Verslag plenaire vergadering
Verslag
Algemene bespreking
Dames en heren, aan de orde is het ontwerp van decreet houdende de regels voor de vrijwillige samenvoeging van gemeenten en tot wijziging van het decreet van 5 juli 2002 tot vaststelling van de regels inzake de dotatie en de verdeling van het Vlaams Gemeentefonds, van het Gemeentedecreet van 15 juli 2005, van het Provinciedecreet van 9 december 2005 en van het Lokaal en Provinciaal Kiesdecreet van 8 juli 2011.
De algemene bespreking is geopend.
De heer De Loor heeft het woord.
Voorzitter, collega’s, minister, dit ontwerp van decreet bevat een niet onbelangrijk thema voor sp.a. Sp.a steunt de ambitie om fusies te faciliteren. Dat is niet nieuw. We hebben dat ook tijdens de vorige legislaturen gedaan, we zijn er altijd voorstander van geweest.
Sp.a steunt het ontwerp van decreet in die zin dat de beperkte fusieregels uit het Gemeentedecreet worden vervangen door een uitgebreider pakket aan bepalingen over wat er dient te gebeuren als gemeenten fuseren.
We hopen dan ook dat dit Fusiedecreet geen maat voor niets is en dat het leidt tot meer bestuurskrachtige, gefuseerde gemeenten met een goede dienstverlening.
We ervaren het dan ook als positief dat er een inhoudelijke en financiële ondersteuning werd uitgewerkt. Voor sp.a mag het echter verder gaan dan wat nu voorligt, en we stellen voor die steun niet alleen te laten gelden voor besturen die op 1 januari 2019 fuseren, maar ook voor fusies die in de toekomst, dus in de loop van de volgende legislatuur, zouden plaatsvinden. Een groot voordeel daarbij is dat de lokale besturen van bij de aanvang van de bestuursperiode weten waar ze aan toe zijn en op basis hiervan doordachte beslissingen kunnen nemen, met het oog op een optimale werking en een optimale dienstverlening aan de burgers.
Het zou volgens sp.a dus goed zijn dat de schuldovername ook na de gemeenteraadsverkiezingen van 2018 nog mogelijk blijft. Hiertoe dienen we dan ook een amendement in, dat ondertussen op de banken is verspreid.
Minister, we hebben met sp.a wel vragen bij het nut van extra schepenen om de overgang in nieuwe fusiegemeenten te versoepelen. Het feit dat een gemeente in de eerste legislatuur na de fusie recht heeft – het is dus facultatief – op twee extra schepenen in vergelijking met gemeenten met een gelijkaardig inwonersaantal, en in de daaropvolgende bestuursperiode nog één extra schepen mogelijk blijft, is voor ons een dure operatie waarvan we ons afvragen of dit wel nodig is en of het wel bijdraagt tot een sterker bestuur. Vandaar dan ook het tweede amendement dat we indienen op dit ontwerp van decreet.
Minister, de kans is niet onbestaande dat ook deze poging om gemeenten te laten fuseren geen of weinig vruchten zal afwerpen. Dat zou jammer zijn, maar het zou ook een gemiste kans zijn. Vandaar dan ook onze amendementen, om het draagvlak en de kans op fusies groter te maken.
Straks krijgt u de kans om het decreet op die punten te verbeteren, en dan kijken we samen uit naar de positieve resultaten. (Applaus bij sp.a)
Mevrouw Pira heeft het woord.
Minister, we kunnen akkoord gaan met fusies van gemeenten – dat heb ik ook in de commissie gezegd – zeker voor kleine gemeenten. Dat stond ook al verschillende keren in ons verkiezingsprogramma. Maar dat geldt uiteraard niet onbeperkt. We zijn geen voorstander van een fusie van gemeenten die uiteindelijk zo groot wordt dat ze een regio vervangt. Ik heb daarstraks onze visie ter zake uitgelegd. Maar we zijn het eens met de fusie die u voorstelt.
We zijn het ook eens met de financiële bonus die hiervoor wordt uitgetrokken. Een fusie van gemeenten gaat nu eenmaal gepaard met transitiekosten. Bovendien is het niet ondenkbaar dat twee gemeenten die fuseren, beide een verschillende belastingvoet hanteren en er een druk ontstaat om het laagste belastingtarief te nemen. Daardoor verliezen de gemeenten samen inkomsten. Daarom kan zo’n financiële bonus welkom zijn.
We zijn het alleen niet eens met de extra schepenen in een overgangsfase, twee in de eerste legislatuur en één in de tweede. We vinden dat het college in een gemeente nu al relatief groot is, en als u daar nog twee schepenen aan toevoegt, dan zal de verhouding tussen college en gemeenteraad nog meer uit evenwicht geraken. Daar zijn wij het niet mee eens.
Tijdens de commissievergaderingen ben ik eigenlijk vooral geschrokken van een van de elementen die u als verantwoording voor die twee extra schepenen hebt aangehaald. U stelde zichzelf de vraag waarom niet alle gemeenten voor een fusie gewonnen zijn. Volgens u heeft dat misschien ook te maken met het feit dat ze geen politieke mandaten verloren willen zien gaan. Waarom zei u zoiets? Ik vond dat u daarmee een dikke steek hebt laten vallen. Eigenlijk zegt u dat mandaten het glijmiddel zijn voor politici om gemeenten te fuseren en niet de bestuurskracht. Waarom hebt u diezelfde mildheid niet tegenover het personeel? Bij een fusie is er tegelijk met een fusie van het politiek personeel ook de fusie van het ambtelijk personeel. U behandelt beide groepen niet op dezelfde manier. Dat vond ik van u een zeer merkwaardige uitspraak.
Om het punt van de twee schepenen zullen we ons bij de stemming over het ontwerp van decreet onthouden.
De heer Janssens heeft het woord.
Minister, geen zinnig mens zal de complexiteit van het bestuurlijk landschap in Vlaanderen betwisten. Evenmin zal iemand de vraag naar een herstructurering van dat landschap tegenspreken. Het is voor het Vlaams Belang evident dat de lokale besturen, de steden en gemeenten, een pijler van een interne Vlaamse staatshervorming moeten zijn.
De vraag is natuurlijk of onze gemeenten nog in staat zijn de uitdagingen die hun worden gesteld op een adequate manier het hoofd te bieden. De geringe schaalgrootte van de Vlaamse gemeenten wordt immers meer en meer als problematisch ervaren. Gelet op de vele financiële en organisatorische uitdagingen waarvoor de gemeenten staan, kunnen we in het verhaal van de bestuurlijke hervorming de gemeentelijke schaalvergroting inderdaad niet zomaar naast ons neerleggen. Maar we willen daarbij wel duidelijk zeggen dat een dergelijke schaalvergroting niet mag leiden tot een grotere afstand tussen bestuur en burger. Voor mijn fractie moeten de gemeenten het bestuursniveau het dichtst bij de burger blijven.
Misschien kunnen we ons op het Deense model richten, dat uitgaat van ongeveer 60.000 inwoners. Een dergelijke schaal maakt fusies mogelijk van bijvoorbeeld gelijkaardige landelijke gemeenten, zonder dat die in het keurslijf van een stad worden gedwongen. Die schaal is niet te groot, waardoor het principe van ‘dicht bij de burger’ behouden kan blijven, maar biedt toch al de kans om de bestuurlijke verrommeling, van bijvoorbeeld de intercommunales waarover we het daarstraks in het debat hadden, aan te pakken en de taken die nu nog intercommunaal worden uitgevoerd, opnieuw naar het democratisch verkozen lokale bestuursniveau te brengen.
Dat cijfer van 60.000 – dat is uiteraard een voorbeeld, het kan ook 70.000 of 80.000 zijn – moet onzes inziens ook bespreekbaar zijn, zeker wanneer we vertrekken vanuit de vrijwilligheid van fusies, maar we mogen geenszins evolueren tot mastodontgemeenten. We dreigen intussen in een realiteit te geraken waarin kleine gemeenten met pakweg 10.000 of 11.000 inwoners momenteel worden bestuurd door 7 bestuurders: een burgemeester en 6 schepenen, terwijl vanaf 2018, als alles volgens uw plannen verloopt, het bestuur van een gehele provincie, weliswaar met beperkte bevoegdheden, zal worden opgenomen door 4 gedeputeerden. Dat is toch moeilijk aan de bevolking te verklaren.
Ik sluit me aan bij de vorige sprekers die problemen hadden met het feit dat in een overgangsfase nog extra schepenen worden toegevoegd aan het college. Dat lijkt me inderdaad geen goede zaak.
‘The proof of the pudding is in the eating’, maar het belangrijkste obstakel is: zullen de bestuurders bereid zijn te kiezen voor bestuurlijke hervorming, voor schaalvergroting die tot daadkrachtige lokale besturen leidt, wanneer ze hun eigen schepen- of burgemeestersambt daarvoor moeten offeren? De vrees is dan ook een beetje dat dit ontwerp van decreet, dat weliswaar een goede uitschrijving is van een gedetailleerd draaiboek voor een vrijwillige fusie, niettemin een slag in het water gaat worden omdat de lokale besturen geen vragende partij zullen zijn. Ik opper het alleen maar – en weliswaar met voorzichtigheid omdat ik weet dat het een gevoelig thema is –, maar misschien moeten we in dit parlement toch ook maar eens het debat gaan voeren over de verplichte fusies.
De heer Maertens heeft het woord.
In tegenstelling tot het Gemeentedecreet dat vandaag bestaat en dat de fusie van gemeenten toch zeer summier regelt, regelt dit ontwerp van decreet op een veel gedetailleerdere en duidelijkere manier de procedure en de beleidsmatige en bestuurskundige aspecten van een vrijwillige fusie van gemeenten. Ook de zogenaamde wortel waar men steeds over spreekt, de fusiebonus, wordt nu decretaal verankerd.
Dit decreet is een goede zaak. Ik ben er zeker van: dit is een stap vooruit als we de bestuurskracht van de gemeenten willen versterken. Ons regeerakkoord stelt heel terecht meer verantwoordelijkheid en autonomie voor de gemeenten voorop. Die gemeenten moeten die verantwoordelijkheid natuurlijk ook aankunnen. Als dat niet zo is, dan hoop ik uit de grond van mijn hart – en ik denk dat iedereen dat mag hopen – dat de betrokken bestuurders dat ook zelf onder ogen durven en willen zien en de nodige acties zullen ondernemen.
Iedereen hier in het halfrond wil bestuurskrachtige gemeenten. De burger, de ondernemer, met andere woorden de belastingbetaler, verdient een slagkrachtig, bestuurskrachtig gemeentebestuur, een gemeente die een goede dienstverlening kan leveren en voldoende performant is om de juiste beslissingen te nemen en daar ook naar te handelen. Als dat onvoldoende zo is, dan kan een gemeente bijvoorbeeld meer zaken samen gaan doen, bijvoorbeeld met buurgemeenten, in intergemeentelijke samenwerking, maar dan komt men heel snel terecht in een verhaal over ambtelijke fusie. Dat kan nooit los gezien worden van de beleidsmatige samenwerking. Laat ons eerlijk zijn, dat staat heel dicht bij een fusie van gemeenten. Dan is het de vraag of men daar dan niet meteen voluit voor moet gaan.
Dit decreet regelt, conform het regeerakkoord, een fusie op vrijwillige basis. Daar is een draagvlak voor nodig. Daar werd in de commissie naar verwezen. Het is in de eerste plaats aan de lokale bestuurders zelf om dat draagvlak bij de bevolking te gaan creëren. We zullen allemaal het resultaat binnen afzienbare tijd kunnen evalueren. Minister Homans heeft daarvoor alvast een goed kader gecreëerd. Het is nu aan de lokale besturen om er werk van te maken als ze dat wensen. We zullen dit ontwerp van decreet als N-VA-fractie uiteraard goedkeuren.
De heer Dochy heeft het woord.
Voorzitter, dames en heren, we vinden dit een goed ontwerp van decreet, dat gebruikt kan worden waar de lokale bestuurders dat nuttig vinden. Voor onze fractie is het essentieel dat het, zoals ook vermeld in het regeerakkoord, gaat over een vrijwillige fusie. De vrijwilligheid is voor ons belangrijk omdat we geloven dat de lokale bestuurders zelf wel kunnen oordelen wanneer dit nodig toe te passen is.
Zoals het aantal mandaten voor sommigen misschien een probleem is om dit ontwerp van decreet goed te keuren, kunnen we natuurlijk ook een opmerking maken over het glijmiddel van de 500 euro fusiebonus. Het zou ook heel jammer zijn mocht dit de reden zijn voor bepaalde gemeentes om te fusioneren. In de toekomst is het voor ons belangrijk dat die 500 euro ook wordt betaald door de Vlaamse overheid in het kader van de overname van de schuld, maar dat de lasten daarvoor niet ten laste komen van die gemeenten die niet kiezen om te fusioneren.
De heer De Meulemeester heeft het woord.
Voorzitter, Open Vld kan zich vinden in het beleid van de Vlaamse Regering om vrijwillige fusies van kleinere gemeenten eenvoudiger te maken en ook te stimuleren. Dat hangt immers samen met het beleid van diezelfde Vlaamse Regering om lokale besturen meer autonomie te geven. Het is de keerzijde van dezelfde medaille: als je gemeenten meer bevoegdheden en vrijheid geeft, moet je wel zeker zijn dat alle gemeenten die grotere verantwoordelijkheid ook aankunnen. Met dit ontwerp van decreet wil men alvast kleinere gemeenten minstens aansporen om eens grondig na te gaan of men niet zou kunnen fusioneren en geeft men daarbij ook belangrijke stimuli, vooral financieel.
Er is wel geen sprake van verplichte fusies, ook dat is een goede keuze. Er bestaan immers nog andere mogelijkheden dan een fusie om de bestuurskracht van kleinere gemeenten te vergroten, zoals een verregaande intergemeentelijke samenwerking. We laten de gemeenten dus vrij om te kiezen: samenwerking of fusie.
De Vlaamse Regering houdt de gemeenten die willen fusioneren een mooie wortel voor: een schuldovername van 500 euro per inwoner met een maximum van 20 miljoen euro. Die wortel wordt nu ook – zoals gevraagd door de Inspectie van Financiën – decretaal verankerd, zodat er zekerheid is voor de betrokken gemeenten. Bij een schuldovername van bijvoorbeeld 15 miljoen euro is er als snel sprake van een extra jaarlijks bestedingsbudget voor de nieuwe gemeente van maar liefst 1,3 miljoen euro, en dat 15 jaar lang.
We kunnen ons terugvinden in het voorliggende ontwerp van decreet en zullen het dan ook goedkeuren.
Minister Homans heeft het woord.
Ik wil alle leden over bijna alle fracties heen bedanken voor de constructieve inbreng, zelfs u mijnheer De Loor. Ik dank u oprecht. Dit is een historisch moment en dat mag dan ook wel in de kijker worden gezet.
U hebt nu dezelfde opmerkingen gemaakt als in de commissie en dat is logisch. U zegt dat het goed zou zijn dat we engagementen nemen in het kader van de nieuwe gemeentelijke legislatuur. Ik heb in de commissie ook al gezegd dat het moeilijk is voor deze Vlaamse Regering om al financiële engagementen te nemen in naam van de volgende Vlaamse Regering. Als de volgende Vlaamse Regering dezelfde financiële bonus wil geven aan gemeenten die willen fusioneren en stel dat wij bij de onderhandelingen betrokken zijn, dan zullen we dat zeker steunen.
Wat het aantal mandaten betreft, heb ik heel duidelijk gezegd dat het eigenlijk geen extra mandaten zijn. Ik heb het fictieve voorbeeld gegeven van twee gemeenten die zouden fuseren: gemeente A met 13.000 inwoners en gemeente B met 10.000 inwoners. Gemeente A heeft momenteel 23 gemeenteraadsleden, gemeente B heeft momenteel 21gemeenteraadsleden. Na de fusie zouden ze samen 27 gemeenteraadsleden hebben, wat een vermindering betreft van 17 gemeenteraadsleden.
Wat de schepenen betreft, hebben ze er momenteel allebei 5. In het nieuwe stelsel, met het nieuwe inwonersaantal van 23.000, zouden ze er 6 hebben. Het klopt dat we de mogelijkheid hebben gegeven om de eerste twee legislaturen een hoger aantal schepenen te behouden: de eerste legislatuur acht en de tweede zeven. Voor alle duidelijkheid: in totaal zijn dat nog altijd twee schepenen minder dan als ze niet zouden fuseren.
Waarom doen wij dat? Het is een vrije keuze. Het is aan de lokale autonomie om te bepalen of ze dat al dan niet doen. Wij leggen dat niet op, maar bieden gewoon de mogelijkheid aan. Het is natuurlijk belangrijk dat, als twee gemeenten zouden fuseren, er ook allerlei reglementen en dergelijke worden aangepast. Misschien zal er wel net iets harder moeten worden gewerkt aan het begin van de nieuwe legislatuur voor de nieuwe gemeente die is ontstaan dan in soortgelijke gemeenten.
Nogmaals, het is de verantwoordelijkheid van het lokale bestuur om het al dan niet te doen. Het wordt niet opgelegd, maar het is vrijblijvend. Het lijkt mij toch belangrijk, in het kader van de bestuurskracht, in het kader van de garandering van de goede dienstverlening naar de burgers toe – die toch ook wel belangrijk is –, dat we dit aanbieden als mogelijkheid.
Mevrouw Pira, u maakte een opmerking over het personeel. Ik heb in de commissie heel duidelijk gezegd dat de primaire rechten in dit kaderdecreet Fusies sowieso gewaarborgd zijn. Wat zijn de primaire rechten? Die gaan over loonschalen, anciënniteit en het statuut. De secundaire rechten, bijvoorbeeld het bedrag van de maaltijdcheques, moeten door de nieuwe fusiegemeenten zelf worden bepaald. Dat is nu ook zo wat de lokale autonomie betreft.
Voorzitter, ik ben blij dat er een constructief debat of debatje heeft kunnen plaatsvinden over dit onderwerp. Dit is conform het regeerakkoord. Men spreekt inderdaad over vrijwillige en niet-verplichte fusies. Het is een goede zaak voor de gemeenten die inderdaad meer aan bestuurskracht willen winnen en ook in grootte willen toenemen zodat ze misschien een nog betere dienstverlening naar de burger zouden kunnen doen.
De heer Vandenbroucke heeft het woord.
Ik begrijp eerlijk gezegd niet de redenering van het aanbieden van de mogelijkheid tot het invullen van twee extra schepenmandaten. Het is toch niet zo dat, door de fusie van twee gemeenten, plots de bevoegdheid van die gemeenten groter zou zijn geworden. De nieuwe fusiegemeente heeft exact dezelfde opdrachten als elke andere Vlaamse gemeente. Ik zie dus niet in waarom het aantal uitvoerende mandaten zou toenemen. Wij breiden de Vlaamse Regering toch ook niet uit, collega’s, zelfs als er bevoegdheden worden geregionaliseerd. Waarom zou je dan na een fusie van twee gemeenten, waarbij het takenpakket hetzelfde blijft, toch bijkomende uitvoerende mandaten moeten creëren? Ik begrijp dat eerlijk gezegd niet, minister. Ik vrees zelfs dat dat het draagvlak voor fusies bij de bevolking eerder zal doen afnemen dan toenemen, gelet op de gevoeligheid van de materie.
Het gaat gewoon over de woordkeuze, mijnheer Vandenbroucke. Voor alle duidelijkheid: het aantal uitvoerende mandaten neemt niet toe. Ik heb u net het voorbeeld gegeven van twee fictieve gemeenten, waar je een resultaat hebt van min twee uitvoerende mandaten. Zelfs met het aanbod dat wij erbovenop doen, gaat het nog altijd over twee schepenen minder en bovendien ook één burgemeester. In totaliteit gaat het over zeventien gemeenteraadsleden, twee schepenen en één burgemeester minder. Twintig mandaten minder dus, niet meer. Er is geen stijging van het aantal uitvoerende mandaten, ook niet bij een fusiegemeente.
Vraagt nog iemand het woord? (Neen)
De algemene bespreking is gesloten.
Artikelsgewijze bespreking
Dames en heren, aan de orde is de artikelsgewijze bespreking van het ontwerp van decreet. (Zie Parl.St. Vl.Parl. 2015-16, nr. 765/1)
– De artikelen 1 tot en met 16 worden zonder opmerkingen aangenomen.
Er is een amendement tot schrapping van artikel 17. (Zie Parl.St. Vl.Parl. 2015-16, nr. 765/4)
De stemming over het artikel wordt aangehouden.
– De artikelen 18 tot en met 57 worden zonder opmerkingen aangenomen.
Er is een amendement tot vervanging van artikel 58. (Zie Parl.St. Vl.Parl. 2015-16, nr. 765/4)
De stemmingen over het amendement en over het artikel wordt aangehouden.
– De artikelen 59 tot en met 68 worden zonder opmerkingen aangenomen.
De artikelsgewijze bespreking is gesloten.
We zullen straks de hoofdelijke stemming over het ontwerp van decreet houden.