Verslag plenaire vergadering
Verslag
Mevrouw Robeyns heeft het woord.
Gisteren was de internationale dag tegen homofobie en transfobie. Ik wil graag beginnen met een complimentje aan de voorzitter, die ervoor gezorgd heeft dat de regenboogvlag voor de eerste keer buiten aan het Vlaams Parlement hing, wat symbolisch toch belangrijk is.
Ons land speelt al jaren een voortrekkersrol op het vlak van holebi- en transgenderrechten. Dat blijkt ook uit het feit dat wij, naast Malta, de meest holebi- en transgendervriendelijke wetgeving hebben. Op het vlak van de wetgeving moet er nog wel een beetje veranderen, maar er is vooral nog werk wat de maatschappelijke acceptatie betreft. We scoren daarop met een vierde plaats in Europa niet slecht, maar er is zeker nog ruimte voor verbetering. Uzelf vermeldt in uw beleidsnota dat, wat weerstand ten opzichte van holebi’s en transgenders betreft, dat vaak komt door het heteronormatief denken, wat we toch nog altijd met de paplepel meekrijgen en waaraan u terecht iets wilt doen.
Gisteren hebben we het gelijkekansen- en diversiteitsplan besproken. Daarin staan heel veel positieve elementen om als Vlaamse overheid het voorbeeld te geven rond de begeleiding van transgenders, rond het doorbreken van stereotypen. Dat is heel positief, maar de vraag is hoe we dat goede voorbeeld structureel kunnen doortrekken in onze maatschappij, hoe we breder dan alleen maar in de Vlaamse administratie iets kunnen doen aan dat heteronormatief denken.
Daarnaast zijn we al bijna twee jaar aan het wachten op het nieuwe interfederale actieplan rond homofoob en transfoob geweld en discriminatie. Dat zit weliswaar bij uw federale collega, maar u bent daar toch ook nog bij betrokken. We hebben er tot op vandaag nog altijd geen zicht op wanneer dat er zal zijn en vooral welke inbreng er vanuit Vlaanderen zal zijn.
Vandaar mijn vraag: hoe gaan we dat heteronormatief denken structureel doorbreken? Hoe zit het met het interfederale actieplan?
Minister Homans heeft het woord.
Ik deel uw vreugde over de regenboogvlag aan het Vlaams Parlement. Ik kan u wel meedelen dat ze ook aan alle gebouwen van de Vlaamse overheid hangt. Dat is goed. Ook de voorzitter van het Vlaams Parlement heeft in dezen zijn verantwoordelijkheid genomen, waarvoor dank, voorzitter.
U vraagt concreet waar het interfederaal plan blijft. U hebt zelf aangegeven dat dat eigenlijk een federaal plan is. Ik kan u zeggen dat wij onze verantwoordelijkheid hebben opgenomen en gedaan hebben wat we moesten doen, zijnde dat we al onze actiefiches ten laatste op 13 december 2015 hebben binnengeleverd. U weet dat çavaria als organisatie de opdracht heeft gekregen van mijn federaal collega bevoegd voor de gelijke kansen om de pen vast te houden van het interfederale actieplan.
Ze zijn er nu mee bezig. Ik heb eens gevraagd wat de stand van zaken is. Men is aan het wachten op een eerste draft. Maar ik heb vanuit de Vlaamse Regering wel degelijk mijn verantwoordelijkheid opgenomen. Ik heb al onze actiepunten tijdig meegegeven aan de federale collega’s. Nu moeten ze federaal aan de slag en ik denk dat çavaria haar verantwoordelijkheid in dezen zeker zal opnemen.
Wij moeten echter niet wachten op dat federale plan. U hebt dat zelf ook aangegeven, u was gisteren aanwezig in de commissie waar de diversiteitsplannen zijn besproken. U weet ook dat wij voor de eerste keer het transgenderinformatiepunt structureel hebben gefinancierd met 100.000 euro – dat is niet gebeurd onder de vorige minister van Gelijke Kansen – en ik kan u zeggen dat die investering de moeite waard is. We hebben vastgesteld dat het aantal mensen dat belt, alleen maar stijgt. Het informatiepunt wordt dan ook steeds bekender waardoor er meer mensen worden bereikt.
Ook de holebifoon hebben we voor de eerste keer structureel gefinancierd vanuit de bevoegdheid Gelijke Kansen met 40.000 euro. Ook daar is het bereik vergroot en zijn er veel meer mensen die inbellen. Tegelijkertijd is ook de webstek aangepast. We zijn 2016 en moeten dus mee evolueren, ook met websteks en dergelijke.
We hebben het gisteren in de commissie ook redelijk uitgebreid gehad over genderneutraliteit. In alle vacatures die worden uitgeschreven vanuit mijn bevoegdheid Bestuurszaken binnen de Vlaamse overheid willen we weg van dat stereotiepe hokjesdenken M/V. We moeten ook genderneutraal communiceren. Als de Vlaamse overheid het goede voorbeeld geeft, dan zullen wellicht ook andere overheden en privépartners in de toekomst volgen.
Minister, ik ben blij dat u zegt dat we niet op de federale overheid moeten wachten om de nodige actie te ondernemen. Ik kan alleen maar vaststellen dat onder andere u al bijna twee jaar aankondigt dat het interfederale actieplan er eind 2014 zou zijn, vervolgens wordt dat eind 2015, terwijl het er nog altijd niet is. Ik zou niet willen dat we ons daarachter verschuilen. De Vlaamse overheid wil een voorbeeldige werkgever zijn, en dat is positief, maar er mag wel nog wat meer daadkracht worden getoond voor het brede maatschappelijke draagvlak. Het is niet alleen in onze eigen Vlaamse administratie dat we het maatschappelijk draagvlak moeten vergroten, maar in de hele samenleving. Ik wil vragen om ook daar een steentje bij te dragen. De ondersteuning van die organisaties is uiteraard positief.
Minister, u zegt dat eind december de actiefiches zijn ingediend, maar de vraag is wat daar concreet in staat. Wij weten tot vandaag niet welke accenten Vlaanderen in dat actieplan heeft gevraagd.
De heer Verstreken heeft het woord.
Het is goed dat de regering verder werkt op de vragen en de aanbevelingen van çavaria en op de resoluties die ikzelf en een aantal collega’s hier partijoverschrijdend hebben ingediend, ook tijdens de vorige legislatuur. Die resoluties gaan over de algemene maatschappelijke aanvaarding en gelijkschakeling van transgenders en over het bestrijden van homofobie. Ook de UNESCO vraagt een antwoord. Ik vernam gisteren dat minister Crevits in Parijs een mooi pakket voorstellen heeft gedaan voor het onderwijs. Dat zijn allemaal stappen in de goede richting. Het is ook goed dat het niet bij een minister blijft, maar dat de actie wordt opengetrokken naar alle ministers van de Vlaamse Regering.
Minister, ik hoop dat geweld tegen holebi’s en transgenders – en dat is geen ver-van-je-bedshow – in dat actieplan ook aan bod komt. Ik hoor regelmatig klachten van mensen die wandelen worden gestuurd, zelfs door politiediensten. Er is dus nog heel wat werk aan de winkel.
De heer Parys heeft het woord.
Het is belangrijk dat Vlaanderen doet wat moet. Deze Vlaamse Regering heeft haar huiswerk gemaakt. Mevrouw Robeyns, u vraagt wat daarin staat. Ik neem aan dat het dezelfde zaken zijn als deze die wij hebben goedgekeurd in de beleidsbrief, de beleidsnota en de regeringsverklaring.
Er moet wel overeenstemming worden gevonden tussen de gemeenschappen en de federale overheid. Wat echt belangrijk is, is dat niemand wacht op dat plan om actie te ondernemen, en Vlaanderen al helemaal niet. Maar ook op federaal vlak is vorige week aangekondigd dat een van de laatste obstakels in verband met transgenderidentiteit nu ook wordt weggewerkt. Het is goed dat er wordt gewerkt aan een plan, maar tegelijk zit niemand stil, dat toont het Vlaamse beleid meer dan duidelijk aan.
Mevrouw Brusseel heeft het woord.
Om te beginnen wil ik minister Crevits feliciteren voor wat er gisteren bij UNESCO werd voorgesteld. Ik denk dat dat een zeer goede zaak is, minister. Ik ben er fier op dat u dat hebt kunnen doen.
Ik kom even terug op het vorige interfederale actieplan. Daarin stond een reeks acties opgesomd voor verschillende beleidsdomeinen. Ik vroeg mij af of er, met het oog op het volgende plan, een evaluatie is gemaakt van al die acties. Heeft men kunnen vaststellen welke acties de meest effectieve zijn en welke acties eventueel nog ontbreken? Collega Verstreken heeft op een pijnpunt gewezen. Het aanpakken en bestrijden van geweld tegenover holebi’s en transgenders is een zeer heikel punt. Dat moet efficiënter aangepakt worden. Werd er werk gemaakt van een evaluatie?
Mevrouw Van den Brandt heeft het woord.
We zijn het vierde land op de ranglijst van beste plaatsen om te wonen. Dat is een goede zaak, maar ik ga ervan uit, mevrouw Homans, dat het uw ambitie is om eerste te worden op die ranglijst. Het is ook relatief, ten opzichte van andere landen. Dat betekent niet dat alles hier perfect is. De collega’s hebben het al aangehaald.
Dit jaar was de oproep op de prideboot om de eigen keuze centraal te stellen. Er zijn inderdaad nog een aantal stappen te zetten rond de eigen keuze van mensen met een andere genderidentiteit, om die te beleven zoals zij dat willen en zoals zij die zelf kiezen. U hebt daar een aantal hefbomen toe. Hoe gaat u die oproep steunen, om te zorgen dat ons land ook op dat vlak nog die stappen vooruit zet, naast de terechte vragen over geweld, evaluaties en sensibilisering?
We staan inderdaad goed, mevrouw Van den Brandt, maar het kan natuurlijk altijd nog beter. Als we naar de eerste plaats kunnen gaan, kunnen we met zijn allen hier aanwezig in het parlement alleen maar fier en trots zijn.
Collega Brusseel, u vroeg naar de evaluatie van het interfederale actieplan. Het zit al in het woord ‘interfederaal’: dat wil zeggen dat er zowel vanuit Vlaanderen, Brussel, Wallonië als vanuit de federale overheid evaluatie moet gebeuren. Ik weet niet of die evaluatie gebeurd is voor de andere gewesten. Ik kan u wel zeggen dat de actiefiches die wij hebben ingediend voor het nieuwe interfederale actieplan, geëvalueerd zijn en getoetst op de effectiviteit en dergelijke meer van de acties die deel uitmaakten van het vorige plan. Wij hebben dat dus gedaan, maar of de andere entiteiten dat gedaan hebben, weet ik niet. Misschien kunt u de vraag eens stellen in de Kamer, waar de bevoegde staatssecretaris kan antwoorden.
Geen probleem om die concrete actiefiches op een of andere manier te bezorgen of ze te bespreken in de commissie, mevrouw Robeyns. Maar die gaan ook samen met het horizontale gelijkekansenplan, dat ook binnenkort wordt opgeleverd. Al die acties zullen daar ook in opgenomen worden. Ik heb er geen probleem mee om die acties concreet te bespreken in de commissies.
Collega Verstreken, ik deel uw bezorgdheid. Elke vorm van geweld is er een te veel. Wat u zegt, is de waarheid. We moeten dat bestrijden, maar we moeten wel een onderscheid maken tussen de acties die wij als Vlaanderen invoegen in dat interfederale actieplan, die sensibiliserende acties zijn, en de puur politionele bevoegdheden en acties, die vanuit de federale overheid moeten komen. Maar natuurlijk hebben wij bij onze insteek die we vanuit Vlaanderen hebben gegeven, de aandacht gevestigd op dat geweld, waar de politie tegen moet kunnen optreden, om dat duidelijk aan bod te laten komen in het interfederale actieplan dat nu wordt uitgeschreven.
Die sensibiliserende acties zijn juist zo belangrijk om dat heteronormatieve en dat stereotiepe te kunnen doorbreken. De commissievoorzitter zegt dat in de input vanuit Vlaanderen in het actieplan staat wat in de beleidsnota en de beleidsbrief staat, maar het probleem van de beleidsnota en de beleidsbrief is dat het daarin veel over plannen en theorieën en analyses gaat, maar dat er weinig concreets in staat. Er wordt altijd naar die plannen verwezen. Daarom is net mijn vraag wat daar nu concreet in staat. Staat daar bijvoorbeeld concreet iets in over intersekspersonen, waar de minister zich zelf toe geëngageerd heeft om dat naar zich toe te trekken. Dat is mijn concrete vraag. Maar misschien kan ik aan de commissievoorzitter vragen om dat in eens in de commissie te agenderen en verder te bespreken. (Applaus bij sp.a en Groen)
De actuele vraag is afgehandeld.