Verslag plenaire vergadering
Actuele vraag over de ambitienota van de overkappingsintendant voor de Antwerpse ring
Actuele vraag over de ambitienota van de overkappingsintendant voor de Antwerpse ring
Actuele vraag over de ambitienota van de overkappingsintendant voor de Antwerpse ring
Verslag
De heer Vanbesien heeft het woord.
Voorzitter, collega’s, minister, ik ben heel blij. Ik wil vandaag mijn blijheid delen met heel dit parlement. Om uit te leggen waarom ik blij ben, heb ik twee publicaties mee. De eerste publicatie is een brochure uit 2005: ‘Ringpark. De Knoop’. Die heb ik zelf nog gemaakt samen met medestanders van ‘Borgerhoudt van mensen’, een buurtvereniging uit Borgerhout. De kleine, bescheiden brochure gaat over de noodzaak van de overkapping van de ring in Antwerpen. Nu zijn we tien jaar verder. StRaten-generaal heeft daarop voortgewerkt, Ademloos heeft daarop voortgewerkt, Ringland heeft daarop voortgewerkt. En nu ook de intendant. Er is nu een nieuwe publicatie, iets dikker en iets meer onderbouwd: ‘Over de ring’, de ambitienota van de leefbaarheidsintendant van Antwerpen. En wat is daar nu zo belangrijk en bijzonder aan? De intendant argumenteert dat de overkapping van de Antwerpse ring een noodzaak is. Hij zegt dus niet dat het wenselijk of nuttig is. Neen, het is een noodzaak voor de leefkwaliteit en ook voor de economische ontwikkeling in Antwerpen. Ik ben dus blij dat nu ook de Vlaamse Regering en het stadsbestuur zich daarachter hebben geschaard.
Er is een brede consensus over de noodzaak van de overkapping van de ring. Maar er is ook nog een debat. Dat debat zullen we moeten uitklaren vooraleer we eraan kunnen beginnen. Dat debat gaat over hoe we dat zullen realiseren. Minister, u wilt dat combineren met de nieuwe Scheldekruising, het BAM-tracé. Daar gaat het debat over. Ringland, Ademloos en stRaten-generaal hebben grote problemen met dat tracé. Zij hebben daar gegronde redenen voor. Die argumenten betreffen de mobiliteit. Hoe gaan we de files oplossen, en kan het BAM-tracé daar de beste kaarten voorleggen? Als je het combineert met de A102, eigenlijk niet. Maar het gaat ook over ruimte: het BAM-tracé neemt heel wat ruimte in en is daardoor minder overkapbaar. Dat conflict moet nog opgelost worden.
Minister, hoe open staat u ten overstaan van dat debat? Er is een volksraadpleging in opbouw. Als de volksraadpleging in Antwerpen zou plaatsvinden en men zou tegen het BAM-tracé kiezen, bent u dan bereid om naar de Antwerpenaar te luisteren?
De heer Schiltz heeft het woord.
Minister, de ambitienota van de intendant is een omvangrijk document. Het is de neerslag van consultaties met ruim tweehonderd verschillende belangengroepen en individuen. Er is een hele hoop studiewerk verricht over de kostprijs van de overkapping van de ring en over de manier waarop die overkapping kan aansluiten bij mobiliteitsoplossingen. Er is grote vooruitgang geboekt in het verzoenen van tegengestelde opinies over het zuidelijke deel van de ring. Daar is er inderdaad een brede consensus over de overkapping. Het noordelijke tracé moet nog verder afgewerkt worden.
Minister, denkt u dat de ambitienota van de intendant kan zorgen voor voldoende draagvlak voor de overkapping van de ring en voor de mobiliteitsoplossing?
De heer de Kort heeft het woord.
Minister, er is hier al heel veel van gedachten gewisseld over het dossier van de Oosterweelverbinding. Dat was in een periode dat er veel voorstellingen zijn geweest en dat er coalities daarover zijn gewisseld. Maar belangrijk is ook dat op een bepaald moment de Vlaamse Regering en u een intendant hebben aangesteld die de voorbije tien maanden hard heeft gewerkt. Hij tracht op een goede manier heel wat tegenstellingen op te lossen. De wijze waarop die man te werk gaat, vind ik schitterend. Het pijnpunt Sint-Annabos, waarmee Ademloos is gestart, wordt gevrijwaard door een oplossing die mede door het Gemeentelijk Havenbedrijf wordt aangedragen. De Hollandse Knoop was een groot probleem en met de Deurnese Tuinen brengt de intendant ook hier een oplossing naar voren.
Minister, er zou nu een belangrijk signaal moeten worden gegeven om draagvlak te creëren bij de bevolking en bij de actiegroepen, waarbij wij zeggen dat wij deze ambitienota au sérieux nemen. Minister, hoe gaat u ervoor zorgen dat alle neuzen in dezelfde richting wijzen? Dat is op dit moment nog niet het geval.
Mevrouw Kherbache heeft het woord.
Minister, de intendant heeft een knap werkstuk afgeleverd. Er werd de afgelopen dagen enthousiast gereageerd op zijn ambitie. Wie is er nu tegen om van de Antwerpse regio de meest leefbare en de meest aantrekkelijke en bereikbare regio te maken? Men kan daar toch niets op tegen hebben? Er is veel aandacht gegaan naar het budget dat hiervoor nodig is: 9 miljard euro. Dat is niet meteen te realiseren.
Hij heeft twee dingen gezegd die wat ondergesneeuwd geraakt zijn. Ten eerste, de overkapping zal maar lukken als je het autoverkeer van de ring haalt, de modal shift dus. Ten tweede zegt hij dat verschillende kampen wat water bij de wijn zullen moeten doen en dat er voortschrijdend inzicht zal moeten komen. Hij zou tegen januari willen nagaan hoe het verkeer op de ring beter kan worden georganiseerd.
Minister, er zijn voorafgaande noodzakelijke voorwaarden, meer bepaald de modal shift en een duidelijke omslag naar een fiftyfiftyopdeling, dus meer mensen op het openbaar vervoer en meer mensen op de fiets. Wilt u dat realiseren door nu al stappen te zetten en dat te budgetteren? Staat u nog open voor bijsturingen op het vlak van de organisatie van het verkeer op de ring, dat wil dus zeggen op vlak van infrastructuur en het tracé?
Minister Weyts heeft het woord.
Ik zal mijn antwoord opdelen in drie delen: het draagvlak, de modal shift en het tracé.
Toen ik als nieuwbakken minister na de regeringsonderhandeling thuiskwam en aan mijn vrouw zei: ‘voor u staat de nieuwe minister van Mobiliteit’, zei ze: ‘oei, Oosterweel’. De moed had ik al wat in de schoenen, want dit werd altijd geduid als een ‘shitdossier’. We zijn er echter in geslaagd om molensteen na molensteen weg te halen door steeds te luisteren, samen te werken en op te lossen. We hebben verschillende dossiers stap voor stap aangepakt. De brug is een tunnel geworden. Vervolgens was er de vraag met betrekking tot het viaduct van Merksem. Er was de Noriantfactuur en de dading die we hebben gesloten. Er was ook de vraag met betrekking tot de Damwijk en de verlenging van de tunnel onder het Albertkanaal. We hebben dat opgelost en zijn daarin meegegaan.
De overkapping van de Oosterweelverbinding werd opgeworpen. Ook daar werd het ontwerp aangepast zodat de Oosterweelverbinding kan worden overkapt. Bij de discussie over de financiering hebben we heel duidelijk gezegd dat de Vlaamse Regering het engagement wil nemen om te zorgen voor de financiering. We hebben dan de discussie gehad over het Sint-Annabos dat voor een deel dreigde te verdwijnen. Dat hebben we opgelost, want de baggerspecie zal ergens anders worden gedumpt. Het wordt volledig gevrijwaard en het wordt zelfs een beter bos. Er was ook de discussie over de overkapping. Daarvoor hebben we de intendant aangeduid die met een rapport is gekomen. Tot slot was er ook de discussie over het verkeerssysteem op de zuidelijke ring. Ook daar hebben we gezegd dat we willen samenwerken. We brengen iedereen rond de tafel om dat samen te bestuderen, ook onder leiding van de intendant.
We hebben verschillende stappen gezet om de molenstenen, de obstakels weg te nemen, altijd met de focus op datgene wat ons bindt in plaats van op wat ons scheidt. Het doel is de combinatie tussen enerzijds meer mobiliteit en anderzijds betere leefbaarheid. Dat is wat in de ambitienota staat die op tafel ligt. Wat we hebben beloofd, ligt vandaag op tafel.
We zijn al bezig met de modal shift. Er zitten absoluut goede elementen in. Ik stond er in het begin ook stom van wat allemaal in dat masterplan vervat zit en wat we eigenlijk vergeten zijn te communiceren. Het gaat namelijk om 16 kilometer weginfrastructuur, 24 kilometer traminfrastructuur, 60 kilometer fietsinfrastructuur, 30 hectare groen en 39 hectare extra bos. Dat is het masterplan. Dat gaat niet in eerste instantie over het beton over de weg. Het gaat net over de modal shift, want dat zijn de verhoudingen. Dat zit er allemaal in en we maken er werk van. Er worden ook centen voor uitgetrokken. Voor de slimme kilometerheffing steek ik mijn nek ver uit. Wat het spoor betreft, hebben we voorlopig in het kader van het voorliggende vervoersplan binnengehaald dat er voor Antwerpen drie nieuwe lijnen komen in december 2016. In december 2017 komen er extra lijnen bij of extra capaciteit op bijvoorbeeld de lijn Gent-Antwerpen en Boom-Puurs.
Bovendien wordt het bedrag dat in het kader van de Oosterweelverbinding was toegekend aan de stad en de haven, geheroriënteerd. De haven zet nu in op een project rond waterbussen en de stad maakt werk van park-and-rides, echte parkeertorens op Linkeroever, ook in het kader van de Noorderlijn. Dat is wat er allemaal in zit in het kader van de modal shift.
Het derde luik is het tracé. Ik heb u geschetst welke tegemoetkomingen wij allemaal hebben gedaan, stap voor stap, door te luisteren, door samen te werken en op te lossen. U zegt: ‘Dat is niet genoeg. Ook het tracé moet wijzigen. Het Oosterweeltracé moet wijken voor een Noordtracé.’ Wel, zelfs al zou ik willen, ik zou niet kunnen. Men heeft dat nu toch wel afdoende bestudeerd. Er is 10 miljoen euro gespendeerd aan studiekosten, onder andere aan een milieueffectenrapportering van 5000 bladzijden. Er is een maatschappelijke kosten-batenanalyse en ook een ruimtelijk veiligheidsrapport. Dat is jaren werk. De Oosterweelverbinding is daar als beste tracé uit gekomen, ten aanzien van verschillende aspecten.
Ik heb dat niet zelf gekozen. Ik weet dat niet. Ik ben daarvoor niet verstandig genoeg. Het is beslist op basis van al die rapporten waarvoor wij 2 miljoen euro hebben uitgegeven. We kunnen dat niet allemaal in de vuilnisbak gooien en vervolgens alles opnieuw vier jaar in de tijd slaan zodat we nog eens vier jaar langer moeten wachten op een aanpak voor opnieuw een ander tracé. We zijn zo al van tracé naar tracé, van plan naar plan gesprongen. En uiteindelijk gebeurt er niets. Dat moet dus stoppen, het is tijd om te schoppen.
In Antwerpen is men nu al vijftien jaar bezig met die tracédiscussie. Men is dat gewoon. Uiteindelijk weet men niet meer waarom. Van al die bestudeerde aspecten komt het Oosterweeldossier er als beste uit. Daarover waren we het, ook in de Vlaamse Regering, over eens.
De ambitienota die nu op tafel ligt, is een duidelijk kompas, niet alleen voor deze regering, maar hopelijk ook voor volgende regeringen. Want het gaat natuurlijk over verschillende regeerperiodes en zelfs verschillende politieke generaties.
We hebben de hand ver uitgereikt en de nek ver uitgestoken. Dit is echt het moment om een oproep te doen voor een ‘coalition of the willing’, een coalitie van diegenen die willen vooruitgaan. Daarover gaat het. Dat is het aanbod dat we doen.
Ik ben begonnen met het draagvlak en wil daar ook mee eindigen. Het draagvlak geldt niet alleen voor Antwerpen, maar ook voor de rest van Vlaanderen. De rest van Vlaanderen wordt om de oren geslagen met grote bedragen. Het gaat over een verre toekomst, maar wel over grote bedragen. Je kunt de rekker niet eindeloos rekken. Op een bepaald moment springt hij.
We moeten nú ageren. Nú is de tijd. We moeten echt stoppen met te discussiëren en te procederen. Het is tijd om te schoppen. (Applaus bij de N-VA)
Minister, u hebt zonet gedaan wat de N-VA-ministers en andere verantwoordelijken tegenwoordig meer en meer doen, namelijk het betrokken middenveld in Antwerpen bij de vuilnisbelt zetten. (Opmerkingen)
U zegt letterlijk: ‘De enige reden waarom men nog een debat voert over het tracé, is omdat men dat nu eenmaal gewoon is en niets anders gedaan heeft.’ Alle andere argumenten die men heeft, zijn gebaseerd op de studies die gebeurd zijn door Vlaanderen, onder meer het voorlopige MER rond de A102, dat zegt dat het BAM-tracé slechter werkt op het vlak van mobiliteit dan een noordelijker tracé waarop die A102 zou aansluiten.
Het MER dat u citeert, geeft Meccano een voorsprong op het vlak van de leefbaarheid. U gebruikt verkeerde argumenten. U zet alle mensen die betrokken zijn, die kritisch zijn in Antwerpen, die vanuit een enthousiasme mee willen discussiëren, bij de ‘unwilling’, bij diegenen waarmee u niets te maken wilt hebben. Op de vraag wat u zult doen als Antwerpen voor een tweede keer – want het is al eens gebeurd – het BAM-tracé zou wegstemmen, antwoordt u niet. U zegt: ‘Die discussie is volledig afgesloten. Dus als men neen zou stemmen, zullen we daar niet naar luisteren.’ U zegt: ‘We zullen niet blijven van tracé naar tracé hoppen.’ Dat is desinformatie. Er is altijd hetzelfde tracé gebruikt. Dat is juist het grote probleem. Dat is de reden waarom er al vijftien jaar een debat is en waarom men nooit tot een consensus is gekomen. De Vlaamse Regering heeft in haar opeenvolgende samenstellingen altijd vastgehouden aan dat tracé.
Ik heb een bijkomende vraag. De minister is ook ver boven zijn tijd gegaan, voorzitter.
Minister Weyts is niet boven zijn tijd gegaan, mijnheer Vanbesien. Minister Weyts heeft zich keurig aan de acht minuten gehouden. U moet niet zo van die dingen zeggen die niet waar zijn.
Ik ga een heel korte vraag stellen. Het is veel geld: er wordt gezegd 9 miljard euro. Het huidige masterplan staat op 7,5 miljard euro. U kunt nu niet op één minuut vertellen hoe u dat gaat financieren, maar ik vind dat u zich moet engageren om dit jaar nog naar het parlement te komen met een robuust systeem van financiering voor die overkapping. (Applaus bij Groen)
Minister, het is belangrijk dat u af en toe herhaalt welke evolutie we in dit dossier hebben doorgemaakt. Niemand kan ontkennen dat er een en ander beweegt. Niemand kan ook ontkennen dat er een belangrijk begin van verzoening is gekomen en dat er een draagvlak gezocht wordt. In welke mate dat al bereikt is, is zeer de vraag. Er zijn inderdaad een paar heikele punten. Ik heb specifiek geen vragen gesteld over de techniciteit, want daarom hebben we nu net een intendant geïnstalleerd, om niet weer in het parlement te lopen bakkeleien over wie het grootste technische gelijk heeft. Laat die man alstublieft zijn werk doen.
Er is natuurlijk nog een grote vraag over het noordelijk tracé. Daarom is mijn oproep de volgende, minister. Gisteren is in Maastricht een fantastisch project van ondertunneling van de ringweg ingehuldigd. Het wordt binnenkort volledig geopend. Daar is het op tien jaar geklaard. Wij zijn al twintig jaar aan het bakkeleien, maar we hebben met deze regering wel het geweer van schouder veranderd. Is het mogelijk, om het succes van de ingeslagen weg te maximaliseren, om alle alternatieve tracés op gelijkwaardige voet te laten berekenen zodat dit soort technische discussies gewoon objectief uitgeklaard kan worden? Zo kan de intendant van het zuiden tot het noorden en van het noorden van Antwerpen tot in het zuiden en tot in Brussel draagvlak en verzoening vinden.
Minister, bij de Antwerpenaar die een regelmatig gebruiker is van de kleine ring, is er draagvlak om te starten met de werken. Bij de mensen die wat verder wonen, groeit het besef zienderogen en is men steeds meer vragende partij voor bijkomende maatregelen. Mensen die me vroeger aanspraken en zegden dat er geen tram moest worden gerealiseerd, zijn nu vragende partij voor bijkomende tramverbindingen. Dat draagvlak groeit.
Minister, het volgende is van belang. U hebt een opdracht gegeven aan de intendant. De intendant heeft belangrijk werk gedaan. Hij heeft de actiegroepen betrokken. Zal in de toekomst de consensus, waar nog verder aan moet worden gewerkt zodat de neuzen in dezelfde richting komen, bestendigd kunnen worden? Het is van belang dat op die manier de schop in de grond kan worden gezet, iets waar u zelf voor hebt gepleit, zodat we niet worden geconfronteerd met een referendum of procedures voor de Raad van State. Ik hoop dat u binnenkort komt zeggen: ‘Mijnheer de Kort, ik heb dat opgelost.’ (Applaus bij CD&V)
Minister, u hebt duidelijk niet geluisterd naar wat de intendant heeft gezegd: ‘Vertrek niet van uw eigen grote gelijk en durf de feiten onder ogen zien.’ U verwijst naar de openbaarvervoerprojecten die in het masterplan zijn opgenomen. Die zijn tien jaar geleden beslist en zijn nu inderdaad in uitvoering. Maar de intendant zegt: ‘Dat is niet genoeg.’ Als we geen werk maken van meer investeringen op dat vlak, dan gaan we files overkappen. Ik denk niet dat het de bedoeling is om een miljardenproject te lanceren om dat als resultaat te hebben.
Minister, mijn vraag is: bent u bereid die vraag van de intendant ter harte te nemen en het voortschrijdend inzicht mee te nemen en bijvoorbeeld na te denken over een verlenging van tramlijnen in plaats van te vragen van de mensen om eerst in de file te staan en dan over te stappen op een tram? Bent u bereid de lijnen door te trekken naar Ranst en naar Brasschaat? Wilt u dat nu als eerste stap doen, omdat het zo noodzakelijk is om te komen tot een oplossing van het mobiliteitsprobleem op de ring?
Mevrouw De Ridder heeft het woord.
Mijnheer Vanbesien, het moet toch echt gigantisch vermoeiend zijn om bijna als enige constant te blijven focussen op dat conflict. Opnieuw begint u over de inferieure tracékeuze, zoals u het voorstaat. Opnieuw begint u te dreigen met volksraadplegingen. Is het nu zo moeilijk om wat er voorligt, te omarmen en te kijken naar wat er ligt, namelijk een oplossing voor de files, een overkappingsplan en een groeiend draagvlak? Voor de eerste keer maken we dat mee! 9 miljard euro wil men er op termijn in gaan investeren. Weet u dat dat de rest van Vlaanderen de ogen uitsteekt? Als we nu geen eieren voor ons geld kiezen, dan eindigen we in Antwerpen met niets! Wilt u dat als verantwoordelijkheid hebben? (Applaus bij de meerderheid)
Nog iets positief aan het adres van u, minister. De intendant leverde schitterend werk. Het zou jammer zijn als zijn taak eind dit jaar word beëindigd. Overweegt u een verlenging? En wat zijn uw concrete stappen om deze prachtige ambitienota op korte termijn te kunnen realiseren?
De intendant krijgt alle ruimte om in alle rust zijn werk voort te zetten – ook om werk te maken van wat hij heeft voorgesteld inzake de werkgemeenschap, zodat de actiegroepen en dergelijke worden betrokken bij de verfijning en uitwerking van wat hij voorstelt. Zijn contract loopt tot eind 2017. Ik ben bereid om te onderzoeken of zijn contract kan worden verlengd. In het contract is de mogelijkheid om dat te doen opgenomen. Dat zou moeten toestaan dat de intendant een rol opneemt bij de begeleiding van het een en het ander, ook van de werken zelf.
Al in december wordt een oproep naar de vijf segmenten die hij heeft gedefinieerd, bekendgemaakt. De topbureaus wordt gevraagd voorstellen over te maken. Er wordt een dialoog met de wijken aangegaan, zodat duidelijk wordt wat kan worden ondernomen op en naast die overkapping. Op basis daarvan kan worden beslist wat eerst moet worden aangepakt – wat dringend is, en waarover in de wijk een consensus bestaat. We vorderen dus. Wij willen oplossingen, maar u, mijnheer Van Besien, wilt obstakels. Wij willen consensus, u wilt vooral conflict. Wij willen een spade in de grond, u wilt stokken in de wielen. Nu dit werkstuk er is, en na de mediacommotie, wordt het tijd dat het vooruitgaat. (Applaus bij de N-VA)
Mevrouw De Ridder, u vraagt of het niet vermoeiend is om dit debat te blijven voeren. Ik heb energie genoeg. En weet u waar ik mijn energie haal? Het zal nooit te vermoeiend zijn om te vechten voor gezonde lucht en goede, kwaliteitsvolle ruimte in Antwerpen. Ik doe dat samen met de mensen van Antwerpen. Samen met de mensen die acht jaar geleden al het BAM-tracé hebben weggestemd. Ik ben heel blij met de ambitie om te overkappen. Al tien jaar geleden had ik het erover. Laat ons dus samenwerken, want anders zal het niet lukken. Om het samen te kunnen doen, minister, zult u de openheid moeten opbrengen om alle aspecten ter discussie te stellen. U zult dan uw BAM-fixatie moeten opgeven. Als dat lukt, zullen we samen en wel snel de eerste spade in de grond kunnen steken. (Applaus bij Groen. Opmerkingen van Annick De Ridder)
Mevrouw De Ridder en mijnheer Van Besien, ik denk dat het nu net niet de bedoeling is om het debat over dit project op die manier te gaan voeren. Ik heb u goed beluisterd, minister. Ik zeg het misschien voor de honderdste keer, collega’s – ook ten behoeve van die van buiten Antwerpen. Het grote belang van dit dossier is niet alleen dat we een groot infrastructuurproject koppelen aan meer leefbaarheid, maar ook de manier waarop wij beslissingen kunnen nemen is de inzet. Beslissingen die we in de toekomst zullen moeten nemen mét draagvlakoverleg, met de burgers, waarbij het dossier wordt geobjectiveerd en we met de hulp van burgers de beste oplossingen kiezen. Dat is de manier waarop we in de toekomst infrastructuurprojecten moeten realiseren. Wie dat niet ziet, is ziende blind en zal hier over twintig jaar nog discussiëren over het tracé. (Applaus bij Open Vld)
Collega’s, misschien stellen we de zaken in de aanloop naar verkiezingen wat scherper, maar onze taak hier bestaat er toch hoofdzakelijk in om te verbinden. Dat is wat we met dit dossier moeten doen: een consensus zoeken, samen met de Antwerpenaren en de actiegroepen. Als dat is gebeurd, kunnen we Vlaanderen vragen om voor dit project – dat belangrijk is voor Antwerpen, maar ook voor Vlaanderen en Europa – die investering van 9 miljard euro, gedragen door verschillende generaties, vrij te geven.
Minister, u hebt tot tweemaal toe niet geantwoord op mijn vraag, het is duidelijk dat u op korte termijn geen werk wilt maken van een doortastende aanpak van de files. En op die manier hypothekeert u ook de totaaloplossing. Zonder die fundamentele eerste stappen, die wel realistisch zijn en die u wel kunt budgetteren, zult u die ambitie die we blijkbaar allemaal delen, niet realiseren. Ik hoop dat u op dat vlak wel naar die intendant zult luisteren en dat u die stap alsnog zult zetten.
De actuele vragen zijn afgehandeld.