Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening en Onroerend Erfgoed
Vergadering van 14/10/2009
Vraag om uitleg van mevrouw Linda Vissers tot mevrouw Joke Schauvliege, Vlaams minister van Leefmilieu, Natuur en Cultuur, en tot de heer Philippe Muyters, Vlaams minister van Financiën, Begroting, Werk, Ruimtelijke Ordening en Sport, over de toekomst van de motorcrossterreinen in Vlaanderen
De voorzitter : Het antwoord wordt gegeven door minister Muyters.
Mevrouw Vissers heeft het woord.
Mevrouw Linda Vissers : Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, motorcross is een sport waarin we in België en Vlaanderen sterk zijn. Motorcross kent de meeste wereldkampioenen in België, getuige de vele wereldtitels van Stefan Everts, Joël Smets, Eric Geboers en vele anderen. Maaseik en Limburg waren fier dat jongens van eigen streek het in deze sport op wereldniveau hadden gemaakt. Als Limburger ben ik fier dat Limburg hierdoor op de kaart werd gezet. Toch krijgen ze weinig steun of respect van de overheid.
Op 19 juli 2002 heeft de Vlaamse Regering op voorstel van de Vlaamse ministers van Sport, Ruimtelijke Ordening en Leefmilieu een beslissing genomen over de inplanting van permanente omlopen met trainingsfaciliteiten voor gemotoriseerde sporten. In het Vlaamse Gewest zouden minimaal twaalf en maximaal vijftien dergelijke locaties worden gepland in ruimtelijke uitvoeringsplannen. In Antwerpen, Limburg, Oost-Vlaanderen betekende dit minimum drie en maximum vier locaties, in West-Vlaanderen twee en Vlaams-Brabant één locatie.
Ik wil het na mijn korte inleiding ook even hebben over een specifiek dossier, het motorcrossterrein Waterloos in Neeroeteren, Maaseik. De sluiting van dit crossterrein heeft de laatste drie weken bijna elke dag de krant gehaald. Het gaat zelfs zover dat wereldkampioen Stefan Everts overweegt om zijn ereburgerschap terug te geven aan de stad Maaseik.
De milieuvergunning voor dit terrein was gepland tot 2011. Die werd echter door minister Schauvliege geweigerd wegens de planologische onverenigbaarheden van de geplande activiteiten, namelijk de uitbating van de motorcrossterreinen. Het terrein ligt conform de gewestplannen in natuurgebied, maar de provincie Limburg, bekrachtigd door toenmalig minister Van Mechelen, had het provinciaal ruimtelijke uitvoeringsplan (PRUP) goedgekeurd waardoor de activiteiten van het motorcrossterrein planologisch werden verankerd. Dit PRUP werd echter door de Raad van State geschorst. Tegen die beslissing werd beroep aangetekend door drie partijen, de vzw MC Maasland, de provincie en het Vlaamse Gewest.
Daarom wilde ik aan minister Schauvliege vragen waarom ze de beslissing van de Raad van State niet heeft afgewacht, waarom ze met haar eigen beslissing de plannen van haar eigen Vlaamse Gewest dwarsboomt. Jammer, maar ze is hier niet vandaag. Misschien kunt u, minister Muyters, hierop een antwoord geven.
Mijnheer de minister, als minister van Sport wil ik u ook enkele vragen stellen. Wat is de stand van zaken in de opmaak van de ruimtelijke uitvoeringsplannen voor de motorcrossterreinen waarvoor een bestemmingswijziging noodzakelijk is? De Vlaamse milieuvergunningenreglementering VLAREM II is een groot struikelblok voor de gemotoriseerde sporten. De Vlaamse Regering engageerde zich om minstens twaalf en maximum vijftien circuits te realiseren in Vlaanderen. Op dit moment zijn er maar vier: Genk, Lommel, Lille en Balen. Bent u er zich van bewust dat door de huidige VLAREM-regelgeving deze doelstelling in de toekomst nog moeilijk haalbaar zal zijn?
De voorzitter : De heer Ceyssens heeft het woord.
De heer Lode Ceyssens : Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, collegas, ik onderschrijf ten volle het belang en de uitstraling van motorcross zoals beschreven door mevrouw Vissers. Alleen stel ik vast dat de in 2002 genomen intenties vandaag vastlopen. In 2002 wisten we allemaal dat we dergelijke ingrepen alleen zouden kunnen doen op plaatsen waarvoor een maatschappelijk en politiek draagvlak was. Vandaag lopen we vast in een dossier waar enerzijds een enorm brede politieke consensus ik verwijs naar de behandeling van dit dossier door de provincieraad in Limburg en anderzijds een brede maatschappelijke consensus over was, zelfs bij het merendeel van de buurtbewoners.
Ik zie dat u de wenkbrauwen fronst, mijnheer de minister, maar ik wil erop wijzen dat de acties ondernomen in dit dossier, uitgaan van een minderheid van buurtbewoners. We lopen vandaag vast in een dossier dat hier al bijna dertig jaar ligt. We moeten de gevolgen hiervan niet onderschatten. In Limburg zijn de twee overblijvende circuits overbevolkt, met alle veiligheidsrisicos van dien. Hoe gaan we dat op termijn aanpakken? Als de vraag groot is en het aanbod klein, dan is er een economische wetmatigheid die zegt dat in dat geval alles duurder wordt. Het zou bijzonder jammer zijn dat een volkssport, die de motorsport altijd is geweest, zou verworden tot een elitesport. Dan krijgen we enkele eliterijders, een aantal afhakers, en ten slotte zullen we geplaagd worden door het fenomeen van wildcrossers. Precies om daaraan iets te verhelpen hebben we de motorsport geconcentreerd op een aantal bestaande circuits.
Mijnheer de minister, waar kunnen we in Vlaanderen nog aan motorsport doen? Wilt u in uw hoedanigheid van minister van Sport hieraan een onderzoek koppelen en wilt u blijven zoeken naar mogelijke locaties? Welke kunnen dan de criteria daarvan zijn?
Mevrouw Vissers, ik ben het oneens met u als u verwijst naar minister Schauvliege. De termijn voor de vergunning was verstreken. De tijd is voorbij dat we een dossier kunnen laten liggen, ongeacht het feit of de termijn al dan niet is verstreken. De basis van het probleem is dat we geen ruimtelijke en planologische verankering hebben. Jammer genoeg weegt het instrument van het PRUP daarvoor te licht.
Ik zou u willen vragen dat u in uw hoedanigheid van minister van Ruimtelijke Ordening, planinitiatieven zou nemen om de motorcrosscircuits, en dan in het bijzonder MC Maasland-Neeroeteren planologisch te verankeren, eventueel zelfs via gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen.
De voorzitter : De heer Gysbrechts heeft het woord.
De heer Peter Gysbrechts : Mijnheer de minister, ik wil het niet over dit specifieke circuit hebben. Ik wil wel even teruggaan naar een vraag die ikzelf heb gesteld in deze commissie op 6 juni 2002. Daarbij werd verwezen naar een andere commissievergadering van 18 oktober 2001. Motorcross in inderdaad een volkssport want ik lees in mijn vraag van toen dat er op dat moment al 14.000 beoefenaars waren. Het was toen de bedoeling dat de drie betrokken ministers van Leefmilieu, Ruimtelijke Ordening en Sport gezamenlijk overleg zouden plegen. Het doel van die vraag was het hele gebeuren een extra duwtje in de rug te geven. Dat is toen blijven hangen.
Een paar maanden later is een rappelvraag gesteld aan de nieuwe minister. Eerst was dat de heer Anciaux en vervolgens de heer Vanhengel. Toen was men bezig met de ontwikkeling van de digitale zoekkaarten die zouden dienen om in de provincies te zoeken naar terreinen. Tijdens de vorige legislatuur ging dat verder. Er zijn toen specifieke vragen gesteld. Zo werd er in mei 2008 een specifieke vraag gesteld over West-Vlaanderen en over de locaties daar. Antwerpen en Limburg hebben locaties, die in die vraag werden opgesomd. West-Vlaanderen en Oost-Vlaanderen hadden locaties aangeduid maar daar hadden de gemeentebesturen heel wat bezwaren bij. Vlaams-Brabant had zelf een locatie aangeduid zonder de gemeente daarover te informeren en kreeg dus nadien pas opmerkingen. De zaak liep dus vast.
En dan belanden wij bij de huidige toestand. De hele zaak is gestart in 2001 met de sluiting van het circuit in Westerlo door toenmalig minister Dua. De ministers van Leefmilieu, Ruimtelijke Ordening en Sport hebben toen beslist een algemeen beleid uit te werken. Nu acht jaar verder worden we geconfronteerd met de mogelijke sluiting van een van de nieuwe erkende circuits in Maaseik. Na acht jaar is de problematiek dus nog altijd dezelfde.
Mijnheer de minister, de provincies hebben hun eigen verantwoordelijkheid om terreinen voor te stellen. Ik hoop dat u als nieuwe minister van Ruimtelijke Ordening in dit dossier, waar veel argumenten kunnen worden bedacht om het te blokkeren, een voortrekkersrol wilt spelen. Het welles-nietesspelletje moet stoppen. Ik hoop dat de locaties die nu al een groot draagvlak hebben, kunnen blijven bestaan en dat de sport kan blijven worden beoefend.
De voorzitter : Mevrouw Robeyns heeft het woord.
Mevrouw Els Robeyns : Motorcross is een belangrijke volkssport. Wij moeten ervoor zorgen dat die sport de nodige ruimte krijgt om beoefend te kunnen worden. De provincies hebben inspanningen geleverd waarvoor er een ruim maatschappelijk en politiek draagvlak bestaat. Nu is dit dossier echter in een impasse beland. Ik stel vast dat minister Schauvliege de verantwoordelijkheid min of meer bij u legt als minister van Ruimtelijke Ordening. Dat leid ik af uit de persberichten van afgelopen weekend. Mijnheer de minister, ik vraag u om een planologische context te ontwikkelen waarbij die motorcrossterreinen kunnen worden verankerd zodat de motorcross een volkssport kan blijven en geen elitesport dreigt te worden.
De voorzitter : Mevrouw De Vroe heeft het woord.
Mevrouw Gwenny De Vroe : Motorcross is in ons land een populaire sport waarin onze atleten wereldwijd uitblinken. We hebben een tienvoudig wereldkampioen. Het is heel belangrijk dat de Vlaamse Regering extra inspanningen levert om de terreinen die al decennialang bestaan, maar ook de nieuwe motorcrossterreinen te laten voortbestaan. Het is ook van groot belang dat het wildcrossen aan banden wordt gelegd. Ik heb een vraag ingediend aan minister Schauvliege maar die is onontvankelijk verklaard. Toch wil ik haar vragen om haar beslissing inzake Neeroeteren te herzien.
De voorzitter : Vragen over dossiers waarover nog juridische procedures lopen en vragen over lokale dossiers kunnen hier niet worden gesteld. Mevrouw Vissers heeft de zaak handig open getrokken.
Mevrouw Linda Vissers : Mijnheer de voorzitter, de pers besteedt al drie weken aandacht aan dit dossier. Degenen die in Limburg wonen, weten dat.
De voorzitter : Ik pas gewoon het reglement toe, dat door het Bureau en u allemaal is goedgekeurd.
Mevrouw Linda Vissers : Ik ben daar ook dankbaar voor. Anders had ik, na het voorval van vorige week in de plenaire vergadering, klacht ingediend. Daar werd wel een dossier van plaatselijk belang aangehaald. Voor dit dossier, dat al drie weken de pers haalt, waarvoor een petitie met tienduizenden handtekeningen werd afgegeven bij minister Schauvliege, ligt dat blijkbaar moeilijker.
De voorzitter : Ik verduidelijk gewoon wat de regels zijn.
Mevrouw Taeldeman heeft het woord.
Mevrouw Valerie Taeldeman : Ik zal kort zijn. Tijdens de vorige legislatuur waren de potentiële of gekozen locaties in Oost-Vlaanderen aangeduid, zijnde de Gentse kanaalzone, Oosterzele en mijn eigen gemeente Maldegem. Is het de bedoeling dat die locaties herbestudeerd worden of worden ze afgevoerd? Mijnheer de minister, kunt u enige toelichting geven over alle potentiële locaties in alle Vlaamse provincies?
De voorzitter : Minister Muyters heeft het woord.
Minister Philippe Muyters : Mijnheer de voorzitter, ik zal beginnen met te stellen dat ik de motorsport een warm hart toedraag en dat ik er oplossingen voor wil vinden. Ik heb begrepen dat ook minister Schauvliege die mening is toegedaan. Dat is ons uitgangspunt.
Ik zal de actuele stand van zaken provincie per provincie overlopen. In Limburg zijn er vier terreinen: Waterloos in Neeroeteren-Maaseik, ook bekend als de Kiezelgroeve, Horensbergdam in Genk, Heezerbergen in Lommel en Op het Broek in Kaulille-Bocholt. Voor Waterloos werden verscheidene initiatieven genomen. In 2006 is er een eerste PRUP goedgekeurd. Op 7 mei 2007 heeft de Raad van State het geschorst omdat een plan-milieueffectrapport (plan-MER) ontbrak. De provincie Limburg heeft toen een tweede initiatief genomen en een tweede ruimtelijk uitvoeringsplan opgemaakt. In december 2008 werd het door de provincieraad goedgekeurd. Mijn voorganger heeft het bij besluit van 31 maart 2009 goedgekeurd. Ook dit tweede PRUP werd door de omwonenden van het motorcrossterrein aangevochten bij de Raad van State. In het arrest van 14 mei heeft de raad de schorsing van de tenuitvoeringlegging bij uiterst dringende noodzakelijkheid uitgesproken. Die procedure loopt momenteel nog. De raadsman van het Vlaamse Gewest heeft op 13 augustus een memorie van antwoord overgemaakt aan de Raad van State. We wachten op de beslissing. Zoals de voorzitter al heeft aangegeven, is het moeilijk om daarover in detail te treden als er nog een gerechtelijke procedure loopt.
Het terrein Horensbergdam in Genk is vergund en in gebruik. De provincie onderzoekt nog wel of een bestemmingswijziging kan of moet worden doorgevoerd ten behoeve van een uitbreiding van de parkeerfaciliteiten en of hiervoor een bestemmingswijziging noodzakelijk is. Dit onderzoek gebeurt in overleg met de provincie Limburg en de stad Genk.
Voor het terreinen Heeserbergen in Lommel is de provincie gestart met de opmaak van een plan-MER. De kennisgevingsnota wordt verwacht voor het einde van dit jaar. Nadien zal werk worden gemaakt van het terrein Op het Broek in Bocholt, de voormalige PRB-site. Voor dit terrein is nog geen PRUP-procedure opgestart.
In de provincie Antwerpen zijn er drie terreinen waarvoor een bestemmingswijziging voor motorcross noodzakelijk is: Rooiveld in Westerlo, Hondapark in Balen en Kraaienhorst in Brecht. Voor het Rooiveld in Westerlo werd een PRUP vastgesteld op 25 september 2008. Het openbaar onderzoek werd georganiseerd van oktober 2008 tot december 2008. Maar na het openbaar onderzoek is de procedure niet meer verder gezet. Volgens de gegevens waarover ik beschik, was er binnen de provincie geen draagvlak meer voor de goedkeuring.
Voor de terreinen in Hondapark in Brecht en Kraaienhorst in Balen is de procedure niet opgestart. Voor deze twee terreinen is de provincie momenteel ook niet gestart met het voorbereidend onderzoek naar milieueffecten en mobiliteit, hoewel daarin voorzien werd in de beslissing van de Vlaamse Regering van 2005. Na het stopzetten van de procedure voor het terrein in Westerlo heeft de deputatie geen beslissing genomen over het voorbereidend onderzoek voor de terreinen in Balen en Brecht.
In de provincies West- en Oost-Vlaanderen is er nog geen definitieve keuze van een terrein. Er zijn dan ook nog geen procedures voor PRUPs opgestart. Voor West-Vlaanderen biedt de beslissing van de Vlaamse Regering van 8 mei 2009 aanknopingspunten voor een terrein in Ramskapelle of Koksijde. Bloso bereidt, in uitvoering van deze beslissing, een initiatief voor om alle betrokkenen op korte termijn rond de tafel te brengen. We hopen dat daar afspraken kunnen worden gemaakt over de concrete aanpak.
In de provincie Vlaams-Brabant wordt, overeenkomstig de beslissing van de Vlaamse Regering van 2009, voorlopig niet naar een locatie gezocht. Er is dus ook geen procedure voor een PRUP gestart.
U ziet dus dat er hier en daar al wat bezig is. Er zijn wel initiatieven die verder gaan. In sommige provincies gebeurt echter weinig. Ik ben dan ook van plan om, in overleg met minister Schauvliege, provincie per provincie of alle provincies uit te nodigen om na te gaan hoe de beslissingen uit het verleden sneller kunnen worden uitgevoerd.
Minister Schauvliege heeft me een antwoord overgemaakt over een van de vragen. Omlopen voor wedstrijden met motorvoertuigen met een geluidsemissie van meer dan 98 decibel zijn ingedeeld als klasse 1-inrichting. Dit houdt in dat die exploitatie aan de milieuvergunning klasse 1 is onderworpen. Mijn collega merkt hier op dat, in het kader van de milieuvergunningsreglementering, bij de afweging van toelaatbaarheid van ingedeelde inrichtingen zowel rekening moet worden gehouden met de verordenende bepalingen van de bestemmingsplannen als met hinder- en gevaarrisicos die aanvaardbaar zijn voor mens en leefmilieu.
VLAREM II heeft niet de bedoeling om de beoefening van bepaalde sporttakken, in dit geval motorcross, te beperken of te verbieden, maar het reglement is erop gericht om overmatige hinder en risicos tot een aanvaardbaar niveau te beperken.
Wat nu de impact van dit reglement op de motorcrossomlopen betreft: de door VLAREM algemeen vastgestelde geluidsnormen zijn niet van toepassing. Hier zijn specifieke sectorale voorwaarden voor uitgetekend. Daarin is er zowel aandacht voor het beperken van de geluidsemissie aan de bron zelf, aan de motoren; voor het respecteren van een minimumafstand tot bepaalde gebieden en stiltebehoevende inrichtingen; en voor verbodsregels voor de exploitatie van de piste in bepaalde gebieden zoals natuurgebieden, agrarische gebieden met een ecologische belang, waterwingebieden en nog enkele andere. Er is ook een verbodsregel voor de exploitatie van een piste op bepaalde tijdstippen.
Mijn collega zegt mij ook dat deze voorwaarden de toelaatbaarheid van motorcrossactiviteiten niet onredelijk in de weg staan.
Ik kan hieruit concluderen dat bij de keuze van de inplantingsplaats van nieuwe permanente motorcrossomlopen rekening moet worden gehouden met de normeringen voortkomend uit VLAREM en in het bijzonder met de minimumafstanden ten opzichte van de omgeving. Met wat door minister Schauvliege werd aangebracht, kan ik zeggen dat we een stap vooruitzetten met het initiatief om samen met de provincie te kijken op welke manier we de versnelling kunnen krijgen van wat in het verleden werd vooropgesteld, waarbij sommige provincies wel goed aan het werk zijn en andere heel wat minder.
De voorzitter : Mevrouw Vissers heeft het woord.
Mevrouw Linda Vissers : Dank u, mijnheer de minister, voor uw uitgebreide antwoord. Ik ben blij dat u hebt gezegd dat u de motorsport een warm hart toedraagt.
Mijnheer Ceyssens zegt dat de termijn verstreken was en dat minister Schauvliege dus niet anders kon. De termijn was helemaal niet verstreken. Er was nog een vergunning tot 2011. De procedure bij de Raad van State was lopende. Ik ben dan ook verwonderd, mijnheer Ceyssens, dat uw partijgenoot die beslissing niet heeft afgewacht.
Mijnheer de minister, Limburg telt inderdaad vier terreinen. Bij dat van Lommel is er echter wel een probleem. Wanneer ook hier de VLAREM-wetgeving zal worden toegepast, zal ook dit terrein niet meer in orde zijn en zal het ook op korte termijn moeten verdwijnen. Dan houden we in Limburg niets meer over.
Hebben de omwonenden de beslissing van het PRUP aangevochten? Ik wilde hier niet op ingaan maar als je ziet dat vandaag bij minister Schauvliege tienduizend petities zijn aangekomen, met heel veel petities uit Neeroeteren en de stad Maaseik, dan mag ik toch wel even zeggen dat omwonenden hier een heel groot woord is want er zat per slot van rekening maar één persoon achter, of beter gezegd: één politieke partij.
Mijnheer de minister, ik heb nog één vraag. U hebt overlegd met de provincies. We konden in Het Belang van Limburg lezen dat deze namiddag de MC Maasland met Stefan Everts wordt verwacht op het kabinet van minister Schauvliege. Zij hopen dat de minister haar besluit intrekt. Maar indien dat niet zo zou zijn, stellen we alle hoop op u. Ik heb het dan specifiek over het terrein in Waterloos-Neeroeteren: gaat u dan terug naar de wetgeving van vóór VLAREM? Het motorcrossterrein lag daar per slot van rekening al voor deze VLAREM-wetgeving.
De voorzitter : De heer Ceyssens heeft het woord.
De heer Lode Ceyssens : Mevrouw Vissers, we mogen hier niet discussiëren over dossiers, maar ik raad u toch aan om het dossier nog eens goed in te kijken want het ging hier wel degelijk over de beroepstermijn tegen een vergunning die door de bestendige deputatie werd afgeleverd in juli 2008. Die termijn was wel degelijk verstreken. Dat staat los van de procedure van de Raad van State over het PRUP.
Mijnheer de minister, ik stel jammer genoeg met u vast dat die doelstelling van 2002 niet wordt gehaald. We moeten van die doelstelling ook geen idée fixe maken. We moeten heel consequent zeggen dat we daar, op plaatsen waar we geen draagvlak vinden, niet moeten tegenin gaan. Ik ga ervan uit dat de provincies hun huiswerk goed hebben gemaakt. Ik wil echter wel nog eens heel duidelijk stellen dat we maximaal moeten inzetten op bestaande circuits. Ik maak mij zelfs geen begoochelingen over nieuwe circuits. Daar zullen we niet in slagen. Maar als we er niet in zullen slagen om bestaande circuits zoals deze, waarvoor een zo breed maatschappelijk en politiek draagvlak bestaat, in stand te houden, dan hebben we gefaald over de hele lijn. We hopen in u een bondgenoot te vinden om dit mee te realiseren.
De voorzitter : De heer Gysbrechts heeft het woord.
De heer Peter Gysbrechts : Dank u, mijnheer de minister, vooral voor het overzicht. Daar horen we meteen van alle problemen die er zijn. Enkele jaren terug dachten we dat we er ongeveer waren en dat we concreet bezig waren en nu hebben we problemen op elke locatie. Iedereen wil het en alle ministers steunen dit al jaren. Ik heb hier nooit iets anders gehoord en ik geloof dat ook wel, maar we moeten ergens uitkomen. We moeten dit dossier afronden. Hopelijk lukt dit snel.
Om dat door te drukken is een flinke portie politieke moed nodig. De provincies moeten hun verantwoordelijkheid nemen. We horen niets anders dan provincies die in bepaalde locaties stoppen met werken en voor het overige komt het woord Raad van State bij zowat elk terrein terug. Dit is een jammerlijke vaststelling. We moeten absoluut politieke moed tonen.
Iemand heeft me onlangs gezegd dat we elke dag over de autosnelweg rijden. De autosnelwegen zitten helemaal vol. We mogen blij zijn dat ze er liggen. Het is echter een goede zaak dat we ze vandaag niet meer moeten aanleggen. We zouden nooit aan een enkele baan geraken.We moeten hier rekening mee houden. Om die terreinen tot stand te brengen, moeten alle echelons politieke moed hebben. We rekenen op de minister om aan die kar te blijven trekken. Dit zal hard werk vergen.
De voorzitter : Mevrouw Robeyns heeft het woord.
Mevrouw Els Robeyns : Ik dank de minister voor het uitgebreid antwoord. Ik hoop dat er voor de provincies die hun verantwoordelijkheid hebben genomen een oplossing zal komen. Ik denk hierbij aan het dossier van een terrein waar al vijftig jaar aan motorcross wordt gedaan. Er is een breed politiek en maatschappelijk draagvlak. Ik hoop dat we een oplossing zullen vinden en dat geen stukje Limburgse sportgeschiedenis zal verdwijnen.
De voorzitter : Mevrouw De Vroe heeft het woord.
Mevrouw Gwenny De Vroe : Ik dank de minister voor zijn uitgebreid antwoord. Ik hoop dat hij dit dossier grondig met minister Schauvliege zal bespreken. Ik wil in feite mijn vraag herhalen. Ik hoop dat minister Schauvliege haar beslissing over dit dossier zal herzien.
De voorzitter : Minister Muyters heeft het woord.
Minister Philippe Muyters : Mijns inziens heeft minister Schauvliege die beslissing om zeer duidelijke redenen genomen. Ten gevolge van een verbodsbepaling in VLAREM is de exploitatie in bepaalde gebieden onmogelijk. Aangezien de wijziging van het provinciaal ruimtelijkeordeningsplan is geschorst, is dit gebied terug een natuurgebied geworden. Dit gebied is dan ook aan die verbodsbepaling onderworpen. Dit is een algemene regel.
Ik ben blij dat er overleg met minister Schauvliege is. Ik zal dit ook nog met haar bespreken. We zullen onderzoeken wat we kunnen doen. Met betrekking tot het dossier waar verschillende sprekers in sterke mate op zijn ingegaan, moet ik opmerken dat effectief een juridische procedure is opgestart. Op 13 augustus 2009 hebben we, in overleg met onze raadsman, de memorie van antwoord overgemaakt. We wachten nu op een reactie.
De voorzitter : Het incident is gesloten.