Verslag plenaire vergadering
Actuele vraag over het gemeenschappelijke Vlaams-Waalse standpunt voor de Europese Landbouwraad van 14 maart 2016
Verslag
De heer Vanderjeugd heeft het woord.
Voorzitter, beste collega’s, deze maand, op 14 maart, is er opnieuw een bijeenkomst van de Europese Landbouwraad. Minister, in het licht van de aanhoudende landbouwcrisis, specifiek dan in de varkenssector en in de zuivelsector, hebt u samen met zowel uw federale als uw Waalse collega’s een akkoord bereikt over een toch wel ambitieus Belgisch standpunt dat u op die komende bijeenkomst zult verdedigen. Ik wil u daarvoor een pluim geven. Ook al is het vandaag geen Complimentendag, het mag toch gezegd worden. U probeert ter zake altijd het voortouw te nemen.
Het standpunt behelst het aankaarten van het onevenwicht tussen vraag en aanbod, maar ook de vraag naar structurele maatregelen vanwege Europa. Dat is positief, maar we weten hoe moeilijk het is om steun te krijgen van Europa voor die noodlijdende sectoren. Daar moeten we ook rekening mee houden. Minister, zult u vóór die bijeenkomst ook overleggen met uw collega-ministers van diverse lidstaten, zodat men toch op één lijn zit? Het is immers belangrijk dat Europa weet dat het ons en die noodlijdende sector menens is, dat we structurele maatregelen verwachten van Europa. (Applaus bij Open Vld)
De heer De Meyer heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega’s, op 14 februari vond er een ministerraad van de Europese ministers van Landbouw plaats. Daarop is de afspraak gemaakt dat ook de individuele lidstaten nog ideeën naar voren konden brengen om de sector crisisbestendiger te maken. Die voorstellen moesten binnen de tien dagen binnen zijn, ter voorbereiding van de ministerraad van 14 maart.
Op 24 februari is dat gebeurd, met een gemeenschappelijke visie van u en Waals minister van Landbouw Collin. Die behelst twee krachtlijnen: enerzijds krachtdadige producentenorganisaties in de zuivel- en varkenssector verder ondersteunen en anderzijds erop wijzen dat de landbouwsector niet verantwoordelijk is voor de Russische importban en dus bijkomende crisismaatregelen vragen. Een van die maatregelen omvat een vrijwillige beperking van de productie.
Mijn vraag is gelijkaardig aan die van de collega: welke bilaterale contacten zijn er nog, of hebben reeds plaatsgehad, voor 14 maart om grotere slaagkansen te geven aan ons Belgisch, Vlaams en Waals standpunt?
Minister Schauvliege heeft het woord.
Voorzitter, geachte leden, het klopt dat, op vraag van de Europese Commissie, elke lidstaat bijkomende voorstellen kon doen voor bijkomende Europese maatregelen tegen de landbouwcrisis. We hebben inderdaad een gezamenlijk standpunt. Er waren wel een aantal beperkingen en randvoorwaarden. Zo had de Europese Commissie uitdrukkelijk gezegd dat dit binnen het gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB) moest passen, en ook binnen de budgettaire beperkingen van Europa.
Binnen die twee marges moesten wij een standpunt bepalen. Wij hebben dat gedaan, u hebt dat daarnet aangehaald, mijnheer De Meyer.
Wij hebben ook contacten met andere lidstaten. Gisteren is er nog een contact geweest met Nederland, dat op dit moment voorzitter is van Europa en dus de Landbouwraad zal trekken. Maandag komen wij samen met de andere lidstaten op technisch niveau om alle voorstellen die er zijn van alle lidstaten, op te lijsten en dan te kijken wie op onze lijn zit. Dan zullen we op politiek niveau bilaterale contacten hebben met andere lidstaten om die verschillende standpunten en maatregelen zo dicht mogelijk bij elkaar te brengen.
Dank u wel, minister. Uw antwoord stelt mij gerust, het is een positief antwoord. Maar wat als ons standpunt geen gehoor krijgt bij Europa? We weten dat er zowel op federaal als Vlaams niveau voor de sectoren al maatregelen genomen zijn, maar hebt u een plan B wanneer Europa geen gehoor geeft aan ons standpunt?
Minister, er wordt ook gedacht aan productiebeperkingen door niet alle dieren die reform zijn op het bedrijf te vervangen, en dit op vrijwillige basis. In welke mate is dit een duurzame maatregel, zonder de concurrentiepositie van bepaalde lidstaten in het gedrang te brengen? Is het niet noodzakelijk dat deze maatregel dan voor heel Europa wordt genomen?
Mevrouw Robeyns heeft het woord.
Minister, ik denk dat we het er allemaal over eens zijn dat de landbouw vandaag in grote crisis verkeert en dat de landbouwer recht heeft op een correcte prijs die de kosten dekt. Maar als we altijd alleen maar over bijkomende maatregelen gaan praten, dan zullen we nooit structureel uit de crisis geraken. Het is een feit dat ons huidig landbouwmodel zowel economisch als ecologisch op zijn grenzen botst, een model dat alleen maar op productie, export en bulkproductie gericht is. Zoals ik ook bij de bespreking van de beleidsbrief heb gedaan, wil ik ook vandaag benadrukken dat we die systematische oplossingen, die productiebeperkingen op Europees niveau zouden moeten bespreken. Ik wil u vragen om dat mee te nemen naar die Europese Raad.
De heer Caron heeft het woord.
Ik ben al de derde spreker die iets over productiebeperkingen ga zeggen. Minister, we hebben er in de commissie al vaak over gediscussieerd. Door de Ruslandcrisis is het aan de oppervlakte gekomen dat we in Europa een overproductie hebben en dat zet een ongelooflijke druk op de prijzen, die naar beneden gaan. U zei altijd dat we dat soort productiebeperkingen, bijvoorbeeld voor varkens, niet alleen in Vlaanderen kunnen nemen, want dan wordt de productie elders overgenomen. Nu lijkt het mij echt het moment om die discussie op Europees niveau aan te kaarten en, zoals de heer De Meyer zei, afspraken te maken dat afbouw niet vervangen wordt door nieuwe stallen en nieuwe productie elders. Ik pleit ervoor om die koers te varen, die snel kan worden aangevat, en op de langere termijn omkaderende maatregelen voor de landbouwers te nemen. Minister, legt u dat mee op tafel?
Mijnheer Sintobin, nu geef ik u met veel plezier het woord.
Voorzitter, ik ben al blij dat ik vandaag iets mag zeggen over landbouw en niet over de illegalen aan onze kust.
Minister, ik heb ook de maatregelen die u maandag zult meenemen naar de Europese Raad gelezen. In ‘Landbouwleven’ staan ze mooi opgelijst. Het zijn stuk voor stuk waardevolle initiatieven. Collega Caron, de productiebeperking kunnen wij niet eenzijdig doen, dat zou nefast zijn voor de landbouw in Vlaanderen.
Minister, ik heb vorige week of de week ervoor in de commissie Landbouw gezegd dat een van de grote oorzaken van de voortdurende crisis in vooral de varkenssector, de Russische boycot is. Ik verneem dat er steeds meer kritische stemmen opgaan ten aanzien van die Russische boycot en stemmen voor eventueel het afschaffen van de maatregelen die werden veroorzaakt door die Russische boycot. Zult u maandag op de Europese Raad ook de Russische boycot ter sprake brengen en bent u bereid om daar het voortouw in te nemen om die teniet te doen?
Mevrouw Joosen heeft het woord.
Minister, we kijken vandaag weer allemaal naar Europa. Ik vroeg in september reeds aandacht voor dat Europees debat. We moeten inderdaad ambitie hebben op Europees niveau en we moeten gaan voor die structurele maatregelen.
Ik wil mijn vraag van toen best herhalen, want ik heb daar eigenlijk nog altijd geen antwoord op gehad. Hoe realistisch is het nog om dit allemaal te vragen? We botsen voortdurend op Europa en andere lidstaten. Wat kunt u als Vlaams minister nog betekenen in dat debat? Hebt u inderdaad een plan B?
Mevrouw Joosen, het beste bewijs dat wij in Europa wegen op de beslissingen is het feit dat de vorige keer, bij de steunmaatregelen, toen oorspronkelijk alleen de zuivelsector aan bod kwam, wij niet akkoord gingen en dat er een nieuw voorstel moest komen. Dat is toen uitgebreid naar alle noodlijdende sectoren, waaronder ook de varkenssector. Wij kunnen wel degelijk in Europa onze standpunten hardmaken.
Ik heb altijd gezegd, en alle collega’s delen die mening, dat als er een productie- of aanbodbeperking moet zijn, dat dat vanuit Europa moet komen. Wij leven niet op een eiland. Wij zitten in een eengemaakte landbouwmarkt. Als wij de productie eenzijdig beperken, wordt dat op één-twee-drie overgenomen door buurlanden of door andere lidstaten. In het standpunt dat wij gezamenlijk hebben voorbereid komt die productiebeperking aan bod. Dat is het eerste punt dat we maken. Het tweede punt is dat er ook extra budgetten moeten zijn voor de landbouwsector. Dat mag niet uit het landbouwbudget komen omdat de landbouw in dezen het slachtoffer is van de Ruslandboycot. Zij betalen er de prijs voor, zonder de oorzaak te zijn van deze crisis.
Het klopt dat de Ruslandboycot op tafel blijft liggen. Hij is niet specifiek in de Landbouwraad geagendeerd, maar komt altijd wel aan bod omdat de oorzaak daar ligt en omdat daar de sleutel tot een oplossing kan worden gevonden.
We proberen vaak een aantal problemen met betrekking tot de export naar Rusland individueel aan te pakken. Soms gebeurt dat met succes. Maar het klopt dat een structurele maatregel, zeker wat productie betreft, vanuit Europa zal moeten komen.
Mijnheer De Meyer, u vraagt of het een oplossing zou kunnen zijn indien wij alleen hier het aanbod zouden beperken. Daar geloof ik niet in. Het zal een Europese structurele maatregel moeten zijn. Daarom leggen wij die op de tafel.
Minister, dank u voor uw antwoord. Als ik hoor dat er extra maatregelen zullen zijn, neem ik aan dat dat een plan B zal zijn en dat dat niet uit het landbouwbudget zal komen. Dat is positief. Ik heb er dan ook vertrouwen in dat u onze zaak zult gaan bepleiten in Europa. U weet, minister, als u wilt dat ik meega, ben ik bereikbaar. Veel succes! (Applaus bij Open Vld)
Minister, ik zal niet meegaan, maar ik zit wel op dezelfde golflengte als u zegt dat er productiebeperkingen moeten zijn, niet alleen in Vlaanderen maar, indien nodig, in heel Europa. U weet dat het voor veel mensen in de sector al vijf over twaalf is. Ik wil u aanmoedigen om sterke onderhandelingen te voeren met uw collega’s. Ik hoop dat u bij deze gesprekken succes hebt.
Indien we zouden moeten overgaan tot een plan-B, collega’s, wil ik diegenen die daarvoor pleiten erop wijzen dat er dan niet alleen vanuit Europa bijkomende middelen nodig zijn maar ook vanuit Vlaanderen en dat, minister, uw collega-ministers daar rekening mee moeten houden.
De actuele vragen zijn afgehandeld.