Verslag plenaire vergadering
Verslag
De heer Van Grieken heeft het woord.
96 procent van de bevolking vindt dat we voldoende of te veel asielzoekers opvangen. Jammer genoeg hoort het overgrote deel van de politici in dit halfrond tot de overige 4 procent, en zien zij daar geen graten in.
Minister, mijn actuele vraag aan u gaat over een recente uitspraak die u deed in de media. Ik vind die uitspraak niet alleen bizar maar ook heel onwenselijk, omdat u suggereert dat minderjarige illegalen niet uitgewezen kunnen worden gedurende de periode dat ze op de schoolbanken zitten. Ik vind dat geen goed voorstel van u omdat het uitwijzingsbeleid dan zo goed als onmogelijk wordt gemaakt. Als je tien maanden lang niemand kunt uitwijzen, zal je dat dan moeten proberen in de twee overblijvende maanden, die net de drukste zijn.
Ik vrees dat malafide linkse activisten daar misbruik zullen van gaan maken. De facto betekent zo’n voorstel de regularisering gedurende de schooltijd. Hoe langer je wacht met de uitwijzing, nadat de procedure is afgelopen, hoe pijnlijker dat wordt.
In uw verklaringen kondigt u aan een gesprek te willen aangaan met Theo Francken. Heeft dat gesprek al plaatsgevonden? Zo niet wanneer zal dit gebeuren? Wordt uw voorstel om illegalen niet uit te wijzen gedurende tien maanden van het jaar gedragen door de gehele regering en door al uw coalitiepartners?
Minister Crevits heeft het woord.
Mijnheer Van Grieken, het zou u eigenlijk sieren als u nu en dan eens de verslagen van de commissievergaderingen in het parlement eropna zou lezen. Uw vraag is immers enkele maanden geleden volledig behandeld in het parlement, en ook uitgebreid bediscussieerd met alle partijen. Ik heb dus geen nieuwe uitspraken gedaan in de media. U zult dus al mijn uitspraken en ook de uitspraken van collega’s kunnen terugvinden in de verslagen van de commissievergaderingen in het Vlaams Parlement.
Concreet is het zo dat vandaag in de omzendbrief al staat dat, als mensen worden uitgewezen en die beslissing er na Pasen komt, er omstandigheden kunnen zijn waardoor de kinderen hun schooljaar kunnen afmaken. De discussie die we hebben gevoerd in het parlement, ging over de vraag of het niet wenselijk zou zijn om ook in die mogelijkheid te voorzien op andere tijdstippen van het schooljaar. Dit is immers niet alleen vrij choquerend voor het gezin en het kind in kwestie, maar ook voor de kinderen die al een aantal maanden samen met bepaalde andere kinderen in de klas het traject hebben afgelegd. De beste oplossing bestaat er natuurlijk in dat wordt vermeden dat er situaties ontstaan waarbij kinderen hier jarenlang schoollopen en perfect geïntegreerd zijn en dan plots moeten vertrekken. Dat weet u ook. Daar wordt echter ook zeer hard aan gewerkt. Ik heb ook al maanden geleden daarover een gesprek gehad met de staatssecretaris. Hij zou bekijken op welke manier dat kan worden behandeld.
Dit dossier heeft opnieuw de media gehaald omdat er een wijziging aan de omzendbrief is gekomen. Er is namelijk een bepaling opgenomen dat kinderen niet meer van de bus kunnen worden geplukt in het kader van een uitwijzing. Ik vind dat trouwens een zeer wijze maatregel. Naar aanleiding daarvan is dan de discussie nog eens opnieuw opgerakeld die we al maanden geleden hadden gevoerd over de vraag of het niet wenselijk zou zijn dat kinderen sowieso hun schooljaar kunnen afmaken.
Minister, ik dank u voor uw antwoord. Natuurlijk blijft het wel zo dat u weer een signaal de wereld in hebt gestuurd dat je als minderjarige illegaal tien maanden gerust zou kunnen worden gelaten. Zo’n signaal kan een hele carrousel met zich meebrengen. Zachte heelmeesters maken stinkende wonden: ik meen dat u hiermee echt een verkeerd signaal geeft. U hebt natuurlijk maar op één vraag geantwoord. Is uw voorstel om er tien maanden lang voor te zorgen dat minderjarige illegalen niet worden uitgewezen, een persoonlijke mening? Was dat de mening van de hele regering, ook van al uw coalitiepartners? Daar hebt u natuurlijk wel fijn omheen gefietst.
Is uw voorstel gedragen door de regering? Bent u bereid om misschien een tegensignaal te geven om al die mensen die ons land toch nog steeds als het land van melk en honing zien, toch te ontmoedigen?
De heer Van Dijck heeft het woord.
Voorzitter, ik denk dat de minister volledig is geweest in haar antwoord. Ik denk dat er in dezen ook heel duidelijke afspraken zijn gemaakt. Die zijn gemaakt met de minister van Binnenlandse Zaken over het feit dat men hen van de bus kan halen. Vroeger ging men zelfs kinderen op school ophalen. Daar zijn afspraken over gemaakt. Verder zijn er met de staatssecretaris ook afspraken gemaakt. Minister, ik dacht dat er in dezen ook een onderscheid moet worden gemaakt tussen een eerste bevel tot uitwijzing en een tweede en een derde. Dat is misschien niet volledig onderstreept. Bij een eerste bevel is het duidelijk dat kinderen tussen Pasen en het einde van het schooljaar, de laatste drie maanden, dat schooljaar inderdaad nog kunnen afwerken. We moeten echter afstand nemen als het gaat over tweede en derde bevelen tot uitwijzing, want ter zake is de verantwoordelijkheid van de ouders toch ook duidelijk.
Ik heb eigenlijk weinig aanvullingen. Ik weet dat de heer Van Grieken me graag uit mijn tent lokt, en ik heb ook al geleerd dat hoe minder ik me in dezen uit mijn tent laat lokken, hoe verstandiger dat nadien is. Ik heb ook geantwoord, mijnheer Van Grieken. Lees eens de verslagen van de parlementaire vergadering waarop de hele thematiek aan bod is gekomen. Als minister van Onderwijs meen ik trouwens ook het volste recht te hebben om in het belang van het recht van onderwijs van kinderen een aantal maatregelen te bepleiten die ervoor kunnen zorgen dat kinderen hun schoolcarrière zo goed mogelijk doorlopen: vandaar ook de ingrepen die tot op vandaag trouwens al zijn gebeurd.
Kinderen hebben recht op onderwijs, maar geen recht op een diploma. De voorstellen die u lanceert om hen tien maanden lang niet van de schoolbanken te plukken, vind ik dus zeer absurd.
Mijnheer Van Dijck, als er een eerste, een tweede, een derde bevel moet zijn en als we pas na het derde bevel wat strenger zullen zijn, dan schort er iets aan. Eenmaal je het bevel hebt gekregen, zou je beter werk maken van het vergroten van de capaciteit van gesloten opvangcentra, zodat het niet blijft bij het krijgen van een papiertje. Maar wat is de essentie, collega’s? Dat het geen tijd is om dwaze ideeën te spuien. Dat als de asielprocedure start en je krijgt je kind op de schoolbanken, dat je de facto een regularisatie krijgt. De mensen zijn het echt beu dat de grenzen niet meer open zijn, dat de sociale zekerheid onder druk komt, het spreidingsplan, alles. Signalen als deze, minister, kunnen we missen als kiespijn. (Applaus bij het Vlaams Belang)
De actuele vraag is afgehandeld.