Verslag plenaire vergadering
Verslag
De heer Vanlouwe heeft het woord.
Voorzitter, minister-president, collega’s, als wij de meerderheid in de Brusselse gemeenteraad zouden mogen geloven en volgen, zitten wij hier in Brussel, de hoofdstad van Europa, de hoofdstad van Vlaanderen, in een TTIP-vrije (Transatlantic Trade and Investment Partnership) zone. Het TTIP is, zoals u weet, het handels- en investeringsakkoord tussen de Verenigde Staten en de Europese Unie, de twee belangrijkste economieën ter wereld.
Kunt u het zich voorstellen, collega’s? Een TTIP-vrije zone! Brussel, de Europese hoofdstad, die zomaar even beslist om niet mee te spelen met wat wel eens het grootste handels- en investeringsakkoord ooit kan worden. Veel gekker moet het gewoonweg niet genoemd worden. Brussel bevindt zich daarmee in het bedenkelijke gezelschap van onder meer het district Borgerhout, waar de linkse partijen zoete broodjes bakken met de kameraden van de PVDA. Hoe zij tegenover vrijhandel en economische groei staan, lijkt mij duidelijk.
Collega’s, Vlaanderen is een open economie. Het is voor 80 procent afhankelijk van export. We zijn een kmo-land en het TTIP-akkoord zorgt voor enorme kansen, enorme mogelijkheden. Het Vlaamse bedrijfsleven zou dan eigenlijk kunnen genieten van een grotere afzetmarkt. Ook de Vlaamse consument zal kunnen genieten van lagere prijzen. Dat is dus gewoonweg een win-winsituatie. De linkerzijde probeert echter mensen op te zetten tegen het TTIP. Dat is een protectionistisch verhaal, dat aanslaat in Brussel en jammer genoeg ook in Wallonië. Vlaanderen moet die enorme kansen en mogelijkheden duidelijk uitleggen en positief aanbrengen.
Minister-president, ik sluit me aan bij wat u vorige week hebt gezegd. U hebt toen opgeroepen om die desinformatie te stoppen. Welke inspanningen kunt u leveren om Brussel als hoofdstad van Vlaanderen, maar tegelijkertijd ook Wallonië ervan te overtuigen om mee te doen met dat goed onderhandeld TTIP-akkoord?
Minister Bourgeois heeft het woord.
Voorzitter, geachte leden, deze vraag gaat inderdaad over een zeer belangrijke aangelegenheid. Ik heb op de laatste dag van ons bezoek aan Atlanta Wallonië inderdaad opgeroepen om niet langer defensief te zijn in deze aangelegenheid, maar offensief te gaan voor zijn belangen. Wallonië heeft ook belang bij dat vrijhandelsakkoord: denk aan de landbouw. Ik verwijs naar de oproep van de Boerenbond en het Algemeen Boerensyndicaat (ABS). Zij wijzen op het belang van die export voor de landbouw. Ik kom net terug van Polen, waar minister-president Magnette de lof heeft gezongen van de innovatieve kmo’s, belangrijk voor de export in Wallonië. Denk ook aan de farmasector. Ik vraag Wallonië daar offensief in te zijn, en niet alleen defensief.
U weet dat het mandaat dat de Europese Commissie heeft, glashelder en transparant is. Er is een reading room, waar alles kan worden opgevolgd. Ook werd gesteld dat de normen die we hebben qua arbeid, veiligheid, gezondheid, welzijn niet mogen worden genivelleerd. Er wordt een uitzondering gemaakt voor het audiovisuele en het culturele.
Nu is de vraag van de Europese Commissie aan de orde om het ontwerpverdrag te verbeteren, aan te scherpen, om over te gaan van de ISDS-regeling (investor-state dispute settlement) met een ‘private’ arbitrage naar een investment court system (ICS). We hebben het daar intra-Belgisch over gehad, binnen de directie-generaal Europese Zaken en coördinatie (DGE). We kunnen daar zelfs niet over praten. Vlaanderen staat daar positief tegenover. We hebben een aantal suggesties om de toegang van onze kmo’s daartoe te verzekeren, om te voorzien in een investering voor die publiek geïnstitutionaliseerde beroepsgang, om ook het regelgevingsrecht van de lidstaten te verduidelijken en aan te scherpen. Er zou een rechtbank van eerste aanleg komen, met een beroepsinstantie. België krijgt zelfs geen mandaat om daarover te praten. Dat is nefast. Als die patstelling blijft duren, dan ben ik van plan om dat voor te leggen op de interministeriële conferentie.
Ik maak me daar zorgen over omdat het louter gebeurt vanuit een defensieve reactie. Brussel zei eerst dat het geen standpunt kon innemen, gelet op de onenigheid binnen zijn regering. Daarna heeft de vertegenwoordiger van de minister-president gezegd dat het zich zou aansluiten bij het standpunt van Wallonië tegen die geschillenregeling. Ik betreur dat. U zegt terecht dat we een zeer open economie zijn. België is eerste van de wereld in de KOF-index (Konjunkturforschungsstelle), vóór zeer geglobaliseerde landen als Singapore. We leven van de uitvoer. We hebben die nodig. Het lijkt me terecht dat mensen zich daar zorgen over maken, daar vragen bij stellen, maar nogmaals, het mandaat van de Europese Commissie is duidelijk. Dit mag en moet voor Vlaanderen nog worden verbeterd, bijvoorbeeld als het gaat over die geschillen.
Minister-president, ik dank u voor uw antwoord. Ik denk inderdaad dat het van belang is voor onze Vlaamse economie. Het is inderdaad ook van belang voor Brussel. Het is van belang voor de economie. U hebt terecht verwezen naar de Waalse landbouw, en uiteraard ook naar de landbouw in Vlaanderen. We zijn allemaal gecontacteerd door UNIZO, door de Boerenbond, door Voka, door het Verbond van Belgische Ondernemingen (VBO). Zij zeggen telkenmale dat het uitbreiden van onze afzetmarkt enorm kan bijdragen tot onze economie. U hebt er eveneens terecht op gewezen dat onze normen en standaarden uiteraard niet naar beneden mogen worden gehaald. Er mag niet worden genivelleerd. Ondertussen blijkt dus ook dat er aanpassingen zijn met betrekking tot ISDS, dat ondertussen eigenlijk al tientallen jaren bestaat. Daarover zijn al zoveel jaren afspraken in internationale verdragen gemaakt.
We mogen trots zijn op onder meer onze Vlaamse baggeraars, die wereldwijd sterke prestaties neerzetten. Er blijkt dat zij nu nog steeds niet kunnen werken in de Verenigde Staten. Alleen al voor die sector, maar ook voor andere sectoren is het van belang dat er een goed TTIP-akkoord komt.
De heer Kennes heeft het woord.
Minister-president, u hebt er terecht op gewezen dat er nog wel wat evoluties zijn in het dossier. Zo zou het ISDS-mechanisme, waarbij we zelf in de commissie toch ook wel wat bedenkingen hebben geformuleerd, kunnen worden vervangen door een ICS-systeem met vaste rechtbanken en hoven van beroep met vaste rechters en niet arbiters. Als dat kan doorgaan, is dat volgens mij een goede trendbreuk en zou dat in andere verdragen de norm kunnen worden.
Er wordt ook terecht gezegd dat er geen afkalving en nivellering mag komen van onze normen en dat er culturele uitzonderingen zullen zijn. Het is heel jammer dat sommigen, vooraleer het debat gesloten is, terwijl het in volle evolutie is, zich al uitspreken, standpunten innemen en harde posities vertolken.
Minister-president, ik wil u vragen om op een geconcerteerde, rustige manier de andere deelstaten in dit land er mee toe te bewegen om het debat verder aan te gaan, de dialoog verder te voeren en om heel wat van de bekommernissen die ook de onze zijn, mee te verdedigen.
De heer Daems heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega’s, zij die voor een TTIP-vrije zone pleiten, pleiten er eigenlijk voor dat Europa, en bij uitbreiding Vlaanderen, een soort economisch Bokrijk wordt. Dat is misschien een groen-linkse droom – want ze zijn daar straf mee bezig –, maar het is alvast niet onze droom.
We zijn ervan overtuigd dat een partenariaat – want daarover gaat het: handel en investering – goed is, zowel voor de Verenigde Staten als voor Europa en met andere woorden economische groei en banen opbrengt. Simpel gezegd: al diegenen die daartegen pleiten, moeten vanaf nu hun mond houden over economische groei, meer jobs en weet-ik-wat-nog-allemaal, want ze pleiten ervoor dat Vlaanderen dan maar terug zou gaan naar Bokrijkse tijden. Ik betreur dat. Ik wil hen er ook toe oproepen daarmee te stoppen.
Waarover gaat het? Dat is heel simpel: over het verlagen van tarieven, het wegwerken van niet-tarifaire barrières, over de opening van de markt voor de openbare aanbesteding. Het gaat ook over het harmoniseren van regels, maar niet in een context van lead-plating. U weet dat gold-plating het straffer maken van regels is en lead-plating het afzwakken van regels. Lead-plating is hier niet aan de orde. Voor alle duidelijkheid: het is onmogelijk dat men binnen een TTIP-gebeuren onze hoge normen zou verlagen.
Minister-president, mijn vraag aan u is ietwat anders dan die van de heer Kennes. Ik zou het niet te flauw aanpakken, maar integendeel vrij hard aan de collega’s van Brussel en Wallonië duidelijk maken dat indien zij een Waals Bokrijk willen worden, dat goed is, maar dat ook voor hun meer economische groei meer banen zou opbrengen.
Ik zou de mensen van Groen en links willen zeggen: stop er nu eens mee hier een dom politiek onderwerp van te maken. (Applaus bij de N-VA)
Mevrouw Turan heeft het woord.
Mijnheer Daems, als ik mij niet vergis, maken CD&V en Open Vld deel uit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering. Ik zou u dus voorstellen om met uw collega’s te praten. (Applaus bij sp.a. Opmerkingen van Rik Daems)
Voorzitter, minister-president, uw oproep aan de collega’s van Wallonië en Brussel is voorbarig. U vraagt om een handelsakkoord goed te keuren dat er eigenlijk nog niet is. De onderhandelingen zijn bezig. U vraagt een goedkeuring voor iets dat nog in ‘continuing business’ is.
U zegt dat Vlaanderen ermee akkoord gaat. Collega’s, we organiseren momenteel hoorzittingen in het parlement, maar blijkbaar is er al een standpunt. Waarmee zijn we dan nog bezig vanuit het parlement?
U zegt dat het jobs zal creëren, dat de normen niet zullen worden genivelleerd en dat er culturele uitzonderingen zullen zijn. Waar zijn die garanties, minister-president? Wij zien die niet. Er zijn evenveel studies die die beloofde jobs en economische bloei tegenspreken.
Minister-president, tegen de manier waarop er nu wordt onderhandeld, met een ISDS-clausule, waarbij er private arbitrage zal zijn, waarbij rechtstaten eventueel miljarden euro’s aan boete moeten betalen, zeggen wij: neen. Neen! (Applaus bij sp.a en Groen)
De heer Vanbesien heeft het woord.
Voorzitter, minister-president, even iets vanuit Borgerhout, dat tot nader order toch nog deel uitmaakt van Vlaanderen – dat hoop ik toch, mijnheer Vanlouwe.
Wat ik zo grappig vind aan dit debat, is dat er wordt gezegd dat, als je kritische bedenkingen hebt tegenover het TTIP, dat dan ideologisch, politiek gekleurd is, en dat als je voorstander van het TTIP bent, dat een bewijs is van gezond verstand, los van enige ideologie of politiek.
Maar dat is natuurlijk niet zo, mijnheer Daems. U zegt dat u een simpele redenering hebt gemaakt. Ik zou het een simplistische redenering noemen. Iedereen weet – we zijn er hoorzittingen over aan het houden – dat er op dit moment ook gevaren aan verbonden zijn. Er zijn kansen, maar er zijn ook gevaren. Er zijn problemen die nog niet opgelost zijn, ze hebben onder meer te maken met eigen rechtspraaksystemen, maar ook met een druk die het akkoord zou veroorzaken op de regelgeving die te maken heeft met milieubescherming en met sociale bescherming.
Er is in Vlaanderen heel wat protest op gang aan het komen, niet alleen vanuit de milieubewegingen of vanuit de noord-zuidbewegingen, die u nog in een of andere hoek zou kunnen duwen, maar ook vanuit de consumentenverenigingen.
Minister-president, ik vraag u om hierin niet alleen naar de werkgevers te luisteren, maar naar het brede maatschappelijke middenveld dat Vlaanderen rijk is. (Applaus bij Groen en sp.a)
Dit debat toont inderdaad aan dat er hierover heel veel discussie wordt gevoerd. Ik ben blij dat het Vlaams Parlement er hoorzittingen over houdt. In de commissie werd ook al meegedeeld dat er heel veel aandacht aan zou worden besteed. Het is inderdaad bijzonder belangrijk.
Ik wil toch een aantal zaken juist stellen. Als hier vanuit de groene en de linkerzijde wordt gezegd dat er nuances moeten worden aangebracht in het debat, dan is mijn reactie dat we door de huidige houding van Wallonië en Brussel de nuances die we al hebben aangebracht en die we nog willen verfijnen, niet eens kunnen formuleren. We hebben in dit land geen Europese ‘split vote’, maar we hebben ook geen ‘split voice’. Door het feit dat op de DGE Wallonië en Brussel zeggen dat we die punten niet kunnen aankaarten, zitten wij Europees geïsoleerd.
We kunnen niet eens iets zeggen over de goede evolutie die nu volgens mij bezig is en waarbij de Europese Commissie de omslag maakt van het ISDS-systeem naar een ‘investment court system’, een publiek geïnstitutionaliseerd systeem met eerste aanleg en beroep. Wij kunnen niet eens verbeteringen voorstellen of er vragen bij stellen.
Ik heb u al gezegd wat er leeft bij Vlaanderen. We willen in de eerste plaats bekijken wie zal financieren. We willen er ten tweede voor zorgen dat kmo’s toegang hebben. En we willen er ten derde voor zorgen dat de regelgevende bevoegdheid van de lidstaten gegarandeerd wordt. En dat alles bovenop de garanties die nu al in het mandaat van de Europese Commissie zitten.
Dus, degenen die in Vlaanderen zeggen dat het allemaal slecht is, getuigen van ideologische vooringenomenheid. Hier is niemand die pleit voor een ongelimiteerde vrijhandel zonder bescherming, want dan voer je het debat bewust verengd. Het staat in het mandaat van de Europese Commissie: geen nivellering van de veiligheidsnormen, van de arbeidsnormen, van de gezondheidsnormen, van de welzijnsnormen. En er staat in het mandaat van de Europese Commissie dat er moet worden gewaakt over de culturele en de audiovisuele uitzondering. Wij zeggen dat we nog met quota willen kunnen werken, we willen onze eigen culturele en audiovisuele producties wel kunnen ondersteunen en financieren zodat ze niet worden weggeblazen door het ‘Angelsaksische geweld’.
Er is inderdaad een serieuze discussie gerezen over het arbitragesysteem. Ik heb als een van de eersten gezegd dat het beter zou worden geïnstitutionaliseerd. Dat is heel snel gemeengoed geworden bij een groot deel van de Europese lidstaten en het is ook het standpunt van de Europese Commissie.
Wel, België mag zich op dit ogenblik zelfs niet in het debat mengen omdat we op de DGE daarover op een njet botsen van Wallonië en van Brussel. Ik betreur dat heel erg. En dat heeft niets te maken met het verdedigen van het ondernemersbelang, maar wel met het verdedigen van onze groei en onze welvaart. (Applaus bij de N-VA en Open Vld)
En, mevrouw Turan, ik ben het volstrekt met uw ideologische vooringenomenheid oneens. U zegt: “Waar zijn de garanties op de jobs?” In godsnaam, die zitten daar niet in, dit is geen handelsverdrag dat wordt gesloten met in clausule 17 hoeveel jobs het zal opleveren. Dat is hetzelfde als met de taxshift. Maar ik stel vast dat Agoria nu al heeft gezegd dat dit zal leiden tot een forse aangroei van jobs.
Wat ik weet, is dat wij leven van de export, dat onze baggeraars geen toegang hebben tot de Verenigde Staten, dat we botsen op tarifaire en niet-tarifaire handelsbelemmeringen. Die moeten worden weggewerkt voor onze landbouw; kijk maar naar de oproep van onze landbouwers en landbouworganisaties, van UNIZO en de kmo’s, van het VBO en Voka. Bij mij gaat het over groei. We hebben daar een goede discussie over gehad. U zegt: de meest pessimistische verwachting van de Europese Commissie is maar een groei van 0,5 procent van het BNP. Wel, wij zitten op 1,3 volgens het Planbureau. Als we overmorgen naar een groei van 1,8 gaan, dan denk ik dat hier applaus komt op alle banken, want dan groeit onze welvaart. (Applaus bij de N-VA en Open Vld)
Ik zou heel graag hebben dat wij ervoor kunnen zorgen dat er een gebalanceerd akkoord tot stand komt, want er is naast die economische en welvaartvoordelen, een groot voordeel. In 2050 is het handelsblok VS-EU niet meer het grootste zoals nu het geval is. Wij kunnen nu ethische, arbeids- en andere normen positioneren die belangrijk gaan zijn voor akkoorden die later tot stand gaan komen met andere grootmachten. In 2050, weet u, is er een andere grootmacht die veruit de grootste zal zijn.
Minister-president, er is inderdaad opnieuw aangetoond dat er blokkeringen zijn op het Belgisch niveau. Ik sluit me aan bij de heer Daems: wij willen niet dat Vlaanderen herleid wordt tot een economisch Bokrijk. Ik zal nog meer zeggen, ik wil ook niet dat Wallonië herleid wordt tot een economisch Bokrijk, laat staan tot de laatste Sovjetstaat in Europa. (Applaus)
Mevrouw Turan, ik weet dat u verwijst naar de Capaldostudie. Die gaat ervan uit dat mensen die in de ene sector hun job verliezen, niet in een andere sector tewerkgesteld kunnen worden. Ik verwijs naar heel wat andere studies: de studie van Ecorys, de studie Center for Economic and Political Research en de studie van de Bertelsmann Stiftung. Die zeggen klaar en duidelijk: minder handelsbelemmeringen, meer handel en meer productie, meer groei en meer jobs, jobs, jobs. Dat is blijkbaar wat de linkerzijde vandaag tegenhoudt. (Applaus bij de N-VA en Open Vld)
De actuele vraag is afgehandeld.