Verslag plenaire vergadering
Verslag
De heer Vanlouwe heeft het woord.
Voorzitter, minister, de voorbije week was er in diverse media sprake van de problematiek van de Brusselse tunnels. Wij kennen de situatie. Ze sleept al jaren aan en is dramatisch en beschamend. Dat zei ook onze collega in het Brussels Parlement en schepen van de stad Brussel, mevrouw Ampe.
Soms rijden er op een dag tienduizenden auto’s door de tunnels. Honderdduizenden pendelaars komen dagelijks naar Brussel. Het probleem van de tunnels had eigenlijk al jaren geleden opgelost moeten zijn.
Nu circuleren er meerdere scenario’s. Weliswaar volgens geruchten wordt enerzijds gewag gemaakt van de daadwerkelijke sluiting van de tunnels. Men verwijst naar het Reyersviaduct, dat al gesloten is en dat men op dit ogenblik aan het slopen is, of dat ondertussen al grotendeels is verdwenen. Anderzijds zou er het scenario zijn van een soort tolheffing: een taks voor de pendelaars die dagelijks naar Brussel komen uit Vlaanderen en Wallonië. Zij zouden moeten betalen voor de renovatie van die tunnels. Dat is onvoorstelbaar, goed wetend dat Brussel bij de vorige staatshervorming een belangrijke herfinanciering heeft gekregen. Enkele jaren geleden werd al gezegd dat Brussel ondergefinancierd is. Wel, ik stel vast dat die onderfinanciering er blijkbaar tot op vandaag nog altijd is. Ook Brussels minister-president Vervoort, maar ook diens collega, minister Smet, zegt altijd eigenlijk te weinig geld te hebben en die renovatie op dit ogenblik niet te kunnen doen.
Minister, dit heeft een enorm effect, niet alleen op de economie in Brussel, niet alleen voor de Brusselaars, zoals ikzelf, die ook die tunnels dagelijks gebruiken, maar ook voor de pendelaars. Hebt u overlegd met uw collega, minister Smet? Wat is uw visie op de hele problematiek van die tunnels?
Minister Weyts heeft het woord.
Wat minister Smet betreft: in het verleden is wel het scenario zijdelings aangehaald waarin er sprake zou zijn van een renovatie en een effectief herstel van de Leopold II-tunnel. Vanzelfsprekend was er geen sprake van het sluiten van de tunnels. Men moet immers weten dat Brussel via Vlaanderen wordt bereikt via grosso modo vijf toegangswegen. Bij vier ervan wordt uiteindelijk gebruikgemaakt van een tunnel. Stel u voor dat dat zou worden afgesloten. In Brussel werken er ongeveer 600.000 mensen, waarvan er 227.000 ook in Brussel wonen, maar 380.000 uit Vlaanderen en uit Wallonië komen. Wat Vlaanderen betreft, gaat het om 250.000 mensen die vrijwel dagelijks naar Brussel pendelen. Uiteindelijk gaat het echter niet alleen over de jobs van die 250.000 Vlamingen, maar vooral over die van 600.000 mensen. Je kunt er immers gif op innemen dat, mocht men zo’n drastische maatregel nemen en overgaan tot de sluiting, dat ook een economische impact zal hebben, niet alleen voor diegenen die pendelen, maar ook voor diegenen die vandaag in Brussel werken en wonen. Dat lijkt me vrij evident. Dat schrikbeeld speelt dus, maar ik heb begrepen dat dat absoluut nog wordt gecontesteerd en dat daarover geen beslissingen zijn genomen, dat dat een ballonnetje is.
Wat het betalen van die factuur via een soort pendelbelasting betreft: net in het kader van de zesde staatshervorming is er 500 miljoen euro extra gegaan naar het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest, onder andere net ter compensatie van de belasting en de kosten die de grote pendelbeweging vanuit Vlaanderen en andere contreien naar Brussel met zich meebrengt. Ik meen echter dat dit daarmee toch afdoende zou moeten zijn gedekt.
Minister, ik dank u voor uw antwoord. Niet alleen in het belang van de pendelaars, maar ook in het belang van de Brusselaars lijkt het me inderdaad absoluut noodzakelijk dat men heel dringend die tunnels renoveert. Men spreekt daar al van. Ik betreur ten zeerste dat minister Smet eigenlijk opnieuw een studie wil laten uitvoeren, dat hij een masterplan ontwikkelt, want dat zijn zaken die natuurlijk al jaren geleden zijn gebeurd. Iedereen weet dat die tunnels moeten worden gerenoveerd. Men kan die niet zomaar afsluiten. Dat zou gewoon dramatisch zijn voor een stad als Brussel. De Stefaniatunnel onder de Louizalaan is reeds gesloten. We zien welke verkeerschaos alleen dat al veroorzaakt in deze stad. Stel u voor dat de Leopold II-tunnel zou worden afgesloten. Beeld u in welke chaos dat zou veroorzaken. De bedrijven zullen uit Brussel wegtrekken, en misschien ook administraties. Dat is echt een doemscenario voor onze stad.
Ik vind het goed dat er overleg is. Ik hoop dat minister Smet u binnenkort ook zal contacteren. Ik wijs er ook nog op dat er een mobiliteitsfonds bestaat. Ik hoop dat Brussel inderdaad zijn prioriteiten zal stellen en die tunnels inderdaad zal renoveren.
De heer Doomst heeft het woord.
Minister, uw collega-minister Smet ziet niet veel licht meer in de tunnel en denkt zelfs aan ‘toetunnelen’. Ik denk dat we daar een ernstig gesprek over moeten hebben.
Nu dreigen we vast te rijden in de tunnel omdat een aantal zaken al te ver gevorderd zijn. Is het niet echt nodig dat we een vorm van structureel overleg organiseren rond mobiliteit om zaken te voorkomen in plaats van te moeten genezen?
De heer Keulen heeft het woord.
Ik heb Brussels minister Vanhengel gesproken, en die zei me het volgende. Dit is gewestmaterie, dus dit is een Brusselse verantwoordelijkheid. De tunnels moeten hersteld worden, dat is belangrijk voor de economie en de mobiliteit. We zullen ze herstellen en we zullen die herstelling ook betalen. Wij moeien ons niet met Oosterweel in Antwerpen, jullie moeten je niet bemoeien met onze tunnels. Het gewest zal zijn verantwoordelijkheid nemen, dat hoort zo in een samenwerkingsfederalisme. Dit is een zuivere gewestmaterie. Dit is een zaak van het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest.
De heer Vandenbroucke heeft het woord.
Ik ben blij, minister, dat u bevestigt dat de vraag van de heer Vanlouwe louter op geruchten gebaseerd is. Ik denk niet dat u uw stad daarmee een goede dienst bewijst, mijnheer Vanlouwe.
Het is een feit dat de Brusselse Regering 5 miljard euro investeert in alternatieven: overstapparkings, een verlenging van de tramlijn naar de Heizel, verhoging van de capaciteit van de MIVB en dergelijke. De verkeersknoop in en rond Brussel is een gedeelde verantwoordelijkheid van onze beide gewesten. Welke initiatieven, minister, gaat Vlaanderen nemen om mee te helpen de verkeersknoop rond Brussel – toch onze hoofdstad – te ontwarren?
Er is al een hele poos een discussie over een ‘memorandum of understanding’. Het gaat over een kader voor de oplijsting van de diversen van de contentieux tussen het Vlaamse Gewest en het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest. Ik kan u heuglijk meedelen dat ik deze week antwoord heb gekregen van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering op mijn voorstel. We bekijken dit nu en zullen de knoop doorhakken zodat we het kader kunnen vastleggen. Daarin moeten onder andere de afspraken vervat zitten over de werkzaamheden op de ring, tram- en fietsverbindingen, en als het even kan ook verbindingen over water.
Ook in Vlaanderen hebben we tunnels, maar liefst 25, dat zijn er meer dan in het Brusselse Gewest. We hebben daarvoor een tunnelteam opgericht met 53 personen. We moeten ook wel wat schade uit het verleden inhalen. Die mensen houden zich bezig met het onderhoud en de renovatie.
Het is verheugend vast te stellen dat ik vandaag niet de enige woordvoerder ben in deze plenaire vergadering. De heer Keulen en u hebben ook een voorgeschiedenis op dat vlak. Het is heuglijk nieuws dat u als woordvoerder kunt brengen van de Brusselse gewestregering en van minister Vanhengel.
De heer Vandenbroucke heeft gewezen op de gedeelde verantwoordelijkheid. De heer Keulen heeft gewezen op de eigen verantwoordelijkheid. We zitten hier natuurlijk met een fundamenteel probleem, dat jammer genoeg niet wordt aangepakt. We kennen het probleem al jaren. Jaren geleden zijn de zijwanden van de tunnels gewoon ingestort. Vier, vijf maanden geleden is er een betonblok terechtgekomen op een wagen waarbij gelukkig geen lichamelijke schade was. Dat heeft een enorme impact.
Ik hoop dat minister Vanhengel nooit een betonblok op zijn wagen krijgt, maar de periode van studies is voorbij. Nu verwacht men daadwerkelijk ondernemen en concrete renovatie. Dat is in het belang van Brussel en van Vlaanderen, in het belang van iedereen. We verwachten dan ook daadkracht van de Brusselse Regering. Ze moet aantonen dat de tunnels gerenoveerd worden.
Ik wil nog wijzen op de fondsen die hieromtrent bestaan. We hebben het Belirisfonds, dat is vooral een investeringsfonds en niet zozeer een renovatiefonds. We hebben het Fonds voor Mobiliteit met extra geld, wel honderden miljoenen. Ten slotte hebben we een compensatiefonds voor inkomensverlies van de pendelaars die dagelijks naar Brussel komen. Ik hoop dat de Brusselse Regering haar prioriteiten gaat stellen en die tunnels gaat renoveren.
De actuele vraag is afgehandeld.