Commissie voor Brussel en de Vlaamse Rand
Vergadering van 29/01/2014
De voorzitter : De heer Segers heeft het woord.
De heer Willy Segers : Mijn vraag om uitleg was aan minister Schauvliege gericht, daarom zou ik aan mevrouw De Knop willen vragen om haar vraag eerst te stellen.
De voorzitter : Mevrouw De Knop heeft het woord.
Mevrouw Irina De Knop: Dat is bizar, maar goed.
Minister, volgens de berichtgeving hebt u beslist om het Herman Teirlinckhuis in Beersel voorlopig te beschermen, in tegenstelling tot het advies van uw administratie. In de commissievergadering van 27 november 2013 zei u: Villa Teirlinck is een doorsnee villa uit de jaren 1930 zonder noemenswaardige architecturale erfgoedkenmerken. ( ) Voorstel van beslissing: de woning van Herman Teirlinck te Beersel heeft ongetwijfeld een historische en socioculturele waarde voor de gemeente Beersel, maar komt niet voor een bescherming op Vlaams niveau in aanmerking.
Vreemd dat u niet akkoord ging met de conclusie van uw administratie. U vroeg advies aan de Koninklijke Commissie voor Monumenten en Landschappen (KCML). Deze commissie sluit blijkbaar nauwer aan bij uw zienswijze. U sprak zelf over de socioculturele en historische waarde van het gebouw, maar gaf aan dat dit in principe geen reden is om tot bescherming over te gaan.
Het gemeentebestuur van Beersel zou volgens mijn informatie niet geïnformeerd zijn over de beslissing. Verder geeft het bestuur in de media aan het huis te willen verkopen aan de Vlaamse overheid. Tijdens de bespreking van de beleidsbrief Vlaamse Rand 2013-2014 gaf u nog eens aan dat, als de Vlaamse Landmaatschappij (VLM) het huis zou aankopen, de vzw FeliXart het huis in zijn activiteiten wil betrekken en dat beide gebouwen kunnen worden verbonden via een wandelpad in de Zennevallei. In uw beleidsbrief Onroerend Erfgoed 2013-2014 staat vermeld dat uw administratie de herinventarisatie van Beersel inzake bouwkundig erfgoed zal aanvatten.
Minister, op basis van welke criteria hebt u de erfgoedwaarde bepaald? Hoe luidt het advies van de Koninklijke Commissie voor Monumenten en Landschappen? Op welke punten verschilt die van het advies van uw administratie? Wat zijn de gevolgen voor de plannen tot verkoop en de waardebepaling van het huis? Waarom hebt u bij deze beslissing tot voorlopige bescherming niet gewacht op de herinventarisatie van het bouwkundig erfgoed zoals u had aangekondigd in uw beleidsbrief? Hoe ver staat het met de aankoop van de woning door de VLM?
De voorzitter : De heer Segers heeft het woord.
De heer Willy Segers : Voorzitter, minister, collega De Knop, ik hoop dat u begrijpt waarom ik u de toelichting liet houden. Mijn vraag pikt in op het initiatief van minister Bourgeois en was gesteld aan minister Schauvliege.
De toelichting omtrent de zaak is gegeven. Ik herneem een aantal aspecten ervan. In een vraag van collega De Knop aan minister Bourgeois in deze commissie, gaf laatstgenoemde mee dat minister Schauvliege aan de VLM gevraagd heeft om te kijken of, naast de aankoop van de gronden voor een groenzone, eventueel ook de aankoop van de woning in aanmerking komt. Het Regionaal Landschap zou bereid zijn om de groenzone in te richten.
Na de beslissing van minister Bourgeois, volgt nu een openbaar onderzoek, waarna binnen het jaar een definitieve beslissing moet worden genomen. Hiernaast gaf minister Schauvliege in de vergadering van de commissie Cultuur van 17 oktober 2013 mee dat zowel de gemeente Beersel als het Letterenhuis ervoor open staat om de collectie over te maken aan het Letterenhuis. Vandaar mijn vragen aan de minister.
Minister, beschouwt u de voorlopige bescherming als een katalysator voor de definitieve bescherming van de site? Welke rol zal de gemeente Beersel verder opnemen? Wat is de stand van zaken van het landinrichtingsproject van de VLM voor deze site? Zijn de mogelijkheden reeds onderzocht? Wat is de stand van zaken betreffende de overdracht van de collectie van het Herman Teirlinckhuis naar het Letterenhuis?
De voorzitter : Minister Bourgeois heeft het woord.
Minister Geert Bourgeois : Voorzitter, het zijn inderdaad vragen die voor een deel niet tot mijn bevoegdheid behoren. Collega Segers had zijn vraag ook gesteld aan minister Schauvliege. Ik zal wat dat betreft het antwoord geven dat ik van mijn collega heb gekregen.
Mijnheer Segers, uw eerste vraag slaat wel op mijn bevoegdheid: is dit een katalysator voor een definitieve bescherming? Ik volg gewoon de procedure, die begint met een voorlopige bescherming, waarbij een openbaar onderzoek plaatsheeft en iedereen op- en aanmerkingen kan formuleren. Dat geldt uiteraard evenzeer voor de gemeente. Dan valt de beslissing over de al dan niet definitieve bescherming, ten laatste binnen het jaar na de voorlopige bescherming. De rol die de gemeente als eigenaar daarin opneemt bij het beheer van het huis, is een vraag die uiteraard behoort bij de verantwoordelijkheid van de gemeente en waarin de gemeente ook haar verantwoordelijkheid moet opnemen.
De bescherming is gebeurd op basis van de historische, meer bepaald de cultuurhistorische waarde van de woning. Die waarde wordt in de eerste plaats gevormd door de figuur van Herman Teirlinck als een van de belangrijkste schrijvers van het Nederlandse taalgebied en als veel gelauwerd docent en directeur van Ter Kameren. Daarnaast is het Teirlinckhuis volgens de Koninklijke Commissie voor Monumenten en Landschappen een typisch voorbeeld van een traditionele woning in rustieke stijl uit de jaren 30, waarbij het zicht op de Zennevallei vanuit de werkkamer en vanuit de grote omliggende tuin uniek is. In de tuin staat trouwens ook een bronzen beeld van Teirlinck alsook een paviljoen.
Het huis heeft Teirlinck zelf ontworpen, samen met Henry van de Velde, die hem daarin advies gaf. Zij waren collegas van elkaar in het Hoger Instituut voor Sierkunsten in Ter Kameren. Bovendien hadden ze ook nog een persoonlijke familiale band door het huwelijk van de dochter van Teirlinck met de zoon van van de Velde. De woning is gelegen aan de Uwenberg, met een schitterend zicht op de Zennevallei die Teirlinck zelf op een bijzonder lyrische manier heeft vereeuwigd. De woning is typisch voor de bouwstijl en de interieurafwerking van de jaren 30. Het is een mooi ontwerp, met evenwichtige volumes en gevelindelingen en een kwaliteitsvolle indeling met oog voor detail. Sinds de bewoning door Herman Teirlinck is ze vrijwel ongewijzigd gebleven. In het ingangsportaal bevinden zich drie muurschilderingen uit 1935 van de hand van Irene Van Der Linden, die behoorde tot de Pelgrimbeweging waarmee Teirlinck contact had. Die muurschilderijen geven de woning een bijkomende artistieke waarde.
Dit zijn allemaal elementen die de KCML ertoe gebracht hebben om een positief advies te geven en waarbij ik vaststel ik heb geen appreciatie gehoord uit de mond van mevrouw De Knop dat er in Vlaanderen in het cultureel, literair en sociaal leven een groot draagvlak is voor die bescherming. De afweging die mijn administratie maakte, was de architectuurhistorische waarde van Teirlincks woning in Linkebeek. Dat was een doorslaggevend criterium. De KCML waardeert de woning van Herman Teirlinck in Beersel in hoofdzaak vanuit de waarde die de woning bezit in het oeuvre van de kunstenaar en het landschap, dat een belangrijke rol speelt in dat oeuvre.
Wat betreft de gevolgen voor de plannen tot verkoop en de waardebepaling van het huis kan ik geen profeet zijn. Een eventuele bescherming verhindert absoluut de verkoop van het huis niet. Uit alle studies blijkt dat bescherming van onroerende goederen een positief effect heeft op de waarde van een pand. Een Nederlandse studie toont aan dat dergelijke huizen een grotere economische meerwaarde hebben.
U weet dat er heel belangrijke premies zijn voor de eigenaar van de woning, hetzij de privé-eigenaar, hetzij het openbaar bestuur. Ik wil er trouwens op wijzen dat de woning aangekocht is in 1981 door de gemeente Beersel, met subsidies van de Vlaamse overheid. Op dat moment heeft de gemeente geoordeeld dat het best was dat de woning in publieke handen kwam en ze heeft daarvoor subsidies gevraagd en gekregen.
De sluiting van het museum en de aangekondigde verkoop van het Herman Teirlinckhuis leek me een bedreiging in te houden voor de erfgoedwaarde ervan, en dat noopte tot een snellere aanpak dan te wachten op een herinventarisatie.
De VLM is actief in de open ruimte en is bij mijn weten niet geïnteresseerd in de aankoop van de woning zelf. Er is wel nog geen definitief standpunt ingenomen, voor zover ik daaromtrent geïnformeerd ben. Wat betreft het landinrichtingsproject, mijnheer Segers, is er nog geen formeel akkoord van de VLM of van minister Schauvliege.
Wat de overdracht van de collectie van het Herman Teirlinckhuis naar het Letterenhuis betreft, stelt de archivaris van de gemeente Beersel momenteel een inventaris op van de voorwerpen, herinneringen en persoonlijke spullen die zich nog in de collectie van het Herman Teirlinckhuis bevinden. Hij zoekt tevens uit wie de eigenaars zijn. Deze gegevens zijn nodig om het Letterenhuis en de gemeente Beersel in staat te stellen verdere stappen te zetten.
Een gedeelte van de collectie blijkt eigendom van de erven Teirlinck te zijn. Uit de inventaris zal moeten blijken welke stukken eigendom zijn van de familie, van het Letterenhuis en van de gemeente Beersel. Het Letterenhuis heeft laten weten onderhandelingen te willen starten zodra die eigendomskwestie is uitgeklaard. De verwerving of het in bruikleen nemen van stukken zal aan de hand van het collectiebeleid van het Letterenhuis worden afgewogen. Het is hierbij belangrijk te vermelden dat het zeer omvangrijke literaire archief van Herman Teirlinck al in Letterenhuis berust. Een aantal zaken zijn in bruikleen aan het Herman Teirlinckhuis gegeven. Die voorwerpen zullen uiteraard naar het Letterenhuis terugkeren.
De voorzitter : Mevrouw De Knop heeft het woord.
Mevrouw Irina De Knop : Minister, er is me bij de aanvang van dit punt gevraagd als eerste mijn vraag om uitleg te stellen. De vraag om uitleg is in feite tot minister Schauvliege gericht. Ik leid uit die feiten en uit uw antwoord af dat met betrekking tot dit dossier lokale partijpolitieke spelletjes door ministers van de Vlaamse Regering worden uitgevochten. Ik vind dat dit dossier onwaardig.
Ik zal even toelichten waarom ik dit vind. De gemeente heeft laten weten het huis te willen verkopen. U hebt uw eigen administratie om een advies gevraagd. Zodra de administratie heeft verklaard dat het huis geen historische waarde heeft, bent u zelf op zoek gegaan naar een manier om de bescherming toch te kunnen aanvragen.
Op zich kan of zal niemand de naam en faam van Herman Teirlinck betwisten. Ik begrijp echter niet hoe een voor de Vlaamse Regering veeleer klein dossier zo veel gehakketak kan veroorzaken. Waarom kan de Vlaamse Regering niet samen met het gemeentebestuur nagaan hoe dit volgens u zo waardevolle erfgoed op een duurzame wijze kan worden beschermd?
Minister, ik zie welke andere initiatieven u binnen uw bevoegdheid voor de Vlaamse Rand al hebt genomen en wat u met betrekking tot het FeliXart Museum hebt gerealiseerd. Ik begrijp dan ook niet waarom de Vlaamse Regering totaal geen oplossing kan vinden voor dit volgens u toch zeer belangrijke huis. U tracht dit in feite naar een andere minister door te schuiven.
Ik kan enkel besluiten dit het hier om partijpolitieke spelletjes gaat. Bij mij laat dit alles een wrange nasmaak na. Ik begrijp niet dat ministers zo duidelijk op regeringsniveau dergelijke spelletjes spelen en de zwartepiet naar elkaar doorschuiven.
Minister, ik wil nog een paar bijkomende vragen stellen. Blijkbaar vindt u de erfgoedwaarde en de historische waarde van het huis op advies van de KCML zeer belangrijk. Waarom tracht u dan niet de cultuurgoederen in het huis ook te beschermen? Dit behoort blijkbaar ook tot de mogelijkheden. Op die manier zou alles in de huidige authentieke staat blijven.
Waarom bent u niet zelf binnen uw eigen portefeuille actief naar een duurzame oplossing op zoek gegaan? Als minister van de Vlaamse Rand bent u bevoegd. U stelt zich bevlogen op. Als u dit alles zo belangrijk vind, vraag ik me af waarom u niet zelf oplossingen zoekt. Waarom kijkt u in eerste instantie naar minister Schauvliege?
De voorzitter : De heer Segers heeft het woord.
De heer Willy Segers : Ik dank de minister voor zijn toelichting bij mijn vragen aan minister Schauvliege en voor het antwoord dat hij op de vraag om uitleg van mevrouw De Knop heeft verstrekt.
Mevrouw De Knop, ik snap, voor alle duidelijkheid, niet welke richting u uit wilt. Het is absoluut niet de bedoeling van mijn vraag om uitleg dat eender welke gemeente met een financieel probleem mag veronderstellen dat dit probleem zal worden afgewikkeld of door de Vlaamse Regering zal worden opgelost. Volgens mij blijkt dit ook duidelijk uit het antwoord van minister Bourgeois. Hoewel het niet is gepland en er geen echte gronden zijn om zo maar in te pikken op de vraag van de gemeente Beersel om die lasten over te nemen, interpreteer ik het antwoord van minister Schauvliege als een poging binnen de Vlaamse Regering tot een wisselwerking te komen tussen een aantal ministers die met de oplossing van een probleem bezig zijn. Ik dank beide ministers hiervoor.
De voorzitter : Minister Bourgeois heeft het woord.
Minister Geert Bourgeois : Mevrouw De Knop, ik begrijp het niet goed. U vermijdt angstvallig zelf standpunt in te nemen. Ik leid uit uw repliek af dat u tegen de bescherming bent. Sociaal-cultureel Vlaanderen neemt daar akte van. Open Vld vindt de bescherming van het Herman Teirlinckhuis een goedkoop politiek spelletje. Daar komt het op neer.
Ik heb twee adviezen ontvangen. Dat is in het geval van een beschermingsdossier altijd het geval. U zou beter moeten weten. Ik krijg niet enkel een advies van mijn eigen administratie, daarnaast verstrekt de KCML altijd een advies.
Mevrouw De Knop, ik heb het omstandig advies van de KCML gevolgd. Dat is een afweging die ik maak. Ik neem daar de politieke verantwoordelijkheid voor op. Volgens Open Vld worden met betrekking tot dit huis pure, platte partijpolitieke spelletjes gespeeld. Ik kan u meedelen dat het huis door de gemeente is aangekocht. De gemeente heeft hiervoor van de Vlaamse overheid subsidies ontvangen. Indien het volgens u om platte partijpolitieke spelletjes gaat, kunt u dat ook trachten te onderbouwen. Zeg dan waarom u vindt dat dit advies van de KCML niet moet worden gevolgd, zodat we buiten die naar uw bewering sfeer van platte politieke spelletjes zouden treden.
Ik heb een advies gevolgd. De woning van schrijver René De Clercq in Deerlijk is beschermd, de woning van Stijn Streuvels in Ingooigem is beschermd, de woning van Valerius De Saedeleer in Anzegem is beschermd, de woning van Felix De Boeck in Drogenbos is beschermd. U kent het boerderijtje van Felix De Boeck. We kunnen discussiëren over de architecturale waarde. Dit zijn allemaal woningen die vanwege hun grote cultuurhistorische waarde zijn beschermd. Bovendien brengt de KCML hiervoor ook architecturale argumenten aan, niet het minst het feit dat de woning door de grote schrijver zelf op advies van Henri van de Velde is ontworpen.
Ik heb daarin een beslissing genomen. Ik heb een afweging gemaakt. U betitelt die als een goedkoop partijpolitiek spelletje. Dat is uw kwalificatie, maar ik hoor u niets zeggen over de beschermingswaarde van die woning. Ik zoek naar een duurzame oplossing en heb er ook een gevonden. De duurzame oplossing bestaat erin dat de woning is beschermd en bewaard. Ik koop geen woningen aan. U weet dat Erfgoed subsidies verleent, aan een erfgoedvereniging, een vzw of de gemeente. Er kan tot 80 procent subsidies worden gegeven, wat een heel belangrijke bijdrage is boven op de subsidies die initieel door de Vlaamse Regering zijn verleend bij de aankoop.
Binnen de Vlaamse Regering is er helemaal geen gehakketak over. Er zijn vragen gesteld aan minister Schauvliege over het roerend archief. Ik heb u daarop geantwoord. Het Letterenhuis heeft in grote mate, en terecht, maatregelen genomen om dit te bewaren aangezien de gemeente ophoudt om het museaal open te houden. Het Letterenhuis neemt zijn verantwoordelijkheid op. Ik heb u het antwoord gegeven van de VLM en van minister Schauvliege. Dat is helemaal niet de bal in haar kamp spelen. De VLM heeft niet als kerntaak het aankopen van woningen. Dus is dat een correct antwoord. De duurzame oplossing voor het behoud van de woning is verleend als er een definitieve bescherming komt. Daarvoor moet de procedure nog worden doorlopen.
De voorzitter : Mevrouw De Knop heeft het woord.
Mevrouw Irina De Knop : Minister, ik wil tegenspreken dat Open Vld zou vinden dat het Herman Teirlinckhuis absoluut niet moet worden beschermd. Dat heb ik helemaal niet gezegd.
Minister Geert Bourgeois : Wat zegt u dan wel, mevrouw De Knop? U zegt wat u niet zegt, maar zeg nu eens wat u wel zegt.
Mevrouw Irina De Knop : Minister, wat ik heel vreemd vind in de opbouw van dit dossier, is dat u wordt geconfronteerd met twee tegenstrijdige adviezen, dat van uw eigen administratie en dat van de Koninklijke Commissie, en dat u blijkbaar wel belang hecht aan het ene en niet aan het andere advies, en dat u dan overgaat tot bescherming. Oké, dat is dan maar zo.
Het is heel duidelijk waarom ik deze vragen stel. Dat is omdat ik aanvoel dat u de vragen die hier aan u worden gesteld, vakkundig doorstuurt aan minister Schauvliege, en eigenlijk is dat niet in het belang van het dossier. Als u aangeeft dat u de bescherming noodzakelijk en belangrijk vindt voor de erfgoedwaarde, dan begrijp ik nog altijd niet waarom u die cultuurgoederen niet mee hebt beschermd.
Ten slotte heb ik nog een vraag over de verwijzingen die u maakt naar Henri van de Velde. Zijn er feitelijkheden waaruit we kunnen opmaken dat Henri van de Velde dat huis heeft ontworpen?
Voor een standpuntbepaling in dit dossier wens ik eerst over alle relevante informatie te beschikken, minister.
Minister Geert Bourgeois : Mevrouw De Knop, u moet leren luisteren naar mijn antwoord. Ik heb niet gezegd dat de heer van de Velde dit huis heeft ontworpen. Ik heb gezegd dat de schrijver het zelf heeft ontworpen op advies van. Dat is een heel andere zaak. Dat zegt de KCML, en wie ben ik om de KCML, die vol zit met deskundigen, professoren en erfgoeddeskundigen tegen te spreken?
Het verrast me dat u het eigenaardig vindt dat de minister een beslissing neemt nadat hij twee tegenstrijdige adviezen heeft gekregen. Daarom precies ben ik minister. Ik ben minister om een afweging te maken. Ik krijg adviezen en ik ben de politieke verantwoordelijke. U interpelleert mij, en niet de KCML, niet mijn administratie. Daartoe hebt u ook niet het recht. U hebt het recht het is ook goed dat dit recht bestaat de minister te interpelleren, die, geconfronteerd met twee adviezen, een beslissing neemt.
Mevrouw De Knop, ik hoop voor u dat u als burgemeester nog nooit verschillende adviezen hebt gekregen, maar ik vrees dat de realiteit anders is. Dan neemt u beslissingen. U hebt advies A en u hebt advies B, u weegt af en u neemt een beslissing. Ik heb die genomen met mijn motivering. Ik stel vast dat u partijpolitiek interpelleert, maar dat u niet de moed hebt om te zeggen of u vindt dat die woning al dan niet moet worden beschermd.
De voorzitter : De vragen om uitleg zijn afgehandeld.