Verslag plenaire vergadering
Verslag
Algemene bespreking
Dames en heren, aan de orde is het ontwerp van decreet tot wijziging van diverse decreten, wat betreft de integratie van de beleidsondersteunende opdracht inzake sport in het agentschap Sport Vlaanderen, en tot wijziging van het Antidopingdecreet van 25 mei 2012.
De algemene bespreking is geopend.
De heer Wouters, verslaggever, heeft het woord.
Op donderdag 12 november 2015 behandelde de Commissie voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media het ontwerp van decreet tot wijziging van diverse decreten, wat betreft de integratie van de beleidsondersteunende opdracht inzake sport in het agentschap Sport Vlaanderen, en tot wijziging van het Antidopingdecreet van 25 mei 2012.
Minister Muyters begon met een toelichting waarbij hij de wijzigingen kaderde binnen het regeerakkoord en zijn beleidsnota. De wijzigingen gaan uit van de logica dat er één loket ter facilitering is van de klant, ofwel de sporter. Alle ondersteuningsmaatregelen komen bij één agentschap terecht. De omschakeling naar de naam Sport Vlaanderen moet die omslag uitdragen en dekt de integrale lading van alles wat in Vlaanderen sport betreft.
In eerste instantie is er gesleuteld aan het Blosodecreet van 7 mei 2004, maar er zijn wijzigingen doorgevoerd in meerdere decreten om de hervorming te realiseren. Tegelijk is het Antidopingdecreet aangepakt.
Artikelsgewijs zijn er twaalf hoofdstukken. Hoofdstuk 2 omvat de wijzigingen van het Blosodecreet. Hoofdstukken 3 tot en met 10 bevatten de technische wijzigingen naar aanleiding van de inkanteling en hoofdstuk 11 omvat de wijzigingen inzake het Antidopingdecreet. De inwerkingtreding zou voorzien zijn op 1 januari 2016. Het ontwerp van decreet somt de taken van het agentschap op, met als onderdelen voorbereiding, evaluatie, breedtesport en topsport alsook de uitvoering van het beleid. De Vlaamse Regering kan aan het agentschap opdrachten toewijzen.
Tijdens de bespreking in de commissie sluit Joris Poschet zich namens de CD&V-fractie aan bij de positieve appreciatie van de Vlaamse Sportraad ten aanzien van het realiseren van één centraal aanspreekpunt voor sporters en verenigingen. Hij stelde nog enkele vragen aan de minister over de naamsverandering, het financiële plaatje en de inkanteling van NADO.
Rob Beenders sluit zich namens de sp.a-fractie aan bij de vragen over financiering van de naamsverandering. De naam zelf vindt hij alvast heel duidelijk en goed gekozen. De minister licht toe dat er geen geld wordt vrijgemaakt voor de naamsverandering, maar dat dit geleidelijk aan zal gebeuren. Ook wat antidoping betreft krijgt de minister steun van de sp.a-fractie.
Lionel Bajart beaamt namens de Open Vld-fractie dat niemand tegen bestuurlijke vereenvoudiging en efficiëntiewinst kan zijn. Het samenbrengen bij één entiteit noemt hij bijzonder positief. Hij stelde nog bijkomende vragen over de effecten op het personeelsbestand, de evaluatie van NADO en de juridische betekenis aan de minister.
Herman Wynants vernoemde namens de N-VA-fractie dat de gehele operatie grote voordelen kan opleveren waarbij klantvriendelijkheid voorop komt te staan. Het éénloketprincipe brengt ook transparantie.
Bart Caron kan zich met de Groenfractie grotendeels vinden in het ontwerp van decreet en vindt het prima dat er organisatorisch bepaalde activiteiten in het nieuwe agentschap worden ingekanteld. Hij stelde nog enkele bijkomende vragen over de toevoeging van Brussel in het concept. Hij pleit er echter voor om een organisatorisch-administratieve en juridische scheiding aan te houden tussen NADO en de sportadministratie. Zo niet, komt er een organisatie met weliswaar operationele autonomie, die echter potentieel moet optreden tegen actoren die een arbeidsovereenkomst hebben met datzelfde agentschap.
De minister reageert hierop dat NADO hoognodig elders terecht moest komen. Decretaal wordt er nu operationele en financiële onafhankelijkheid voorzien. Het ontwerp zorgt er expliciet voor dat belangenvermenging wordt uitgesloten. NADO heeft tevens bij Sport Vlaanderen veel directer toegang tot relevante informatie.
Joris Poschet reageert hier nog op dat CD&V hoopt dat de decretaal ingebouwde onafhankelijkheid solide zal zijn. Bart Caron beaamt de operationele en financiële scheiding, maar waarschuwt nog voor de administratieve afhankelijkheid.
Er volgt een artikelsgewijze bespreking en ten slotte een eindstemming. Het ontwerp van decreet tot wijziging van diverse decreten, wat betreft de integratie van de beleidsondersteunende opdracht inzake sport in het agentschap Sport Vlaanderen, en tot wijziging van het Antidopingdecreet van 25 mei 2012, wordt aangenomen met 13 stemmen voor bij 1 onthouding.
De heer Wynants heeft het woord.
Voorzitter, minister, dames en heren, mijn fractie steunt dit ontwerp van decreet volmondig. Het voert het regeerakkoord uit.
Het geeft een efficiënte indeling van onze overheid. Dat is al aangehaald. Het is positief om onder één naam te zitten: Sport Vlaanderen. Dat is de budgettaire en bestuurlijke eenmaking van de sportwereld in Vlaanderen.
Daarnaast wil ik er nog even op wijzen dat deze indeling, deze enorme samensmelting die er is gekomen, ook voor de individuele sporter een enorm voordeel heeft. We hebben duidelijk één loket voor alle sportaangelegenheden, zowel voor de recreatieve sporter als voor de topsporter.
Dan wil ik nog een kleine toevoeging doen met betrekking tot de NADO. Het WADA heeft deze constellatie, die de heer Wouters daarnet heeft uitgelegd, volledig goedgekeurd.
De heer Beenders heeft het woord.
Voorzitter, minister, geachte leden, ik denk dat het meeste is gezegd over de houding van sp.a met betrekking tot dit ontwerp van decreet. Minister, het is eigenlijk ook de ambitie van sp.a om u bij elk sportdecreet maximaal te steunen. We hebben dat al regelmatig gezegd. We zouden het liefst heel deze legislatuur steeds ja willen stemmen als u een ontwerp van decreet met betrekking tot sport voorlegt.
We hebben in de commissie aan u ook een uitnodiging gericht over het ontwerp van decreet dat de dag nadien door de Vlaamse Regering werd besproken, over de toekomst van de sportfederaties. Ik wil die uitnodiging graag nog eens herhalen, want ik vrees dat we anders naar een decreet gaan waarover we misschien iets minder positief zullen zijn. We willen u nog altijd de hand reiken en samen met u zelfs kamerbreed gaan om ook uw volgende ontwerp van decreet, met betrekking tot de sportfederaties, goed te keuren.
De heer Caron heeft het woord.
Voorzitter, ik dank de heer Wouters voor het gedegen verslag. Ik wil toch nog even interveniëren. Ik lijk op de heer Beenders wat het vorige punt betreft. Ik merk ook dat we in de commissie vaak niet aan partijpolitiek doen als het over sport gaat, maar de belangen van de sport als dusdanig, van de sporters en hun hele omgeving, boven ons politieke handelen stellen.
Ik vind het enerzijds zeker oké dat de delen van het beleidsveld die in het departement waren ondergebracht en de grote delen die bij Bloso waren ondergebracht, nu terug samenkomen. Die komen allemaal in dat nieuwe agentschap Sport Vlaanderen. Dat is ook een goede naam, die wellicht minder mysterieus zal zijn voor nieuwe, jonge sporters dan Bloso. Ik daag de vergadering overigens uit: voor wat staat het letterwoord Bloso? Dat zou een leuke quizvraag zijn. Ik vraag me vooral af of nog veel mensen weten waar die eerste b voor staat. Voorzitter, u bent te jong om te antwoorden. Minister, het is dus een goede zaak dat dit inkantelt, dat het een nieuwe naam krijgt en dat dit één beleid wordt. We kennen de historische verklaring, de voorgeschiedenis en daar gaan we niet naar terugkeren. Daarvoor krijgt u dus de grootste onderscheiding.
Anderzijds wil ik over ons nationale dopingagentschap NADO toch nog eens een principiële opmerking maken. Ik zal dit ook duiden. Het gaat niet over u als minister van Sport. Ik heb vertrouwen in uw handelen ter zake en ik weet dat u, zelf, via uw kabinet of via uw diensten, op geen enkele wijze invloed zult uitoefenen op het autonome handelen van ons dopingagentschap. U bent een belangrijk figuur in het WADA. U deelt de waarden en de procedures daarvan. Daarover gaat het dus niet.
Het onderbrengen van NADO in het agentschap Sport Vlaanderen betekent echter het volgende. Ik zal het even duidelijk illustreren voor wie de materie minder goed kent. De jonge, beloftevolle topsporters, in sportdisciplines die geen grote verdieneffecten veroorzaken, die op de payroll staan van datzelfde agentschap, zullen worden gecontroleerd door een dopingagentschap onder dezelfde leiding als hun werkgever. De werkgever, of een deel daarvan, zal dus eigenlijk atleten die bij hem in dienst zijn, op doping controleren. Dat is ethisch niet correct. Ik weet dat u probeert dat administratief goed te onderscheiden, dat u probeert daar via de begroting, de hiërarchie en de manier van verantwoorden een oplossing voor te vinden. Nogmaals, ik wil dat accepteren van u en uw kabinet in persona, maar dit ontwerp van decreet is niet alleen gemaakt voor nu, maar ook voor de toekomst.
In het verleden was de NADO ook niet ondergebracht bij het agentschap Bloso, noch bij het departement. In illo tempore was het ondergebracht bij Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur (WVC), omdat dopingbestrijding geen element is van topsportbeleid, maar van gezondheidsbeleid. Dat functioneerde daar degelijk. Het was de toenmalige administrateur-generaal die de administratieve chef was van het dopingagentschap. Later is het overgebracht naar het departement Cultuur, Jeugd, Sport en Media. Dat is nog een zekere afstand ten opzichte van het agentschap Bloso, al is de afstand al veel korter.
Minister, ik pleit er samen met de SARC voor om de NADO op zo groot mogelijke afstand te zetten van de operationele en beleidsmatige zaken waar Sport Vlaanderen morgen voor staat. Dat hoeft niet te betekenen dat u als minister niet bevoegd zou zijn. U kunt net zo goed bevoegd zijn voor dopingcontrole als uw diensten zijn ondergebracht in een ander departement.
Ik wil ten slotte ook mijn vertrouwen uitspreken in het team van de NADO. Het zijn heel fijne mensen en ik weet dat ze indien nodig zullen vechten voor die autonomie die de WADA-code oplegt. Daar ligt mijn twijfel dus niet in. Maar een decreet maak je niet voor de tijdelijkheid, maar zogezegd voor de eeuwigheid. Wij zijn een goede leerling van de klas, want het is niet omdat wij in Vlaanderen relatief veel dopinggevallen hebben, dat we een slechte leerling zijn. Wij controleren namelijk veel meer dan andere landen, ook amateursporters en zeer kwetsbare disciplines als bodybuilding en andere fysieke disciplines waar dopinggebruik helaas nog altijd schering en inslag is. Ik kan alleen toejuichen dat dat wordt bestreden.
Collega Wynants zegt dat het WADA akkoord gaat met deze piste, maar dat kan alleen maar zijn, minister, omdat ze aan u niet twijfelen. Ik kan mij niet indenken dat het WADA een absoluut inzicht heeft in de administratieve indeling van de Vlaamse overheid en de finesses daarvan beheerst. Ik zou graag gehad hebben dat u dat beleid voortzet zoals het vandaag gevoerd wordt, maar dat het administratief elders wordt ondergebracht. Om die reden zullen wij ons bij de stemming over dit ontwerp van decreet onthouden. Dat ene punt geeft de doorslag voor de onthouding.
Minister Muyters heeft het woord.
Ik dank collega Wouters voor het verslag en de collega’s voor de positieve reacties die er ook vandaag weer zijn geweest. Mijnheer Beenders, ik heb u ook in de commissie al bedankt voor die uitgestoken hand. Met betrekking tot het Federatiedecreet heb ik toen ook wel gezegd dat ik de procedure, zoals we nu bezig zijn, niet plots op iets langere termijn kan uitvoeren, maar we zullen zien op welke manier we daarover toch nog verder van gedachten kunnen wisselen.
Mijnheer Caron, ik ben heel blij met die grootste onderscheiding voor alles behalve de NADO. Het komt niet vaak voor dat je van de oppositie grootste onderscheiding krijgt. En over die NADO wil ik toch een paar punten opnieuw naar voren brengen, ook ter informatie van iedereen. Ten eerste bestaat de NADO vandaag uit twaalf mensen. Iedereen beseft dat je voor twaalf mensen de nodige ondersteuning moet hebben. U zegt dat ik ze elders moet onderbrengen, maar ik vind dat je ze vooral efficiënt moet onderbrengen, en de relevante informatie zit bij het agentschap Sport Vlaanderen. Daarom lijkt het mij vanzelfsprekend dat je ze ook bij Sport Vlaanderen onderbrengt.
Ten tweede zegt u dat het vandaag dan nog beter is, omdat het departement toch nog verder van de uitvoering staat. Mag ik u erop wijzen dat het departement vandaag de NADO bevat, maar ook alle renners van Topsport Vlaanderen en ook Atletiek Vlaanderen en dat ik daar in de voorbije vijf jaar nooit kritiek op gehoord heb? Kijk de verslagen erop na, daar is nooit kritiek op geweest, net omdat men dat ook correct heeft gedaan.
Een derde punt is dat we de situatie fundamenteel verbeteren. We schrijven in het ontwerp van decreet in dat er ‘Chinese walls’ komen in de begroting. We zullen dat morgen in de commissie uitvoerig bespreken. In de begroting komt er een apart hoofdstuk voor het antidopingagentschap. Ook daar is men organisatorisch en financieel onafhankelijk ten opzichte van het agentschap Sport Vlaanderen. Dat was in het verleden niet het geval. Zo zaten ethisch sporten en antidoping in één geheel. Er is nu een duidelijke grens tussen het een en het andere. Dat is absoluut een verbetering.
U zegt dat u alle vertrouwen hebt in de mensen van het agentschap Sport Vlaanderen en van de NADO. Ik ben heel blij dat u ook in mij alle vertrouwen hebt. Maar u zult niet allemaal blijven, terwijl er altijd een parlement zal zijn. Als we die ‘Chinese walls’ decretaal inschrijven, kan het parlement dat bevragen, dat bekijken en daarover de nodige vragen stellen. Daar heb ik alle vertrouwen in.
Mijnheer Caron, het is toch normaal dat wij in onze administratie geloven? Mijn partij staat daarachter. Wij willen dat niet blijven betuttelen. Wij geven dus ons vertrouwen aan de administratie en aan de administrateur-generaal. De hoofden van de inspectie worden toch ook door de directeur-generaal van de administratie beoordeeld? Waarom zou dit dan fout zijn?
Dat is een heel goede vondst. Minister, ook wat u op het laatst zei, vond ik een heel goede vondst.
Ik herhaal dat ik vertrouwen heb in de medewerkers en de diensten. Minister, wat dat punt betreft, heb ik absoluut vertrouwen in u. Ik wil dat hardop zeggen. In de zes jaar dat u minister van Sport bent, is ons dopingbeleid een van de beste ter wereld. Daar mogen we fier op zijn. Net daarom wil ik alle eventualiteiten en fouten ter zake uitschakelen. Het enige argument waarover ik wel eens wil nadenken, is het argument van de nabijheid van de informatie. Ik ben het eens met dat belangrijke argument. Ik heb er niet voor gepleit, zoals sommigen, om van de NADO een aparte voorziening te maken. Dan wordt het helemaal moeilijk. Ik heb vertrouwen in de administrateur-generaal. Daar gaat het helemaal niet over. Het gaat in belangrijke mate over de beeldvorming die u daarmee maakt. Die wielrenners en atleten en de NADO zaten vroeger in één departement. Nu zitten ze opnieuw samen in het agentschap Sport Vlaanderen. U maakt iets meer ‘Chinese walls’ dan vroeger, ik weet het. ‘The proof of the pudding is in the eating.’ Ik zal er de volgende jaren blijven op toezien hoe dat wordt uitgevoerd. Ik hoop en ga er zelfs van uit dat het goed zal worden uitgevoerd. Desalniettemin zou een administratieve scheiding de helderheid en de beeldvorming van Vlaanderen als de beste leerling van de klas nog versterken. Daar blijf ik bij.
Mijnheer Caron, ik geef nog een ander voorbeeld. We hebben net een heel belangrijke NADO niet-‘compliant’ verklaard, een waar officieel, wettelijk, per taal de grenzen waren. Die waren onafhankelijk. Ze stonden apart. Daar was duidelijk beïnvloeding. Met een wetgeving ga je het dus niet doen. Het zal een parlement zijn. Het zullen onafhankelijke controles zijn die de zekerheid garanderen, maar niet dit. Daar ga ik van uit. We hebben hier die ‘Chinese walls’ naar voren gebracht. We zetten ze bij de informatie. Dit is het sterkste wat we kunnen doen. Het is aan ons, als regering, en vooral aan u, als parlement, om ervoor te zorgen dat we doen wat dit ontwerp van decreet voorstelt: onafhankelijkheid in de operatie en in de financiën garanderen. Ik pleit ervoor dat u uw houding nog wijzigt en toch meestemt.
Minister, als ik heel boos zou zijn, zouden we tegenstemmen. Dat gaan we niet doen. We zullen ons onthouden omdat de rest sterk genoeg is. Ik wil er positief tegenover staan, maar laat me dat voorbehoud. Het is ingebed. On verra.
Vraagt nog iemand het woord? (Neen)
De algemene bespreking is gesloten.
Artikelsgewijze bespreking
Dames en heren, aan de orde is de artikelsgewijze bespreking van het ontwerp van decreet. (Zie Parl.St. Vl.Parl. 2015-16, nr. 545/1)
– De artikelen 1 tot en met 30 worden zonder opmerkingen aangenomen.
De artikelsgewijze bespreking is gesloten.
We zullen straks de hoofdelijke stemming over het ontwerp van decreet houden.