Verslag plenaire vergadering
Verslag
Mevrouw Christiaens heeft het woord.
Minister, zodra de lente in het land is, halen veel motorrijders hun machine van stal. Daarom is er traditiegetrouw de Dag van de Motorrijder die volgende zondag plaatsvindt. Op die dag krijgen motorrijders de kans om op verschillende locaties in Vlaanderen een paar behendigheidsoefeningen te doen. Zij kunnen ook een technische controle laten uitvoeren, uitleg krijgen over verkeersveiligheid enzovoort.
Motorrijders zijn natuurlijk zelf verantwoordelijk voor hun positie op de openbare weg maar dat sluit niet uit dat de andere weggebruikers extra aandacht moeten hebben voor de aanwezigheid van motorrijders. Motorrijders zijn onze meest kwetsbare weggebruikers. De afstand die zij doen, vertegenwoordigt slechts 1 procent van de jaarlijks afgelegde kilometers op de openbare weg. Maar bij 11 procent van de dodelijke verkeersongevallen is een motorrijder betrokken. Ook afgelopen weekend was weer een dramatisch verkeersongevallenweekend waarbij 3 keer een motorrijder betrokken was, eenmaal dodelijk. Ook een kindje van 7 jaar liet daarbij het leven.
Het foutieve weggedrag van sommige motorrijders mag er niet toe leiden dat alle motorrijders over dezelfde kam worden geschoren. Motorrijders zijn een heel kwetsbare groep binnen onze weggebruikers. Minister, welke initiatieven zult u nemen om zware ongevallen te vermijden bij motorrijders? Wat zult u doen om de motorrijders die zich op een verantwoorde manier op onze openbare weg begeven, de nodige bescherming te bieden?
Minister Weyts heeft het woord.
U hebt de problematiek goed geschetst. Motorrijders zijn inderdaad de meest kwetsbare groep. We kunnen dat duiden met één cijfer: zij hebben 57 keer meer de kans om betrokken te zijn bij een letselongeval dan een autobestuurder. Daarnaast moeten we erkennen dat motorrijders volgens een onderzoek van het Belgisch Instituut voor de Verkeersveiligheid (BIVV) op het vlak van snelheidsovertredingen slechter scoren dat wagenbestuurders.
Naast zien is het belangrijk om gezien te worden. Vraag is nu hoe we dit probleem aanpakken op verschillende fronten. Ik denk daarbij in eerste instantie aan de hervorming van de rijopleiding. Daarom brengen we in het kader van de nieuwe rijopleiding ook het element van risicoperceptie in, waarbij wagenchauffeurs in hun rijopleiding vanaf vandaag ook echt rekening moeten houden met andere weggebruikers zoals de motorrijders. Vandaag is er in hoofde van de wagenbestuurders in niets voorzien wat betreft de motorrijders in de rijopleiding en in het rijexamen.
Vervolgens zijn er de opfriscursussen waar u naar verwijst. Die zijn voor alle duidelijkheid gratis. We gaan die volgende zondag op elf locaties houden. Het aantal locaties is opgevoerd van acht naar elf. Zowel de opleiding van één uur als de mogelijkheid tot technische controle is gratis. Je hebt er als motorrijder dus enkel bij te winnen. Dat is een beetje de lightversie van de opfriscursus.
Daarnaast heb je ook de premiumversie, die erop neerkomt dat je bijna een dag cursus hebt voor 99 euro. Normaal gezien kost die 165 euro. Vanuit mijn beleidsdomein geven we een bijdrage. De cursus is veel uitvoeriger. Er is zowel een praktisch als een theoretisch luik.
Een volgend element is de handhaving. Ik heb erop gewezen dat niet alleen wagenbestuurders maar ook motorrijders, verhoudingsgewijs zelfs iets meer, zich bezondigen aan snelheidsovertredingen. Vandaar de uitrol van de ANPR-camera’s (automatic number plate recognition) die dat nu veel meer gaan controleren. Sommigen twijfelen eraan, maar voor alle duidelijkheid: die ANPR-camera’s kunnen ook motorrijders die te snel rijden, betrappen. Het eerste luik van mijn antwoord gaat dus over mensen die van goede wil zijn en bereid zijn om een opfrissingscursus te volgen. Dit luik, de pendant, moet altijd de handhaving en controle zijn. Ook daar werken we steeds verder aan in de uitrol van een heel ANPR-systeem op steeds meer wegen.
Dank u wel, minister, voor uw antwoord. Ik ben blij te horen dat u een heel aantal initiatieven neemt. De rijvaardigheidscursus op de Dag van de Motorrijder is essentieel. Maar wat als iemand beseft dat het hem toch niet zo goed lukt? Dan heeft hij de mogelijkheid om een vervolgtraject op te starten om zich verder te laten begeleiden. Het is dus niet enkel een uurtje oefenen en dan alleen maar tot de vaststelling komen dat het niet zo goed lukt, maar men heeft dan het aanbod en de mogelijkheid om zich verder te gaan bijscholen.
U hebt het over de vernieuwde rijopleiding. Het was een van mijn aandachtspunten: motorrijders kunnen zelf hun verantwoordelijkheid nemen, maar zij maken deel uit van het verkeer. Als we naar Brussel rijden met de auto, schrikken we zelf ook wel eens als er ineens links of rechts een motorrijder passeert, en we moeten daar als automobilist meer aandacht voor hebben. Dat dat wordt ingebracht in de rijopleiding, is heel belangrijk.
Minister, wat ik mis in uw antwoord, is iets waar u nog wel op kunt inzetten, namelijk aangepaste infrastructuur. Ongevallen met motorrijders, vaak met ernstige gevolgen, gebeuren vaak omdat er obstakels op foute plaatsen staan, omdat de borduur of drempels fout geplaatst zijn, omdat wegmarkeringen gevaarlijk zijn of omdat vangrails niet aangepast zijn. Op vlak van infrastructuur, zowel op gewestwegen als lokale gemeentewegen, kunt u uw verantwoordelijkheid nog verder opnemen.
De heer Parys heeft het woord.
Ik vond het een goede vraag, en ik vond vooral het antwoord van de minister heel evenwichtig. (Opmerkingen. Gelach)
Ik vond het heel goed dat de minister zowel zei dat we belangrijke inspanningen doen op vlak van preventie, maar ook dat als dat niet lukt, we ook actief zijn op vlak van handhaving. Dat vond ik dus een zeer evenwichtig antwoord, collega’s.
Minister, op het Overlegcomité van 11 september van vorig jaar is er een interfederale werkgroep opgericht die zich net over deze problematiek moet buigen. Een aantal maatregelen zou worden bestudeerd, onder meer de oprichting van het Instituut voor Accidentologie, een aantal studies die het BIVV zou doen en de mogelijkheid om de motorrijder te kwalificeren als kwetsbare weggebruiker waardoor een aantal automatische schadevergoedingen zouden kunnen worden toegekend als er een ongeval is. Minister, kunt u ons een idee geven van waar die interfederale werkgroep vandaag staat?
De heer Keulen heeft het woord.
Ter land, ter zee en in de lucht. Minister, het begint allemaal, ook voor de motorrijders, met de eigen verantwoordelijkheid. Collega Christiaens heeft ernaar verwezen: het beseffen van de kwetsbaarheid omdat men niet beschermd is door blik rond het eigen vege lijf. Het is belangrijk dat iedereen in het verkeer rekening houdt met elkaar en defensief rijdt. Minister, alles wat u daarbuiten doet, is voor mij uitstekend, maar het begint met de eigen verantwoordelijkheid en het rekening houden met elkaar.
Ik moet nog terugkoppeling krijgen van de interfederale werkgroep. Ik moet dus nog een stand van zaken krijgen.
Wat betreft de infrastructuur, hanteren we het beginsel dat men overal waar er wegenwerken zijn, een verkeersveilige weg achterlaat. Voor de motorrijders zijn we bijvoorbeeld gestart met het initiatief om bij vangrails in de bochten vangplanken te plaatsen. Intussen is dit bijna volledig afgerond. In Oost-Vlaanderen zijn er misschien nog enkele prioritaire locaties waar dit moet gebeuren. Vangplanken voorkomen dat motorrijders onder de vangrails schuiven met alle gevolgen van dien. Op het vlak van infrastructuur voor motorrijders zetten we dus wel degelijk stappen vooruit.
Minister, de jaarlijkse Dag van de Motorrijder mag het startpunt zijn voor aandacht van de motorrijder als kwetsbare weggebruiker, maar die aandacht moet er het hele jaar door zijn. Het beleid moet er het hele jaar aandacht voor hebben: voor sensibilisering van zowel de motorrijder als van de andere weggebruikers; voor een continue mogelijkheid tot rijvaardigheid; en voor aangepaste infrastructuur ter beperking van ongevallen.
De actuele vraag is afgehandeld.