Verslag plenaire vergadering
Verslag
Mevrouw Fournier heeft het woord.
Minister, binnen het EFRO-programma 2014-2020 heeft Vlaanderen een kader geschetst, een programma uitgewerkt. EFRO-middelen zijn Europese middelen die dienen voor de regionale ontwikkeling.
Ondertussen zijn er heel wat projecten ingediend, ongeveer achttien, ook in West-Vlaanderen, voor een totaliteit van meer dan 50 miljoen euro. Van die 50 miljoen euro zou er ongeveer een 20 miljoen euro van EFRO zelf komen, dus 40 procent. Ander budget wordt, afhankelijk van het ingediende project, gefinancierd door de provincie, werkgeversorganisaties, onderwijsinstellingen, maar voor een groot deel ook vanuit Vlaanderen. Dat hopen we althans.
Minister, is er nog steeds geen duidelijkheid of er budget zal komen vanuit Vlaanderen? Als er budget komt vanuit Vlaanderen, kunt u dan zeggen over welk budget het in totaliteit gaat en wat het percentage in de ingediende projecten bedraagt dat Vlaanderen mee zou cofinancieren?
Minister Muyters heeft het woord.
Uw vraag verbaast mij. Bij de toelichtingsronde voor het indienen van de projecten, hebben we heel duidelijk gezegd dat er deze keer weinig geld zou zijn vanuit Hermes en zeker geen automatische cofinanciering van projecten. Dat is voor mij een eerste belangrijk punt. Het is in elk geval zo dat we door de besparingen de middelen in het Hermesfonds duidelijk nodig hebben voor bijvoorbeeld de strategische ondersteuning van bedrijven en voor kmo-portefeuille en andere reguliere steun die wij geven.
Ten tweede denk ik dat zo’n automatische cofinanciering zoals die in het verleden bestond, niet echt goed is. Zulke projecten moeten bottom-up groeien. De provincie, de lokale overheden, kennisinstellingen, sectoren en bedrijven zouden samen toch in staat moeten zijn, als er een project is dat een draagvlak heeft, om naast die 40 procent, die andere 60 procent naar voren te brengen.
Ik ben verbaasd dat er wordt gezegd dat ik vandaag projecten blokkeer. (Opmerkingen)
Dat wordt hier en daar gezegd. Men is nog maar in de fase van de beoordeling van de projecten. De beoordeling gebeurt nu. Er zal blijken welke projecten EFRO-steun kunnen krijgen en ook of er nog andere steun kan worden gegeven vanuit de overheden.
Ten slotte, u zult zien, en dat wordt in de commissie besproken, dat de regering voorstelt om 11 miljoen euro cofinanciering aan de EFRO-projecten besteden. Er is in 10 miljoen euro voorzien voor de SALK-projecten. Ik veronderstel dat u noch uw partij deze projecten in vraag stelt.
Slotsom: er blijft 1 miljoen euro over om andere projecten voor EFRO vanuit Vlaanderen te cofinancieren. Ik zal met dat 1 miljoen euro één of meerdere projecten met uitzonderlijke kwaliteiten ondersteunen; dat kan natuurlijk niet anders. Het draagvlak moet bovendien zo groot zijn dat het enkel via dat miljoen is dat de projecten kunnen worden gerealiseerd.
Minister, ik ben een beetje ontgoocheld, ik had een positiever antwoord verwacht. Ik dacht dat er een groter deel van de cofinanciering vanuit Vlaanderen zou komen.
10 miljoen euro gaat naar SALK en ik ga daar vanuit West-Vlaanderen geen commentaar op leveren. Er schiet dan nog 1 miljoen euro over. Is dat voor 2016 of voor het hele traject 2014-2020? Is het mogelijk om vanaf 2017 een grotere cofinanciering te krijgen vanuit Vlaanderen?
Nogmaals, ik ben geen beetje maar redelijk erg ontgoocheld in uw antwoord. Ik had verwacht dat u meer en betere impulsen zou geven aan al die – niet alleen West-Vlaamse – projecten. Ik kan mijn ontgoocheling niet onder stoelen of banken steken.
De heer Ronse heeft het woord.
Mevrouw Fournier, het zou meer gepast zijn om de minister te feliciteren. Hij is er als een van de weinigen in geslaagd om zoveel miljoenen Europees geld naar West-Vlaanderen te engageren en hij heeft ervoor gezorgd dat er voor West-Vlaanderen een Geïntegreerde Territoriale Investering (GTI) kan komen.
Ik vind het heel bizar dat nu gevraagd wordt naar Vlaamse cofinanciering terwijl de projecten nog gejureerd worden door Europa voor Europese cofinanciering. Wat ik nog bizarder vind, is dat de provincie West-Vlaanderen een tweetal weken geleden een advertentie heeft gepubliceerd met een grote foto van de gedeputeerde waarbij ze vertelt dat er al 50 miljoen euro binnen is. Ik vraag me af waar die provincie mee bezig is en of men niet op kap van onze West-Vlaamse economie hier politieke spelletjes komt spelen. (Applaus bij de N-VA)
De heer Daems heeft het woord.
Ik wil me niet mengen in het intra-West-Vlaamse feestje. Ik ga ook geen Vlaams-Brabantse invalshoek kiezen, ik ga het iets ruimer nemen.
Ik ga wel het advies van de Vlaamse Raad voor Wetenschap en Innovatie (VRWI) erbij nemen. De raad stelt dat de beleidsbrief een sterke internationale reflex bevat. Dat vind ik goed. Maar deze lijn wordt niet doorgetrokken naar de begroting, zeggen ze.
Voor het objectief ‘investeren, groei en jobs’ is er 173 miljoen euro. We hebben het niet over SALK, de Limburgers zijn straffe mannen, die slagen er altijd in om nog wat te sparen. Proficiat daarvoor. De rest moet dat ook maar doen, zou ik dan zeggen. 173 miljoen euro of 40 procent betekent dat het in totaal over ongeveer 430 miljoen euro gaat. Er moet voor 250 miljoen euro aan cofinanciering worden gevonden. Dat is enorm. De vraag van de collega is niet geheel onterecht. Als Vlaanderen in dat palet van 250 miljoen euro maar 11 miljoen euro klaar heeft, dan heeft de VRWI toch een beetje gelijk.
Gegeven het belang van deze EFRO-middelen, denkt u dat het opportuun zou zijn dat de Vlaamse cofinanciering volgend jaar groter wordt? Ik zou dat zeker toejuichen.
Mijnheer Daems, ik ga niets zeggen over de begroting 2017 en volgende. Minister Turtelboom zou het niet appreciëren dat ik een voorafname doe op de begrotingsopmaak 2017. (Opmerkingen van Rik Daems)
Als oud-minister van Financiën en Begroting ga ik dat dus ook niet doen.
We zullen dat onderzoeken bij de begrotingsopmaak 2017.
Wat ik geenszins zal doen, is de automatische cofinanciering van alle projecten. Als projecten een groot lokaal draagvlak hebben bij de lokale besturen, de provincie, de sectoren en de bedrijven uit die regio, en er voor 40 procent cofinanciering kan worden gevonden in Europa, vraag ik me af waarom die overige 60 procent niet zou kunnen worden gevonden. Als dat niet mogelijk is, rijzen vragen over het draagvlak en de nood aan die projecten. Als Vlaanderen nog 20, 30 of 40 procent zou moeten bijdragen, heb ik vragen bij het draagvlak en de nood aan die projecten. Zelfs met meer geld volgend jaar, zal ik dus geen automatische financiering doen.
We moeten met onze middelen in Vlaanderen zuinig omspringen en ze daar inzetten waar we de drempel verlagen en goede projecten voor het bedrijfsleven steunen. (Applaus bij de N-VA)
In de provincie zitten er mensen die keihard werken en zich inhoudelijk goed inzetten voor dergelijke projecten, waaronder ook N-VA-mandatarissen. Het zou jammer zijn voor die mensen dat hieraan zo’n afbreuk wordt gedaan. (Applaus bij CD&V)
De actuele vraag is afgehandeld.