Verslag plenaire vergadering
Voorstel van resolutie betreffende het Trans-Atlantisch Handels- en Investeringspartnerschap (TTIP) en de gevolgen voor Vlaanderen
Verslag
Bespreking
Dames en heren, aan de orde zijn de voorstellen van resolutie van Güler Turan, Tine Soens en John Crombez betreffende het Trans-Atlantisch Handels- en Investeringspartnerschap (TTIP) en de gevolgen ervan voor Vlaanderen en van Karl Vanlouwe, Ward Kennes, Rik Daems, Karim Van Overmeire, Johan Verstreken en Marc Hendrickx betreffende het Trans-Atlantisch Handels- en Investeringspartnerschap (TTIP) en de gevolgen voor Vlaanderen.
De bespreking is geopend.
Mevrouw Turan, verslaggever, heeft het woord.
Voorzitter, ikzelf zal geen verslag geven, maar de heer Van Overmeire zal kort de procedure toelichten. Ik zal straks spreken namens mijn fractie.
U bent geen verslaggever?
Ik ben wel verslaggever, maar ik verwijs naar het schriftelijke verslag.
Dat is niet de gewoonte, maar het is u vergeven.
De heer Van Overmeire, verslaggever, heeft het woord.
Mevrouw Turan maant me aan kort te zijn, terwijl de heer De Croo daarnet heeft gevraagd om een zeer uitvoerig verslag te brengen.
Ik heb u bewonderd om uw intentie om dit beknopt te kunnen doen. Ik ben nieuwsgierig.
Ik zal proberen u niet teleur te stellen.
TTIP staat voor het Trans-Atlantisch Handels- en Investeringspartnerschap. Het is een vrijhandelsverdrag waarover wordt onderhandeld tussen de Europese Unie en de VS. De voorstanders beogen meer handel en dus meer economische groei. Ze beogen ook een betere toegang tot de Amerikaanse markt – ook voor Vlaamse bedrijven. Het voorbeeld van de Vlaamse baggeraars wordt dan geregeld naar voren geschoven. Daartegenover staan een aantal bekommernissen. Is de economische impact louter positief? Dreigt de privatisering van publieke diensten, is er een gevaar voor de voedselveiligheid en komt er een parallel rechtssysteem?
Het spanningsveld tussen de voor- en nadelen leidde tot twee voorstellen van resolutie. Een eerste voorstel van resolutie is van mevrouw Turan, mevrouw Soens en de heer Crombez. Het tweede is van de meerderheid: van de heren Vanlouwe, Kennes, Daems, Verstreken, Hendrickx en mezelf. We zijn niet over één nacht ijs gegaan. Er zijn vijf hoorzittingen georganiseerd, met een tiental sprekers. We zijn het debat dus goed geïnformeerd aangegaan.
De uiteindelijke behandeling gebeurde op 23 februari en 1 maart. Het eerste wat voorlag, was natuurlijk de vraag welke van de twee resoluties als basistekst zou worden gehanteerd. Bij acht stemmen tegen drie besliste de commissie om het voorstel van de meerderheid als basistekst te aanvaarden. Verschillende collega’s voerden tijdens het debat het woord: mevrouw Turan en de heren Vanlouwe, Kennes en Vanbesien. Ik heb begrepen dat ze allen nog kort het woord willen vragen; ze zijn allicht beter geplaatst dan ik om hun standpunt hier te verwoorden.
Ik deel u wel nog mee hoe het is afgelopen. De sp.a-fractie diende vijf amendementen in op het voorstel van resolutie van de meerderheid. Ze zijn alle verworpen, steeds met negen stemmen tegen drie. Het voorstel van resolutie van de meerderheid is aangenomen, met negen stemmen tegen drie. Het voorstel van resolutie van sp.a is verworpen, eveneens met negen stemmen tegen drie. Tot zover een beknopt verslag van onze werkzaamheden.
Mevrouw Turan heeft het woord.
Voorzitter, collega’s, mijnheer Van Overmeire, bedankt voor uw verslaggeving. Collega’s, ik reken erop dat wat is misgelopen tijdens de stemming in de commissie, hier zal worden rechtgezet. Ik zal proberen om u te overtuigen. Men heeft gevraagd om kort te zijn. Ik zal daarvoor mijn best doen, maar het is een ingewikkeld dossier, en het is o zo belangrijk voor ons allen.
Het TTIP is een vrijhandelsakkoord waarover nu nog wordt onderhandeld. Maar het is niet zomaar een vrijhandelsakkoord. Het beoogt een verregaande liberalisering van de transatlantische handel – lees: van de handel tussen de VS en Europa. Vroeger ging dat soort van akkoorden enkel over tarifaire barrières die moesten worden weggewerkt. Vandaag valt er op dat vlak niet veel meer te winnen. Waar het vandaag over gaat, is de gelijkschakeling van een aantal reglementeringen.
Concreet betekent dit voor ons – of kán dit voor ons betekenen, want ik moet met twee woorden spreken omdat de onderhandelingen niet afgerond zijn – dat we moeten plooien voor de eisen van de Amerikanen en van de multinationals en dat we onze eigen standaarden moeten verlagen.
De belangrijkste doelstelling die vandaag voor de TTIP-onderhandelaars op de agenda staat, draait om regelgeving voor producten en diensten die langs beide kanten van de oceaan zoveel mogelijk moeten worden gelijkgeschakeld. Op die manier kunnen de kosten voor de exporteurs verlaagd worden en wordt wederzijds de toegang tot de overzeese markt vergemakkelijkt. Dat is wat men beoogt. Maar zo’n gelijkschakeling is niet evident, want de eisen waaraan een product of dienst moet voldoen volgens een Amerikaan, zijn niet noodzakelijk dezelfde als de eisen van een Europeaan. Cultuurverschillen zorgen voor grote verschillen in de manier waarop die diensten en producten tot stand komen. Zo gelden in de Verenigde Staten minder strikte regels, bijvoorbeeld voor de veiligheid van auto’s, het gebruik van hormonen in de vleesindustrie, met chloor behandelde kippen, genetisch gemanipuleerd voedsel, het gebruik van pesticiden in de landbouw. In de Verenigde Staten gelden bovendien veel lagere standaarden inzake arbeidsrechten, en in sommige staten is er zelfs geen vakbondsvrijheid. Anderzijds hebben de Verenigde Staten wel strengere regels opgelegd aan de financiële sector. Ook zijn diensten van algemeen belang, zoals de gezondheidszorg, in de Verenigde Staten volledig anders georganiseerd, met een veel grotere rol voor de private partners. En dan hebben we het nog niet gehad over de normen inzake milieu, privacy, intellectuele eigendomsrechten enzovoort.
Het mag duidelijk zijn dat het TTIP een zeer lange arm heeft en een impact zal hebben op een hele resem maatschappelijk belangrijke domeinen, die diep doorheen ideologische en politieke breuklijnen snijden. Dit handelsakkoord zal bepalend zijn voor onze manier van leven en gaat ieder van ons aan. Het is dan ook logisch, terecht en positief dat het maatschappelijk debat over dit vrijhandelsakkoord zo intens gevoerd wordt. Collega’s die zich afvragen wat er zo anders is aan dit vrijhandelsakkoord in vergelijking met die honderden en duizenden die in het verleden al zijn onderhandeld en goedgekeurd: dit is er een dat verder gaat dan ooit en die heel intens ons dagelijkse leven kan bepalen.
Als het TTIP zou leiden tot sterkere en betere regelgeving aan beide kanten van de oceaan, dan kan dat uiteraard alleen maar positief zijn. Een dergelijke opwaartse harmonisering of gelijkschakeling van de regelgeving zou resulteren in vlottere handelsstromen, economische groei en jobs, maar ook in een gezonder klimaat, meer duurzaamheid, meer faire en een eerlijker verdeelde welvaart. Om dit te realiseren, zou men de meest ambitieuze regels van de beide blokken als standaard moeten nemen. Men zou pakweg de strengere Amerikaanse regels voor de financiële sector ook bij ons kunnen laten gelden, andersom zou men bijvoorbeeld de strengere Europese regelgeving inzake het gebruik van pesticiden en genetisch gemanipuleerd voedsel ook in de VS kunnen laten invoeren. Helaas wijst alles erop dat het tegenovergestelde aan het gebeuren is.
De resolutie van sp.a dateert van februari 2015. In mei 2015 stelden wij vast dat Europa al een aantal handelingen stelt waaruit blijkt dat die harmonisering van de regels niet naar ‘the top’ maar naar ‘the bottom’ gaat. In mei 2015 stelden de EU-collega’s een verbod uit op 31 pesticiden met hormoonverstoorders om de TTIP-onderhandelingen niet in gevaar te brengen. Ook liet de Commissie 19 nieuwe ggo’s toe om haar goodwill aan de VS te tonen. De Europese Commissie mag dan wel beweren dat de voedselveiligheidsnormen niet omlaag zullen gaan, feit is dat er zich nu al een neerwaartse druk op de regelgeving voordoet, terwijl het akkoord nog niet eens rond is.
In plaats van een opwaartse harmonisering van de regelgeving, waarvoor wij pleiten, wordt er gekozen voor bilaterale, wederzijdse herkenning, waardoor een neerwaartse spiraal van regelgeving haast onvermijdelijk wordt. Het oorspronkelijke doel van de onderhandelaars om met het TTIP een globale gouden standaard neer te zetten, lijkt verder dan ooit.
Wat is regelgevende samenwerking in mensentaal? De onderhandelaars plannen een commissie op te zetten die toekomstige regelgeving – niet de bestaande – eerst moet aftoetsen op een handelsbelemmerend effect. De communicatie rond die regelgevende samenwerking van 21 maart jongstleden bevestigt onze vrees. In dat voorstel krijgen grote lobby’s namelijk de mogelijkheid om de wetgeving naar hun hand te zetten. Ze krijgen net inspraak. Zij mogen hun eisen opnemen in het werkprogramma van de op te richten commissie voor regelgevende samenwerking. Dergelijke institutionalisering van lobbying vormt een bedreiging voor onze democratische besluitvorming en verhindert regelgeving in het publiek belang.
Dat zou betekenen, collega’s, dat als wij als parlement een wetgevend initiatief willen nemen in het voordeel van onze burgers, eerst met dat voorstel door die commissie moeten geraken. Als dát niet raakt aan onze democratische grondwaarden, dan weet ik het niet.
Handelsverdragen kunnen voor groei en jobs zorgen. De pro’s zeggen voortdurend: “groei en jobs”. Uiteraard zijn ook wij daar voorstander van. Maar die verdragen mogen er nooit toe leiden dat de machtsbalans van de democratie naar de multinationals verschuift. Voor pro’s is het cruciaal dat Europa het TTIP inzet voor een mondiale ‘race to the top’, meer faire en eerlijk verdeelde welvaart, jobs en meer duurzaamheid. Dat kan enkel als het TTIP voldoet aan een aantal voorwaarden.
In het voorstel van resolutie van sp.a die we vorig jaar in februari hebben ingediend samen met Tine Soens en John Crombez, hebben we een aantal rode lijnen geformuleerd die we zullen blijven verdedigen. We verdedigen die vandaag en zullen die ook morgen verdedigen. Collega’s, we hebben hoorzittingen gehouden. De betogen van verschillende van die experten laten zien dat onze rode lijnen toch ook belangrijke elementen bevatten.
Het eerste grote element is de huidige mogelijkheid van overheden om publieke diensten en goederen te garanderen. Daaraan mogen geenszins beperkingen worden opgelegd. Dat is een privatisering van de publieke diensten, en dat kan niet voor mij. Er mag enkel worden onderhandeld over marktsectoren, sectoren die baat hebben bij meer concurrentie, niet alleen in het voordeel van die bedrijven, maar ook in het voordeel van de consumenten en de burgers. De Vlamingen, de Belgen hebben daar geen baat bij. Alle publieke diensten, zoals onze gezondheidszorg, moeten worden uitgesloten van het TTIP. In de Europese Unie vervullen overheden een actieve rol in het organiseren van de gezondheidszorg en de ziekteverzekering. Ze bewaken de kwaliteit, de toegankelijkheid en de betaalbaarheid. Het is vooral hier dat de Europeaan dreigt te verliezen.
Een expliciete uitsluiting van de huidige en toekomstige diensten van algemeen belang is dan ook een heel belangrijk argument in ons voorstel van resolutie. De minister van Volksgezondheid verklaarde in juni vorig jaar in de Kamer: “TTIP kan een invloed hebben op het recht van de regeringen om te beslissen over het remgeld of het bedrag van de terugbetaling.” Dan denk ik dat onze bezorgdheid, samen met vele middenveldorganisaties en burgers, ook terecht is. (Opmerkingen van Lydia Peeters)
Ja, mevrouw Peeters, die is terecht.
Een tweede argument tegen de TTIP-onderhandelingen is de fameuze ISDS-clausule (Investor-State Dispute Settlement). Zowel Europa als de Verenigde Staten beschikken over volwassen en robuuste rechtssystemen die niet discrimineren ten aanzien van buitenlandse investeerders. Nu spreek ik niet alleen in naam van mijn eigen fractie, maar hopelijk geloven we allemaal in ons eigen Belgische rechtssysteem, en eventueel in het Europese.
Het TTIP mag er niet toe leiden dat buitenlandse – enkel buitenlandse, wij gaan niet discriminerend optreden tegen onze eigen investeerders –, veelal kapitaalkrachtige multinationals en investeerders een bevoorrechte toegang krijgen tot bijkomende rechtsmiddelen, waartoe de modale burger en het modale bedrijf geen toegang kunnen hebben. Een parallel rechtssysteem wordt opgezet.
De heer Vanlouwe heeft het woord.
We hebben de discussie over ISDS al zo vaak gevoerd. Dat systeem bestaat ondertussen al tientallen jaren. In verschillende verdragen – liefst 1400 handelsakkoorden waarin Europese lidstaten betrokken zijn – die ons land heeft afgesloten, zit zo’n ISDS-systeem. Waarom hebt u daar vroeger nooit tegen gereageerd? U zegt dat de democratie en het rechtssysteem in gevaar zijn en dat we vertrouwen moeten hebben in ons eigen rechtssysteem, maar waarom hebt u in de voorbije tientallen jaren daar niet tegen gereageerd, goed wetende dat dat systeem een bepaalde bescherming verleent en goed functioneert?
Ik zal het nog eens heel eenvoudig uitleggen. Het is te vergelijken met een voetbalwedstrijd tussen Europa en Amerika, waarbij je een onpartijdige scheidsrechter nodig hebt. Dat willen we met het TTIP hebben: duidelijke spelregels opstellen met een onpartijdige rechter. Ondertussen is er al een nieuw systeem vooropgesteld met beroepsrechters, het zogenaamde ICS-systeem (Investment Court System) dat nog voorwerp is van onderhandelingen, maar u komt daar steeds op terug.
Mevrouw Turan, uw partij zat lang genoeg in de regering op alle niveaus. Er zijn handelsverdragen waarin ISDS-systemen zijn opgenomen, en die functioneren. De democratie is niet onderuitgehaald. Men heeft op een hoger niveau een systeem vooropgesteld dat werkt. Waarom hebt u daar vroeger niet tegen gereageerd?
Hartelijk dank voor uw vraag, mijnheer Vanlouwe. Dat geeft me de kans om er dieper op in te gaan. Op vraag van vele collega’s om beknopt te zijn, wilde ik daar niet dieper op ingaan, maar u haalt twee dingen door elkaar. U hebt het over de vrees dat de democratie in gevaar komt, en over het geloof en vertrouwen in ons rechtssysteem.
Wat de democratie betreft die in gevaar is, dat heeft te maken met de commissie die wordt opgericht voor regelgevende samenwerking. Dit is nieuw. Het is voor het eerst in de geschiedenis van al die vrijhandelsakkoorden dat dit in het ultieme akkoord wordt opgenomen. Ik maak me nu zorgen over het democratisch deficit. Parlementen die buiten schot worden gelaten, tot daaraan toe. Je kunt nog terugkomen, je kunt alsnog een beslissing nemen, en dan kun je nog heel veel boetes oplopen. Ik spreek me daar vandaag tegen uit, en ik zal daar tegen blijven. Ik geloof in onze democratie, in onze Europese waarden en onze democratische regelgeving en we willen het goede voorbeeld geven aan vele anderen. Waarom zouden we dan vandaag zo’n commissie oprichten?
ISDS geeft de mogelijkheid om in een arbitrage, in een speciaal daartoe opgerichte rechtbank de investeringsproblemen te beoordelen. We praten hier over ISDS. Maar dat wil zeggen: vandaag ben ik in dat arbitragedossier advocaat, morgen ben ik rechter, en de burger heeft er geen toegang.
In het verleden werd dat al in 1400 akkoorden opgenomen. Ik wil niemand schofferen en zal nu geen namen noemen, maar als we een vrijhandelsakkoord sluiten met een land X, waar er geen onafhankelijk rechtssysteem is en waar er vergaande corruptie is, dan zou ik kunnen begrijpen dat we de investeerders willen beschermen tegen een rechtssysteem dat we niet helemaal vertrouwen. Vandaag hebben we het over de rechtssystemen van Amerika en Europa en zetten we die buiten schot. Waarom hebt u geen vertrouwen in ons eigen rechtssysteem? Waarom vertrouwt u onze rechtbanken van koophandel niet? Ik heb er in het verleden niet aan meegewerkt, maar ik doe vandaag niets anders dan wat we in het verleden hebben gedaan, en we zijn niet inconsequent.
Het democratisch deficit is nieuw en daartegen zeggen we: njet. Wat we hier vandaag aan het beoordelen zijn, zijn de rechtssystemen van Europa en Amerika.
In ons Gerechtelijk Wetboek staat een heel hoofdstuk over arbitrage. Ik heb van uw partij nooit enig verzet gehoord tegen het systeem van arbitrage zoals het nu bestaat en waarbij inderdaad, wanneer er tussen twee partijen een geschil ontstaat, kan worden beslist om niet naar de rechtbank te gaan, maar een beroep te doen op een college van arbiters. Daarin zetelen geen professionele rechters, maar wel advocaten of specialisten die niet benoemd zijn en op geen enkele manier dagelijks bezig zijn met recht spreken.
Als u zegt dat we geen vertrouwen hebben in het Europees rechtssysteem, wil ik er toch op wijzen dat we vandaag in Europa nog steeds met 28 rechtssystemen naast elkaar zitten en de Verenigde Staten ook een gecompliceerd rechtssysteem heeft en dat het daarom misschien goed is dat men op een hoger niveau de samenwerking probeert te organiseren met een nieuw systeem.
Waarom heeft onze partij zich nooit tegen het systeem van arbitrage in ons Gerechtelijk Wetboek uitgesproken? Het is vooreerst niet de bevoegdheid van het Vlaams Parlement. Collega Vanlouwe, u als jurist moet toch weten dat er een verschil is tussen twee partijen die op voorhand afspraken maken wat betreft de bevoegde rechtbank omdat ze met hun eigen centen mogen doen wat ze niet laten kunnen en datgene waar we het vandaag over hebben, namelijk geschillenbeslechting waarbij de overheden kunnen veroordeeld worden tot het betalen van miljoenenboetes, zoals aan Philip Morris, bijvoorbeeld. Als overheden omwille van wetgeving die ze willen aannemen om hun burgers te beschermen voor die speciale rechtbanken veroordeeld kunnen worden om miljoenen euro’s of dollars aan boetes te betalen, denk ik dat wij een verpletterende politieke verantwoordelijkheid hebben. Het gaat immers niet om het geld van bedrijf X of multinational Y, maar wel over het zuurverdiende belastinggeld dat Vlamingen, Belgen en Europeanen moeten betalen. Dan moet u toch zeer goed nadenken aan wie u die boeteregeling overlaat.
Ik sluit af over ISDS. De Europese Commissie heeft ondertussen al beslist dat die investeerder-staatarbitrage geen goed systeem is. Ze spreken al van een ICS-systeem, waarbij de mogelijkheid tot hoger beroep is ingesteld. Ze onderhandelen vandaag dus al niet meer over dat ISDS-systeem dat u nog aan het verdedigen bent, maar opteren al voor de zachtere vorm, namelijk ICS. Dat doet mij concluderen dat de oorspronkelijke bedenkingen die wij en ook nog andere middenveldorganisaties hadden, terecht zijn. Als de Europese Commissie al zelf zegt dat ISDS niet meer aan de orde is, moet u en moet de meerderheid toch eens goed overwegen wat jullie gaan vragen. Jullie vragen aan de Europese Commissie om een parallel arbitragesysteem zonder beroepsmogelijkheid te organiseren terwijl Europa daar al van afgestapt is.
Absoluut neen dus aan zo’n parallel system tussen Europa en Amerika.
Bovendien moet u ook weten dat die ISDS-clausule, namelijk parallelle arbitragemogelijkheden, ook in het Comprehensive Economic and Trade Agreement (CETA) stond, het vrijhandelsakkoord met Canada. De onderhandelingen waren afgelopen maar mevrouw Malmström heeft ze heropend om ISDS eruit te halen. Daar is dus ook al geen sprake van ISDS.
Een derde probleem dat wij hebben met de onderhandelingen vandaag, is de privatisering van onze wetgeving. Er zijn plannen die bevestigd zijn in maart 2015 om bij elke nieuwe wetgeving na te gaan wat de nadelige effecten kunnen zijn voor de vrijhandelsakkoorden. Dat effent het pad naar beïnvloeding door multinationals en grotesectorlobby’s waarbij nieuwe wetgeving kan worden vertraagd of tegengehouden via de inspraakmomenten die gepland zijn voor Amerika.
Voor sp.a primeert hoe dan ook het publiek belang, collega’s, en jullie kunnen ons dat blijven verwijten. De overwegingen over milieu, gezondheid, consumentenrecht, sociale bescherming, privacy wegen voor ons veel zwaarder door dan de commerciële belangen van enkele grote bedrijven.
Een vierde punt is de impactstudie van het TTIP. De fans van het TTIP schermen met economische groei en jobs die dit akkoord zal opbrengen. Karel De Gucht heeft destijds zelf gezegd dat het het goedkoopste stimulipakket ooit was. Groei en jobs beloven is al te vaak het gemakkelijkste argument om elk politiek debat te smoren. ‘Mevrouw Turan, u bent niet voor economische groei; mevrouw Turan, u bent tegen jobs.’ Neen, het is een heel goedkope manier om het debat te smoren.
Er zijn studies gemaakt. De Europese Commissie heeft een studie gemaakt die zegt dat er 0,5 procent groei zal zijn tegen 2027. Het Europees Rekenhof zegt dat het model dat de Europese Commissie heeft gehanteerd om tot dat positieve plaatje te komen, heel veel gebreken kent. Het model heeft geen oog voor de sociale impact, maar gaat uit van alle markten die gelijk moeten zijn en in evenwicht moeten zijn, wat vandaag niet is. Ik ga er niet op detail in, maar het Europees Rekenhof zegt dat dat model en dat studiewerk niet deugt. Het huiswerk moet opnieuw worden gedaan.
Er zijn nog andere studies. Er is een Amerikaanse studie van de tegenstanders die zegt dat het niet tot groei zal leiden maar tot afbraak van jobs. Er zullen 223.000 jobs in Nederland, België en Finland verdwijnen; in België 60.000 jobs.
Er zijn dus studies pro en contra. Wat is het dan? Mevrouw Malmström heeft gezegd dat ze elke lidstaat heeft geadviseerd om een eigen impactstudie te laten uitvoeren. Ik heb die studie al gevraagd in februari 2015. We hebben er nog eens naar gevraagd. Wat heeft de Vlaamse Regering met minister-president Bourgeois gedaan? Voorzitter, dit zal u interesseren, want ik ben zeker dat u zeer gevoelig voor bent. Vlaanderen heeft aan de FOD Economie gevraagd om die economische impactstudie voor België te bestellen. Het heeft lang geduurd, maar die studie loopt. Die studie is echter nog niet afgeleverd. Wij organiseren hoorzittingen in de commissie, wij dienen voorstellen van resolutie in, maar we wachten niet op de resultaten van die studie.
Vinden jullie dat ernstig? Vinden jullie het ernstig dat wij belastinggeld laten besteden aan studiewerk, een studie die wordt uitbesteed en wellicht veel geld kost, en dat we niet eens wachten op de resultaten? Waarom hebt u die studie dan besteld? Waarom geeft u dan miljoenen belastinggeld uit?
De heer Kennes heeft het woord.
Mevrouw Turan, eigenlijk zetten we nu een tussentijdse stap. U hebt zelf gezegd dat de onderhandelingen nog volop bezig zijn. Toch hebben al verschillende parlementsleden – meerderheid en oppositie – teksten ingediend. Als men wil wegen op de onderhandelingen, als men zijn standpunt en cours de route wil bekendmaken, moet men niet wachten tot alles rond is. Voor het helemaal af zal zijn, zal die studie op tafel komen.
Met de stemming van vandaag is het debat hier niet afgesloten. Er kunnen nog voorstellen van resolutie komen, debatten en hoorzittingen. Als het nodig is, zinvol is, een meerwaarde heeft. Het is niet omdat we vandaag een deel van de besprekingen achter de rug hebben, al wat hoorzittingen hebben meegemaakt, veel informatie hebben verworven en we nu wat standpunten poneren, dat de studie vijgen na Pasen zou zijn. Echt niet. Het zal nog een hele tijd duren vooraleer die onderhandelingen afgesloten zijn. Alle bijkomende informatie is nog tijdig en zinvol.
Mijnheer Kennes, dat is een heel rare formulering. U zegt: we mogen de boot niet missen, met zoveel jobs en zoveel groei in de economie kunnen we niet wachten; laten we toch tijdig een voorlopige tekst goedkeuren. Maar in uw voorstel van resolutie spreekt u over de positieve economische effecten. U mag daar niet over spreken! Zolang de studie niet rond is, kunt u daar niet over spreken!
Laten we het omkeren. U gaat ervan uit dat het groei gaat veroorzaken. Sommige studies zeggen dat het 60.000 jobs gaat kosten in België. Waarom sluit u die gevaren of die dreiging van jobverlies niet uit vooraleer u stappen zet?
Als u de stap toch zet, waarom betaalt u belastinggeld? Ik ben er nog niet uit. U hebt daar geen antwoord op. Dit is niet duidelijk. U gaat uit van een groei, en die is nog niet becijferd! Eurocommissaris Malström heeft gevraagd om het te doen.
Ik wil het welles-nietesspelletje niet rekken. Er zijn studies in verschillende richtingen. Men moet nagaan wie de studie gemaakt heeft, wat de achtergrond is. Dat zegt vaak iets over de uitkomst van een studie. (Opmerkingen van Güler Turan)
Wij hebben er vertrouwen in dat het om een goede evolutie gaat. We zullen dat straks toelichten. Ik ga het welles-nietesspelletje niet verder rekken.
De heer Daems heeft het woord.
Ik wil het nieuwe element dat mevrouw Turan in het debat brengt, wat doortrekken. Eigenlijk zou het debat heel kort kunnen zijn. Wat geldt voor het voorstel van resolutie van de meerderheid, geldt ook voor dat van de oppositie.
Dat is nogal evident. Dus, waarom bent u dan überhaupt afgekomen met een voorstel van resolutie tegen het TTIP en bekritiseert u ons omdat we voor het TTIP zijn bij gebrek aan informatie?
Er zijn twee mogelijkheden, voorzitter. Ofwel bespreken we de beide voorstellen met de informatie die voorhanden is; ofwel bespreken we geen van beide en kunnen we met ons allen lekker naar huis gaan.
Goed, dan sluiten we nu de vergadering. (Gelach)
Mijnheer Daems, het voorstel van resolutie van sp.a dateert van februari 2015. (Opmerkingen van Rik Daems)
Toen is heel de discussie opgestart. Ik vraag met ons voorstel van resolutie om een eigen impactstudie te maken. Ik zeg niet dat het goed is of dat het verkeerd is, maar er zijn verschillende gevaren. Er zijn verschillende risico’s. Uit het traject dat gelopen werd tussen februari 2015 en vandaag – ik verwijs naar beslissingen van de Europese Commissie van mei en juni vorig jaar en van maart dit jaar – blijkt dat waar we voor vreesden, is gebeurd. Ik ben het met u eens. ik was geen voorstander van een stemming over de voorstellen van resolutie in de commissie. Ik ben het met u eens.
Het gaat hier om een vrijhandelsakkoord. Het gaat over handel. Ik wil de impact daarvan op economie en tewerkstelling weten om een standpunt te kunnen innemen.
Het klopt wat u zegt, mijnheer Daems. Laten we de discussie van vandaag onmiddellijk stopzetten en beide voorstellen van resolutie van de agenda halen, totdat er een resultaat is van de impactstudie. Akkoord? Op vraag van de meerderheidspartijen ben ik bereid om daarmee in te stemmen. (Opmerkingen)
Wilt u zeggen dat we nu de agenda beëindigen, stemmen en naar huis gaan?
Ik ga akkoord. Ik vind dat een zeer deftig, politiek verantwoord voorstel. Voorzitter, wij hebben een studie besteld. Minister-president Bourgeois en deze Vlaamse Regering hebben een studie besteld. Dit parlement heeft een studie besteld. Ik ben er, net als collega Daems, voorstander van om deze discussie onmiddellijk stop te zetten en uit te stellen tot we het resultaat hebben van de impactstudie die bij Ecorys is besteld door deze meerderheid.
Mijnheer de hoofdindiener, trekt u uw voorstel van resolutie in? Bent u er voorstander van om het uit te stellen?
Ik ben daar absoluut geen voorstander van.
Dat had ik al begrepen uit uw non-verbale communicatie. Dat is duidelijk.
De heer De Croo heeft het woord.
Voorzitter, het is goed dat we dat grondig bespreken, en we zullen nog gelegenheden hebben om dat te doen. Niets is vervelender dan een bespreking niet af te ronden. Daar kunnen wij allemaal positief aan meewerken.
Ik wilde alleen maar aangeven dat in de discussie die we vandaag voeren, met de gegevens die we vandaag kennen, mevrouw Turan zich blijkbaar zo onzeker voelt dat ze de ontsnappingsroute van het niet verder bespreken zou willen nemen.
Mijnheer Daems, maakt u zich geen zorgen over mijn zelfzekerheid en mijn kennis van het dossier. Ik kan hier uren over elk detail praten. Het is al een grote moeite om af te sluiten.
Mevrouw Turan, volgens het reglement hebt u dertig minuten, geen uren.
Ik blijf binnen die tijd, voorzitter, want ik ga bijna afsluiten. (Opmerkingen van Renaat Landuyt)
Mijnheer Landuyt, u uit uw bezorgdheid als schaduwvoorzitter. Elke keer als er een vraag is gesteld en een antwoord gegeven door mevrouw Turan, heb ik de tijd stilgezet. Ik doe dat trouwens altijd, als dat een bezorgdheid is van u. Ik hoop dat u dat op de gemeenteraad van Brugge ook doet. (Applaus)
Voorzitter, net zoals ik vertrouwen heb in uw voorzitterschap, heb ik dat ook bij collega Landuyt.
Een laatste punt dat effectief een probleem is, is de transparantie waarmee deze besprekingen gevoerd worden: allemaal in het geheim, documenten die niet mogen worden vrijgegeven, niet voor burgers, maar in het begin ook niet voor parlementsleden. Daar is heel veel reactie op gekomen, collega’s. Meer dan welk vrijhandelsakkoord of welke onderhandeling ook, leeft het TTIP vandaag. Heel veel burgers en middenveldorganisaties verzetten zich ertegen, omdat eventuele gevolgen die ik vandaag heb uitgelicht, niet uitgesloten zijn van de onderhandelingen.
Transparantie zou een beter woord zijn. Er zijn bepaalde leeskamers ingericht. Ik ben daar als parlementslid en als bezorgde burger gebruik van gaan maken. De omstandigheden hebben we al besproken in de commissie, maar ik kan één ding zeggen, zonder op de inhoud in te gaan: ik maak mij meer zorgen. Ik zou heel graag met jullie willen discussiëren. Ik zou heel graag de middenveldorganisaties willen inlichten over wat ik heb gelezen, maar ik mag niet. Ik heb een non-disclosureovereenkomst getekend, voorzitter, en als ik mij daar niet aan houd, kan ik zelfs in de gevangenis terechtkomen. (Opmerkingen. Gelach)
Zo openbaar wordt de discussie dus gevoerd, collega’s. Zo transparant worden die onderhandelingen gevoerd. (Opmerkingen)
Ik wil mij nog even richten tot de collega’s die straks pro de TTIP-onderhandelingen zullen spreken. De oud-ambassadeur van de VS heeft dat ook gedaan. Dat ging over dredging. Onze dredging companies moeten in Amerika kunnen gaan baggeren. Als het nu alleen over de baggerindustrie zou gaan, zoals de ex-ambassadeur van de VS denkt, zou ik dat onmiddellijk mee steunen en ondertekenen. De Amerikanen hebben een Jones Act, die niet toelaat dat onze Belgische baggeraars in Amerika zouden gaan baggeren. En met het TTIP kunnen we dat toelaten.
Maar mensen toch, de Amerikanen slagen er niet in om hun eigen Jones Act in het VS-parlement te wijzigen om onze professionele, deskundige baggeraars toe te laten, die ze nodig hebben. Dat heb ik hen ook gezegd. Dan moeten in al die lidstaten van Europa al die rechten die we hier hebben opgebouwd in het gedrang komen voor een paar baggerbedrijven. We steunen die absoluut. Van mij mogen die gaan baggeren, maar dat is een probleem van de Amerikanen, dat ze zelf moeten oplossen.
Voor mij en onze fractie is het cruciaal dat de EU het TTIP inzet voor een mondiale ‘race to the top’, met minimaal het behoud van onze standaarden, met meer eerlijk verdeelde welvaart, zowel voor ons als voor de Amerikanen en derden die daarbij zijn betrokken, met meer jobs en meer duurzaamheid. TTIP zoals dat vandaag voorligt, wil echter zeggen dat multinationals boven overheden, boven parlementen gaan staan. Overheden die bepaalde wetgevende initiatieven willen nemen inzake milieu, inzake gezondheid, inzake privacy, lopen het risico te worden teruggefloten, enerzijds door de regelgevende samenwerking en anderzijds omdat ze miljoenenboetes dreigen op te lopen in die parallelle rechtbanken of arbitrages die zullen worden opgericht.
Collega’s, ik reken erop dat jullie hier vandaag de fouten die zijn gebeurd in de commissie, zullen rechtzetten en het genuanceerde, opbouwend kritische voorstel van resolutie dat hier voorligt van mezelf, Tine Soens en John Crombez zullen goedkeuren. Dat voorstel spreekt zich immers niet voor of tegen uit. De onderhandelingen zijn nog bezig: dat realiseer ik me maar al te goed. We stellen echter toch wel een aantal voorwaarden ter zake, zodat we onze levensstandaard hier niet moeten verlagen wegens de winstvraag van multinationals en de Amerikaanse, door een eigen agenda ingegeven vereisten. Ik ben er ten volle van overtuigd dat jullie dit voorstel van resolutie mee zullen goedkeuren. Hartelijk dank. (Applaus bij sp.a en Groen)
De heer Vanlouwe heeft het woord.
Voorzitter, collega’s, het handels- en investeringsakkoord met de Verenigde Staten roept bij velen sterke emoties op, zoals we daarnet hebben gezien. Ik stel vast dat sommigen eigenlijk ook bijzonder weinig vertrouwen hebben in de VS-partner, meer bepaald in de huidige regering van president Obama. Men wacht liever tot een opvolger met een nieuwe regering aan de macht is om verder te gaan.
Het zal ook niemand zijn ontgaan dat men vooral vanuit Wallonië en Franstalig Brussel bijzonder negatief staat tegenover dit handels- en investeringsakkoord. U weet ongetwijfeld ook dat men in veel gemeenteraden, vooral in Wallonië en ook jammer genoeg hier in Brussel, voorstellen van resolutie heeft goedgekeurd waarin men zegt een TTIP-vrije zone te zijn. Zelfs in de hoofdstad van Europa is dat zo: onder leiding van burgemeester Mayeur heeft de gemeenteraad van Brussel een voorstel van resolutie goedgekeurd dat stelt dat Brussel een TTIP-vrije zone is. Beeld u in. Onze hoofdstad heeft al een niet zo sterke reputatie. Ik zou bijna durven te zeggen dat die burgemeester zich ook hiervoor zou moeten verontschuldigen.
In Vlaanderen ziet men dan weer vooral opportuniteiten in een toekomstig handels- en investeringsakkoord. Die tegenstelling die bestaat tussen de deelstaten, is uiteraard ideologisch: economisch links versus economisch rechts, zij die willen vasthouden aan protectionisme tegenover zij die geloven in vrijhandel, zij die stil blijven staan met het economische status quo tegenover zij die op handelsvlak toonaangevend willen blijven in de wereld, en die zien dat de wereld is veranderd.
Maar is er dan helemaal niets aan te merken op het TTIP? Natuurlijk wel. Mijn partij heeft vanaf het begin ook altijd duidelijk gemaakt wat onze bezorgdheden desbetreffend zijn. Als Vlamingen is het voor ons zeer belangrijk dat we uitgaan van de zogenaamde culturele exceptie binnen het akkoord. Culturele en audiovisuele producten of diensten moeten volledig worden uitgesloten uit dit akkoord. Dit zorgt ervoor dat onze eigen Vlaamse cultuur, onder meer onze nogal sterke films, onze literatuur maar ook andere producties uitgesloten moeten blijven en niet zomaar kunnen worden weggespoeld door buitenlandse, in dit geval Amerikaanse producties. Deze eis werd heel expliciet opgenomen in het onderhandelingsmandaat van de Europese Commissie.
Ook hier, in dit Vlaams Parlement, zelfs op het federale niveau en in andere Europese lidstaten werden dergelijke resoluties goedgekeurd die werden opgenomen in het onderhandelingsmandaat van de Europese Commissie. Dat is alvast een bezorgdheid minder.
Daarnaast is er ook de transparantie. De Europese Commissie zit behalve financieel-economisch en op het vlak van migratie ook democratisch in een crisis. De kloof tussen de burger en de Europese Unie is jammer genoeg nog nooit zo groot geweest. Dat bewees ook het overduidelijke neen van de Nederlandse kiezer in het referendum vorige week. De eurofiele politiek heeft haar failliet bewezen, we hebben hier nood aan eurorealisme, niet aan dromerij zonder een maatschappelijk draagvlak. Om dat draagvlak te versterken, is het ook voor TTIP cruciaal dat in de onderhandelingen met de Verenigde Staten een zo groot mogelijk transparantie aan de dag wordt gelegd. Er moet open en duidelijk worden gecommuniceerd over de impact van dit verdrag op de modale Europese burger.
Ook deze bezorgdheid is voor mijn partij grotendeels weggenomen. De TTIP-onderhandelingen zijn de meest transparante ooit. Dat was in het verleden totaal anders. Het onderhandelingsmandaat is openbaar, de voorstellen van de Commissie zijn openbaar, verklarende nota’s van de Commissie met de doelstellingen zijn openbaar en ook een lijst met de zogenaamde rode lijnen waarover niet mag worden onderhandeld, is duidelijk.
Mijnheer Vanlouwe, u zegt dat uw fractie blij is dat de transparantieproblemen zijn weggewerkt. Ik ben in die leeskamer geweest en ik moest daar alles afgeven. Ik mocht zelfs geen pen meenemen. Hoeveel documenten kan men op die manier inkijken? Ik vind het dan ook beschamend dat u het over openbaarheid en transparantie durft te hebben.
Ik heb u ook gezegd dat het in het verleden totaal anders was. De verschillende verdragen die de Europese Unie in het verleden heeft afgesloten, hebben dergelijke transparantie gewoonweg niet gekend.
Er is inderdaad toegang tot de onderhandelingsteksten onder bepaalde voorwaarden, het lijkt me de evidentie zelve dat u daar niet zomaar kopieën kunt krijgen en foto’s kunt maken, maar u hebt heel wat documenten daadwerkelijk kunnen inkijken.
Bovendien is voor het eerst ooit een Europees commissaris toelichting komen geven in een commissie van het Vlaams Parlement. Mevrouw Cecilia Malmström is niet alleen naar het Vlaams Parlement gekomen maar ook naar het federale parlement, het Brusselse en Waalse parlement en verschillende andere lidstaten. Er zijn dus enorme inspanningen gedaan met het oog op die transparantie. Mevrouw Turan, u hebt alle mogelijkheden gehad om met de hoogste ambtenaar van de Europese Commissie te onderhandelen en vragen te stellen over dit verdrag.
Het lijkt me evenwel de logica zelve dat er een zekere mate van vertrouwelijkheid is over bepaalde teksten, dat is zo in elke onderhandeling.
Alles zomaar op straat gooien, zou ervoor zorgen dat er nooit een akkoord tot stand komt. Maar misschien is dat wat u effectief wilt.
Collega’s, vrijhandel creëert welvaart en jobs. Een goed onderhandeld handels- en investeringsakkoord met de VS betekent een win-winsituatie: voor ons Vlaams bedrijfsleven, maar ook voor de burger, de Vlaming, als consument.
Onze Vlaamse economie is goed voor 80 procent van de export in dit land. En de VS is Vlaanderens vijfde grootste exportbestemming. Onze open economie zal dus wel varen …
Collega, ik hoor u graag zeggen dat dit goed is voor ons bedrijfsleven, voor de burger en voor de Vlaming als consument.
Hoe reageert u op de opmerkingen die ik heb gemaakt of op de bedenkingen die gemaakt werden door de middenveldorganisaties over onze gezondheidszorg? Denkt u dat de Vlaming daar beter van zal worden?
Hoe zit het met de milieuvoorschriften die naar beneden gaan? Denkt u dat de Vlaming daar beter van wordt?
Welke consument wordt er beter van dat de sociale rechten zullen verdwijnen?
Ik lees een stukje uit het verslag, op pagina 12. U zegt: “Het klopt dat het TTIP bedrijfsbelangen dient, maar privaat initiatief stimuleren is juist normaal in een vrijemarkteconomie.” Ik vrees, collega, dat het hier enkel om de bedrijfsbelangen gaat, niet om die van de kleine en middelgrote ondernemingen. ISDS: toegang tot die rechtbanken kost gemiddeld 8 miljoen euro. Welke Vlaamse kmo kan zich 8 miljoen euro permitteren om een rechtszaak in een specifieke arbitrage te openen?
Ik zou graag van u willen horen, mijnheer Vanlouwe, welke burger, welke Vlaming en welke consument waarmee vooruitgaat. U kunt niet zeggen dat de economie en de tewerkstelling zullen groeien, want we hebben de resultaten van die studie nog niet.
Uiteraard is het zeker niet de bedoeling dat we overgaan tot een nivellering, dat we onze normen en waarden naar omlaag zouden trekken, dat we onze normen op het vlak van leefmilieu en volksgezondheid zouden nivelleren naar omlaag. Dat is wat we hebben afgesproken in het onderhandelingsmandaat: we willen wat we hier verkregen hebben, behouden en we willen dat afstemmen op wat in de VS bestaat. Sommige normen in de VS zijn strenger dan die van ons. Het is uiteraard de bedoeling dat we zaken en normen op elkaar afstemmen die beter zijn zodat wat daar een bescherming is, ook hier een bescherming zou kunnen zijn, en dat wat hier een bescherming is, ook in de VS een bescherming kan zijn op het vlak van leefmilieu en volksgezondheid. U weet bovendien dat we bepaalde uitzonderingen hebben gewenst en dat we nooit zullen toestaan dat onze sociale zekerheid en onze volksgezondheid een onderdeel van de discussie zijn.
Ik hoor het u graag zeggen dat onze regelgeving niet naar beneden moet gaan. Ik heb een schema bij. Het is een schema dat professor De Ville heeft gehanteerd, gaat over de verschillende manieren waarop het TTIP een effect kan hebben op onze regelgevende harmonisering, op die gelijkschakeling van onze regels. Ik weet dat het moeilijk is voor u om het van op deze afstand te zien, maar u kent het schema ook, hij heeft het toegelicht in de commissie.
De harmonisering of gelijkschakeling van de regels is de beste manier. Het is de meest ambitieuze manier die ook topstandaarden zal bieden voor zowel de Europeanen als voor de Amerikanen. Maar recent werd tijdens de onderhandelingen beslist om niet voor een harmonisering te gaan. U mag dat dus niet meer zeggen, mijnheer Vanlouwe. We volgen allebei de onderhandelingen, nu spreekt men van ‘wederzijdse bilaterale erkenning’. Volgens het schema van professor De Ville heeft dat een lage kans op het vestigen van wereldstandaarden en heeft het een kans op een neerwaartse spiraal van standaarden. Wat u nu zegt, klopt dus niet met de werkelijkheid. U kent dit schema ook. De ‘wederzijdse bilaterale erkenning’ betekent een neerwaartse druk op onze regelgeving. Ik heb u de voorbeelden al gegeven wat betreft de pesticiden en genetisch gemanipuleerd voedsel. Die beslissingen zijn uitgesteld of juist genomen om de Amerikanen ten goede te komen bij de onderhandelingen. De harmonisering naar boven, die is vandaag al ‘foutu’!
Ik heb de indruk dat mevrouw Turan er alles aan doet om heel eenzijdig een doembeeld te schetsen. Ze weet ook dat er een aantal ‘red lines’ zitten in het mandaat van de Europese Commissie om te onderhandelen.
Daar staat onder andere in dat er niet mag worden afgedongen op de bescherming van de sociale rechten en het leefmilieu en de consumentenbescherming. Ze doet precies of die niet bestaan. Ik vraag me af waar we over spreken. Als we heel de tijd naast elkaar blijven spreken, gaan we elkaar uiteraard niet overtuigen en lijkt het mij geen zinvol debat. Als er ‘red lines’ worden getrokken, dan is dat een heel duidelijk mandaat. Wij vragen natuurlijk ook, zoals heel veel andere parlementen, middenveldorganisaties, belangengroepen enzovoort, dat die ‘red lines’ gerespecteerd worden. Er wordt ook op toegezien. De manier waarop er hier nu luchtig over gedaan wordt, begrijp ik niet goed. Ik vind dat geen zinvol debat.
Ik wil op twee dingen heel snel reageren. Wederzijdse erkenning betekent in principe dat, wanneer wij naar Amerika zouden uitvoeren en de standaard in Amerika hoger is, wij ons daaraan moeten aanpassen, en dus een strengere norm moeten hanteren. Omgekeerd, wanneer Amerika naar hier zou komen en onze norm is strenger dan in Amerika, dan moet Amerika zich aanpassen aan de strengere norm. De realiteit is het omgekeerde van wat mevrouw Turan zegt. We hebben, zoals het hoort, mensen van de verschillende kanten laten spreken. Ze citeert nota bene een van de zeldzame sprekers die erom bekend staat continu een dergelijk verkeerd discours te geven. Dit is verkeerd.
Wat de kostprijs van de procedure betreft: dit is een berekening van een vakbond, die dat schrikbeeld om puur politieke redenen wil verspreiden. Stel u nu eens voor dat een procedure niet bestaat. Weet u wat u dan moet doen als kleine kmo? Dan moet u naar de ambassade gaan in het betrokken land en daar vragen aan de ambassadeur of hij die staat eens om de oren wil gaan kletsen. De realiteit is dat deze procedure, die trouwens wordt aangepast, het wel toelaat aan kleinere bedrijven om effectief te kunnen handelen tegen oneerlijke concurrentie of tegen het feit dat men uit een markt geblokt is. Dat is de realiteit. Vandaag zijn het alleen de hele grote monsters, die u zo bestrijdt en die als het over monopolies gaat, wij ook bestrijden, die vandaag over de middelen beschikken om zich überhaupt te kunnen verzetten. Met deze procedure kan iedereen zich verzetten tegen een oneerlijke behandeling. En die kostprijs van de vakbonden, wel, dat is niet met de natte vinger berekend, dat is met een natte handdoek gesmeten, als je het mij vraagt.
Daarbij aansluitend wil ik verwijzen naar punt 6 van ons voorstel van resolutie. Als ik de kritiek van mevrouw Turan goed begrepen heb dat wij moeten gaan naar een harmonisering, dan hebben we in punt 6 van het voorstel van resolutie opgenomen om klaar en duidelijk te maken dat onze hoge Europese, nationale en Vlaamse standaarden op het vlak van consumentenbescherming, sociale zekerheid, milieu, privacybescherming en publieke diensten overeind blijven en niet onderhandelbaar zijn. Wij gaan volledig in op wat u als kritiek geeft, gebaseerd op een eenzijdige en heel selectieve lezing van het verdrag door professor De Ville. Wij komen inderdaad tegemoet aan de opmerkingen die door u gemaakt zijn.
Ik kom terug op het feit dat wij een open economie zijn. Een open economie vaart wel bij minder handelsbelemmeringen, of die nu tarifair zijn of niet. Zoals u weet, zijn wij ook een kmo-land. Wij hebben in ons land, met uitzondering van enkele grotere bedrijven, vooral kmo-bedrijven. In het TTIP-akkoord staat er ook heel specifiek een kmo-hoofdstuk dat op maat gesneden is voor een kmo-land als Vlaanderen.
U zult er mij niet vaak op betrappen, collega’s, maar bij dezen werp ik graag een bloemetje naar de vorige Federale Regering. Het zal dan ook het enige zijn. Di Rupo I gaf haar akkoord voor het onderhandelingsmandaat aan de Europese Commissie, waarin ook de sp.a vertegenwoordigd was. De kameraden van de sp.a namen op dat ogenblik de juiste beslissing. Het was misschien de enige juiste beslissing. Maar zodra ze in de oppositie zitten, wordt het geweer blijkbaar van schouder veranderd. Helaas. Dan zie ik ook de verschillende posities die hier worden ingenomen tussen socialistische partijen, naargelang ze al dan niet in een regering of een meerderheid zitten ergens in een Europese lidstaat.
De Vlaamse economie heeft heel wat te winnen bij het handels- en investeringsakkoord. Denk bijvoorbeeld aan onze wereldvermaarde baggersector, collega’s.
We hebben tijdens de hoorzitting de voormalige Amerikaanse ambassadeur Howard Gutman ontvangen. Is het niet ver gekomen dat een Amerikaan in onze commissie de belangen van Vlaamse bedrijven moet komen verdedigen? Hij deed dat trouwens met verve, daar niet van. Laat ons vanuit Vlaanderen toch ook zelf het voortouw nemen om volop in te zetten op deze industrie, want wereldwijd kijkt men naar onze kennis en expertise. Vandaag kunnen we ze niet inzetten op de Amerikaanse markt. Ook hier zou het TTIP een oplossing kunnen bieden.
Denken we ook aan de textielindustrie. We hebben Antwerpen dat wereldwijd bekend staat als modestad. Vindt iemand in dit halfrond het normaal dat er voor de Verenigde Staten douanetarieven tot 40 procent op textiel bestaan? Onder meer daarom pleiten we voor een goed onderhandeld handels- en investeringsakkoord. Dit soort protectionistische maatregelen moet op de schop.
Ik heb zelf gezegd dat als het TTIP zou gaan over onze baggerindustrie, het onmiddellijk oké zou zijn. U zegt dat het ver gekomen is dat zelfs een Amerikaanse ex-ambassadeur komt pleiten voor onze Vlaamse bedrijven. Voor alle duidelijkheid, hij kwam niet praten in zijn hoedanigheid van ambassadeur. De man is consultant. Hij is dus belanghebbende. Het is niet in functie van ambassadeur van Amerika dat hij hier was.
U verwijst naar punt 6 van uw voorstel van resolutie en zegt dat ik vragen heb bij de gezondheidszorg, consumentenrechten enzovoort. U bent uw parlée begonnen met te zeggen dat ik weinig vertrouwen heb in Obama en de onderhandelingen. Als ik uw punt 6 lees, dan maak ik me blijkbaar met zoveel anderen terecht zorgen. U vraagt immers dat op sociaal gebied en volksgezondheid de maatregelen op een niet-discriminatoire manier worden nagestreefd. Waarom bent u niet duidelijk? Waarom nemen we niet samen op dat elke huidige en toekomstige publieke dienstverlening wordt uitgesloten uit de TTIP-onderhandelingen?
U had het ook over consumentenrecht, maar in punt 6 spreekt u zelfs niet over consumenten. U beperkt zich tot sociaal en milieubeleid. Ik zie nergens iets over privacy, volksgezondheid of arbeidsvoorwaarden. Willen we niet allemaal samen – aangezien u zich ook grote zorgen maakt – ervan maken dat we alle huidige en toekomstige publieke dienstverlening uit die onderhandelingen willen?
Mevrouw Turan, u zou iets beter moeten luisteren. Ik heb daarnet gezegd dat we een beroep hebben gedaan op de voormalige Amerikaanse ambassadeur. Ik heb het woord ‘voormalig’ in de mond genomen. We hebben hem in onze commissie ontvangen en hebben dus een beroep gedaan op een Amerikaan om de Vlaamse belangen van baggerbedrijven te komen verdedigen. Hij heeft dat trouwens bijzonder goed gedaan. Hij heeft inderdaad ook als lobbyist voor bepaalde bedrijven klaar en duidelijk uitgelegd wat het probleem is in de Verenigde Staten. Hij is toelichting komen geven en is de belangen komen verdedigen, goed wetende dat onze Vlaamse baggerbedrijven kennis, ervaring en expertise hebben die ze mogelijk zelfs in de VS kunnen gebruiken.
En laat het ons ook eens hebben over de consumenten. Er wordt al te vaak en voortdurend gezegd dat het handels- en investeringsakkoord de bedrijfsbelangen dient. Het zou gaan over de multinationals en niet zozeer over kmo’s, de kleine man, de burger, of de consument. Het zou er nog aan moeten mankeren! Door deze belangen te behartigen, schep je als overheid een bedrijfsvriendelijk klimaat, een klimaat dat privaat ondernemerschap stimuleert. Dit leidt ertoe dat de consument toegang krijgt tot meer producten en diensten, die daarenboven nog goedkoper zullen worden.
En wat te denken over de arbeidsmarkt? Studies tonen keer op keer aan dat handelsakkoorden net zorgen voor meer jobs. Jobs, jobs, jobs! Private jobcreatie. Het lijkt me de evidentie zelve dat we er alles aan doen om de jobcreatie op de private markt verder te ondersteunen. Dat is uiteindelijk ook de bedoeling van dit handels- en investeringsakkoord.
Collega’s, vanuit onze functie als politici nemen wij vanzelfsprekend politieke standpunten in, ideologische ook. Maar daarnaast lijkt het me verstandig ons standpunt ook te baseren op feiten. Tegenstanders van het TTIP hebben in de zogenaamde Capaldostudie een soort nieuwe heilige schrift, bijna een nieuwe Bijbel of Koran gevonden. Ik vind het belangrijk om ook te benadrukken dat er naast deze ene negatieve studie ook tal van andere studies bestaan die aantonen dat het TTIP wél een win-winsituatie is voor zowel het bedrijfsleven als voor de consumenten. Zo verwees ik in het verleden al meermaals naar de studie van de Nederlandse denktank Ecorys. Maar er zijn ook de studie van het Center for Economic and Political Research, de CEPII-studie en de studie van de gerenommeerde Bertelsmann Stiftung. Of denk aan het onlangs uitgebrachte rapport van het World Trade Institute, dat landenspecifiek, helemaal gericht op België, enkele interessante voorspellingen doet. Het TTIP zou volgens deze studie in dit land de lonen verhogen met 1,1 procent, de consumentenprijzen zouden dalen met 0,1 procent. Dat is opnieuw een win-winsituatie. Het TTIP zou in dit land de export met liefst 27 procent doen stijgen. Het TTIP zou in dit land de investeringen doen toenemen met 1,4 procent. En last but not least, het TTIP zou in dit land zorgen voor een toename van het bruto binnenlands product met ongeveer 1 procent. Misschien vindt u 1 procent weinig, maar we spreken hier in absolute cijfers van een bedrag in een grootteorde van 4 miljard euro. Ook dat zal zorgen voor meer welvaart in ons land.
Collega’s, de drie meerderheidspartijen willen, zoals reeds gezegd door de heer Daems, van Vlaanderen geen economisch Bokrijk maken. Vandaag ligt voor u dan ook een zeer realistische en evenwichtige meerderheidsresolutie. Een resolutie die duidelijk de positieve effecten van het TTIP benadrukt, zonder onze ogen te sluiten voor de terechte bezorgdheden. Mijn partij gaat voor een goed onderhandeld TTIP-akkoord, omdat dit het Vlaams bedrijfsleven en de consument en de burger ten goede komt. Dat is wat we willen met dit akkoord: een win-winsituatie voor iedereen! (Applaus bij de meerderheid)
Proficiat, mijnheer Vanlouwe, u hebt zoveel studies aangehaald dat ik, die in het dossier zit, bijna moest nadenken over welke studie u het had. Maar het verwijzen naar die studies mist elke geloofwaardigheid als u er zelf vanuit uw parlement een hebt besteld. U verwijst naar die laatste studie. Dat is gewoon een studie die vanuit Amerika is besteld door een kamer van koophandel. Collega’s van de meerderheid die niet in de commissie zitten, ik wou dit te uwer informatie meegeven. Studie pro, studie contra: laat die studies achterwege. Die hebben geen enkele geloofwaardigheid. Wacht even op de studie die u zelf hebt besteld.
De heer Kennes heeft het woord.
Collega’s, de onderhandelingen zijn inderdaad nog bezig. Het is belangrijk om te weten dat we vandaag geen eindoordeel zullen vellen over het verdrag dat tussen de Europese Commissie en de Verenigde Staten zal worden gesloten. Maar we nemen een aantal standpunten in die ons vandaag bezorgd maken en waarover we vandaag wel al een uitspraak willen doen.
Het heeft inderdaad niet zoveel zin om elkaar met studies om de oren te slaan. Die zijn er in twee richtingen. Er werd verwezen naar de studie die de FOD Economie zal maken in opdracht van Kris Peeters. Ik kijk daarnaar uit. Maar dat neemt niet weg dat we vandaag al op een zinvolle manier een uitspraak kunnen doen over wat we nu al weten over de onderhandelingen.
Waarover gaat het? We willen de toegang van de markten verbeteren door het afbouwen van onder andere importtarieven. We willen niet-tarifaire belemmeringen afbouwen. Dat is inderdaad erg belangrijk voor de Vlaamse baggersector. Het is een van die sectoren waarmee we wereldwijd in de voorhoede staan, waarin we absolute topbedrijven hebben. We willen ook regels en standaarden van producten op elkaar afstemmen om tot een effectievere en betere regelgeving te komen.
Het komt er ook op aan ons de kaas niet van het brood te laten eten. Diegene die bij nieuwe technologie als eerste standaarden kan invoeren, heeft een competitief voordeel. Als morgen Japan, China of Vietnam bepaalde normen of productomschrijvingen afdwingt of daar als eerste de markt mee overspoelt, dan zitten wij sowieso in de achtervolging. Het is dus niet onbelangrijk dat je daarin de voorhoede neemt en daarover afspraken kunt maken. We staan samen voor het grootste handelsgebied in de wereld, de Verenigde Staten en de Europese Unie. Er is al een paar keer terecht verwezen naar die hele open economie die ons land kenmerkt. In België hangen 750.000 jobs af van die internationale handel.
Dit verdrag zal ongetwijfeld in een aantal sectoren positieve effecten hebben en in een aantal andere negatieve effecten. Dat is niet alleen landgebonden, maar in hoge mate ook sectorgebonden. We moeten niet doen alsof we een verdrag afsluiten waardoor er niets verandert, want dan zouden we het ook niet moeten afsluiten. Er zal natuurlijk iets evolueren. Maar globaal heeft de geschiedenis geleerd dat vrijhandel meer welvaart en jobs meebrengt, maar ook voor individuele consumenten en gezinnen meer mogelijkheden meebrengt. Natuurlijk moet dat niet gebeuren in een jungle waar er geen regels gelden. Die regels zijn er net om iedereen van de positieve gevolgen te laten genieten. Ze zijn erg belangrijk.
De twaalfde onderhandelingsronde vond in februari plaats in Brussel. Er is toen onder andere een nieuw voorstel op tafel gelegd rond de openbare aanbestedingen. Er is gesproken over de regulatory cooperation. Ook daar is afgesproken om de best practices uit te wisselen tussen de twee onderhandelende partijen. De Europese Unie heeft in het nieuwe voorstel duidelijk gezegd dat vrije keuzes mogelijk moeten blijven voor de verschillende partijen over de invulling van hun eigen publieke diensten. Het toekomstige verdrag mag dat dus niet in de weg staan.
Mijnheer Kennes, u zegt dat elke lidstaat zelf vrij mag beslissen over de invulling zijn eigen publieke diensten. Dat hebben ze inderdaad bevestigd. Er is echter geen geruststelling.
Maar u bent nooit gerustgesteld. U bent een heel ongeruste natuur in dit dossier.
Natuurlijk ben ik nooit gerustgesteld.
Ik neem aan dat u ook mails ontvangt van bezorgde organisaties. Recent ontving ik een mail van het Nationaal Intermutualistisch College (NIC). Ze zeggen dat, ook al wordt er gezegd dat de eigen organisatie van gezondheidszorg wordt toegelaten – het woord ‘gegarandeerd’ wordt zelfs niet gebruikt –, het niet duidelijk genoeg is.
Mijnheer Kennes, gelet op uw betoog, gelet op de opmerkingen die we ontvangen, waarom gaan we dan niet voor duidelijkheid? Waarom snoert u mij de mond niet door te zeggen: laten we gewoon in het voorstel van resolutie zetten en samen vanuit Vlaanderen vragen dat huidige en toekomstige publieke dienstverlening uitdrukkelijk wordt uitgesloten? In uw betoog in de commissie sprak u over onze watervoorziening die uit de TTIP-onderhandelingen moet blijven. U spreekt daarover, maar ik zie het niet in het voorstel van resolutie. (Opmerkingen van Ward Kennes)
Ik reik u de hand om mij de mond te snoeren.
Het staat in punt 6, waar het gaat over de rechtmatige doelstellingen op sociaal gebied en op het gebied van volksgezondheid. Ik denk dat we dat daarnet hebben besproken en dat deze verwijzing naar punt 6 daarop een antwoord biedt.
We weten heel goed dat er op dit moment veel onrust is. Ik wil toch waarschuwen voor wat er in Nederland is gebeurd met het associatieverdrag tussen de Europese Unie en Oekraïne. Men heeft de mensen heel bang gemaakt en op stang gejaagd. Het resultaat is dat er zich in Nederland zoveel mensen uitspreken tegen dat verdrag. Het is het resultaat van een cultuur van overdreven wantrouwen. Ongerustheid oké, kritische zin oké, maar we moeten elkaar niet permanent bang maken.
We hebben red lines, we hebben gezorgd voor transparantie, voor veel verduidelijking. Er is het voorstel voor het ICS-systeem, er is een adviesgroep opgericht waar de vertegenwoordigers van het middenveld in zetelen, een initiatief van de Europese Commissie. Zo kunnen ze dat van heel nabij opvolgen. Op 5 april is die nog samengekomen. U hebt zelf gesproken over de leeskamers. Er gebeurt ontzettend veel om aan die begrijpelijke ongerustheid tegemoet te komen, maar elke keer opnieuw blijkt dat het niet genoeg is. Ik denk dat we elkaar niet zullen overtuigen en dat sommige mensen in Europa meer bestaansreden vinden in elkaar ongerust maken dan in het zoeken naar verbeteringen en op basis van kritische analyse tot een betere oplossing komen. Dat vind ik heel jammer.
We kennen de punten van kritiek. Er wordt gewaarschuwd voor banenverlies. De vrees bestaat dat de Europese standaarden zullen inboeten, er zijn mensen die zeggen dat investeerders de staten zullen aanklagen en dat de staten aan de muur zullen worden gespijkerd. Er wordt gewaarschuwd voor de regulatieve samenwerking en dat de multinationals dat gaan domineren. Alsof die vandaag al niet een heel belangrijke rol spelen. Nu zijn er mechanismen waarin ook andere spelers een plaats gaan krijgen. Nu wordt er een kader geschapen. Op dit moment zijn de multinationals al actief op heel veel vlakken om hun invloed te laten gelden in allerlei dossiers. Dat zijn geen nieuwe spelers. Nu komt er een kader waarin ze een rol zullen kunnen spelen, en dat zal transparanter zijn dan vandaag.
Er is de angst dat alleen de bedrijfswereld aan zijn trekken zal komen, dat er te veel geheimhouding is. We kennen die zaken en we nemen die ook deels ernstig, in de mate dat ze terecht zijn of dat er een aanleiding is om zich daar ongerust over te maken. We moeten streven naar een beter akkoord en met dit voorstel van resolutie kunnen we daartoe bijdragen.
Mijnheer Kennes, u zegt dat we de verbeteringen inzake de regelgevende samenwerking moeten meenemen. In maart is daarover een communicatie verspreid. Daarin wordt een Amerikaans voorbeeld overgenomen, namelijk de mogelijkheid voor lobbygroepen om in het kader van die toekomstige regelgeving inspraak te hebben. Een ding is zeker, en dat is dat die grote lobbymachines inspraak zullen hebben, want hun vragen zullen worden opgenomen in het jaarprogramma van de op te richten commissie. Dat is al beslist. Anders zou ik het ook niet weten.
Waarover niet is beslist en gecommuniceerd, zijn de middenveldorganisaties die vandaag het debat voeren. U noemt het bangmakerij, maar volgens mij is het een gezonde vorm van kritisch kijken. De onderhandelingen moeten worden gevoerd, daar staan we achter, maar we moeten de voorwaarden heel correct stellen. Er moet aan een minimumaantal voorwaarden worden voldaan. Voor die middenveldorganisaties verwijs ik naar de Christelijke Mutualiteit, naar de documenten van het ACV, waarbij u zelf in cc stond, mijnheer Kennes. Wat doet u met die middenveldorganisaties? Die zijn niet meegenomen.
Er is gecommuniceerd dat de grote lobbymachines op de inspraakmomenten mogen meedoen, maar dat is niet voor die middenveldorganisaties beslist. Hoe kunt u daar vertrouwen aan geven, als er vandaag wordt gecommuniceerd pro multinationals en niet ten voordele van de belangen van de consumenten en burgers waar jullie de mond vol van hebben.
De grote lobbyorganisaties zijn ook ngo’s en die kunnen ook hun rol spelen. Ze hebben hun mogelijkheden om de wetgeving mee te beïnvloeden en hun standpunten te laten horen. Wij hebben ook zoiets als de SERV: bij het tot stand komen van onze regelgeving zijn de sociale partners ook betrokken. U doet alsof er in de EU en in de VS alleen multinationals rondlopen en dat er alleen naar hen geluisterd wordt. Dat is absoluut niet waar: ook in de VS zijn er veel middenveldorganisaties en kritische burgerbewegingen, die zeer goed georganiseerd zijn. Als de ziekenfondsen diensten aanbieden, zijn zij ook spelers en hebben zij ook een plaats in het geheel. Men denkt iets te vlug dat men uitgesloten wordt. Ik heb er vertrouwen in dat het niet alleen de beursgenoteerde bedrijven zullen zijn die deel kunnen uitmaken van die structuren, maar dat ook de andere marktspelers, of ze nu meer marktgericht zijn dan wel veeleer staatsspeler, ook betrokken zijn bij de manier waarop de regelgeving tot stand komt.
Er is al veel gezegd tijdens het debat, ik vat mijn tekst samen. We geloven dat het Europees sociaal model beschermd moet worden en we zijn ervan overtuigd dat een goed regelgevend kader daartoe bijdraagt, dat het garanties inhoudt en dat een sterkere economie dat mee onderbouwt.
Het mag duidelijk zijn dat ons sociaal-economisch model overeind moet blijven. We hoeven niet de VS te worden. Historisch hebben we een aantal andere maatschappelijke en politieke keuzes gemaakt en dat wordt niet onmogelijk gemaakt. Wanneer gezegd wordt dat we voor Amerikaanse toestanden zullen komen te staan in de gezondheidszorg, dat noem ik dat bangmakerij. Dat zit niet in dit TTIP-verhaal ingeschreven.
Ik heb al verwezen naar de ‘red lines’ en het belang daarvan.
Het strategische belang van het akkoord is in een mondiale economie buitengewoon groot. Europa dreigt aan de kant te staan als we het spel helemaal overlaten aan de VS en Azië. Als we bang zijn om met de Amerikanen over te steken dan zou het kunnen dat we voortaan op de wereldkaart niet langer in het midden zullen liggen, maar aan de zijkant. Dan zal de Stille Oceaan in het midden komen te liggen. Dat kan een keuze zijn. Ik denk dat we heel wat te verdedigen hebben, ook voor de toekomstige generaties hier in Europa. We hebben er alle belang bij op een goede manier onze handelspositie in de wereld te beschermen en daar toekomstgericht aan te werken.
Er is ook een hoofdstuk over duurzame ontwikkeling in het TTIP. Wij moeten erop aandringen dat het goed wordt uitgewerkt. Dat geeft ons niet enkel de kans om mee de standaarden van de toekomst te bepalen, maar ook om wereldwijd hogere standaarden mee te promoten. Ik geloof ook dat het TTIP niet enkel een impact heeft op de EU en de VS. We hebben ook een mondiale verantwoordelijkheid voor de internationale handel. Als wij kunnen gaan voor hogere standaarden, kan dat ook op ander plaatsen in de wereld een positief effect hebben. Ik ben ervan overtuigd dat de internationale standaarden naar een hoger niveau gebracht kunnen worden via het TTIP-initiatief.
Wij pleiten voor een goed akkoord. Daarom denken wij dat nu een goed moment is om dit voorstel van resolutie tussentijds al goed te keuren.
Voorzitter, dankzij de tussenkomsten van collega Turan, heb ik het merendeel van wat ik wou zeggen, al op interactieve manier kunnen meedelen en zo kan ik hier mijn betoog nu afronden.
De heer De Croo heeft het woord.
Voorzitter, collega’s, ik wil kort een vijftal punten bespreken. Ik zal het hebben over het verdragsrechtelijke, over de impact van dit verdrag, over de standaardsetting, over de consumentenbescherming en over de geopolitiek.
Het gebeurt niet dikwijls dat wij in ons parlementair systeem de toekomstige inhoud van wat een verdrag zou kunnen worden, grondig bespreken. Daarstraks hebben we een verdrag inzake luchtvaart en Israël goedgekeurd. De executieve ratificeert het verdrag, brengt het naar de bevoegde kamers waar door artikel 1 het verdrag wordt goedgekeurd en door artikel 2 het in werking treedt. Dat is het. Men kan het verwerpen of men kan het aanvaarden, maar men bespreekt het niet meer. Voor de eerste keer en ook dankzij onze commissievoorzitter hebben wij een aantal tengrondebesprekingen over iets dat in wording is. Het gebeurt heel zelden dat een parlement geassocieerd is in de opmaak, in de kritische benadering, in de potentiële verbetering van wat ons verdragsrechtelijk zal binden. Nog iets nieuws is dat je met een open blik de evolutie van de teksten kunt volgen, dat je als parlementaire instelling inspraak hebt in wat ons later zal binden. Het is een unicum. Het is belangrijk en trendsettend voor andere aangelegenheden.
De impact is enorm. Tussen de Verenigde Staten en de Europese Unie is de handel in goederen per jaar meer dan 500 miljard euro waard, de handel in diensten per jaar meer dan 300 miljard euro waard. Voor een land dat voor 70 procent leeft van de uitvoer is het uiterst belangrijk deze impact te mogen beleven en deze eventueel mee te mogen sturen.
Belangrijk is ook het feit dat men aan standaardsetting doet. Als wij te lang dralen met deze akkoorden te sluiten, zullen de standaarden door andere landen worden gezet. Dan komt China, de goedkope fabriek van de wereld, en India. Samen hebben ze meer dan 2,5 miljard internemarktconsumenten met een impact op de wereldhandel van dien aard dat zij de standaard gaan zetten. Niet meer wij, niet meer het Westen, niet meer de VS, niet meer de bescherming die wij verwachten en terecht eisen. Anderen zullen standaarden zetten op een andere wijze voor de kwaliteit van het product, voor de verantwoordelijkheid van de producent, eventueel voor de beoordeling. Rik Daems heeft hier gelijk. Het feit dat je een verhaal tot stand kunt brengen bij een internationale verbeterbare instantie geeft u een enorm voordeel. Anders gaat men zijn problemen moeten bespreken voor een Chinese rechtbank als men een conflict heeft in dat land. Voor hen die de buitenlandse handel kennen: het OHADA-verdrag (Organisation pour l'Harmonisation en Afrique du Droit des Affaires) is een buitenlandse manier om u te beschermen tegen de eventuele broosheid van interne rechtspraak op welke men dan verplicht is een beroep te doen.
Tezelfdertijd is er ook de consumentenbescherming. Wij hebben deze week de Juncker-kredieten besproken. We zijn ontroerd dat er zoveel geld aan investeringen in Europa zal worden gemobiliseerd, namelijk 350 miljard euro. De investeringen die wij per jaar in de VS doen en die zij bij ons doen, draaien rond de 1600 miljard euro.
Dus per jaar zijn de investeringen tussen deze twee partners vijf keer het zo benijde en zo bekeken Junckergebeuren. Dat betekent vijfmaal per jaar de investeringen van de Junckerkredieten of Europese investeringsvernieuwingen. Beeld u dit in, de impact dat het heeft op een land dat zijn economie voor 90 procent op kmo’s berust. De tewerkstelling levert duidelijk het bewijs dat het land met het vrijhandelsgebeuren vooruitgaat. Denk aan de overeenkomst tussen Korea en Europa. Die leverde een stijging op van 30 procent van onze uitvoer.
Men vergeet van tijd tot tijd dat de consument misschien beter beschermd is in Amerika. Mijnheer Kennes, u herinnert zich Ralph Nader, de pionier van de Amerikaanse consumentenbeweging. Toen wij dat nog niet kenden, bestond er al uitgebreid consumentenverweer in Amerika. Wij brengen op kousenvoeten ‘class action’ naar voren en mogen optreden namens een groep burgers inzake milieubescherming. ‘Class action’ is een gewoon gebeuren in Noord-Amerika.
Er bestaat een fantastische vergoeding voor alle mogelijke schade die men berokkent. Als men een fout begaat, zullen de liabilities, de verantwoordelijkheidsclaims, enorme bedragen uitkeren.
De vooruitgang van de Noord-Amerikaanse geneeskunde is enorm. Er zijn specifieke computergestuurde topoperaties of heelkundige ingrepen. Deze worden onder meer in ons land uitgetest vooraleer ze gewone ingang vinden in Noord-Amerika. Bij mislukkingen zal de Amerikaanse rechter het slachtoffer of de familie van het slachtoffer enorme vergoedingen toekennen. De geneeskundige diensten moeten zich daarvoor hoog verzekeren. Als ze die operaties eerst uittesten in klinieken in dit land die ik niet zal noemen, kunnen ze in Amerika tegen de rechter zeggen dat ze hier 250 computergestuurde hartoperaties gedaan hebben en slechts 1 risicogeval hadden. Als ze de techniek dan in Amerika toepassen, kunnen ze niet beschuldigd worden van nalatigheid of zoiets. Men moet aandachtig zijn.
Concurrentie is nog zoiets. Men gaat niet zeggen: mijn product heeft de laagste standaard, koop het. Neen, men gaat zeggen: mijn product heeft de hoogste kwaliteit en zekerheid, de hoogste standaard, koop het, en niet dat van mijn concurrent.
Ten slotte een geopolitieke benadering. We moeten weten wat we doen. De heer Kennes is een beetje achter in zijn beschrijving. Er bestaan kaarten waarop de Stille Oceaan het mare nostrum is en waarop, met alle respect, de Europese Unie als een klein stukje softenon in een bovenhoek hangt.
We zijn met 500 miljoen mensen in Europa. Dat is 8 procent van de wereldbevolking, en we bezitten meer dan 20 procent van ’s werelds rijkdom. Vergeet het nooit, Europa consumeert met 8 procent van de hele wereldbevolking meer dan 50 procent van de socialezekerheidsuitgaven van deze aardbol. Ofwel doen we mee in een vooruitgangsproces, ofwel worden we door anderen voorbijgestoken.
De onderhandelingen zijn bezig met de Verenigde Staten, dat zowel aan een Stille als aan een Atlantische Oceaan paalt. Willen wij sterk staan, willen we normen opleggen, kwaliteit teweegbrengen, vrije keuze en tewerkstelling op een vrije manier bevorderen, dan moeten we deze alliantie met de nodige kritiek en verbetering aangaan vooraleer ze elders wordt aangegaan. Daarom denkt mijn fractie dat we dit voorstel van resolutie moeten goedkeuren. (Applaus bij de meerderheid)
De heer Vanbesien heeft het woord.
Ik ben niet zeker of het al gezegd is, maar het TTIP is heel belangrijk. Het is een handelsakkoord tussen de EU en de Verenigde Staten. En het zal uiteraard nog terugkomen. Het zal terugkomen als de impactstudie van de federale overheid bekend is. En het zal uiteraard terugkomen als het hier ooit ter stemming komt. Als er ooit een verdrag uitonderhandeld raakt tussen Europa en de VS, dan zullen we de echte discussie over wat er op tafel ligt, ook hier moeten voeren. Het is moeilijke materie, het is veel, het is taai. En het is vooral ook veel inschatten van effecten, en daar zit natuurlijk altijd ruis op. Je kunt nooit zeker zijn over wat de toekomst brengt.
Ik zou toch even mijn uitgangspunten willen schetsen en daar dan het TTIP, zoals het er voorlopig voor staat, tegenover houden. Ik doe dat omdat anders mijn uitgangspunten, zoals de heer Vanlouwe daarstraks al deed, een beetje gekarikaturiseerd worden. Mijnheer Vanlouwe, u zei dat iedereen die kritiek heeft op dit akkoord, protectionistisch is, achterhaald is, voor het status-quo is, links is. U braakte het bijna uit wat er allemaal verkeerd is aan kritiek op dit akkoord.
Daarom wil ik even zeggen wat ik belangrijk vind, waar ik voor ben, en waar ik tegen ben. Ik ben – knoop het allemaal in uw oren – voor verantwoorde internationale handel. Iedereen die ons ervan wil beschuldigen tegen internationale handel te zijn, is verkeerd. Ik ben voor verantwoorde internationale handel, maar wel tegen de afbouw van sociale en ecologische bescherming, met het soms misbruikte argument van de concurrentiepositie. Ik ben voor economische activiteit, duurzame industriële activiteit, meer jobs creëren in ons land. Maar ik ben tegen onnodig transport van goederen en een verhoging van de CO2-uitstoot daarvoor.
Ik ben voor rechtszekerheid voor bedrijven en investeerders, voor buitenlandse bedrijven en investeerders, maar ik ben tegen een apart rechtssysteem voor bedrijven en investeerders in landen waar betrouwbare rechtssystemen zijn. Ik ben voor democratisch debat. Ik ben voor controle en beslissing in openbare debatten, in parlementen, over welke standaarden we voor producten en productieprocessen naar voren brengen. Ik ben tegen standaarden die beslist worden op basis van onderhandelingen in achterkamers, tussen staten, tussen bureaucraten die we niet kunnen controleren en niet kunnen bijsturen.
Voilà, dat zijn de uitgangspunten. Als je het TTIP daar dan tegenoverstelt, vind ik dat de huidige onderhandelingen niet op koers zitten. Er zijn hier al veel argumenten gebruikt, en die zullen voor een stuk terugkomen, maar ik houd het kort. Ten eerste is er een probleem van mogelijk democratisch deficit. Het gaat in dit akkoord vooral over niet-tarifaire drempels. Het gaat niet zozeer over handelsbelemmeringen waar douanerechten of andere zaken betaald moeten worden. Het gaat erom dat we naar een soort gelijke regels willen, om op die manier op elkaars markt te komen. Als je die regels en die standaarden op elkaar wilt afstemmen, dan kom je in een onderhandelingslogica die soms de grondslag en de beslissingskracht van democratieën over hun standaarden ondergraaft.
Ik heb problemen op het vlak van rechtssystemen. Mevrouw Turan heeft daarstraks al uitgebreid beargumenteerd dat we moeten uitgaan van een vertrouwen in de rechtssystemen in de Europese Unie en in de Verenigde Staten. En om die reden moeten we in dit handelsakkoord niet akkoord gaan met een apart rechtssysteem. Ik vind ook dat de effecten zeer onvoorspelbaar zijn, bijvoorbeeld als het over meer jobs gaat. Onder meer de heer Defraigne heeft in de hoorzitting naar voren gebracht dat wellicht vooral in Amerika meer jobs gecreëerd zullen worden en dat er druk zal worden gezet op sociale voorwaarden en arbeidsvoorwaarden hier in Europa. Over de klimaatimpact wordt zeer weinig gezegd. Op de klimaatimpact en de verhoging van de CO2-uitstoot door de verschuiving van economische activiteit hebben we weinig zicht. Daar is mogelijk een negatief effect.
Ik ben dus bezorgd over de richting die deze onderhandelingen uitgaan. Mijnheer Kennes, we doen niet alleen aan bangmakerij. Dat was immers enigszins uw stelling: al diegenen die kritiek hebben, willen mensen bang maken. Ik vond de grootste bangmaker vandaag misschien wel de heer De Croo, die hier zei dat het ofwel dit akkoord ofwel de chaos is, dat, als we dit akkoord niet sluiten, Europa volledig zal wegdeemsteren op het wereldtoneel. Die stelling lijkt me weinig onderbouwd.
Mijnheer Kennes, u zei dat er geen alternatieven naar voren worden gebracht. We brengen wel alternatieven naar voren. Ik steun de amendementen, en dien ze mee in, op het voorstel van resolutie van de meerderheid. Ik zal er slechts een paar elementjes uithalen. We pleiten ervoor om nu al te zeggen waaraan we het eindakkoord van het TTIP dat uiteindelijk ter stemming voor ons zal liggen, zullen afmeten. We moeten ervoor zorgen dat we kunnen afvinken dat de internationale arbeids- en milieunormen verbeteren, dat er geen parallel rechtssysteem wordt gecreëerd, dat er geen ondemocratische structuren voor regelgevende samenwerking worden opgenomen, zodat die neerwaartse druk op regulering zou kunnen worden vermeden. Dat zijn duidelijke instrumenten, duidelijke doelstellingen. Groen en sp.a stellen met deze amendementen voor die mee op te nemen in het voorstel van resolutie, als elementen op basis waarvan we het uiteindelijke akkoord mee zullen beoordelen in dit parlement.
Collega Vanbesien, ik heb geen bangmakerij bij u gehoord. Dat u bezorgdheden hebt over de afwezigheid van CO2-elementen, dat u niet zeker bent als het gaat over de resultaten, over de vraag waar de grootste banenwinst nu zal zitten, dat u vragen hebt bij de rechtsplegingsmechanismen, dat lijken me heel aanvaardbare, heel evidente bezorgdheden. Dat is in mijn ogen geen bangmakerij. Het was vooral collega Turan die uit tien studies altijd het meest negatieve naar voren bracht, en dat vond ik wat eenzijdig. (Opmerkingen van Güler Turan)
Vraagt nog iemand het woord? (Neen)
De bespreking is gesloten.
We zullen straks de stemmingen over de amendementen en de hoofdelijke stemmingen over de voorstellen van resolutie houden.