Verslag plenaire vergadering
Verslag
Het antwoord wordt gegeven door minister Gatz.
De heer Doomst heeft het woord.
Met deze vraag is minder geld gemoeid dan met de vorige. Ze is wel actueel, hoewel men de indruk zou kunnen hebben dat voor niets werken minder goed in de markt ligt. In Vlaanderen gebeurt het wel veel en vanuit het lokale niveau wordt de vraag naar vrijwilligerswerk alsmaar groter: de fuifcoach, de eventcoach, de buurtcoach en het idee om bij het reinigen van kerkhoven vrijwilligers in te schakelen. Kortom, er is een karrenvracht aan ideeën op dat vlak.
Ten gevolge van de actualiteit zal die druk nog toenemen. In discussies met de politie in de nasleep van de terreuraanslagen wordt gevraagd om met vrijwilligers een handje toe te steken. Er zijn plannen om grote schermen op te stellen voor het volgen van de EK-voetbalwedstrijden en er wordt gevraagd of vrijwilligers ook daar voor meer veiligheid willen zorgen. En er zijn nog tal andere van mogelijkheden voor vrijwilligerswerk.
Minister, wat zijn de grenzen in dit verband en moeten we het kader niet verruimen? Moeten er geen concrete afspraken komen om die interessante vrijwilligersinzet te kunnen stimuleren?
Minister Gatz heeft het woord.
Bedankt voor uw vraag, mijnheer Doomst. Ik beantwoord de vraag, omdat ik samen met de minister-president de coördinatie van het vrijwilligerswerk in de Vlaamse Regering verzorg. En hoewel de invalshoek van uw vraag was of gemeenten terecht of ten onrechte vrijwilligers inzetten, is het een bredere problematiek.
Voor ik inga op de vraag zelf, wil ik heel kort aangeven hoe wij met de Vlaamse Regering dezer dagen proberen om met een sterker gecoördineerd vrijwilligerswerk het vrijwilligerswerk beter te ondersteunen en te verstevigen in het geheel. Wij hebben eind februari een conceptnota goedgekeurd, waarvan wij het huiswerk dat we aan een werkgroep hebben toevertrouwd, voor de zomer terug verwachten. Daarin kijken we enerzijds verticaal langs de bevoegdheidsdomeinen – of het nu Welzijn, Onderwijs, Cultuur, Jeugd of andere is – en anderzijds horizontaal welke werven we het eerst willen aanpakken. Daarnaast willen we ook samen met de andere bevoegdheidsniveaus – gemeentelijk en federaal – de juiste contacten leggen. Dat is hoe we de komende weken dat vrijwilligerswerk willen versterken, rond statuut, rond betere informatie en sensibilisering, en het aanpakken van regeltjes. Ik neem aan dat we in deze legislatuur nog een eind in de goede richting kunnen gaan.
Tegelijkertijd is het ook goed om bepaalde grenzen nu al aan te halen. Zelfs al kan het dat OCMW’s, gemeenten of andere openbare diensten vrijwilligers aanspreken of inzetten, wat perfect mogelijk is, het standpunt van de Vlaamse Regering is dat zij dat niet kunnen doen ter vervanging van betaalde arbeid. Dat is de draagwijdte van uw vraag, en ook van het artikel in de krant waar u aan refereert. We moeten daar waakzaam voor zijn. Het Steunpunt Vrijwilligerswerk, dat dit signaleerde, zit mee bij ons aan tafel. Daar willen we dus absoluut de grens leggen. Anderzijds willen we creatief zijn in hoe het vrijwilligerswerk verder kan evolueren. Maar de federale vrijwilligerswet bepaalt nu al dat vervanging van betaalde arbeid niet kan. In die zin is het ook perfect mogelijk om klacht in te dienen bij de FOD Sociale Zekerheid of Werk. We moeten daar wel een oogje in het zeil houden.
Die lijn wil ik samen met u bewaken. Ik verneem trouwens van mevrouw Homans dat uit een korte rondvraag bij de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten (VVSG) blijkt dat men er bij de Vlaamse steden en gemeenten in het algemeen van uitgaat dat er zich op dit ogenblik geen vervanging aan het voordoen is van betaalde arbeid naar vrijwilligerswerk.
Bedankt, minister. We moeten mensen inderdaad geruststellen. Dat dit niet in de plaats van betaald werk kan komen, is een duidelijke lijn die we moeten houden.
Waar ik wel voel dat de druk lokaal groot wordt, is vooral in het bijstaan bij evenementen en activiteiten waarvan de politie steeds meer zegt dat het hen niet lukt om dat te doen. Mochten we er de komende weken werk van kunnen maken om daar een kader voor te creëren, dan zouden we de lokale overheden daar een geweldige dienst mee bewijzen. Mijn vraag is dus om daar, als het kan, de komende weken op door te gaan.
Ik wil graag op uw suggestie ingaan, mijnheer Doomst. Nogmaals: de grens die we allebei willen bewaken, is dezelfde. Ik krijg nu de eerste respons binnen van de werkgroep die het gecoördineerde vrijwilligerswerk aan het uitwerken en versterken is. Ik zal kijken in hoeverre de door u gesuggereerde piste daar deel van uitmaakt. Ik kan u geen oplossing beloven in weken. Dat lijkt me allemaal zeer snel te zijn. Maar ik wil het zeker als aandachtspunt meenemen, om het vrijwilligerswerk op lokaal vlak, binnen de grenzen die we duidelijk onder elkaar blijven afspreken, meer mogelijkheden te geven.
Bedankt, minister, voor het werk dat in het vooruitzicht wordt gesteld. Ik hoop dat we daar in het najaar toch een resultaat van kunnen hebben, want ik denk echt dat we de lokale besturen daar een zeer goede dienst mee zouden bewijzen. (Applaus bij CD&V)
De actuele vraag is afgehandeld.