Commissie voor Buitenlands Beleid, Europese Aangelegenheden en Internationale Samenwerking
Vergadering van 05/11/2013
Vraag om uitleg van de heer Karim Van Overmeire tot de heer Kris Peeters, minister-president van de Vlaamse Regering, Vlaams minister van Economie, Buitenlands Beleid, Landbouw en Plattelandsbeleid, over de Vlaamse economische diplomatie ten aanzien van China
- 335 (2013-2014)
De voorzitter : De heer Van Overmeire heeft het woord.
De heer Karim Van Overmeire : Voorzitter, minister-president, collega's, in een interview in het weekblad Humo van 17 september 2013 stelt de Vlaamse Chinakenner, onderzoeker aan de VUB en bezieler van het Brussels Institute of Contemporary China Studies Jonathan Holslag dat, onder meer ten gevolge van de sterke fragmentatie van de diplomatie in België over het federale beleidsniveau en de gewesten, ons land niet veel gewicht in de schaal kan leggen bij het lobbyen bij de Chinezen voor het binnenrijven van Chinese investeringen. De vestiging van Flanders Investment & Trade (F.I.T.) in Peking stelt volgens hem niet veel voor. Bovendien kaartte hij ook de in zijn ogen gebrekkige expertise over het Aziatische land bij het Vlaams handelsagentschap aan.
In het interview zegt hij: Het Nederlandse ministerie van Buitenlandse Zaken heeft in Peking een oorlogsmachine van een paar dozijn diplomaten zitten die allemaal op verschillende economische sectoren werken. Wij hebben daar amper een tiental mensen, elk met een eigen kantoortje. F.I.T. betrekt in Peking een verdieping in een anoniem appartementsgebouw. Een kopieermachine en een vergadertafel voor tien personen: meer stelt het bureau niet voor. Veel gewicht om te lobbyen heb je dan niet. Onze buurlanden weten ook veel meer dan onze politici en handelsagentschappen. Dat merk ik als ik met overheden in het buitenland ga praten. Onze expertise zit op het niveau van de kleutertuin. Ook op politiek vlak zijn onze contacten niet dezelfde als die van kleine landen als Denemarken en Oostenrijk, waar de zaken met veel meer ernst en professionalisme worden opgevolgd.
De toon en de stijl is voor zijn rekening. Die hebben misschien ook te maken met het medium waarin het interview verscheen. En het is natuurlijk de mening van slechts één persoon. Ik heb er dan ook de cijfers van het International Muntfonds (IMF) bijgehaald. Eind 2012 is China de eerste handelspartner van niet minder dan 78 landen die samen goed zijn voor 55 procent van het mondiaal bbp. China neemt voor Vlaanderen in belang toe, maar bevindt zich op de zevende plaats, wat nog ver is verwijderd van de eerste positie. De brutale beweringen in het interview worden dus in zekere zin ondersteund door de cijfers. Ik ga er wel van uit dat de mensen die daar voor ons actief zijn, proberen om goed werk te leveren met de middelen die zij hebben. De vraag is echter of wij daar optimaal bezig zijn. Kan het nog beter?
Dit brengt mij tot de volgende vragen. Bent u het eens met de standpunten van Jonathan Holslag? Ik neem aan van niet, en verneem graag uw tekst en uitleg. Zijn er redenen om weliswaar met respect voor de autonomie van het Chinese F.I.T.-filiaal wijzigingen aan de werking aan te brengen? In het artikel verwees Jonathan Holslag naar de betere contacten tussen China en Nederland. Nederland is er volgens hem met meer mensen aanwezig, en werkt ook professioneler. Liggen er kansen in een nauwere samenwerking tussen Vlaanderen en Nederland in China?
De voorzitter : Minister-president Peeters heeft het woord.
Minister-president Kris Peeters : Voorzitter, collegas, wat wordt er toch allemaal gepubliceerd! Hier gaat het over een Chinakenner die zich laat verleiden tot uitspraken die de journalist toch zou moeten natrekken.
Ik ben het volstrekt oneens met wat Jonathan Holslag heeft gezegd. Hij slaat de bal volledig mis wanneer hij bijvoorbeeld zegt dat F.I.T. in een anoniem appartementsgebouw is gehuisvest. In werkelijkheid liggen de kantoren van F.I.T. al jaren in het Belgisch ambassadegebouw, in een diplomatieke wijk van Peking. Ik kan dat zeggen, want ik ben er geweest. Zo hoort het ook. Dit toont aan dat deze Chinakenner een loopje neemt met de werkelijkheid. Kijk naar zijn toonzetting. De journalist zou de reflex moeten hebben om de feiten te controleren en aan F.I.T. te vragen of dat allemaal klopt.
Dat Vlaanderen investeringen zou mislopen omdat de leefbaarheid niet goed zou zijn, slaat ook nergens op. Het is dus een zeer tendentieus artikel, maar misschien geeft het blad daar aanleiding toe. Dat weet ik niet. Ik lees Humo ook niet elke week. (Opmerkingen van de heer Karim Van Overmeire)
Ik ga ervan uit dat de commissie mij informeert over websites en weekbladen die ik niet of toch niet regelmatig lees, maar u doet dat al evenmin, begrijp ik.
Goed, dat toont aan dat er toch al factuele fouten in staan. Er wordt een sfeer gecreëerd die spijtig genoeg negatief en onjuist is.
Inhoudelijk verwijs ik naar de beleidsnota, waarin nadrukkelijk staat dat wij ons willen profileren op de groeimarkten. China is daar uiteraard één van. Voor het vergroten van het Vlaamse exportmarktaandeel hanteert F.I.T. een focusstrategie, waarbij 25 landen en hun doelsectoren worden geselecteerd. China is een van die 25 landen die binnen de focusstrategie worden geïdentificeerd. Concreet richt F.I.T. zich in China op cleantech, de creatieve industrie, de gezondheid en de farmaceutica, transport en logistiek en voeding en dranken. Het is niet omdat men een heel leger ter beschikking heeft dat men een oorlog kan winnen. De kwaliteit en het gericht werken ik kom daar straks nog op terug geven misschien meer resultaat dan daar rondhossen met een indrukwekkend aantal personeelsleden, wat in China en in Beijing zelfs nog niet eens opvalt, omdat ze daar met heel veel meer zijn.
Ook voor het aantrekken van investeringen worden grote inspanningen geleverd. F.I.T. heeft daartoe sinds een paar jaar zijn strategie en aanpak aangepast, met de bedoeling om, in de filosofie van de beleidsnota, Chinese investeringen te bevorderen. Het team in Beijing werd daarom onlangs nog uitgebreid met een nieuwe investdeputy. Daardoor zijn er nu in alle drie F.I.T.-kantoren in Mainland China investdeputies actief. Zij worden voltijds ingezet voor het prospecteren van investeringsprojecten. Daarmee zijn we met F.I.T. alleen al in Peking met een tiental personen aanwezig. In Mainland China heeft F.I.T. overigens ook in Guangzhou en Shanghai kantoren. De werking van de diverse F.I.T.-kantoren wordt bovendien regelmatig geëvalueerd, en waar nodig bijgestuurd. Daarbij wordt rekening gehouden met objectieve doelstellingen, zoals u weet. Het gaat dan over die kritieke performantie-indicatoren.
Het artikel stelt dat landen als Oostenrijk en Denemarken de zaken met meer ernst en professionaliteit opvolgen. Dat is alweer zon uitspraak die nergens op slaat, maar rustig blijven is de boodschap, en dat met harde cijfers weerleggen. Ik constateer dat Vlaanderen in 2012 voor 18,96 miljard euro naar China exporteerde. Daarmee behoort Vlaanderen tot de Europese topexporteurs. Ter vergelijking, Oostenrijk, dat voor een bedrag van 16,6 miljard euro exporteerde en Denemarken, voor 3,75 miljard euro, staan duidelijk achter ons. Overigens kunnen we vaststellen dat de Duitse export naar China in 2012 met 5,9 procent kromp. Nederland noteerde zelfs een krimp met 9,7 procent in de export naar de belangrijkste Aziatische partners. Vlaanderen, daarentegen, presteerde een groei met 363,2 miljoen euro. Dat is een stijging met 5,4 procent.
Zeker voor die mensen die daar elke dag hard werken, moet een dergelijk artikel natuurlijk hard aankomen. Ze moeten zich nog meer gekwetst voelen dan wij hier, want zij leveren daar echt prachtig werk. Ik ben er dus ook een paar keer geweest. Het is dan spijtig dat een zogenaamde Chinakenner zulke dwaasheden lanceert, en nog erger is dat een journalist dat noteert, en nog erger is dat het ook nog wordt gepubliceerd, maar goed.
We hebben het daarnet over Nederland gehad. Ik wil daar niet op vooruitlopen, maar waar we de krachten kunnen bundelen met Nederland, moeten we dat zeker doen. Misschien is China een mogelijkheid ter zake, maar ik wil daar niet op vooruitlopen. Het is echter zeker een verder te bekijken mogelijkheid.
De voorzitter : De heer Van Overmeire heeft het woord.
De heer Karim Van Overmeire : Minister-president, ik dank u voor uw antwoord en uw rechtzetting van de feiten. Ik had nog niet het genoegen om tot in China af te reizen en te zien hoe F.I.T. daar is gehuisvest. Toen ik deze vraag indiende, heb ik het cv van de betrokkene toch even nagekeken. Op het eerste gezicht ziet dat er vrij oké uit, wat natuurlijk geen garantie is dat we elke uitspraak van die man en elk artikel dat erover wordt gepubliceerd voor waar moeten aannemen. Daarom ook leek het me dat het mijn plicht was om hier elementen naar voren te brengen. Ik ben heel blij dat u een en ander hebt kunnen rechtzetten. Ongetwijfeld blijven daar nog veel kansen liggen, maar ik ben het met u eens dat de mensen die daar momenteel actief zijn, hard werken met de middelen waarover ze beschikken. Daarover kan er geen enkele discussie zijn, meen ik.
De voorzitter : De vraag om uitleg is afgehandeld.