Verslag plenaire vergadering
Verslag
Mevrouw Van Werde heeft het woord.
Dank u, voorzitter. Blij dat er eindelijk eens een vraag kan worden gesteld over onroerend erfgoed.
Minister-president, de afgelopen dagen is er heel wat commotie geweest over de mogelijke afbraak van een landhuis dat gebouwd is door Victor Horta, de Villa Féron in Sint-Genesius-Rode. De ene dag lezen we dat het landhuis gesloopt wordt, de dag nadien wordt er gezegd dat de sloop uitgesteld wordt. Mensen vragen zich dan af of het dan toch beschermd en gered wordt. Daarom denk ik dat het belangrijk is dat er een beetje duidelijkheid komt: duidelijkheid voor de eigenaar, maar ook voor de mensen die met onroerend erfgoed begaan zijn en daarmee bezig zijn. Er zijn ook specialisten in dit land die zich afvragen of we het ons überhaupt nog kunnen permitteren om nog één huis van Horta af te breken.
Minister-president, kunt u een beetje uitleg geven? Kunt u duidelijkheid verschaffen over het onderzoek naar de Villa Féron en het onderzoek naar het oeuvre van Horta in het algemeen in Vlaanderen?
Minister-president Bourgeois heeft het woord.
Collega Van Werde, ik ben samen met u blij voor de aandacht voor onroerend erfgoed. Vlaanderen heeft alles gedaan wat moet met betrekking tot de onroerende nalatenschap van Victor Horta. In Gent zijn er drie huizen beschermd, in Ronse de Villa Carpentier en in Vilvoorde de turnzaal Les Peupliers.
Zijn niet beschermd, maar staan wel op de inventaris van het onroerend erfgoed: de grafmonumenten die hij gemaakt heeft, een huis in de Jan Van Rijswijcklaan in Antwerpen en tot slot de Villa Féron in Sint-Genesius-Rode. Die is niet beschermd. Mijn agentschap had al voor de aanslag van de sloop een onderzoek gedaan naar de beschermingswaarde en is toen tot de conclusie gekomen, trouwens op gelijkluidend advies van professor Werner Adriaenssens, dat de erfgoedwaarden helaas grondig aangetast zijn door twee zeer zware verbouwingen, van respectievelijk 1967 en 2002, waarbij zowel het exterieur als het interieur grondig aangetast en verbouwd is, waardoor het op Vlaams niveau niet meer beschermenswaardig is.
Niettemin heeft mijn agentschap aan Sint-Genesius-Rode een negatief advies gegeven voor de sloop. Wij geven immers advies bij panden die op de inventaris staan. Sint-Genesius-Rode heeft zich ervan afgemaakt met één zinnetje, namelijk dat er onvoldoende erfgoedwaarden zijn. Het agentschap is daartegen in beroep. De bal ligt nu in het kamp van de bestendige deputatie.
Wij vinden dus wel degelijk dat er elementen genoeg zijn om niet tot sloop over te gaan, wat natuurlijk nog een verschil is met de vraag of het al dan niet beschermenswaardig is.
Bedankt voor uw antwoord, minister-president. Ik ben het met u eens dat we alleen die dingen moeten beschermen die echt van topkwaliteit zijn. Ik ben ook blij dat alles wat van zeer grote kwaliteit is van Horta intussen al beschermd is. Als het onderzoek aantoont dat alle erfgoedelementen weg zijn, vrees ik inderdaad dat we ons moeten neerleggen bij het oordeel van specialisten. Alleen is een sloop natuurlijk jammer, zoals u zegt. Er is een heel gamma aan mogelijkheden tussen sloop en bescherming.
Mevrouw de Bethune heeft het woord.
Minister-president, het negatief advies voor het slopen verheugt mij natuurlijk. Het agentschap is in beroep gegaan. Maar ik wil u toch vragen waarom u niet overgaat tot het inzetten van de beschermingsprocedure. 40 procent van het werk van Horta werd in de voorbije decennia gesloopt. Hij is onze grootste architect, onze Rubens in de architectuur. Vier van zijn bouwwerken behoren tot het werelderfgoed. Deze villa maakt daar geen deel van uit, ze behoort nog tot een andere, een rustiger periode van Horta, die al neigt naar de art deco, later in zijn loopbaan. Maar gezien de enorme betekenis van Horta voor ons land en onze regio, is het niet gepermitteerd dat dit wordt gesloopt. Dit moet worden beschermd. Eventueel slechts een deel van het huis, dat kan perfect. Een Horta, een Rubens, een Van Gogh, dat zijn werken die men heden ten dage niet meer sloopt.
De heer Caron heeft het woord.
We zouden het lijstje nog kunnen aanvullen met Van de Velde.
Minister-president, we missen een instrument. Een instrument dat tussen de bescherming staat, waar niets is toegelaten, en de sloop, waartoe een gemeentebestuur kan beslissen. We missen een tussenvorm. De oproep, mevrouw Van Werde en mevrouw de Bethune, om te zoeken naar deeloplossingen moet zinvol zijn.
Minister-president, was het niet eenvoudiger om een voorlopige bescherming in te stellen? Dan is er een jaar tijd om het onderzoek te doen. Dan komt dit niet in een procedurespel van rechtbanken terecht. En dan kan er een rustig onderzoek gebeuren naar de erfgoedwaarde van het pand.
Ik pleit ervoor, net als mevrouw de Bethune, om van toparchitecten niet alleen de topwerken te beschermen. Dit is zo typerend voor ons land en onze regio, we moeten daar echt breder mee omgaan.
Ik deel de warme liefde van de drie vragenstellers voor Horta. Ik vind het bijzonder spijtig dat er veel van zijn erfgoed is verdwenen. Het belangrijkste is natuurlijk het Volkshuis in Brussel, wat een schande is voor ons land. Helaas is de belangstelling pas in de jaren zeventig beginnen te ontstaan. Maar Vlaanderen heeft op dit vlak zijn verantwoordelijkheid genomen. Alleen heeft de administratie moeten vaststellen dat twee panden, dat aan de Van Rijswijcklaan en villa Féron, zwaar verbouwd zijn.
Mijnheer Caron, mijn agentschap heeft voor de sloopvraag het onderzoek naar de beschermingswaarde gedaan. Het heeft toen het advies ingewonnen van een deskundige, die trouwens ook in de actualiteit is gekomen, Werner Adriaenssens. Hij betreurt, samen met mijn agentschap, dat de erfgoedwaarde door die zware verbouwingen is aangetast. De trappartij is veranderd, het schrijnwerk is veranderd, het doorlopende balkon is verdwenen, de vorm van de ramen is aangepast, in het interieur zijn zware aanpassingen gebeurd. Ik betreur dat met u. De voor deze villa zo typerende zuilenstructuur is aangepast. De zuilen zijn vervangen door andere zuilen. Op grond van dit advies en van wetenschappelijk gelijklopend advies werd daarom tot niet-bescherming besloten.
Zijn er tussenvormen? Ik zie dat er gemeenten zijn die creatief zijn. Dit is blijkbaar in handen gevallen van een ontwikkelaar. Ik zie andere gemeenten die zeggen dat je op zulke grote terreinen een bijzonder plan van aanleg kunt maken waarbij er misschien wel andere, bijkomende ontwikkelingen zijn, maar waarbij je dit gebouw, die constructie, dat volume moet bewaren. Als Sint-Genesius-Rode creatief is, kan het dat ook doen.
Ondertussen hebben wij beroep aangetekend. Ik reken erop dat de bestendige deputatie dit toch anders zal bekijken dan de gemeente. De gemeente maakt zich er – op een omstandig, vier pagina’s tellend advies van mijn administratie – vanaf met één enkel zinnetje: dat er onvoldoende erfgoedwaarden zijn. Maar dat zowel mijn administratie als ikzelf als heel veel mensen in Vlaanderen houden van Horta en vinden dat alles wat kan bewaard worden, moet bewaard en beschermd worden, staat buiten kijf.
Er is natuurlijk het verschil tussen ratio en gevoel. We delen natuurlijk allemaal de liefde voor onroerend erfgoed. Een mooi huis wordt afgebroken. Dat is inderdaad jammer.
Dat is nog niet zeker.
Neen, dat is waar.
Ik wil toch nog een positief aspect aanstippen. U pleit altijd voor een groter draagvlak voor onroerend erfgoed. U hebt daarvoor ook Herita in het leven geroepen. Ik denk dat deze casus sowieso aantoont dat er een heel groot draagvlak is voor onroerend erfgoed. En het huis op de Jan Van Rijswijcklaan, dat houd ik in het oog vanop mijn terras. (Applaus bij de N-VA)
De actuele vraag is afgehandeld.