Commissie voor Landbouw, Visserij en Plattelandsbeleid
Vergadering van 26/03/2014
Vraag om uitleg van de heer Veli Yüksel tot de heer Kris Peeters, minister-president van de Vlaamse Regering, Vlaams minister van Economie, Buitenlands Beleid, Landbouw en Plattelandsbeleid, over halalcertificering
- 1133 (2013-2014)
De voorzitter : De heer Yüksel heeft het woord.
De heer Veli Yüksel : Minister-president, op dit moment zijn er in België een tiental halalcertificeringsorganisaties actief, elk met hun eigen criteria en controlemethoden. Het gaat om zelfverklaarde organisaties. Ik denk dat we het woord zelfverklaard hier mogen gebruiken, aangezien er geen instantie bestaat die halalcertificerende organisaties kan erkennen. Afgelopen weekend was er een conferentie in Zaventem, georganiseerd door Halal Correct, met deelnemers uit Indonesië en Maleisië.
Slachthuizen, producenten, distributeurs en retailers kunnen ook zelf hun product als halal belabelen zonder dat daar enige minimumnormering tegenover staat. Dat is dus toch wel allemaal vrijblijvend. Er is op dat vlak een ongelooflijke versnippering. Het ontbreken van een algemene standaard of normering stelt problemen voor de binnenlandse consument en voor de exportmogelijkheden van Vlaamse bedrijven. Er is nood aan transparantie en uniformisering van de markt, die een waarde heeft van naar schatting 1,7 miljard euro.
In een uitvoerig rapport van het Departement Landbouw en Visserij, dat werd uitgebracht in september 2013, worden daartoe vier mogelijke pistes naar voren geschoven.
Gezien het grensoverschrijdende karakter van de markt bestaat de beste oplossing er wellicht in te komen tot een Europese aanpak en standaard. In de schoot van het European Committee for Standardization werd daartoe een haalbaarheidsstudie uitgevoerd. De Europese Commissie heeft echter in september vorig jaar duidelijk gemaakt dat ze geen plannen heeft om een standaard in te voeren, en dat de materie tot de bevoegdheid van de lidstaten behoort. Daar valt wel iets voor te zeggen.
Op federaal niveau is de oprichting van een nationaal certificeringsmechanisme of een nationale standaard een mogelijke piste. Een alternatief is de oprichting van een agentschap dat een kader schept en controle uitvoert, in samenspraak met de overige betrokken partijen. Een aantal aspecten van halalvoeding, zoals de controle op de veiligheid van de voedselketen, behoren vandaag ook tot de bevoegdheid van de federale overheid.
Met de zesde staatshervorming en ik kom daarmee tot de essentie van mijn vraag wordt de bevoegdheid Dierenwelzijn, inclusief de rituele slacht, overgeheveld naar de regionale overheden. Ook de deelstaatregeringen kunnen in dit dossier een belangrijke rol spelen. Ze kunnen optreden als stimulator of facilitator van initiatieven van hogere overheden of derden, maar ze kunnen daarnaast ook eigen initiatieven ontwikkelen. Zo heeft de Vlaamse overheid ook het gebruik van de term biologisch voedsel in de wetgeving beschermd. Dat is een label, waardoor elk product dat onder die term op de markt wordt gebracht, verplicht moet worden gecontroleerd door een onafhankelijke instantie en moet voldoen aan bepaalde criteria.
Het Waalse exportagentschap Agence wallonne à lExportation (AWEX) steunt actief de halalsector en richtte daartoe in 2010 de Club Halal op. Deze club verenigt exporterende Waalse bedrijven die zich richten op de halalmarkt. Een dergelijk initiatief bestaat momenteel nog niet aan Vlaamse zijde. Ik denk dat het Vlaams Centrum voor Agro- en Visserijmarketing (VLAM) en Flanders Investment & Trade (F.I.T.) daar een rol kunnen spelen.
Een laatste mogelijke piste om tot een uniformisering te komen, bestaat in een vorm van zelfregulering door de sector, waarbij een protocol wordt afgesloten tussen de ketenpartners. Deze piste heeft als voordeel dat flexibeler kan worden ingespeeld op evoluties, terwijl de aanpassing van een wettelijk kader stroever verloopt. Ik denk echter dat ook voor zon piste een wettelijk kader nodig is.
Dat het verstandig zou zijn om te werken aan een uniforme halalcertificering, is ook de boodschap van het rapport van het Departement Landbouw en Visserij: Het halaldossier moet worden bekeken vanuit de invalshoek van consumentenbelangen (garanties, zekerheid, bescherming), producentenbelangen (zekerheid, transparantie, concurrentievermogen) en economische potentieel in nieuwe markten. Vooral dat is voor Vlaanderen ongelooflijk belangrijk. De conclusie van het rapport luidt: Vanuit een dergelijke invalshoek is stappen ondernemen vooral een kwestie van gezond verstand.
Minister-president, met welk doel werd het rapport Halalvoeding in Vlaanderen: een verkenning door de afdeling Monitoring en Studie van het Departement Landbouw en Visserij opgemaakt? Waartoe hebben de resultaten geleid? Bent u het eens met de stelling dat een uniformisering van de halalcertificering noodzakelijk is? Op welke manier zal de Vlaamse overheid of de Vlaamse Regering werk maken van de uniformisering en de invoering van een halalstandaard?
De voorzitter : De heer Callens heeft het woord.
De heer Karlos Callens : Ik weet hierover niet zoveel. Geef eens een verschil tussen een halalproduct en een product dat in Vlaanderen gecertificeerd is.
De heer Veli Yüksel : Dat is juist het probleem. Vandaag krijgen producten die geen halal zijn, een halallabel. Halal is voor moslims wat koosjer is voor joden.
De heer Jos De Meyer : Het heeft te maken met de wijze van slachten.
De heer Veli Yüksel : Er zijn vandaag mensen en organisaties die een halallabel plakken op voedsel hoewel het geen halal is. Het heeft te maken met de manier waarop een dier wordt geslacht.
De voorzitter : Minister-president Peeters heeft het woord.
Minister-president Kris Peeters : Mijnheer Yüksel, het rapport waarnaar u verwijst, wil de toestand omtrent halalvoeding in Vlaanderen verduidelijken. Er is, zoals u terecht hebt aangegeven, enige mist. Dit rapport vertrekt vanuit twee vaststellingen. Enerzijds neemt het maatschappelijk en economisch belang van halalvoeding in Vlaanderen en daarbuiten toe. Anderzijds heeft de Vlaamse overheid geen goed zicht op halalvoeding in Vlaanderen. Een verkenning drong zich op.
Het rapport brengt voor het eerst de Belgische halalketen in beeld aan de hand van de beschikbare informatie. Er is gepoogd om de verschillende aspecten die met halal in Vlaanderen te maken hebben definitie, economische betekenis, keten, uitdagingen te integreren in een rapport.
Het rapport zet de uitdagingen op een rij en geeft ook enkele opties om hieraan tegemoet te komen. Mochten de leden van de commissie graag over dat rapport beschikken, dan kan ik dat aan de voorzitter overhandigen.
De voorzitter : We zullen dit rapport aan alle commissieleden en aan de vraagsteller bezorgen.
Minister-president Kris Peeters : De vraagsteller heeft dat rapport al, anders had hij die vraag om uitleg niet zo gesteld.
Is de minister-president het eens met de stelling dat een uniformisering van de halal-certificering noodzakelijk is? Ik wil er vooreerst op wijzen dat het niet aan mij is om mij in de plaats te stellen van de moslimgemeenschap. Of het complexe begrip halal eenduidig kan worden gevat in een uniforme certificering is nog maar de vraag. Ik denk wel dat zowel de betrokken gebruikers, de producenten als de handel er alle belang bij hebben dat er meer transparantie en zekerheid komt.
Op welke manier zal de Vlaamse overheid desgevallend werk maken van die uniformisering en de invoering van een halalstandaard? Ik meen dat het voor deze problematiek aangewezen is dat het initiatief wordt genomen op een zo hoog en breed mogelijk niveau, juist om de algemene gedragenheid te waarborgen en nieuwe fragmentering en marktverstoringen tegen te gaan. Daarom ben ik tevreden dat er momenteel op Europees niveau door het Europees Comité voor Normalisatie (CEN) wordt gewerkt aan een Europese norm. Daartoe werd een projectgroep opgericht die reeds tweemaal is samengekomen. Het doel is om te komen tot een standaard voor halalvoedsel. Men stelt daarbij een tijdskader voorop van 36 maanden. Allicht tegen de zomer zal de projectgroep zijn eerste ontwerpteksten klaar hebben.
In België heeft het Bureau voor Normalisatie (NBN) op 23 september 2013 een informatieve vergadering georganiseerd voor de Belgische stakeholders. Er is binnen de schoot van het NBN een werkgroep NBN E425 Halal Food opgericht om een actieve deelname vanuit België te verzekeren. Deze werkgroep bestaat uit een vijftiental vertegenwoordigers van de betrokken sectoren, religieuze gemeenschap, dierenwelzijnorganisaties, halalexperts en overheidsinstanties. Vanuit de Vlaamse overheid neemt F.I.T. deel aan de werkgroep en volgt het dossier op. Naargelang er vooruitgang is, wil ik daar verder over berichten als daar vragen over zijn.
De voorzitter : De heer Yüksel heeft het woord.
De heer Veli Yüksel : Mijn tweede vraag was gebaseerd op de vaststelling van het rapport dat er aan een uniformisering zou worden gewerkt. In dat opzicht is het goed dat er duidelijkheid wordt gecreëerd. Vandaag gebeuren veel zaken in een grijze zone. Ik heb het voorbeeld gegeven van een conferentie waar veel buitenlandse bedrijven actief zijn. Ook de moslimgemeenschap in Vlaanderen en België is vragende partij voor duidelijkheid. Ik heb ook mijn licht opgestoken bij de instanties die de moslims in Vlaanderen en België vertegenwoordigen. Zij zijn vragende partij voor duidelijkheid en uniformisering.
Minister-president, ik ben blij dat u zegt dat dit op het hoogste niveau moet gebeuren omdat het breed moet worden gedragen, zodat er geen problemen zijn met de controle, handhaving en naleving op het terrein. Daarvoor is de Europese aanpak de beste aanpak. Toch zal Vlaanderen daarin een rol moeten spelen voor de consumenten, maar ook voor de bedrijven die zeer actief zijn in de exportsector. Ik lees bijvoorbeeld dat het halallabel de Waalse export een ongelooflijke boost heeft gegeven.
Kan de VLAM, samen met het F.I.T., een actieve rol spelen in dat verhaal? We mogen het economische aspect van deze zaak absoluut niet onderschatten. Voor de lokale consument moet er duidelijkheid en zekerheid zijn. Als mensen halal willen kopen, moeten ze ook halal krijgen, zoals dat met biologische voeding het geval is. Inzake consumentenbescherming is er toch wel een rol weggelegd voor de Vlaamse overheid.
De voorzitter : Minister-president Peeters heeft het woord.
Minister-president Kris Peeters : Mijnheer Yüksel, ik kan u bijtreden, ervan uitgaande dat u ermee akkoord gaat om die normalisatie op het hoogste niveau te regelen. Het heeft weinig zin dat we hier een certificering zouden uitwerken die niet wordt gevolgd door andere Europese landen. Dan krijgen we heel eigenaardige toestanden.
In het rapport kunt u de verschillende stappen lezen. Er zijn er een zevental. Met de verpakking enzovoort erbij moeten er negen stappen worden gevolgd. We moeten daarin een actieve rol spelen, maar ik hoop dat we zo snel mogelijk duidelijkheid krijgen op het hoogste niveau. Het is ook een opportuniteit voor onze bedrijven, omdat ik heb aangetoond dat halalvoedsel een steeds grotere afzet krijgt. Daar moeten we op inspelen, en onze bedrijven in het bijzonder.
De voorzitter : De heer Callens heeft het woord.
De heer Karlos Callens : Bestaat er zon uniformisering in een ander land?
De heer Veli Yüksel : Neen.
De voorzitter : De vraag om uitleg is afgehandeld.