Verslag plenaire vergadering
Verslag
Voorstel tot verdaging
Dames en heren, vanmiddag heeft de heer Matthias Diependaele bij motie van orde een voorstel tot verdaging gedaan van het voorstel van decreet van Cathy Coudyser, Karin Brouwers, Marnic De Meulemeester, Jan Van Esbroeck, Johan Verstreken en Ann Soete houdende het toeristische logies.
De heer Diependaele heeft het woord.
Voorzitter, we menen dat er nog een kans is om hierover in overleg te treden met de sector, om een win-winsituatie te krijgen voor zowel de overheid als de sector. Daarom vragen we dat de behandeling van dit voorstel van decreet zou worden uitgesteld, om dat degelijk te kunnen doen en geen haastwerk af te leveren.
De heer Sintobin heeft het woord.
Voorzitter, we kunnen natuurlijk wel akkoord gaan met het uitstel, omdat wij ook van mening zijn dat de sector zo goed mogelijk moet worden gehoord, maar we vinden de uitleg van de heer Diependaele niet correct. Dat is immers volstrekt dezelfde uitleg die collega Vandenberghe van sp.a, ikzelf en collega Caron hebben gegeven om bij de bespreking van het voorstel van decreet in de commissie een hoorzitting te vragen en alle actoren te betrekken bij het uitwerken van dit voorstel van decreet.
Er was discussie over twee zaken, namelijk de verplichte aanmelding en de comfortclassificatie. Het eerste punt werd tijdens de commissiebesprekingen door middel van een amendement aangepast. Met het tweede punt zal waarschijnlijk worden tegemoetgekomen aan de verzuchtingen van de sector. Het is eigenlijk een knoeiboel, maar we gaan akkoord met de verdaging.
De heer Vandenberghe heeft het woord.
Er is een spreekwoord dat zegt ‘berouw komt na de zonde’, maar eigenlijk heb ik plaatsvervangende schaamte. Ik begrijp er niets meer van. De sector heeft verschillende keren geprobeerd overleg te plegen met de mensen die het voorstel van decreet wilden indienen, maar ze stonden telkens voor een muur. Bij mijn intrede in het parlement in juni jongstleden, heb ik in elke commissie waar dat punt aan bod kwam, aan de indieners van het voorstel van decreet gevraagd om in debat te gaan met de sector en het politieke debat rond het Logiesdecreet te voeren. Onze fractie heeft tot twee keer toe een hoorzitting met de sector gevraagd; niet om blind tegemoet te komen aan de vragen van de sector, maar om op zijn minst te luisteren. Er werd ons gezegd dat er al een bijeenkomst was geweest, maar in het verslag stond niets over het Logiesdecreet.
Nu is de comfortclassificatie voor de indieners van het voorstel van decreet plots wel belangrijk. We hebben nochtans gewezen op het belang ervan. Ik ben burgemeester van Bredene, de grootste campinggemeente van de kust, en had overleg met de sectoren en bezoekers. De verplichte classificatie voor hotels en campings is ongelooflijk belangrijk. Wanneer we dat naar voren brachten, werd het evenwel vakkundig van tafel geveegd. Er kon geen debat over worden gevoerd. Nu het voorstel van decreet voorligt, nu we erover moeten stemmen, zien de indieners en de minister plots het licht. Nu moet de stemming worden uitgesteld en wordt de verplichte comfortclassificatie toch doorgevoerd.
Ik begrijp het echt niet. Hadden de indieners van het voorstel van decreet een hoorzitting georganiseerd en naar alle actoren geluisterd, dan had men kunnen anticiperen en lag er nu een voorstel van decreet voor dat door iedereen werd gedragen en moest er geen uitstel zijn. Dit is een voorbeeld van hoe men niet aan politiek moet doen. We komen hier heel slecht uit. (Applaus bij de sp.a)
De heer Caron heeft het woord.
Groen heeft het voorstel van decreet gesteund en blijft het ook steunen. We zijn er namelijk van overtuigd dat de comfortclassificatie en andere regelingen door de sector zelf moet worden geregeld. Dat gebeurt in vele andere maatschappelijke sectoren ook. De taak van de overheid is voorzien in basiskwaliteit en daarvoor opkomen. We delen dat principe en daarom steunen we ook dit voorstel van decreet.
Ik heb tot twee keer toe gezegd dat het absoluut noodzakelijk is de sector nog eens te horen om onze democratische taak correct te kunnen uitvoeren. Men moet niet per se de belangen van de sector involgen, maar men moet wel luisteren. Dat is niet gebeurd. Het is beter dat het inzicht laat komt dan nooit.
Door het signaal uit de sector wordt nu even op de pauzeknop gedrukt. Ik wil graag met de meerderheid meedenken over de correctie die moet worden aangebracht. Uit een Belgabericht heb ik begrepen dat het de bedoeling is de regulering met betrekking tot de comfortclassificatie door de sector te laten uitwerken en het basisprincipe van verplichte toetreding in het ontwerp van decreet te zetten. Ik denk dat hiermee in grote mate wordt tegemoetgekomen aan de kritiek van de sector en van mijn collega. Het is een fantastische gelegenheid om naar de sector te luisteren en met alle democratische partijen een consensus te zoeken. Het toerisme in Vlaanderen, economisch toch een heel belangrijke sector, zou met dat brede draagvlak gediend zijn. Ik wens me bij dezen graag op te stellen als verzoener. (Applaus bij Groen)
Het is natuurlijk een beetje jammer dat mensen op basis van een gebrek aan informatie, wat ik trouwens kan begrijpen, uitspraken doen die helemaal niet kloppen. Ik zal het verduidelijken.
Mijnheer Vandenberghe, je moet echt wel opletten dat je alles weet voor je uitspraken doet. Het is niet zo dat de indieners van het decreet van gedacht zijn veranderd of wat dan ook. Er is een opening gemaakt bij de sector. Het is de sector die nu bereid is om over bepaalde zaken te praten, namelijk het overnemen van de comfortclassificatie. Dat is het grote verschil. Daar zaten we als overheid op te wachten, of dat was de intentie, en zij zijn daar nu toe bereid. Indien u dat allemaal een foute manier van werken vindt, dan stel ik voor dat u contact met hem opneemt.
Vraagt nog iemand het woord? (Neen)
Dan stemmen wij bij zitten en opstaan over het voorstel tot verdaging.
De volksvertegenwoordigers die het voorstel wensen aan te nemen, wordt verzocht op te staan.
De tegenproef.
Het voorstel tot verdaging is aangenomen.
Het incident is gesloten.