Verslag plenaire vergadering
Verslag
De heer Bothuyne heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega’s, ik wil beginnen met zeer goed nieuws. Als we kijken naar de arbeidsmarkt, zien we goede cijfers. We zien recordcijfers als het gaat over vacatures. We zien een al maanden dalende werkloosheid. Een beter bewijs dat het beleid van deze en de Federale Regering werkt, kan je niet vinden.
Het kan en moet uiteraard nog beter. Daarom was 24 februari een belangrijk moment, een historisch moment. Toen hebben we in dit parlement het decreet op het doelgroepenbeleid goedgekeurd waarbij we van 38 RSZ-kortingen evolueren naar 3 duidelijk afgelijnde doelgroepen: oudere werkzoekenden, werkzoekenden met een arbeidshandicap en laag- en middelgeschoolde jongeren.
Ik wil even het belang schetsen. Op dit moment zijn er 214.000 werkzoekenden. 37.000 zijn laag- en middelgeschoolde jongeren. 42.000 zijn 55-plussers die werk zoeken en 32.000 werkzoekenden hebben een arbeidshandicap. Alles samen zijn dat iets meer dan 110.000 van de 214.000 werkzoekenden die in aanmerking komen voor het nieuwe doelgroepenbeleid, de nieuwe doelgroepkortingen die deze Vlaamse Regering heeft uitgetekend.
In februari is het decreet goedgekeurd. Er waren nog een aantal hordes te nemen om op 1 juli te kunnen starten met het nieuwe beleid. Eerst en vooral moesten er uitvoeringsbesluiten zijn, waar u in overleg met de sociale partners hard aan hebt gewerkt. Daarnaast moesten er een en ander worden aangemeld bij Europa in functie van de staatssteunregelgeving. En ten slotte hadden we hier kamerbreed gevraagd om een goede communicatiestrategie uit te werken voor werkgevers en werkzoekenden.We zijn nog dertig dagen verwijderd van de startdatum. Minister, zullen we de startdatum halen en kunnen we de doelgroepenvermindering effectief op 1 juli starten?
Minister Muyters heeft het woord.
Mijnheer Bothuyne, we kunnen starten op 1 juli en we zullen starten op 1 juli. Dat is de essentie van de zaak.
Op de cijfers wil ik wel eens dieper ingaan. Bij die 110.000 waarnaar u verwijst zijn heel wat mensen die niet werkloos zijn, maar toch een korting kunnen krijgen omdat ze jong zijn, behoren tot de oudere groep of als gehandicapten aan het werk zijn.
De Vlaamse Regering heeft het besluit genomen op 25 maart. De SERV bracht op 25 april advies uit en de Raad van State einde mei. Het besluit wordt thans aangepast aan de opmerkingen van de Raad van State. Er is geen reden het aan te passen aan die van de SERV. Dat is in orde. Het besluit kan worden voorgelegd aan de Vlaamse Regering.
Vanaf 25 maart hebben we informatie doorgespeeld, uiteraard telkens onder voorbehoud van goedkeuring van het besluit. Gisteren nog werd een infosessie gehouden van de RSZ voor de sociale secretariaten. Men weet dat als het besluit op tijd wordt genomen, er op 1 juli van start kan worden gegaan.
Wat de social profit betreft, mijn voorstel van besluit is op basis van de conceptnota: wie in het verleden een premie had, moet die kunnen bewaren als de doelgroep geselecteerd blijft. Wie geen premie had, krijgt er ook geen. Dat betekent concreet: de VOP-jongeren blijft, maar voor de ouderen moeten we er niet in voorzien.
Ik heb Europa ingeschakeld met het oog op meer rechtszekerheid, maar heb geen antwoord gekregen. Ik leg de regering het uitvoeringsbesluit voor zoals het aan de Raad van State werd voorgelegd. Ik zal het niet aanpassen op dat vlak. Zo kunnen we op 1 juli starten, zoals ik had aangekondigd.
Minister, ik dank u voor uw antwoord en het goede nieuws. De voorbije dagen waren immers onzekerheid en vragen gerezen bij werkgevers, werkzoekenden en zelfs bij de sociale secretariaten die de regelgeving in de praktijk moeten omzetten.
Minister, het is goed dat het nieuwe systeem van start kan gaan op 1 juli. Ik acht het echter belangrijk dat uw informatiecampagne zich niet beperkt tot de sociale secretariaten en dat u de werkgevers rechtstreeks aanspreekt over de nieuwe mogelijkheden en de loonlastverlaging van Vlaanderen, die het verschil kan maken voor tienduizenden werkzoekenden.
Dit vormt slechts een onderdeel van uw globaal beleid. Een ander aspect vormt de tijdelijke werkervaring. Langdurig werkzoekenden krijgen hierdoor opleiding en begeleiding en er zou ook werkervaring worden opgezet, evenals een aanwervingsstimulans.
Dat beleid zou op 1 januari 2017 van start moeten gaan. Momenteel zijn er 35.000 werkzoekenden die langer dan twee jaar werk zoeken. Zij rekenen op dat beleid. Wanneer kunnen we de besluiten inzake de aanwervingspremie voor langdurig werkzoekenden verwachten?
Mevrouw Kherbache heeft het woord.
Minister, zult u voorzien in de mogelijkheid om voor zowel werkzoekenden als werkgevers de concrete impact te berekenen? De hervorming van de doelgroepmaatregel zal leiden tot een verlaging van de loonlasten, zo communiceert men, maar voor sommige groepen zal die echter leiden tot een verhoging van de loonkost bij aanwerving.
Hierover moet heel transparant worden gecommuniceerd, want er is niets zo frustrerend als telkens te horen dat de loonlast wordt verlaagd maar de facto vast te stellen dat die verhoogt bij de aanwerving van bepaalde groepen, zoals de langdurig werklozen en de 50-plussers.
De heer Hofkens heeft het woord.
Minister, nu de creatie van tewerkstelling in de privésector op kruissnelheid komt en de Vlaamse en federale maatregelen hun vruchten afwerpen, terwijl de werkloosheid in Vlaanderen tegenover vorig jaar is gedaald met 3,2 procent, is er goed nieuws op de arbeidsmarkt. Het verheugt me eveneens dat de extra duw in de rug op 1 juli operationeel zal zijn.
Ik had wel nog één klein vraagje. In de vraag van de heer Bothuyne werd ook verwezen naar de notificatie bij Europa over de uitsluiting van de non-profitsector. Als ik me niet vergis, werken we al vijftien jaar op die wijze. Dat is een keuze die de sociale partners destijds zelf gemaakt hebben om in de plaats van loonkostenverlagingen andere sporen te volgen, zoals landingsbanen, de sociale maribel. Ziet u daar nog een probleem ontstaan of gaat u desondanks ook door op 1 juli aanstaande?
Mevrouw Talpe heeft het woord.
De vereenvoudiging in het doelgroepenbeleid was hoognodig, want in de wirwar van tientallen banenplannen vond een kat haar jongen niet meer terug. Daarom is het des te belangrijker dat de uitvoering en de implementatie van de nieuwe regelgeving nu correct en tijdig kan verlopen.
Minister, in de commissievergadering van 16 februari hebt u al verduidelijkt dat 1 juli de uitvoeringsdatum was, uiteraard als de voorbereidingen vlot zouden verlopen, aangezien het allemaal niet alleen van u afhangt. U bent, zo te horen, nog steeds op schema. Het is natuurlijk wel vijf vóór twaalf, we zijn heel dicht bij 1 juli.
In de praktijk zal de omschakeling ook niet op één, twee, drie klaar zijn. De administraties, de bedrijven, de sociale secretariaten zullen hun software moeten aanpassen, zoals reeds werd aangehaald. Het is dus cruciaal dat we zorgen voor degelijke overgangsmaatregelen.
Vandaar mijn bijkomende concrete vraag: hoe ziet u de uitwerking van de overgangsmaatregelen concreet? Wat is de stand van zaken?
Ik denk dat de nodige overgangsmaatregelen opgenomen zijn in het besluit. Ik heb vandaag nog contact gehad met de Unie van erkende Sociale Secretariaten. Mijn kabinet heeft opnieuw de bevestiging gekregen dat het voor hen in orde is, dat zij klaarstaan om op 1 juli te starten. Ik denk dus dat we klaar zijn, dat we echt kunnen starten.
Natuurlijk zal ik nog zorgen voor een rekenmodel, collega Kherbache. Ik denk dat ons systeem zo transparant en eenvoudig is dat iedereen gemakkelijk die berekening kan maken. Dat is het ongelooflijke voordeel ten opzichte van de 35 maatregelen uit het verleden. Nu komen we met 3 doelgroepen, die heel duidelijk zijn. Natuurlijk hebben we keuzes gemaakt, maar dat debat hebben we al gevoerd. Wij willen mensen die bijvoorbeeld langdurig werkloos zijn, via die tijdelijke werkervaring – waarover u ook spreekt, collega Bothuyne – helpen om die stap te kunnen zetten. Terwijl ze gisteren gesteund moesten worden met het doelgroepenbeleid, zullen ze nu meer naar inhoud kunnen worden gesteund. Daar willen we naartoe. Ik heb vandaag geen concrete timing bij, maar de beoogde timing voor die tijdelijke werkervaring is 1 januari 2017. We werken daar nu heel hard aan, de conceptnota en de nota die we vorige week in de commissie besproken hebben rond wijkwerken, werken we nu uit, zodat we de nodige beslissingen kunnen nemen waar dat nog nodig is.
Wat de onzekerheid rond de social-profitsector betreft, collega Hofkens, denk ik dat u de vinger op de wonde legt. We kunnen natuurlijk zeggen of ze al dan niet kunnen worden uitgesloten. We hebben die vraag ook effectief geformuleerd op Europees niveau. Het gaat echter om een heel pakket waarover de sociale partners toen keuzes hebben gemaakt. U hebt de verschillende elementen genoemd die daarbij gelden. Ik heb geen antwoord gekregen van Europa, dus ik doe voort met het besluit zoals het opgemaakt is, en conform de inhoud van de conceptnota is. Ik zal dat voorleggen aan de Vlaamse Regering en dan zullen we nagaan hoe we, ten opzichte van wat in Europa is gebeurd, wel of niet verdere stappen moeten zetten.
Ik denk dat ik mij op die manier ook niet laat ‘gijzelen’, of beter gezegd dat ik mijn daadkracht niet verlies, om wat de sector tegen 1 juli is beloofd uit te stellen. We doen voort zoals gepland, en dat is het belangrijkste. Samen met jullie ben ik uiteraard heel blij dat ik daarnet de 3,2 procent daling van de werkloosheidscijfers naar voren heb kunnen brengen:; het is al de tiende maand na elkaar met een daling van de werkloosheidscijfers. Dat is alleen maar goed nieuws.
Bedankt minister, voor uw bijkomende antwoorden. Het is goed dat op de valreep alles klaar staat om op 1 juli dit doelgroepenbeleid effectief vorm te geven. Het is belangrijk dat we daarover niet alleen communiceren met de sociale secretariaten, maar ook met de vele tienduizenden werkzoekenden en de vele honderdduizenden werkgevers die hiervan gebruik kunnen maken om van dit doelgroepenbeleid effectief een succes te maken.
We rekenen erop dat u ondertussen hard werkt om tegen 1 juli het werkervaringsbeleid uit te rollen met een stevige aanwervingspremie voor langdurig werkzoekenden die op die manier snel aan de slag kunnen.
De actuele vraag is afgehandeld.