Verslag plenaire vergadering
Actuele vraag over het vormgeven van het Vlaamse beleid rond plastic winkelzakjes
Verslag
Mevrouw De Vroe heeft het woord.
Minister, het is niet de eerste keer, want de voorbije weken hebben we meermaals gesproken over het verbod dat u wenst in te voeren op de plastic zakjes. Eerst gaf Wallonië het verbod te kennen, vervolgens Brussel, en nu hebt u naar aanleiding van vragen van collega Nevens en mezelf te kennen gegeven dat u het verbod ook in Vlaanderen wenst in te voeren. Vorige week hadden we het erover dat dit op een eenvoudige en duidelijke manier moet gebeuren. Daar staan we honderd procent achter. Uiteraard moet het de bedoeling zijn goed te doen aan ons leefmilieu. Er moet ook worden gestreefd naar een geharmoniseerde aanpak, en dat er zo veel mogelijk gewestoverschrijdend wordt gewerkt.
Helaas, toen ik vorige maandag de krant opensloeg, zag ik een artikel van uw federale collega Marghem. Ze is verantwoordelijk voor het op de markt brengen van de plastic zakjes en kondigde aan dat ze die plastic zakjes duurder zal maken. Natuurlijk is dat contradictorisch met wat u al hebt verkondigd, namelijk het verbod op die plastic zakjes.
Minister, het is de bedoeling om duidelijkheid te verschaffen voor de burgers. Mijn vraag is dus heel eenvoudig: wat is uw standpunt? Hebt u overleg gehad? Wat is uw mening over het initiatief van federaal minister Marghem?
De heer Nevens heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega’s, mevrouw De Vroe heeft perfect geschetst hoe de situatie in Vlaanderen en bij uitbreiding in België vandaag is. We hebben vandaag een verbod in Wallonië, we hebben een verbod in Brussel en we hebben nu minister Marghem die aankondigt dat de eenmalige plastic draagzakjes in de toekomst betalend zullen worden.
Minister, het klopt dat u al een uitspraak hebt gedaan over die plastic zakjes. U zei terecht dat als we iets willen doen, dat transparant, eenduidig en duidelijk moet zijn voor de bevolking zodat we geen spelregels hanteren die verschillen van andere gewesten.
Minister, wat is het resultaat van het rondetafelgesprek, dat zo belangrijk is om net eenduidig en transparant te zijn? Hoe kunt u de collega’s nog overtuigen om een uniform systeem in Vlaanderen, Brussel en Wallonië in te voeren?
Minister Schauvliege heeft het woord.
We hebben inderdaad al enkele keren over dit onderwerp gesproken in het parlement. We waren het er allemaal over eens dat we voor een verbod zijn, dat het een eenvoudig systeem moet zijn, dat heel duidelijk is voor de consument en voor de handelaar, die er dagelijks mee moet omgaan.
Mijnheer Nevens, ik moet u wel corrigeren. U zegt dat er een verbod is in Wallonië en Brussel. Neen, er is geen verbod. Er is een intentie om een verbod in te stellen, net hetzelfde als we in Vlaanderen hebben. Het vreemde is dat er op 27 april een overleg is geweest met de federale overheid en de drie gewesten en dat mijn federale collega daar heel uitdrukkelijk heeft gezegd dat ze geen initiatief zou nemen, dus dat de gewesten een initiatief konden nemen om die plastic zakjes te verbieden.
Mijn verbazing was dan ook groot toen ik afgelopen weekend vragen kreeg van de pers: 'De federale overheid gaat het nu ook verbieden of betalend maken, wat is uw reactie daarop?' Ik viel van mijn stoel. Ik ben het er volledig mee eens dat dat geen goede afstemming is en dat het terugkomen is op gemaakte afspraken. Op 6 juli vindt er een Interministeriële Conferentie Leefmilieu plaats. Ik denk dat we daar duidelijkheid moeten hebben. Ik zal dat daar ook agenderen. We hebben ondertussen ook overleg gehad met de verschillende gewesten, waar wij alles perfect op elkaar zouden afstemmen. Maar nu komt daar inderdaad het initiatief van de federale collega tussen gefietst. Ik heb ook nog geen teksten gezien. Ik weet niet of het een aanzet is of iets dat al concreet uitgewerkt is. Ik zal duidelijkheid eisen op de Interministeriële Conferentie Leefmilieu op 6 juli.
Ik ben in ieder geval voorstander. De teksten zijn ook klaar bij ons. Dat zal mee opgenomen worden in het verzameldecreet dat nog voor het reces naar de Vlaamse Regering gaat. Het is ook goed dat we op 6 juli duidelijkheid krijgen over wat er nu al dan niet op het federale niveau zal gebeuren.
Bedankt, minister, om duidelijkheid te verschaffen. Ik ben uiteraard ook benieuwd wat die Interministeriële Conferentie Leefmilieu op 6 juli dan uiteindelijk zal geven. We zullen het zeker opvolgen.
U kent onze vraag om zeker nog een grondig overleg te hebben met de stakeholders, met alle betrokken partijen. Dat is heel belangrijk om naar een gedragen systeem te gaan, dat duidelijk en eenvoudig is.
Ik heb u al gevraagd om zeker nog verder onderzoek te doen naar alternatieven. Ik heb ondertussen het onderzoek dat de Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij (OVAM) gevoerd heeft rond bioplastic, doorgenomen. Er dient ook wat dat betreft zeker nog verder onderzoek verricht te worden.
Minister, eindelijk is er misschien licht aan het einde van de tunnel. We willen transparant zijn. Veel van die zakjes zijn transparant, maar de manier waarop we tot dit verbod gaan komen, is voor ons, voor de handelaars en voor de consumenten alleszins niet duidelijk.
Ik hoop dat we na 6 juli een eenduidig standpunt hebben, dat we ook kunnen communiceren aan de mensen die betrokken zijn bij het verbod op eenmalige plastic draagtassen dat er zou komen. Ik vraag ook om werk te maken van het onderzoek naar die alternatieven. Er zijn waarschijnlijk een aantal mogelijkheden om een oplossing te bieden voor problemen rond hygiëne en voedselveiligheid voor de handelaars en de consumenten, die beter zijn voor het leefmilieu dan de plastic verpakkingen van vandaag.
Mevrouw Taeldeman heeft het woord.
Minister, collega’s, Vlaanderen is al jarenlang koploper op het vlak van recyclage. Vlaanderen gebruikt in vergelijking met Brussel en Wallonië ook het minste aantal plastic zakjes.
Minister, het verbod op plastic zakjes of alternatieven voor de plastic zakjes, dat maakt deel uit van het omvangrijke uitvoeringsplan rond huishoudelijke afvalstoffen. Het openbaar onderzoek over dat afvalstoffenplan is afgerond. Wat is de verdere timing en wat zijn de verdere stappen in dit dossier?
De heer Tobback heeft het woord.
Ik wil die vraag iets concreter stellen, minister. Dit dossier is hoe dan ook heel herbruikbaar. Alleen al dit jaar is het de vierde keer dat het in dit parlement aan bod komt, zowel in de commissie als bij de actuele vragen. Ik heb de indruk dat men zowel in het Vlaamse als het Waalse Gewest het initiatief en het engagement heeft om tot dat verbod te komen. U zegt dat het nog voor de zomer in een verzameldecreet naar de regering gaat. Uiteraard is het verkieslijk, als er een akkoord zou zijn, om het met ondersteuning van de Federale Regering te doen. Maar indien dat niet mogelijk schijnt te zijn, of de federale minister wil op een of andere manier niet mee, gaan we dan in het najaar, bij de stemming over dat verzameldecreet, dat verbod in het Vlaams Parlement ook gewoon goedkeuren en invoeren? We hebben er nu al meer dan genoeg over gepraat. Het wordt tijd om ons van die zak te ontdoen.
De heer Sanctorum heeft het woord.
Minister, in het verleden was u al boos op Wallonië en Brussel, omdat ze politiek te snel gingen, omdat ze al een duidelijke, concrete datum hadden vooropgesteld voor dat verbod. Nu bent u duidelijk boos op het federale niveau: u verweet mevrouw Marghem dat ze, tegen de afspraken in, plots een beleid uitstippelde. Minister, ik merk dat we ons inderdaad politiek continu laten voorbijsteken. Dat is de realiteit, collega’s, want ik zie u knikken, dat is gewoon de realiteit.
Het klopt, mevrouw Taeldeman, dat het gebruik van de eenmalige plastic zakjes in Vlaanderen de afgelopen jaren al flink gedaald is, dankzij vrijwillige overeenkomsten door de grootwarenhuizen. De resterende hoeveelheid in Vlaanderen kan alleen maar dalen dankzij politieke daadkracht. Die politieke daadkracht, minister, zal van u moeten komen.
Collega Sanctorum, hoe durft u zeggen dat we ons politiek laten voorbijsteken? We hebben in Vlaanderen de beste resultaten van heel België als het aankomt op het terugdringen van het gebruik en het uitdelen van plastic zakjes. De laatste tien jaar is het gebruik met 90 procent gedaald. Als dat geen mooi resultaat is, begrijp ik het niet meer. We gaan nog verder, want we halen nu al de verplichtingen die Europees zijn opgelegd. We gaan nog een stapje verder: de teksten liggen op tafel om die zakjes helemaal te verbieden.
Uiteraard, collega Tobback, als er federaal geen overeenstemming komt, zullen wij ermee doorgaan. Ik denk dat het duidelijk is dat we de intentie hebben om dat gebruik te verbieden en dat we het op die manier ook in Vlaanderen zullen invoeren.
Het moet een duidelijk, eenvoudig systeem zijn, uiteraard. We plegen dan ook overleg met de verschillende sectoren. Ik herhaal nogmaals dat we zeker de onderzoeken naar alternatieven, zoals bioplastics, moeten voeren, maar het zou ook weleens de duidelijkheid in de weg kunnen staan. De consument kan niet altijd goed zien wat bioafbreekbaar is en wat niet. Het is ook niet altijd een oplossing voor zwerfvuil, want een bioafbreekbaar zakje blijft nog heel lang in het milieu. Het is een heel lang proces vóór het ooit wordt afgebroken. Als dat ooit wordt weggegooid, kan het dus heel lang aanwezig zijn in de natuur, en dat moet dus ook vermeden worden. We zullen die alternatieven dus zeker onderzoeken, maar het moet wel een systeem zijn dat ervoor zorgt dat we zowel het plastic in de zee als in de natuur, het zwerfvuil dus, absoluut terugdringen.
Collega Taeldeman, wat de timing van het Uitvoeringsplan Huishoudelijke Afvalstoffen betreft: de tekst is aangepast op basis van de verschillende bezwaren, bevindt zich in de interkabinettenbespreking en zal aan de Vlaamse Regering worden bezorgd. Het is de bedoeling om daar uiteraard zo snel mogelijk door te geraken en op die manier ook tot het definitieve plan te komen.
Collega’s, wij zijn voor een verbod, we zijn koploper, we willen koploper blijven, we zullen dat ook doen. Het verbod zal er zeker komen. Ik ben voorstander van een afstemming, van een duidelijk systeem. Als dat niet lukt, zullen we het in Vlaanderen zelf doen, ook vanuit onze verantwoordelijkheid om zorg te dragen voor het leefmilieu.
Minister, wat u zegt, klopt: we halen nu de Europese doelstelling, maar tegen 2025 moeten we nog een grotere doelstelling halen. We gebruiken nu ongeveer honderd zakjes per inwoner per jaar, we moeten dat terugdringen tot veertig. We hebben dus nog een hele weg af te leggen. Er is inderdaad politieke daadkracht nodig, en u wilt die politieke daadkracht aangaan. U hebt bevestigd dat u grondig in overleg wil gaan met de betrokken stakeholders om alternatieven te bekijken. Dat is zeker en vast nodig om hygiënische redenen, zoals collega Nevens daarnet heeft gezegd.
Als laatste, minister: 6 juli. Ik weet niet of het mogelijk is om zeker en vast ook alle parlementsleden van de commissie Leefmilieu op de hoogte te houden na die commissie. Dat zal ons zeker bij het begin van het reces zeer sterk boeien.
Mijnheer Nevens, hebt u nog behoefte aan een slotopmerking?
Ja, voorzitter, bedankt.
U bent net naar de kapper geweest, zie ik? Er was niet veel werk aan! (Gelach)
Collega’s, ik ben blij uit de mond van de minister te horen dat wat we in Vlaanderen doen met het verhaal van de plastic zakjes en het verbod, dat we daar koploper willen blijven. Ik ben ook blij dat de minister van mening is dat wat we zelf doen, we meestal beter doen, dat we dus doorgaan op hetzelfde elan en dat we onze koppositie om het leefmilieu in Vlaanderen te verbeteren, blijven hanteren.
Ik hoop dat ik daar niet meer op moet terugkomen in de plenaire vergadering, maar als het moet, moet het, en vandaag was het nodig. (Applaus bij de N-VA)
Mijnheer Nevens, wat u zeker moet doen, is naar de kapper gaan. (Gelach. Applaus)
De actuele vragen zijn afgehandeld.