Verslag plenaire vergadering
Verslag
Mevrouw Partyka heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega’s, ik wil u vragen hoever het staat met het Vlaams huurrecht. Sinds 1 juli 2014 is de volledige bevoegdheid over huren en wonen een regionale bevoegdheid geworden. De staatshervorming beoogde om die bevoegdheden bij de regio’s te leggen opdat men beter het hoofd zou kunnen bieden aan de problemen op de Vlaamse huurmarkt. De OESO en alle woononderzoeken tonen aan dat er een sense of urgency vereist is om een antwoord te kunnen bieden op de problemen. Niet minder dan een op drie Vlaamse gezinnen kan niet beschikken over een betaalbare goede woning. Huurders betalen veel te veel voor slechte woningen. Verhuurders krijgen vaak niet de huur waar ze recht op hebben omdat huurders gewoon niet in staat zijn om de huur te betalen. Voorts is duidelijk aangetoond dat men discrimineert: wie in Vlaanderen een huurwoning zoekt, kan maar beter niet van allochtone afkomst of een alleenstaande moeder zijn. Om nog niet te spreken van de demografische uitdaging: tegen 2030 zullen niet minder dan bijkomend 230.000 gezinnen op zoek gaan naar een woning. Er zijn dus problemen.
Sinds deze week liggen alle puzzelstukken op tafel. De federale huurwetgeving is geëvalueerd. U hebt onderzoek laten uitvoeren. Een van de pistes is deregulering: voor een loft aan de Scheldekaaien moeten misschien minder regels gelden dan bijvoorbeeld voor een woning die niet aan de minimale kwaliteitseisen voldoet. U beschikt over een inventaris met alle pijnpunten én u hebt alle bevoegdheden. Mijn vragen zijn de volgende. Op welke manier zult u het Vlaams huurrecht op korte termijn realiseren? Op welke manier zal dat de problemen oplossen?
Minister Homans heeft het woord.
Voorzitter, collega’s, ik dank u voor deze vraag. Elk debat, ook over dit onderwerp, kan bijdragen tot het formuleren van goede besluiten. Dat kan via een debat in de commissie, maar ook dankzij overleg met het middenveld en andere actoren. Dit onderwerp is in de commissie al dikwijls ter sprake gekomen. U zei het al: de huurwetgeving is sinds 1 juli 2014 overgeheveld. Dat is een goede zaak. Dit zorgt voor een bijna homogeen bevoegdheidspakket van het bevoegdheidsdomein Wonen. Het gaat hier over de private huurwetgeving; de sociale huurwetgeving was al langer een Vlaamse bevoegdheid.
Wij hebben de evaluatie van de huurwetgeving onmiddellijk aangekondigd, zowel in de beleidsnota als in de beleidsbrief, die we na de herfstvakantie bespreken. Ik heb altijd aangegeven dat het de bedoeling is om de huurwetgeving te vereenvoudigen, te verduidelijken en stabiel te maken. We moeten absoluut een evenwicht zoeken tussen de rechten van de verhuurders en de huurders. Dat heb ik ook altijd gezegd.
U verwijst concreet naar een studiedag van 26 oktober. Dat was een tweede fase in het kader van de evaluatie. Er zijn twee fases geweest. Ik kan niet vooruitlopen op wat op de studiedag is gezegd. Het zijn aanbevelingen. Het rapport is overgemaakt in totaliteit. We gaan het nu in een conceptnota gieten, zoals aangekondigd in het parlement. Die conceptnota zullen we eerst bespreken in de commissie Wonen, zoals ik heb beloofd en daar houd ik me aan, vooraleer ik die laat valideren door de Vlaamse Regering.
Heel goed, minister, dat we die conceptnota kunnen bespreken in de commissie. Ik hoop dat er veel incentives in zitten, die een concrete oplossing bieden. Is er al concreet overleg opgestart met huurders en verhuurders, om uitvoering te geven aan de nieuwe Vlaamse huurwetgeving?
Mevrouw Hostekint heeft het woord.
Mevrouw Partyka heeft er al naar verwezen. We weten dat discriminatie vandaag op de private huurmarkt nog steeds een heel groot probleem is. Mensen worden gediscrimineerd omdat ze een naam hebben die allochtoon klinkt of omdat ze single zijn, zoals vorige week nog aan het licht kwam. Er zijn tal van redenen waarom mensen worden gediscrimineerd. Dat ontkent vandaag niemand meer.
Iedereen is het erover eens dat discriminatie niet kan. We hebben het juridische instrumentarium, minister. We hebben ook de volheid van bevoegdheid, Vlaanderen is volledig bevoegd voor het woonbeleid. Het is prima dat er een signaal komt van de sector. Het is nu echt wachten, minister, op een sterk signaal ook van uw kant over discriminatie. Welk signaal wilt u geven tegen discriminatie op de private huurmarkt, minister? (Applaus bij sp.a)
De heer Engelbosch heeft het woord.
Er zijn heel wat nuttige studies geweest met waardevolle aanbevelingen. Ik heb daarnet het verhaal gehoord van de deregulering en de problematiek van discriminatie. Ik wil er nog aan toevoegen dat we ook energetische renovatiecontracten mogelijk moeten maken en transparantie moeten creëren over wie welke lasten moet dragen bij renovaties. Er zijn heel wat aspecten aan de huurreglementering. We moeten het verhaal globaal benaderen en uitkijken naar de conceptnota, om een zo breed mogelijk gedragen en evenwichtig geheel te creëren. Het is niet nuttig om vandaag een aantal aspecten eruit te lichten en de minister te vragen wat ze specifiek daaraan gaat doen. We moeten afwachten wat er in de conceptnota staat. We moeten het regeerakkoord volgen. De problematieken die vandaag worden genoemd, staan daarin als essentiële elementen. Ik kijk er volop naar uit.
Het klopt natuurlijk wat de heer Engelbosch zegt. De huurwetgeving en de evaluatie ervan gaan heel breed. U haalt terechte punten aan, mevrouw Hostekint, en ook u, mevrouw Partyka. Maar het gaat veel breder dan dat. Er worden nu een aantal aspecten uitgelicht.
Mevrouw Partyka, u zegt dat huurders en verhuurders betrokken moeten zijn. Ja, uiteraard. We moeten niet onder onze glazen stolp – letterlijk – overtuigd zijn van ons eigen gelijk en geen overleg plegen met het middenveld en alle betrokken actoren. Dat moeten we doen en ik kan ook garanderen dat het al is gebeurd. Ik vind het erg belangrijk.
Mevrouw Hostekint, ik heb het probleem van discriminatie nooit ontkend. U weet dat het waar is. Ik heb ook altijd aangegeven dat de evaluatie van de huurwetgeving en de conceptnota die daaruit volgt een perfect moment is om middelen te integreren in de huurwetgeving tegen discriminatie, die wel degelijk bestaat – discriminatie van welke soort dan ook. Er zijn voorbeelden gegeven. Ik ontken die niet. Er bestond in de commissie toch een redelijke consensus dat de huurwetgeving een goed instrument is om dat erin mee te nemen.
Ik herhaal mijn aanbod om eerst de conceptnota in de commissie te bespreken over de partijgrenzen heen – ik hoop in een constructieve sfeer – en dan pas naar de regering te gaan om ze te valideren. U weet dat ik het omgekeerd zou willen doen, maar dat zou van weinig respect getuigen voor dit parlement.
Ik zal dat niet doen, mevrouw Partyka, maar ik kan dat. En dat gebeurt, dat weet u zeer goed. Daarom, voorzitter, doe ik het aanbod om het parlement absoluut mee te betrekken bij die conceptnota. Ik zal met een voorstel komen dat we kunnen amenderen in de commissie. Met alle amendementen over de partijgrenzen heen zal ik dan naar de Vlaamse Regering trekken. Ik denk dat dat getuigt van behoorlijk goed bestuur, met heel veel respect voor dit parlement.
Daar kunnen we alleen maar heel blij mee zijn.
Ik denk dat het vooral urgent is dat het gebeurt. Die timing lijkt mij heel belangrijk.
U zegt dat er een band is met fiscaliteit en inkomensondersteunende maatregelen. De uitdagingen zijn echt heel groot. Ik denk dat we daar absoluut snel aan moeten werken.
De actuele vraag is afgehandeld.