Verslag plenaire vergadering
Actuele vraag over de eventuele kwalificatie van leerkracht als zwaar beroep
Verslag
De heer De Meyer heeft het woord.
Minister, we hebben zowel in de commissie als in de plenaire vergadering al meerdere gesprekken gehad over de pensioenleeftijd en het pensioen van leerkrachten.
Minister, u hebt vorige week een belangrijke verklaring afgelegd in verband met deze materie, namelijk dat u het zou appreciëren mocht het leraarschap erkend worden als zwaar beroep. Dit heeft natuurlijk zijn consequenties, enerzijds voor de duur van de loopbaan en anderzijds voor het pensioen. Uiteraard is dit een federale aangelegenheid, maar ik veronderstel dat u hierover overleg pleegt met uw collega’s van de andere gemeenschappen en met federaal minister van Pensioenen Bacquelaine. Mijn vraag is dan ook eenvoudig. Is dit een bilateraal of multilateraal overleg? Hoever staat het? Wat is hiervan het resultaat?
Mevrouw Brusseel heeft het woord.
Collega’s, minister, het sociaal overleg is lopende, de sociale partners gaan na welke beroepen op de lijst van zware beroepen kunnen komen. De criteria daarvoor zijn nog niet bekend. Toch hebt u dit weekend in de krant verklaard dat, wat u betreft, leraar op de lijst van zware beroepen kan komen. Met alle begrip.
We hebben over het lerarenloopbaanpact vorige week in de commissie nog gediscussieerd. We hadden het toen ook over de pensioenen en de verlofstelsels. Als ik het me goed herinner, was er nog niet zoveel klaarheid daarover. Het zou interessant zijn om verschillende aspecten van het lerarenloopbaandebat verder in ogenschouw te nemen, vooraleer gesteld kan worden dat het een zwaar beroep betreft. Minister, hebt u al overleg gehad met minister Bacquelaine? Tot welke resultaten heeft dat geleid?
Vandaag is het zo dat alle onderwijspersoneel in Vlaanderen, al wie lesgeeft, behalve de CLB-medewerkers, een zeer gunstige pensioenregeling kennen via de voordelige tantièmes, of de opdrachtbreuk. Dat betekent dat ze een beetje vroeger met pensioen kunnen gaan en dat het pensioenbedrag voordeliger wordt berekend.
Er komt straks een discussie. Kijk wat er in het federale regeerakkoord staat. Men zegt: we gaan al die voordelige tantièmes afschaffen en dat hangt samen met de hele discussie rond de zware beroepen. Wat hebben wij als Vlaamse Regering gedaan om ons voor te bereiden? We hebben een aantal maanden geleden een nota goedgekeurd waarin we zeggen: spreek in de toekomst niet meer over zware beroepen, maar maak een lijst met zware activiteiten. Bekijk het niet meer per beroep maar ga kijken wat de inhoud is van wat je effectief doet in je beroep en of er effectief een aantal zware activiteiten inzitten. Wij hebben ook vermeld in die nota om niet alleen te kijken naar de fysieke prestaties die worden geleverd. Voor het onderwijs kijk ik bijvoorbeeld naar de kleuterleidsters, van wie we nu ook erkennen dat ze iets vroeger met pensioen kunnen gaan omdat we er de facto in Vlaanderen van overtuigd zijn dat ze een zwaardere activiteit uitoefenen. Maar kijk daarnaast ook naar de psychosociale belasting van het beroep. Dat kan bij vele beroepen worden bekeken. Kijk naar de activiteiten in dat verband.
Ik heb in een interview dit weekend letterlijk verteld dat als je kijkt naar de psychosociale belasting, leraars, zeker degenen die hun job op de correcte wijze uitoefenen, vaak de zorgen van de kinderen meenemen naar huis. Als je de categorieën maakt van de activiteiten die als belastend kunnen worden beschouwd, komen voor mij die leraars daar zeker in aan bod.
Het is niet onbelangrijk om die opmerking nu te maken want als straks het debat over de tantièmes wordt gevoerd en men beslist federaal om die tantièmes af te schaffen en men erkent geen enkele activiteit van leraars als zijnde een zware activiteit, dan zou je een heel zware shift kunnen krijgen – ook van middelen trouwens die nu in onderwijs worden geïnvesteerd – naar andere sectoren. Dat kan wat mij betreft zeker de bedoeling niet zijn.
De federale overheid is daarvoor bevoegd, collega’s, namelijk de Nationale Pensioencommissie. De sociale partners zetelen daarin. Wij als Vlaamse overheid zetelen daar niet in. Die commissie komt morgen trouwens samen om zich over een nota te buigen. Wij zetelen wel in de bijzondere commissie voor de pensioenen van de publieke sector. Dat is ook de reden waarom wij binnen de Vlaamse overheid die nota hebben goedgekeurd over het kijken naar de effectieve activiteiten die uitgeoefend worden, en daarbij niet alleen de fysiek zware activiteiten maar ook de activiteiten die psychosociaal belastend kunnen zijn. Dit debat en deze discussie zullen straks worden gevoerd.
Morgen is er een vergadering van de Nationale Pensioencommissie. De dagen erna zullen ook de nota’s publieke sector besproken worden. Het is aan de Federale Regering en overheid, samen met de sociale partners, om de lijst goed te keuren. Als men erdoor geraakt, zal dat hoogstwaarschijnlijk een lijst van activiteiten zijn en niet van beroepen op zich, dit geheel in lijn met de nota die de Vlaamse Regering heeft goedgekeurd.
Minister, ik onthoud uit uw antwoord drie elementen: de invalshoek zware activiteiten, rekening houden met psychosociale belasting en de specifieke situatie van kleuterleiders. Ik wil u alleen nog meegeven in het kader van het loopbaandebat dat twee elementen me bijzonder belangrijk lijken: de nodige begeleiding en werkzekerheid voor jonge starters en zorgen voor werkbaar werk voor mensen die reeds lang in het beroep staan.
Minister, het is belangrijk om eerst en vooral een werklastmeting uit te voeren. Je kunt heel moeilijk nagaan of een functie, of een deel ervan, al dan niet onder zware activiteiten kan vallen als die werklastmeting nog niet gebeurd is. Zo zou je een aantal vaststellingen kunnen doen die anders zijn voor de kleuteronderwijzers dan voor de leerkrachten die pakweg in het aso lesgeven. Die werklastmeting kan het uitgangspunt zijn van een breder debat. Men is ondertussen een zeer zinvolle weg ingeslagen door in de onderhandelingen over het loopbaanpact te spreken over de schoolopdracht. Dat zet de zaken ook in perspectief.
Ik denk dat u het ook met mij eens zult zijn dat er grote verschillen zijn tussen scholen onderling. Wanneer er zeer goed leiderschap aanwezig is, is de psychosociale belasting anders dan wanneer dat er niet is. Leiderschap in onderwijs is ook een heel belangrijk punt. Het is iets te eenvoudig om één categorie te willen bedenken voor het onderwijs en daaruit conclusies te trekken die dan andere denksporen in het lerarenloopbaanpact moeilijker zullen maken.
Mevrouw Gennez heeft het woord.
Minister, ik zeg het in volle vriendschap, maar ik vrees dat we u in dit dossier stilaan ‘mevrouw Paraplu’ moeten noemen. Ik verklaar me nader. De Federale Regering met dezelfde meerderheidspartijen zegt in oktober dat mensen langer moeten werken. U zegt “paraplu”. In februari zegt de Federale Regering dat dit moet voor minder pensioen. U zegt dat u er niets van wist. Paraplu! Vorige week komt u ineens, out of the blue, met een voorstel om het beroep van leraar als zwaar beroep te laten erkennen. U hebt daarnet zelf gezegd dat dit een federale bevoegdheid is. Dus opnieuw, paraplu!
U bent Vlaams minister van Onderwijs en de sociale partners vragen al maanden naar reële onderhandelingen om de attractiviteit van het beroep te verhogen. Dat zal nodig zijn, wil men 59.000 extra leraars in dienst krijgen. Ondertussen gebeurt er niets. Minister, doe uw job in plaats van een titel te verdienen als ‘mevrouw Paraplu’.
Mevrouw Meuleman heeft het woord.
Ik spitste ook mijn oren toen ik de heer De Meyer hoorde zeggen dat u belangrijke verklaringen hebt gedaan. Ik vond het vooral gratuite verklaringen. Ik vond het een operatie communicatie, een verfraaiing van uw eigen gevel, maar u hebt nog geen enkele vogel in de hand. Het zijn allemaal federale bevoegdheden. Minister Bacquelaine is al een jaar of twee bezig met de lijst van zware beroepen. Mevrouw Brusseel heeft bedenkingen bij uw verklaringen. De N-VA was op Twitter ook zeer enthousiast om af te schieten dat leerkrachten zomaar als zwaar beroep op die lijst zullen kunnen komen. De tijd om u weg te stoppen achter federale maatregelen is gepasseerd. Het is natuurlijk gemakkelijk. Als het u nu niet lukt, dan kunt u zeggen dat u het geprobeerd hebt en u uw best hebt gedaan maar dat het federale niveau u niet is gevolgd. Er zijn genoeg zaken die u zelf kunt doen binnen het lerarenloopbaandebat om die loopbaan aantrekkelijker te maken. Dat is uw job en daar wachten we al zolang op. Ik hoop dat het komt.
De heer Van Dijck heeft het woord.
Mevrouw Meuleman, u weet al onmiddellijk wat het standpunt is van de N-VA. Ik stel vast dat dit een debat is dat enorm veel emoties opwekt. We mogen niet vergeten dat we voor enorm grote uitdagingen staan wat betreft de pensioenen in het algemeen. De cijfers zijn duidelijk. Deskundige mensen over de partijgrenzen heen die bezig zijn met het pensioendossier, zullen dit beamen.
We hebben onder andere aan de Nationale Pensioencommissie de opdracht gegeven om dit voor te bereiden en in stelling te brengen en daar de verschillende sociale partners ten volle bij te betrekken. Ik roep iedereen op, ook de minister, om op een zeer adequate manier de analyse te maken van het beroep van leerkracht. U haalt de psychosociale belasting aan en dat is terecht, maar we moeten tot een eindresultaat komen waarmee niet alleen het onderwijsveld maar ook de samenleving kan leven. De kwalificatie moet correct zijn en op parameters gebaseerd, en er moet eenstemmigheid over bestaan.
Mevrouw Gennez, ik zal met veel plezier paraplu spelen voor alle leerkrachten in Vlaanderen. Ze hebben een mooi beroep en ik wil heel graag dat dit zo blijft. (Opmerkingen van Caroline Gennez)
Mevrouw Gennez, jaag u niet op. Ik zeg dit in alle vriendschap, uit de grond van mijn hart.
Wat ik wil meegeven vooraleer u over paraplu’s spreekt, is dat de Vlaamse Regering een nota heeft goedgekeurd, mevrouw Gennez. U mag die nota lezen. U kijkt verwonderd, maar misschien moet u ook eens vanonder uw paraplu komen en de nota’s lezen die wij goedkeuren. Ik hoor mevrouw Meuleman opnieuw zeggen 'zwaar beroep, zwaar beroep, zwaar beroep'. Lees mijn interview na: ik heb het woord ‘zwaar beroep’ niet uitgesproken. Ik heb letterlijk gezegd dat we niet meer gaan naar een kwalificatie ‘zwaar beroep’, maar we hebben binnen de Vlaamse Regering voorgesteld om te gaan naar een kwalificatie van ‘zware activiteiten’. Daar zitten fysieke activiteiten bij, maar we moeten ook de psychosociale belasting mee in rekening brengen. Voor de koppen op de eerste pagina ben ik uiteraard niet verantwoordelijk. Maar dat is wat goedgekeurd is door de Vlaamse Regering en het is dus geen ‘one shot’ van mij of een eenmalige verklaring die uit de lucht valt. We hebben binnen de Vlaamse Regering een nota goedgekeurd die ook naar die activiteiten verwijst.
Aan al wie hier de uitdagingen van de toekomst schetst: de uitdagingen zijn inderdaad zeer groot. We moeten de pensioenen betaalbaar houden, maar we mogen niet vergeten dat de leerkrachten, elke leerkracht in Vlaanderen, vandaag voordelige tantièmes genieten. Ik vind het onkies om uitspraken te gaan doen – gratuite – zoals 'schaf alles maar af, het speelt geen rol.' Ik heb vanuit een oprechte overtuiging en gesteund door een nota die is goedgekeurd door de Vlaamse Regering, gezegd dat we moeten proberen de Federale Regering, die bevoegd is, ervan te overtuigen dat de psychosociale belasting in rekening moet worden gebracht.
Mevrouw Brusseel, u had het over werklastmeting. Binnen de Nationale Pensioencommissie zijn er al enorm veel data verzameld, waarbij men ook de rapporten ziekteverzuim onderzoekt. Waarom vallen mensen uit? Wat is de belasting? Het werk wordt daar met de nodige ernst gedaan.
Collega’s, het is ook heel cruciaal – en dat engagement hebben we – dat we de keuzes die we maken over de tantièmes, samen maken met de keuzes over welke activiteiten als zwaar worden beschouwd en welke niet. Dat engagement heeft ook collega Bacquelaine nog eens gegeven toen ik daar was.
Collega’s, ik stel vast dat velen de link ook leggen met het volledige loopbaandebat. De vraag is hier vandaag al gesteld over de tantièmes en de kwalificatie van activiteiten als zwaar beroep in de toekomst. Voor het loopbaandebat heb ik altijd gezegd dat we werken aan een engagement voor het einde van het schooljaar. De sociale partners hebben mij zelf gezegd dat het toch nuttig is om eerst klaarheid te krijgen over hoe de pensioenregeling nu in elkaar zit zodat we de rest kunnen onderzoeken. Ik ben het daarmee eens. Ik zal ook op deze manier voortwerken en proberen het hoofd koel te houden om uiteindelijk tot een goed pakket aan maatregelen te komen, rekening houdend met de enorme uitdagingen waarvoor we staan, niet alleen in onderwijs, maar ook om de pensioenen in de toekomst betaalbaar te houden.
Voorzitter, ik heb aandachtig geluisterd en gemerkt dat er nuances zijn in de standpunten.
Minister, ik wil u nog een raad geven. Voor sommige oudere leerkrachten is het in het kader van werkbaar werk heel belangrijk dat ze deeltijds loopbaanonderbreking kunnen nemen. Waar mogelijk met een stimulans, wordt dat graag aanvaard.
In tegenstelling tot anderen wens ik u wel veel succes in de gesprekken met de collega’s en met de federale minister voor Pensioenen en uiteraard ook in de verdere gesprekken rond het loopbaandebat. (Opmerkingen van Caroline Gennez)
Het is niet door de activiteiten van de leerkracht als zwaar te bestempelen, dat ze minder zwaar zullen worden. Je zult de job van leerkracht niet aan jongeren kunnen verkopen door twee jaar eerder pensioen te beloven. Daarvoor moet de loopbaan van de leerkracht moderner worden gemaakt, moet er perspectief in worden gebracht, moet er ondersteuning en waardering zijn, op tal van manieren. Dat zijn de echte uitdagingen, niet de discussie of het uiteindelijk op een lijst komt van zware beroepen/zware activiteiten.
Minister, we hebben het er al over gehad. We hebben er oog voor. Ik wil zeker naar een flexibel model gaan. Ik wil zeker dat leerkrachten meer waardering krijgen en dat ze een job kunnen uitoefenen die rekening houdt met hun talent, met hun uitdaging. Dat is het moderne werken. Dat is de loopbaan van morgen. Daar moeten we met z’n allen dringend werk van maken.
De actuele vragen zijn afgehandeld.