weet niet goed naar waar u verwijst met de impactanalyse. Er zijn een aantal analyses gemaakt. Er zijn op de Interministeriële Conferentie een aantal besprekingen gevoerd over concrete wetswijzigingen die er zijn geweest. Er is een grote impactanalyse nodig over het nieuwe strafwetboek. Die laatste is nog niet uitgevoerd. Het is trouwens nog wat vroeg omdat het wetboek nog niet is gestabiliseerd in al zijn consequenties.
Mevrouw Taelman, het VCET zegt mij dat men een beslissing kan uitvoeren maar niet kan opvolgen in het geautomatiseerde opvolgsysteem. Men zal het dus parallel moeten doen, in afwachting dat de software om het administratief beheer te doen, echt is aangepast. Dat is pas echt mogelijk geworden op het ogenblik dat de circulaire de details heeft vrijgegeven. Men heeft mij bevestigd dat men nog deze week met de firma de nodige afspraken heeft gemaakt. Ik ga er dus van uit dat men dat zo snel mogelijk doet. Het is evident dat we het liefst zo geautomatiseerd mogelijk opvolgen.
Minister, ik denk dat het nog zacht uitgedrukt is dat de overdracht van de bevoegdheden inzake elektronisch toezicht, tot nog toe geen succesverhaal is geweest. Ondanks het feit dat we ons kunnen ‘verschuilen’ achter het feit dat de federale overheid vroeger had moeten optreden, moet de vraag toch proactief worden gesteld. Minister, ik hoop dat er geen incidenten zullen zijn. Ik hoor u zeggen dat de straffen kunnen worden uitgevoerd, maar elektronisch toezicht is nu eenmaal toezicht dat via software moet worden opgevolgd. Ik begrijp dus niet goed dat u zegt dat we kunnen uitvoeren maar de software niet in werking is. Ik denk dat er wel eens problemen zouden kunnen ontstaan. Minister, ik hoop dat het heel snel in orde wordt gemaakt.
De actuele vraag is afgehandeld.