Verslag plenaire vergadering
Verslag
Mevrouw Van Volcem heeft het woord.
In Vlaanderen kan een niet-EU-onderdaan aan de slag bij de Vlaamse overheid als contractueel. Hij kan zijn job perfect doen in een tijdelijk statuut met een contract. Maar als hij diezelfde job wil doen in een vast verband, kan dit niet. De diversiteitsambtenaar heeft dit veroordeeld. Zij zegt dat het totaal niet kan dat dit in Vlaanderen vandaag nog gangbaar is. Dat is niet meer van deze tijd. Zij neemt het woord ‘discriminerend’ in de mond. Ook de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) en de Verenigde Naties hebben dat naar voren gebracht en gezegd dat dit eigenlijk niet meer kan, dat wij daar iets aan moeten doen. Minister, ook u oordeelt daar zo over. Ik weet dat u een brief hebt geschreven aan premier Michel, met de vraag om dat artikel in de Grondwet op te heffen.
Minister, uw brief dateert van april 2015. Wat is het resultaat van die brief? Zult u ook, zoals Wallonië en Brussel, bereid zijn om, zoals de diversiteitsambtenaar voorstelt, die voorwaarde van een nationaliteit voor een job buiten toepassing te plaatsen? Dat is niet meer van deze tijd. Een job moet gebaseerd zijn op talent en op kennis.
Minister Homans heeft het woord.
Voorzitter, er worden mij allerlei woorden in de mond gelegd die ik niet heb uitgesproken.
Mevrouw Van Volcem, u hebt gelijk als u zegt dat de nationaliteitsvoorwaarde voor statutaire ambtenaren niet geldt voor contractuelen en enkel geldt voor statutairen. U weet, of u weet misschien niet, dat de nationaliteitsvoorwaarde voor statutaire ambtenaren ingebed is in artikel 10, lid 2, als ik mij niet vergis, van de Grondwet. Wat u mij nu van op het spreekgestoelte vraagt, is dat ik de Grondwet naast mij neerleg. Dat is ook het pleidooi geweest van onze diversiteitsambtenaar. Als uw eenvoudige vraag luidt of ik de Grondwet naast mij ga neerleggen, is het antwoord heel eenvoudig: neen.
Minister, ik had dit antwoord een beetje gevreesd. Ik ken u nochtans als een straffe madam. Als u de zaken daadkrachtig wilt aanpakken, kunt u ook een decreet maken, zoals in Wallonië en in Brussel. Daar is de nationaliteitsvoorwaarde geschrapt, niettegenstaande dat artikel vandaag nog in de Grondwet staat. De Grondwet laat ook een decretaal initiatief toe indien u precies zegt welke functies er niet aan die nationaliteitsvoorwaarde moeten voldoen. Minister, vanwaar uw zachte aanpak? Wat is het resultaat van uw schrijven? Zult u in dit dossier verder kordaat optreden?
De heer Kennes heeft het woord.
Wij zijn effectief voorstander van de aanpassing van de Grondwet. Minister, wij willen u dan ook vragen welke initiatieven wij kunnen nemen. Heel veel partijen hebben zich daarvoor uitgesproken, ook in de andere deelstaten. Het is een beetje een mysterie waarom dat probleem niet gedeblokkeerd geraakt. Als ik alle politieke partijen opsom die voorstander zijn van deze wijziging van de Grondwet, dan zitten we ver over twee derden. Ik denk dus dat we de Vlaamse Regering kunnen vragen om ook in dezen het voortouw te nemen.
Mevrouw Kherbache heeft het woord.
Minister, er is een brede consensus om de nationaliteitsvoorwaarde aan te passen. U zegt dat u dat gaat doen door middel van een Grondwetswijziging. Prima. In de commissie zei u dat u daarvoor een brief zou schrijven naar de premier. Maar als minister hebt u meer bevoegdheden dan alleen maar brieven schrijven naar het federale niveau. U kunt dit punt agenderen op het Overlegcomité en zelfs een dossier voorbereiden met een concreet voorstel. Bent u bereid om hierin concrete stappen te ondernemen, om die nationaliteitsvoorwaarde af te schaffen en om dit te agenderen op het Overlegcomité?
De heer Janssens heeft het woord.
Minister, wie iets te zeggen wil hebben in een van de vele verenigingen die Vlaanderen rijk is, moet ook lid zijn van die verenigingen. Niemand stelt zich daar vragen bij. Blijkbaar mag dat niet gelden voor wie voor onze overheid wil werken, terwijl het door de snel-Belgwet en andere gelijkaardige initiatieven vrijwel een koud kunstje is geworden om over onze nationaliteit te beschikken. Het begrip nationaliteit is al zodanig uitgehold, maar sommigen vinden dat het nog niet ver genoeg is gegaan. Nee, volgens sommigen moeten ook statutaire ambtenaren niet meer over onze nationaliteit beschikken of die van het land waarvoor ze zouden willen werken.
Nochtans, mevrouw Van Volcem, is het geen discriminatie indien men aan statutaire ambtenaren vraagt om over onze nationaliteit te beschikken. Het is gewoon de logica zelve. Ik hoop dat u daar als N-VA-minister ook zo over denkt. Het zou wel goed zijn dat u toelichting geeft aan dit parlement over de brief die u hebt gestuurd aan premier Michel. Welke vragen of eisen hebt u daarin gesteld?
Sta me toe te zeggen dat dit debat in het verkeerde parlement wordt gevoerd. Ik ken de Grondwet ongeveer van buiten, wat misschien bizar is voor iemand van mijn partij, maar ik leg de Grondwet niet zomaar naast me neer.
Onder andere de heer Janssens vraagt naar duiding bij die brief en hoe dat is ontstaan. Dit ontstond niet in de commissie, wel op een schriftelijke vraag van mevrouw Kherbache van februari 2015, toch al een hele tijd geleden. Er werd me gevraagd wat ik kan doen aan de nationaliteitsvoorwaarde die niet van toepassing is op statutaire Vlaamse ambtenaren. Ik heb eenvoudigweg geantwoord dat dit mijn bevoegdheid niet is, maar dat ik het zal doorgeven aan mijn federale collega’s, in het parlement waar het debat moet worden gevoerd. Dat lijkt me nogal logisch.
Mevrouw Van Volcem, u zegt dat Brussel en Wallonië het hebben gedaan. Ze hebben wel een ronduit vernietigend advies gekregen van de Raad van State, die zegt dat ze de Grondwet te buiten gaan. Nogmaals, gaan we de nationaliteitsvoorwaarde voor de Vlaamse ambtenaren afschaffen? Neen, want dat is strijdig met de Grondwet.
Minister, u schreef in uw antwoord op de schriftelijke vraag dat u voor de opheffing bent. Hier, met de camera’s op u gericht, zegt u dat u niet voor de opheffing bent omdat daarvoor de Grondwet moet worden aangepast. Artikel 10 van de Grondwet is vorig jaar wel in herziening gesteld. Wallonië en Brussel doen dit niet meer vandaag. Alleen in Vlaanderen laat u het in uw ontwerp van decreet om dit op te lossen na om te wachten op de Federale Regering. Voor iemand die de mond vol heeft over de Vlaamse bevoegdheden, is dat in mineur. (Applaus bij Open Vld, Groen en sp.a)
De actuele vraag is afgehandeld.