Verslag plenaire vergadering
Verslag
De heer Daniëls heeft het woord.
Voorzitter, geachte leden, minister, ik heb vandaag speciaal voor u mijn “white hemd” en ‘red tie’ aangetrokken. Vorige week vrijdag vernamen we immers dat België achteruitgaat in de English Proficiency Test, van de tiende naar de zeventiende plaats. Ik vind dat opmerkelijk, want er bestaat niet echt zoiets als België als we het hebben over onderwijs.
Als we verder inzoomen, dan stellen we vast dat Vlaanderen op de tiende plaats staat, wat nog altijd zeer verdienstelijk is, maar dat het jammer genoeg ook achteruitgaat. Je zou bijna denken dat deze meerderheid met het regeerakkoord in de toekomst heeft kunnen kijken, want daarin hebben we opgenomen dat we willen zorgen voor een sterk Standaardnederlands, maar ook voor sterke moderne vreemde talen Engels, Frans en Duits.
Minister, we zijn ondertussen al een eindje gevorderd in deze legislatuur. We weten allemaal dat het debat voor het eindtermen eraan komt. We zouden nu kunnen zeggen dat te laten voor wat het is, maar in het regeerakkoord hebben we ingeschreven dat we over die eindtermen eigenlijk niet meer gaan discussiëren, aangezien we weten dat we daarop ambitieuzer willen inzetten. Minister, wat gaat u op korte termijn ondernemen, nog voor we het hele debat over de eindtermen voeren, want ik meen niet dat we daarop moeten wachten, om de ambitie die we hebben met betrekking tot de moderne vreemde talen te versterken?
Minister Crevits heeft het woord.
Mijnheer Daniëls, u bent mooi met een rode das en een wit hemd. U mag dat nog doen.
De vraag en de associatie die u maakt, verbazen me echter een klein beetje. De test waarnaar u verwijst, is immers geen test die wordt afgenomen bij leerlingen. Dat is een test waaraan iedereen die zin heeft, kan deelnemen en waaraan hoofdzakelijk volwassenen deelnemen. Het is ook geen representatief staal dat daaraan deelneemt: je kunt gewoon meedoen.
Als we de resultaten van die test doorheen de jaren bekijken, dan zien we een zeer merkwaardige fluctuatie. Ik heb het even opgezocht: in 2012 waren we zesde, een jaar later dertiende, dan waren we negende en nu zijn we zeventiende. Dat zijn Belgische cijfers, uiteraard. Dat zou de indruk kunnen wekken dat dit alles ups en downs kent, maar dat kan natuurlijk ook te maken hebben met het staal van mensen die aan de test deelnamen.
Ik vind de associatie die u maakt met ons leerplichtonderwijs, met ons secundair onderwijs dus eigenlijk niet helemaal correct. Wat de resultaten van ons onderwijs betreft, wil ik toch verwijzen naar het Europese onderzoek van 2012 inzake de talige competenties van onze leerlingen. Dat kent u uiteraard. In dat onderzoek werden veertien regio’s met elkaar vergeleken. Wij stonden op de eerste plaats, samen met Zweden en Malta, wat luister- en leesvaardigheid betreft, en op de derde plaats wat schrijfvaardigheid betreft. Het is dus niet juist om uit die test waarnaar u verwijst, te gaan afleiden dat we het eigenlijk slecht doen en dat we ter zake zeker dringend ons onderwijs moeten veranderen.
Dat betekent niet dat we niets moeten doen. We hebben al maatregelen genomen, mijnheer Daniëls, dat weet u. Deze regering heeft voor het eerst beslist om zelfs al in de kleuterklas in budget te voorzien om kindjes die geen Nederlands kennen goed Nederlands te kunnen aanleren. Deze regering heeft ook al beslist om ons onderwijs niet te verzwakken, maar wel integendeel te versterken.
CLIL, Content and Language Integrated Learning, het aanbod van vakken in andere talen, is door de jaren beter geworden, maar het kan nog veel beter. Om nog eens in te gaan op het artikel in Knack waar u naar verwijst, er wordt echt ingezoomd op het hoger onderwijs. Daar is het aanbod van vakken in andere talen zeer, zeer beperkt. Het ligt zelfs onder onze decretale mogelijkheden. Daar kunnen we zeker een tandje bijsteken.
Wat de eindtermen betreft, mijnheer Daniëls, volg ik u. We moeten inderdaad op niets wachten, we moeten onze ambities scherp stellen. Onze verwachtingen naar de leerlingen moeten sterk genoeg zijn. Het probleem dat u aankaart, is het probleem van de globale talige competenties van de Vlamingen, en helemaal niet van ons leerplichtonderwijs alleen.
De talige competenties zijn een niet onbelangrijk element. Ik verwijs naar het regeerakkoord. In het regeerakkoord is niet zomaar opgenomen dat we inzetten op die vreemde talen. U hebt het over het hoger onderwijs, dat is allemaal goed en wel, maar om in het hoger onderwijs in een andere taal les te kunnen volgen, moet men de taal al beheersen. Als dat niet het geval is, is er een probleem met de democratisering. Beeld u in dat iemand niet goed het Engels of het Duits kent, en een vak wordt in die taal gegeven, dan wordt het probleem van de democratisering van ons hoger onderwijs nog groter. Laat ons op het gebied van moderne vreemde talen focussen op de inzet in ons leerplichtonderwijs. Het is niet onbelangrijk. In Vlaanderen is de voertaal inderdaad het Nederlands, maar laat ons de Vlamingen meertalig maken.
De heer Verstreken heeft het woord.
Ik verwijs naar het symposium dat hier werd gehouden met de Taalunie. Daar werden nuttige dingen gezegd over het Standaardnederlands. Minister Crevits is daarvan op de hoogte. We moeten dat meenemen en hanteren in de toekomst.
Mevrouw Brusseel heeft het woord.
Minister, u weet dat voor mijn partij die meertaligheid heel erg belangrijk is. Ik ben al jaren pleitbezorger voor meer CLIL, meer vreemde talen en vooral voor meer Engels op elk niveau. Wat ons betreft, mag dat nog verder gaan. Daar ijveren we al een hele tijd voor, zo discreet als we kunnen, mijnheer Daniëls, u kent mij. Eerlijk gezegd, voor mij is het een aangename verrassing dat u dat hier vandaag op de agenda zet. (Opmerkingen van Koen Daniëls)
Uw partij heeft toch al vaak moeilijk gedaan over mijn vragen voor meer en beter Engels vanaf een jongere leeftijd, zodat het echt rendeert, zodat het makkelijk en leuk is voor de kinderen en dat ze tegen hun 18 perfect Engels kunnen. Graag uw steun, minister. (Applaus bij Open Vld, sp.a en Groen)
Minister, mag ik u ook een vraag stellen? Wat is hemd in het Engels? (Gelach)
Ik ga antwoorden op de echte vragen. De voorzitter mag geen vragen stellen. (Gelach)
Voor de mensen die nostalgisch aangelegd zijn, gisteren is mijn quote nog eens uitgezonden op de radio. Hij behoort langzaam maar zeker tot het erfgoed van Vlaanderen. Hij zal wellicht ook in de databank van de VRT zitten waar leerkrachten vanaf vandaag uit kunnen putten om hun leerlingen te wijzen hoe het moet of niet moet.
Ik heb het nog niet gezegd, maar als we de leerlingen goed Standaardnederlands, goed Engels en goed Frans willen aanleren, dan is het ook van belang dat de leraren die talen goed beheersen. Daarom heeft de Vlaamse Regering gekozen voor een instapproef voor de leerkrachtenopleiding. Die zal gefocust zijn op die talige competenties van de jongeren die leerkracht willen worden. Het is goed om daar snel werk van te maken.
Wat de ogenschijnlijke tegenstelling betreft tussen Open Vld en N-VA, denk ik dat we beide kunnen verzoenen. Enerzijds is er ons talig onderwijs dat scherpe eindtermen moet hebben en waar we van de leerlingen moeten verwachten dat ze goed Standaardnederlands spreken, goed Frans, dat de tweede taal is, goed Engels en – als het mogelijk is – goed het Duits moeten beheersen. Anderzijds moeten we de poorten durven open te zetten om bepaalde vakken, zeker in ons hoger onderwijs, te laten aanbieden in een andere taal. Het klopt natuurlijk dat je daarvoor die taal moet beheersen. Leerkrachten secundair onderwijs zeggen me ook dat als je geschiedenis, biologie of aardrijkskunde kunt geven in het Engels, je meteen ook de talige competenties van de leerlingen aanscherpt.
We kunnen binnen het bestaand regelgevend kader nog stappen voorwaarts zetten. Daar wordt ook werk van gemaakt. We zien ook dat al meer scholen dan twee of drie jaar geleden CLIL aanvragen. Dat is een goede evolutie.
Mevrouw Brusseel, die moderne vreemde talen zijn niets nieuws. Dat staat al een tijdje in het regeerakkoord. Minister, ik ben blij dat u zegt dat u de eindtermen wilt aanscherpen en dat we niet moeten wachten op het debat over die eindtermen.
Voor alle duidelijkheid: sommigen percipiëren N-VA misschien als een partij die enkel pleit voor het Nederlands. Neen, N-VA vindt het cruciaal dat het Nederlands, onze taal die ons bindt, zeer goed wordt beheerst door iedereen, maar ook dat de Vlamingen in de wereld hun mannetje of vrouwtje kunnen staan. Vlamingen moeten noodzakelijk meertalig zijn. Dat is dan niet het Chinees, wat uw partij een aantal keren op de agenda heeft gezet, maar wel het Engels, het Frans en het Duits. (Applaus bij de N-VA)
De actuele vraag is afgehandeld.