Verslag plenaire vergadering
Actuele vraag over de vernietiging van enkele bepalingen uit het Natuurdecreet door het Grondwettelijk Hof, met name wat betreft de instandhoudingsdoelstellingen (IHD) en programmatische aanpak stikstof (PAS)
Verslag
De heer Sintobin heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega’s, zowel in de plenaire vergadering als in de commissie hebben we reeds enkele verhitte debatten gevoerd over het wijzigingsdecreet Natuurbehoud en de instandhoudingsdoelstellingen. We zijn allemaal getuige geweest van de massale boerenprotesten in de loop der jaren. Er was ook de actiegroep ‘Ruimte voor Boeren’, die eind 2014 naar het Grondwettelijk Hof is gestapt om de schrapping van tien artikelen in het wijzigingsdecreet te vragen. Iedereen dacht dat dit weinig kans maakte, maar vorige week was er een arrest van het Grondwettelijk Hof dat negen van de tien artikelen schrapt. De kritiek van de boeren – en die is er nog altijd – is dat het wijzigingsdecreet een serieuze impact heeft op de bedrijfsvoering. Als ik het arrest goed begrijp, is de motivering van het Grondwettelijk Hof dat er te weinig of geen inspraak was bij de totstandkoming van de verschillende plannen en dat er geen spreiding is van de lasten over alle actoren in dit dossier.
Minister, er was vorige week ook een vraag over in de commissie waarbij ik helaas niet aanwezig kon zijn. Het arrest heeft toch wel een impact op het huidige gevoerde beleid. Wat doet u met de uitspraak van het Grondwettelijk Hof?
Mevrouw Peeters heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega’s, de acties van de vereniging ‘Ruimte voor Boeren’ zijn hier al meermaals aan bod gekomen. Denk maar aan de tractorenoptochten door heel Vlaanderen. Denk ook aan de petitie die recent aan u werd overhandigd, minister, en aan de stappen die ze hebben gezet naar het Grondwettelijk Hof om de vernietiging te vragen van het Natuurdecreet, dat eind vorige legislatuur op de valreep is goedgekeurd.
Vorige week hebben we het er in de commissie ook nog over gehad en heb ik gepeild naar de resultaten van die procedure voor het Grondwettelijk Hof. Toen konden we geen antwoord krijgen. Twee dagen later komt er dan toch een arrest waarbij negen van de tien artikelen van het Natuurdecreet zijn vernietigd omdat er veel te weinig inspraak was geweest voor het ruime publiek, maar zeker voor de betrokken landbouwers wier bedrijf zwaar gehypothekeerd werd door de maatregelen rond instandhoudingsdoelstellingen en programmatische aanpak van stikstof.
Minister, welke stappen gaat u nu zetten om eventueel tot een reparatiedecreet te komen naar aanleiding van het arrest van het Grondwettelijk Hof?
Minister Schauvliege heeft het woord.
Collega’s, ik zal misschien even herhalen waarom we het Natuurdecreet hebben gewijzigd en waarom er ook voorstellen op tafel liggen om het programmatisch aan te pakken. De bedoeling is natuurlijk dat het niet komt tot een individuele vergunningenstop zoals het ook in Nederland het geval is geweest. Als je geen kader uitwerkt, komen individuele vergunningen in de problemen omdat er telkens een passende beoordeling moet worden opgemaakt. Deze Vlaamse Regering wou zorgen voor een kader zodat men goed weet waar men aan toe is en dat men individueel niet zomaar in de problemen komt.
Vandaar de wijzigingen aan het Natuurdecreet en de procedure die we hebben uitgewerkt. Het arrest van het Grondwettelijk Hof zegt dat wat we inhoudelijk doen, perfect overeind blijft. Er is wel een opmerking, en een vernietiging wat de procedure betreft. Het Grondwettelijk Hof zegt dat de inspraak en de participatie die we in het volledige traject plannen, gigantisch zijn. Dat vindt ook iedereen. Maar het Grondwettelijk Hof zegt dat we niet voldoen aan het verdrag van Aarhus, want we moeten een officieel openbaar onderzoek in die procedure inlassen. In de artikelen van het Natuurdecreet die zijn vernietigd, staat niet formeel dat er een openbaar onderzoek zal worden gevoerd.
Mijn conclusie van dit arrest is dat we die artikelen van het Natuurdecreet zullen moeten aanpassen. In de procedure waarin de definitieve managementplannen worden vastgelegd, zullen we ook nog een officieel openbaar onderzoek met officiële inspraak moeten inlassen. Dat zal ervoor zorgen dat de procedure nog langer wordt en dat we nog meer tijd nodig zullen hebben. Dat is op dit moment de conclusie van het arrest van het Grondwettelijk Hof.
Minister, ik weet natuurlijk wel hoe dit dossier tot stand is gekomen en welke de regels waren. We hebben daarover serieuze discussies gevoerd. U kent de opmerkingen: die van de boerenorganisaties en die van het actiecomité ‘Ruimte voor Boeren’. Die blijven beweren dat het wijzigingsdecreet Natuurbehoud toch een immense impact heeft op de bedrijfsvoering van enkele landbouwers. Dat zal altijd een pijnlijke zaak blijven.
U zegt dat er mits een aanpassing tegemoet wordt gekomen aan de opmerkingen van het Grondwettelijk Hof over de inspraak en dat dat de zaken een beetje zal vertragen. Iedereen heeft natuurlijk het recht om naar het Grondwettelijk Hof te stappen. Volgens mij was er ook een tweede punt waarover ‘Ruimte voor Boeren’ spreekt, en dat is dat de lasten niet gelijk worden verdeeld over alle actoren. Daarover heb ik u niets horen zeggen.
Minister, ik heb het arrest toch iets anders gelezen. U zegt dat u daarin kunt lezen dat de inspraak gigantisch is. We hebben er in de commissie meermaals op gehamerd dat het markant is dat heel wat grondeigenaars niet waren betrokken bij de procedures, ook niet bij de procedure van de managementplannen, en dat die inspraak toch heel belangrijk is.
Minister, we hebben vandaag de nieuwsflits van Natuurpunt gezien. Ze zeggen dat dit arrest een pyrrusoverwinning is. Wat is uw reactie daarop? Ik vind het alleszins heel vreemd dat een middenveldorganisatie het een pyrrusoverwinning noemt als het Grondwettelijk Hof zegt dat er meer inspraak moet zijn.
De heer Ceyssens heeft het woord.
En de boer, hij ploegde voort, zo zegt men wel eens. In dit geval absoluut niet. Een aantal boeren is naar het Grondwettelijk Hof getrokken. We zijn er ons allemaal van bewust hoe precair de situatie moet zijn voor de mensen die deze stap hebben gezet. Het arrest is er vandaag. Wat ik er vooral uit onthoud, is dat duidelijk wordt gesteld dat de gevolgen of de nadelen uit een rechtmatig beleid, niet mogen worden afgewenteld op de een of de ander, maar gelijkmatig moeten worden verdeeld over alle actoren. Dat moeten we goed in ons achterhoofd houden als we in de regering of in het parlement daarover discussiëren. Alle actoren moeten een gelijkwaardige inspanning dragen. Vooral degenen die er individueel door worden getroffen, mogen de rekening niet alleen betalen.
Minister, de laatste dagen is er veel desinformatie gespuid naar aanleiding van dit arrest. Ik neem aan dat het significantiekader dat is uitgewerkt voor de vergunningen, behouden blijft. Kunt u dat bevestigen?
De heer Tobback heeft het woord.
Ik had een vraag om uitleg ingediend, die blijkbaar na de vragen is toegekomen.
Minister, ik hoop dat we daar in de commissie nog verder op kunnen terugkomen. Er moeten nog veel zaken gezegd en uitgepraat worden, wat niet kan in een plenaire vergadering.
Mijnheer Sintobin, de programmatorische aanpak heeft inderdaad een significante invloed op de bedrijfsvoering maar evengoed heeft de bedrijfsvoering in een aantal gevallen ook een grote impact op de omgeving en op de te halen doelstellingen. Er zal dus een beleid moeten worden gevoerd dat ingrijpt. Als ik het arrest goed gelezen heb, stelt het Grondwettelijk Hof niet in vraag dat de Vlaamse Regering bevoegd is en de verantwoordelijkheid heeft om dat beleid te voeren en dat daar gevolgen van zullen zijn.
Mijn vraag aan de minister was dus inderdaad: hoe snel kunt u dit rechtzetten?
De heer Caron heeft het woord.
Minister, dat er rechtsonzekerheid was, werd zowel door de natuurbewegingen als door landbouwers vastgesteld. Deze uitspraak van het Grondwettelijk Hof bevestigt de rechtsonzekerheid die de procedure met zich meebrengt. Vooral de landbouwers zijn daar het slachtoffer van, en dat is heel jammer. Zij wachten immers al zo lang op uitsluitsel over hun oranje en rode kaarten, over de flankerende maatregelen die nodig zijn om hun problemen op te lossen. Laat dit duidelijk zijn: een landbouwer die getroffen wordt, mag de rekening niet gepresenteerd krijgen. De overheid moet bijspringen om die rekening te betalen.
Minister, ik pleit ervoor dat de nieuwe tekst een juridisch soliedere basis heeft en publieke inspraakprocedures bevat, zoals een openbaar onderzoek of een MER waar nodig. In datzelfde arrest wordt ook de eeuwigdurende milieuvergunning in vraag gesteld. Dat is geen klein probleem, dat breder is dan de landbouw alleen, waarmee de Vlaamse Regering zal worden geconfronteerd.
De heer Vandaele heeft het woord.
Ik weet niet of het arrest zo positief is voor de landbouw. Als ik het goed lees, stelt het Hof ook vragen bij het flankerend beleid en bij compensaties. Ook de bescherming van de poldergraslanden wordt door het Hof bevestigd. De vraag is wie hier bij wint. Ik vrees dat de rechtsonzekerheid alleen maar groter wordt, en dat is bijzonder jammer. We weten allemaal dat de instandhoudingsdoelstellingen gehaald moeten worden en weten dat bedrijven die te veel uitstoten een inspanning moeten leveren. We willen als overheid daarbij helpen.
Minister, ik roep u op om de trein weer snel op de sporen te plaatsen en er voldoende stoom achter te zetten zodat we resultaten boeken voor het milieu en er rechtszekerheid komt.
Collega’s, niemand kan ontkennen dat de manier waarop de instandhoudingsdoelstellingen en de PAS worden gerealiseerd een nooit gezien participatietraject is. De Europese Commissie is ons komen feliciteren voor de manier waarop we die inspraak van al die verschillende doelgroepen hebben georganiseerd. Dat staat vast, maar toch moet formeel dat openbaar onderzoek nog worden ingevoerd.
We hebben ook geen beleid waar we alleen stikstofdepositie zouden afwentelen op de landbouw, integendeel. We hebben een beleid dat gebaseerd is op generieke maatregelen, brongerichte maatregelen en herstelmaatregelen. Dat zijn drie evenwaardige luiken in wat we aan het ontwikkelen zijn. Het is trouwens ook zo dat wanneer er een nieuwe vergunning wordt aangevraagd, er voor elk bedrijf een passende beoordeling moet worden opgemaakt. Dat geldt niet alleen voor de landbouw, maar voor iedereen die een milieuvergunning nodig heeft. Doen alsof dit maar voor één sector geldt, klopt niet. Wat we wel proberen te doen, is een goed kader uitwerken om ervoor te zorgen dat men niet individueel naar een vergunningenstop gaat. Het is juist om de landbouw te helpen in die aanpak dat we dit kader aan het uitwerken zijn.
Iedereen leest hier iets anders in het arrest van het Grondwettelijk Hof. Eén zaak is duidelijk: de vernietiging is gebaseerd op het feit dat in de artikelen van het Natuurdecreet niet formeel voorzien is in een openbaar onderzoek. Onze diensten zijn al bezig met het herschrijven van de bepalingen van dat Natuurdecreet, om daar formeel een openbaar onderzoek in te voeren in de procedure. Dat zal snel gebeuren. We kunnen dat via een ontwerp van decreet doen, maar als daar een consensus over kan worden gevonden, kan het nog sneller door dit parlement worden rechtgezet via een voorstel van decreet. We kunnen daar de komende dagen en weken nog over van gedachten wisselen.
Mijnheer Caron, u doet alsof er nog geen flankerend beleid is, alsof er nog niets is gebeurd. Dat is niet waar. De Vlaamse Regering heeft het flankerend beleid goedgekeurd voor de rode bedrijven. Er staan ook middelen tegenover. Op het terrein gebeurt dit al. Het is dus niet juist als u doet uitschijnen alsof er nog niets is gebeurd.
Ik ben het ook helemaal niet met u eens waar u zegt dat het Grondwettelijk Hof eigenlijk de omgevingsvergunning op de helling zet. Er loopt een aparte procedure tegen de omgevingsvergunning. Het Grondwettelijk Hof zal daar ook uitspraak over doen. We hebben een aantal sterke elementen om te zeggen dat de omgevingsvergunning niet eeuwigdurend is. Er is in een duidelijk moment van inspraak voorzien, om de twintig jaar. Er is een evaluatiemogelijkheid. We hebben zeer goede argumenten die we voor het Grondwettelijk Hof naar voor brengen. We zullen zien welke uitspraak over de omgevingsvergunning zal worden gedaan.
Collega’s, het is inderdaad een oefening die we samen doen, en waarover beslist is in april 2014 in de Vlaamse Regering en waarin effectief in de generieke, de brongerichte en de herstelaanpak voorzien is. Het traject vraagt tijd omdat we zoveel mogelijk inspraak organiseren op het terrein. We zullen ook formeel nog eens openbaar onderzoek in de procedure brengen. We hopen op die manier snel rechtszekerheid te kunnen garanderen aan iedereen die daarbij is betrokken. Daarvoor zal natuurlijk ook de medewerking van iedereen hier in het parlement en in de Vlaamse Regering nodig zijn om snel een aantal zaken formeel te kunnen rechtzetten.
Minister, als ik u zo bezig hoor, is er in feite weinig of niets aan de hand en zal het in een, twee, drie opgelost zijn. Het is natuurlijk voor u en voor ons allemaal bijzonder pijnlijk dat in zo een delicaat dossier er toch nog dergelijke fouten worden gemaakt. Daarover gaat het feitelijk. Waarom krijgen die mensen gelijk van het Grondwettelijk Hof? Omdat er fouten gemaakt zijn, hoe klein ze volgens u ook mogen zijn. Dat is bijzonder pijnlijk.
Mijnheer Caron, het lijkt wel alsof de landbouwers die naar het Grondwettelijk Hof zijn gestapt, een moord hebben gepleegd omdat ze naar het Grondwettelijk Hof durfden te gaan. Iedereen is vrij om te doen wat hij wil. Mijnheer Vandaele, nu gaan zeggen dat de landbouwers zelf verantwoordelijk zijn om nog verder de rechtsonzekerheid in stand te houden, zal u bijzonder kwalijk worden genomen. Ik steun de landbouwers in hun verzet. Mijnheer Tobback, het is niet omdat Europa ons bepaalde natuurdoelstellingen oplegt, dat onze fractie het daarmee eens moet zijn.
We kunnen alleen concluderen dat de vereniging Ruimte voor Boeren terecht haar slag heeft thuisgehaald. Voor onze fractie is het heel belangrijk dat wanneer men het genot van het eigendomsrecht, dat grondwettelijk is beschermd, aan banden wil leggen, het gelijkheidsbeginsel van toepassing is, zoals in het arrest is aangehaald, en dat er uiteraard ook inspraak moet zijn. Minister, ik ben blij dat u zegt dat u een openbaar onderzoek zult gaan invoeren in heel de procedure. Ik denk dat er voor veel kleinere zaken, die een veel geringere impact hebben, al openbaar onderzoek is. Dan zal het er zeker ook in deze zaak moeten zijn. Wat dat betreft, denk ik dat Ruimte voor Boeren terecht die procedure had aangespannen.
De actuele vragen zijn afgehandeld.