Verslag plenaire vergadering
Verslag
De heer Vandenberghe heeft het woord.
Minister, ik stel deze vraag omdat ik me grote zorgen maak. Vóór mijn parlementaire carrière ben ik tien jaar directeur geweest van een basisschool. Ik heb daar tot mijn scha en schande vastgesteld dat er in mijn onmiddellijke omgeving heel wat gemotiveerde directies waren die met mooie vooruitzichten zijn gestart maar die al te vroeg zijn uitgevallen door burn-out en overbelasting.
Wanneer ik er de recente cijfers op nalees, dan merk ik dat mijn aanvoelen juist is en dat dit probleem zich in heel Vlaanderen voordoet. Een directeur moet al te veel doen. Ik maak de vergelijking met een wielrenner die niet alleen moet leren klimmen, maar ook vlak moet rijden, tijdrijden en die tussendoor waterdrager is voor zijn ploegmaats. Zo’n twintig à dertig jaar geleden hadden we zo’n kannibaal, Eddy Merckx. Maar dat kunnen de leerkrachten niet aan.
Minister, bent u bereid om het takenpakket van de directies terug te brengen tot de essentie? Vindt u dat alle taken die zij nu uitvoeren, behoren tot hun takenpakket? Wilt u nagaan hoe dit kan worden verminderd? Ik stel u deze vraag om ervoor te zorgen dat directeurs die starten met hun loopbaan perspectief hebben, niet voor vijf jaar want dan is er veel uitval, maar op langere termijn.
Minister Crevits heeft het woord.
Ik vind het schitterend dat een schooldirecteur deel uitmaakt van het Vlaams Parlement. Hier zitten trouwens nog leerkrachten en mensen die zeer begaan zijn met ons onderwijs. Zij vervullen een belangrijke taak in dit parlement. Het geeft me moed dat er de komende periode veel aandacht zal gaan, niet alleen naar de directies maar naar de leerkrachten tout court.
Volgende week starten wij heel belangrijke besprekingen met de sociale partners, de werkgevers en de werknemers, om tot een gedragen loopbaanpact te komen voor de leerkrachten. Ik kijk even naar minister Muyters, die hier aanwezig is. Ik heb vernomen dat de sociale partners het vandaag eens zijn geworden over een pakket loopbaanmaatregelen die voor zijn sector en voor de volledige sector belangrijk zijn. We moeten de positie van de schooldirecteur daar een plaats in geven.
Uiteraard is het zo dat de werkgevers, de scholen zelf, vrij een schooldirecteur aanwerven. Ze zijn ook vrij om te bekijken op welke manier ze die ondersteunen. Als ik de cijfers bekijk en ik haal er de korte vervangingen uit, dan stel ook ik vast dat heel veel directeuren het niet lang volhouden. Ze willen het wel enorm lang volhouden, ze leggen de lat heel hoog voor wat ze allemaal willen bereiken, maar de ondersteuning kan beter.
Er zijn scholen waar in grote groepen wordt samengewerkt. We zien ook dat de directeurs niet langer alleen werken, maar in team. Ik vind dat een heel goede zaak, maar ik zal uw bezorgdheden meenemen in de gesprekken die we zullen voeren, zeker vanaf volgende week, indien de partners daar ook van overtuigd zijn.
Minister, ik dank u voor uw antwoord. Ik ben ervan overtuigd dat u openstaat voor deze problematiek. Ik wil u vragen om heel goed in het achterhoofd te houden dat de directies nu ongelukkig zijn omdat ze niet tot de essentie van hun job kunnen komen, namelijk bezig zijn met het pedagogische aspect, met de ouders, met de leerkrachten en met de kinderen.
Ik wil u ook uitdrukkelijk vragen, want dat is belangrijk, dat u voldoende vlug communiceert met de mensen op het werkveld over de acties die u zult ondernemen, over de doelen die u wenst te bereiken en de timing die al bepaald is. Heel belangrijk is dat de directies vanuit het werkveld het perspectief hebben dat als ze starten met de job, als ze die vooruitzichten hebben, ze het ook langer dan vijf jaar kunnen volhouden. De kern van het probleem is immers dat die mensen opgebrand zijn, overbelast zijn, geconfronteerd worden met een burn-out omdat er zo veel neventaken op hen af komen. De ondersteuning is er niet altijd.
In een secundaire school is een coördinerend directeur wettelijk verplicht, er zijn aparte kaders. In het basisonderwijs niet, het moet alweer genomen worden van de punten die het basisonderwijs krijgt. Veel scholengroepen kunnen dit niet ophoesten en hebben bijgevolg geen coördinerend directeur.
Mevrouw De Meulemeester heeft het woord.
Voorzitter, minister, naar aanleiding van mijn schriftelijke vraag over de directeursfuncties in het onderwijs, nam ik nog even het onderzoek door naar het welbevinden en het functioneren van directies, meer bepaald in het basisonderwijs.
Als je aan directies van basisscholen vraagt waar ze zich het beste bij voelen bij het uitvoeren van hun taken, dan noemen ze in de eerste plaats de omgang met de leerkrachten, de leerlingen en de ouders. In de tweede plaats noemen ze het uitvoeren van hun pedagogische taken. Ze noemen ook het autonoom kunnen handelen. Het beschikken over de nodige kennis en ervaring is ook van belang. Directeurs hebben nood aan aangepaste opleidingen, niet alleen organisatorische, maar ook op het vlak van personeelsbeleid. Inzetten op schooloverschrijdende administratieve ondersteuning en planlastvermindering zijn cruciaal.
Ik wil daarom vragen om ook in het loopbaanpact extra aandacht te hebben voor het welbevinden en het functioneren van de directeurs, vooral in het basisonderwijs, om er zo voor te zorgen dat de psychosociale belasting wat kan verminderen.
De heer De Meyer heeft het woord.
Voorzitter, minister, het is duidelijk dat professioneel leiderschap in scholen belangrijk is, enerzijds om de kwaliteit te bewaken, anderzijds wegens de vele maatschappelijke uitdagingen die op de scholen afkomen.
Ik moet u wel zeggen, minister, dat we bijzonder veel vertrouwen hebben in, en de nodige ruimte willen geven aan schoolbesturen en bij uitbreiding aan scholengemeenschappen en -koepels, om zelf op een professionele wijze directeurs aan te stellen en hen trajecten van opleiding en bijscholing aan te bieden.
Mijn vraag is heel eenvoudig. Bent u het ermee eens dat er effectief meer aandacht moet komen voor de begeleiding en de opleiding?
Mevrouw Brusseel heeft het woord.
Voorzitter, minister, u hebt deze legislatuur al sterk ingezet op het verminderen van de planlast. Dat is inderdaad cruciaal, niet alleen voor de directies, maar ook voor de leerkrachten.
Tijdens de vorige legislatuur kregen we van onderzoekers te horen dat het eigenlijk vaak ligt aan het beleidsvoerend vermogen van de directeur of van algemeen directeurs of er al dan niet te veel planlast is op school, of er voldoende zelfvertrouwen is vanuit het bestuur om verstandig om te gaan met die planlast, met de administratieve taken, met het bijhouden van allerlei fenomenen en voorvallen. Of die allemaal op papier worden bijgehouden of niet, zou afhangen van het beleidsvoerend vermogen van de school.
Ik hoop wat meer zicht te krijgen op uw strijd tegen de planlast. Ik wens u in ieder geval in overleg met de sociale partners heel veel moed toe. Ik wens u vanuit mijn fractie ook het volgende mee te geven: ga out of the box denken. Probeer het echt om te gooien, probeer daarin zo creatief mogelijk te zijn, want anders geraakt u vast in de recepten uit het verleden.
Ik heb de indruk dat ik veel aanbevelingen krijg voor mijn eigen psychosociaal welbevinden. Ik zal vol goede moed vertrekken. Ik heb ook al het vertrouwen van mevrouw Meuleman gekregen. Mijn dag kan dus eigenlijk niet meer stuk.
Vooraleer we hier collectief depressief worden, wil ik nog iets melden. Ik heb er het TALIS-onderzoek uit 2013 bij genomen. 92 procent van de directeurs is tevreden met zijn jobkeuze. De heer Vandenberghe zal dat wel beamen. Je kunt dus niet zeggen dat alle directeurs het niet meer zien zitten. Ze zijn tevreden met hun jobkeuze. Meer zelfs, ze doen het doodgraag. Het enige wat ze vragen, is dat ze wat zouden worden ontlast van een aantal zaken, zodat ze zich meer kunnen richten op hun corebusiness, namelijk het uitoefenen van goed, sterk leiderschap ten aanzien van hun leerkrachten.
Een aantal zaken kunnen vandaag al. Als scholen zich een beetje hergroeperen en samenwerken, vallen een aantal zaken rond de administratie al weg en moet die schooldirecteur niet alles doen. In het kader van het loopbaanpact dat we sluiten, kunnen we inderdaad ook naar een versterking gaan. Ik weet – ik heb dat ook in mijn antwoord gezegd – dat scholen en ook werkgevers echt wel vragen om voldoende vrijheid te houden om profielen van directeurs te kiezen en die directeurs ook autonoom hun ding te laten doen. We moeten niet in een carcan steken wat wel en niet mag. Men moet daarvoor de vrijheid hebben. Men moet de globale omkadering een beetje beter maken, zeker in de basisscholen. Ik kan uiteraard bekijken of we dat vanaf volgende week kunnen meenemen.
Collega’s, het is evident dat ik jullie op de hoogte houd van de gesprekken. We starten dinsdag. We zullen daar dinsdag niet door geraken. Er zijn heel veel bouwstenen nodig.
Mijnheer Vandenberghe, ik wil heel snel naar de klasvloer communiceren, maar het belangrijkste is dat we met werkgevers, werknemers en de overheid samen tot een pact kunnen komen. Mijn voorganger, uw partijgenoot, heeft ook belangrijke voorbereidingen gedaan. Het is niet tot een pact gekomen. Ik zal een aantal van zijn voorbereidingen kunnen meenemen, maar zoals mevrouw Brusseel zeer terecht zegt, zullen we op een aantal punten innovatief moeten bekijken hoe we tot oplossingen kunnen komen. Ik deel sowieso uw bezorgdheden, al wil ik er toch de positieve noot aan toevoegen dat schooldirecteurs hun werk met hart en ziel doen en dus ook tevreden zijn over wat ze doen. Daarop moeten we fier durven zijn.
Minister, na uw betoog zal ik absoluut niet depressief naar mijn plaats terugkeren, maar ik zal wel met argusogen bekijken wat de resultaten en evoluties zijn.
Tot slot wil ik u namens onze fractie een boodschap meegeven: communiceer ook met uw medecollega’s. Er zijn namelijk heel wat beroepssectoren waar die problematiek van burn-out en overbelasting aan de orde is. Ga zeker ter plaatse spreken met de mensen. Bevraag ze en probeer die problematiek aan te pakken op een ruimer echelon dan alleen maar bij de directeurs, want dat kan alleen maar de werksfeer ten goede komen. Ook economisch is dat een heel belangrijk statement.
Ik dank u voor uw toelichting. (Applaus bij sp.a en Groen)
De heer Vandenberghe was binnen de tijd, en ook zonder papier. Het moet een multifunctionele schooldirecteur geweest zijn. Het was zijn eerste optreden, met zijn eerste actuele vraag. Proficiat, mijnheer Vandenberghe. (Applaus)
De actuele vraag is afgehandeld.