Verslag plenaire vergadering
Verslag
De heer De Meyer heeft het woord.
Voorzitter, minister, dames en heren, we weten allemaal dat heel Europa, en zeker West-Europa, wordt geconfronteerd met een stroom aan vluchtelingen en asielzoekers. Federaal staatssecretaris Francken heeft een plan uitgewerkt om te zorgen voor de spreiding over gemeenten en steden. Elke gemeente en stad heeft een verantwoordelijkheid, maar sommige met leegstaande infrastructuur krijgen een veel grotere verantwoordelijkheid.
Minister, kinderen, leerlingen die schoolplichtig zijn, hebben het recht om zich binnen de zestig dagen in te schrijven in een school. Uiteraard heeft dat in een aantal gemeenten en scholen gezorgd voor capaciteitsproblemen. U wist dat het probleem op u afkwam want u had reeds in de begroting in ruim 1 miljoen euro voorzien. De vraag van vele schoolbesturen is onder welke voorwaarden, vanaf wanneer en hoe ze daar een beroep op kunnen doen.
Aansluitend wil ik nog zeggen dat ik zeer veel respect heb voor de schoolbesturen en alle leerkrachten die zich op een voluntaristische manier voor deze kinderen inzetten.
Minister Crevits heeft het woord.
Dames en heren, het klopt inderdaad dat heel wat scholen in Vlaanderen geconfronteerd worden met een heel nieuwe situatie. Overal waar een collectief opvangcentrum voor asielzoekers wordt opgericht, zit men automatisch met het gevolg dat men binnen de zestig dagen die kinderen de kans moet geven om onderwijs te volgen. We zien dat heel veel scholen in Vlaanderen daarin meegaan. Ook dankzij de werking van de lokale overlegplatformen lukt het keer op keer om een samenwerkingsverband met de scholen te maken en onderwijs aan te bieden.
Er is inderdaad een knelpunt op een aantal plaatsen waar scholen niet genoeg plaats hebben. U zou kunnen zeggen dat we daar maar een grote nieuwbouw bij moeten zetten, maar het is best mogelijk dat de situatie zeer tijdelijk is. Zodra de collectieve opvangcentra dichtgaan en de mensen erkend zijn, kunnen ze zich elders vestigen. We moeten een oplossing zoeken waarbij tijdelijk in bijkomende capaciteit kan worden voorzien. De Vlaamse Regering heeft ruim 1 miljoen euro extra vrijgemaakt. Er is ook een procedure uitgewerkt waarbij scholen een aanvraag kunnen indienen bij de onderwijsadministratie om een mobiele unit te plaatsen. De kosten worden volledig gedragen door Vlaanderen. Dat zijn niet alleen de kosten van plaatsing en huur van de unit, maar ook de aansluiting op de nutsvoorzieningen en kleine omgevingswerken. Wil men rondom een heel natuurpark aanleggen, dan worden de kosten daarvoor natuurlijk niet door de overheid gedragen.
We hebben er ook voor gekozen de kosten voor iedereen volledig te dragen, om welk onderwijsnet het ook gaat, omdat alle scholen op een gelijke manier met deze uitdaging worden geconfronteerd.
Scholen kunnen vrij kiezen voor hoelang ze de units huren, tot uiterlijk eind december 2017. Die periode kan nog worden verlengd, maar het gaat om tijdelijke huurcontracten die lopen zolang het nodig is. We geven er de voorkeur aan modulaire units te plaatsen op de terreinen van de scholen, want het gaat om scholen die tijdelijk extra capaciteit nodig hebben.
Het is dus mogelijk, de procedure is uitgewerkt en scholen kunnen hun aanvraag indienen.
Minister, dat is een belangrijke boodschap voor de schoolbesturen die hun verantwoordelijkheid opnemen, soms in moeilijke omstandigheden, maar altijd met veel goede wil.
Mijn bijkomende vraag zal u uiteraard niet verrassen, want ik heb ze in de commissie al een paar keer gesteld. Is er een definitieve oplossing voor de kosten van het leerlingenvervoer? Wat betaalt de Vlaamse en wat de federale overheid?
De heer Van Dijck heeft het woord.
Minister, ik dank u voor het duidelijke antwoord. Ik heb één bijkomende vraag. Het is goed dat er voor de modulaire units middelen zijn vrijgemaakt, want er moet inderdaad capaciteit bij komen. Er zijn echter ook plaatsen waar, onder auspiciën van een basisschool, onderwijs wordt gegeven in een centrum voor collectieve opvang. Ik denk bijvoorbeeld aan de gemeente Ravels. Ook zij willen graag gebruikmaken van dergelijke modulaire units. Geldt het systeem dus alleen voor scholen of kunnen de units ook op andere locaties worden gebruikt?
De heer De Ro heeft het woord.
Minister, u weet dat onze fractie geen voorstander is van de noodoplossing om kinderen in asielcentra les te geven. Kinderen horen school te lopen in scholen. Dat is voor hen een natuurlijke omgeving.
Ik wilde ook de laatste vraag van collega De Meyer stellen. Namens de drie netten heeft ons stadsbestuur u en uw collega Francken gevraagd hoe we het leerlingenvervoer moeten oplossen. Dat vervoer wordt georganiseerd, er zijn vrijwilligers, maar die oplossing is op lange termijn niet vol te houden. Vlaanderen heeft voldoende ervaring met het organiseren van leerlingenvervoer en ik denk dat we het er, over de fractiegrenzen heen, principieel over eens zijn dat de factuur moet gaan naar de overheid die voor de opvang instaat, namelijk de federale. Graag kreeg ik daarover enige duidelijkheid.
Twee bijkomende vragen, dus ook twee antwoorden.
Onderwijs in opvangcentra geniet zeker niet onze voorkeur. Er wordt altijd gezocht naar een oplossing waarbij kinderen les kunnen volgen in een schoolomgeving. Er zijn echter in Vlaanderen een paar uitzonderingen, omdat de centra voor collectieve opvang niet altijd gevestigd zijn op plaatsen met een school dichtbij. Met dat criterium wordt niet echt rekening gehouden. Er zijn dus enkele plaatsen, waarnaar de heer Van Dijck verwijst, waar het beter is tijdelijk les te geven op de site dan de kinderen heel ver naar school te laten reizen. Als de adviesraad die zich over de aanvragen moet buigen, van oordeel is dat dat inderdaad de beste optie is, dan wordt ondersteuning met modulaire units ook mogelijk. Modulaire units op de site zijn dus mogelijk, maar enkel na een positief advies. Ikzelf spreek me daar niet over uit, we hebben daarvoor deskundige mensen. De lijn is dus: onderwijs op de site is niet te verkiezen, maar er zijn uitzonderlijke omstandigheden waarin het wel beter is. In dat geval is het ook beter te werken met een unit die helemaal als klas is ingericht. Dan heb je ten minste al een klasomgeving.
De tweede vraag gaat over het vervoer. Vrijdag zitten we daarover samen met collega Francken. Het klopt, collega De Ro, dat tot aan de erkenning de kosten in principe ten laste zijn van degene die opvangt. De discussie daarover is vastgelopen, maar voor mij telt het belang van het kind. Zo niet, komen we in een situatie terecht waarbij kinderen niet naar school kunnen gaan omdat wij, als overheid, het niet eens geraken over de vraag wie dat vervoer zal betalen. We zijn aan het evolueren naar een oplossing waarbij het compromis zou kunnen zijn dat Vlaanderen kijkt op welke manier het vervoer georganiseerd kan worden. Dat kan collectief fietsen zijn, of een bus, of privévervoer. We zouden een kostprijsregeling maken, waarbij de kosten van 1 tot 4 kilometer door het federale niveau gedragen worden en waarbij de dossiers waar een grotere afstand moet worden afgelegd, te onzen laste zijn. Die regeling loopt parallel met de andere regeling inzake leerlingenvervoer. Het is een compromisvoorstel. Ik hoop dat we daar vrijdag mee kunnen landen. Het voorstel is besproken binnen de Vlaamse Regering, en dit zou een oplossing kunnen zijn als Vlaanderen mee kan bepalen op welke manier het vervoer georganiseerd wordt.
Minister, het zou inderdaad goed zijn dat u daar vrijdag een oplossing voor vindt, zodat schoolbesturen hier ook een duidelijk antwoord op krijgen.
De actuele vraag is afgehandeld.