Commissie voor Onderwijs en Gelijke Kansen
Vergadering van 30/05/2013
Vraag om uitleg van mevrouw Marleen Vanderpoorten tot de heer Pascal Smet, Vlaams minister van Onderwijs, Jeugd, Gelijke Kansen en Brussel, over de conclusies van de conferentie naar aanleiding van de WO-peiling (wereldoriëntatie)
- 1582 (2012-2013)
De voorzitter : Mevrouw Vanderpoorten heeft het woord.
Mevrouw Marleen Vanderpoorten : Sinds 2002 geven peilingen een antwoord op de vraag in welke mate scholen erin slagen de eindtermen en ontwikkelingsdoelen te bereiken. In open conferenties worden de resultaten van de peilingen besproken en worden verbetersuggesties gedaan. In 2012 vond zon conferentie plaats naar aanleiding van de peilingsresultaten wereldoriëntatie in het basisonderwijs.
De resultaten van deze peilingsresultaten waren niet bemoedigend. Er bleken ook nogal wat verschillen te bestaan tussen de verschillende leerlingenpopulaties onderling. Dit gegeven is vorig jaar overigens ook in de pers en in dit parlement aan de orde geweest. In de plenaire vergadering heeft dit tot actuele vragen geleid.
Onlangs mochten we een interessante brochure ontvangen van het Agentschap voor Kwaliteitszorg in Onderwijs en Vorming (AKOV), met een syntheseverslag van de conferentie samen met een aantal aanbevelingen aan het onderwijsveld en de minister. Deze aanbevelingen zijn bijzonder leerrijk, niet alleen wat betreft de problematiek van het vak WO maar ook wat betreft een aantal bredere onderwerpen zoals de spanning tussen doelstellingen van het onderwijs en de lerarenopleiding, het nog steeds groot tekort aan initiatieven met betrekking tot differentiatie en het gebrek aan transparantie in het optreden van de inspectie. Het benieuwt mij uitermate om te vernemen hoe over de aanbevelingen gecommuniceerd zal worden met het onderwijsveld om tot de verbeteringen te komen die we nastreven, en hoe u ze zult opnemen in uw beleid.
Minister, hoe wordt over de resultaten met het onderwijsveld gecommuniceerd?
Er wordt aanbevolen wetenschappelijk te laten onderzoeken of wereldoriëntatie veeleer cursorisch dan wel geïntegreerd moet worden aangeboden. Bent u bereid dit wetenschappelijk onderzoek te starten?
De leerplannen wereldoriëntatie zijn erg uitgebreid. De gebruiksvriendelijkheid vormt echter een probleem. Dit heeft, vooral voor beginnende leerkrachten, allerlei gevolgen. Op welke wijze denkt u ertoe te kunnen komen de leerplannen eenvoudiger en transparanter af te stemmen op de eindtermen en op de ontwikkelingsdoelen? U hebt dit als minister natuurlijk niet in de hand. Kan in dit verband een gemeenschappelijk begrippenkader worden gehanteerd?
Kunt u de onderwijsnetten vragen alle leerplannen elektronisch ter beschikking te stellen? Kunt u een initiatief ontwikkelen om al het educatief materiaal wereldoriëntatie aan te bieden op een website waartoe alle leerkrachten wereldoriëntatie toegang hebben?
Blijkbaar leven in de scholen nog steeds misverstanden over de door de onderwijsinspectie gehanteerde beoordelingscriteria. Dit geldt niet enkel voor wereldoriëntatie. Het is velen nog steeds niet duidelijk of de onderwijsinspectie nagaat of een school de eindtermen dan wel de leerplandoelen realiseert. Hoe kan dit worden verduidelijkt?
De voorzitter : Mevrouw Poleyn heeft het woord.
Mevrouw Sabine Poleyn : Voorzitter, ik wil me zeker bij de vraag om uitleg van mevrouw Vanderpoorten aansluiten. Ik verwijs in dit verband naar de hoorzitting die we hier hebben gehouden over de implementatie van het actieplan voor het stimuleren van loopbanen in wiskunde, exacte wetenschappen en techniek (STEM-actieplan). Ik heb daarna nog een vraag om uitleg gesteld over de ondersteuning van de leraren en de onderwijzers.
Ik kan hier enkel op dezelfde nagel blijven kloppen. Ik zal mijn drie punten nog maar eens herhalen.
De ondersteuning van de leerkrachten en van de onderwijzers op het vlak van wereldoriëntatie is cruciaal. Dit kan gebeuren door middel van bijkomende investeringen in nascholingsprojecten.
De pedagogische begeleidingsdiensten kunnen de onderwijzers in de klas ondersteunen. Ik denk in dit verband aan het project in verband met techniekcoaches. Techniek en wetenschap zijn immers belangrijke aspecten van wereldoriëntatie.
Tot slot is er nog de vraag van de lerarenopleidingen om de STEM-didactiek wat professioneler aan te pakken en op dat vlak enige ondersteuning van het ministerie te ontvangen. Ik heb daarover een vraag om uitleg ingediend die allicht volgende week aan bod zal komen.
De voorzitter : Minister Smet heeft het woord.
Minister Pascal Smet : Voorzitter, de resultaten van de peiling in 2010 zijn in de vorm van een papieren brochure naar alle scholen gestuurd. Ze zijn online nog steeds beschikbaar op de onderwijswebsite.
Naar aanleiding van deze peiling is in mei 2012 een conferentie georganiseerd. Tijdens deze conferentie, met de titel Wereldoriëntatie in kaart gezet, stonden tijd, ruimte, maatschappij en brongebruik van het leergebied wereldoriëntatie centraal. Aansluitend zijn de rijkgevulde conferentiebundel en de brochure met het verslag van de gesprekken en de aanbevelingen van de externe deskundigen online ter beschikking gesteld. Alle scholen hebben de papieren brochure van de conferentie toegestuurd gekregen. Op verzoek worden de resultaten door middel van lezingen en voordrachten toegelicht. Dit is op dezelfde manier al voor de lerarenopleiders gebeurd.
Het wetenschappelijk onderzoek staat op ons lijstje. We moeten nog trancheren of we dit al dan niet zullen uitvoeren.
De leerplannen zijn vrij omvangrijk. Het gaat dan ook om een ruim leergebied. Het gaat om 97 eindtermen voor het lager onderwijs en om 60 ontwikkelingsdoelen voor het kleuteronderwijs. Alle leerplannen worden voor advies aan de onderwijsinspectie voorgelegd. Hierdoor zijn de leerplannen in principe op een transparantie wijze op de eindtermen afgesteld. Het is de rol van de pedagogische begeleidingsdiensten scholen en leerkrachten bij het gebruik van de leerplannen te ondersteunen.
De vraag om al het educatief materiaal op een website aan te bieden, is zeer terecht. Het Agentschap voor Onderwijscommunicatie heeft de educatieve portaalsite KlasCement opgenomen. Het is de bedoeling die site tot een volwaardige ondersteunende educatieve portaalsite uit te bouwen. Op die manier kunnen we al het materiaal in samenwerking met de koepels en met de leerkrachten ter beschikking stellen. Dit is niet enkel bedoeld voor de leerkrachten wereldoriëntatie. Alle domeinen moeten op een geordende wijze aan bod komen. Het agentschap werkt hier volop aan. Uiteraard zal in de toekomst nog meer materiaal ter beschikking worden gesteld.
Het klopt dat de door de onderwijsinspectie gehanteerde beoordelingscriteria niet altijd eenduidig zijn. De inspecteur-generaal is zich hiervan bewust en tracht dit te verhelpen. De naleving van de regelgeving houdt in dat de eindtermen door middel van een door de Vlaamse overheid goedgekeurd leerplan worden bereikt. Dit is een decretale verplichting. De scholen moeten een leeromgeving creëren waarin leerlingen een ononderbroken leerproces kunnen doorlopen. De onderwijsinspectie moet nagaan of alle leerlingen van een school de eindtermen wereldoriëntatie bereiken. Dit leidt tot een advies met betrekking tot het leergebied. De onderwijsinspectie beoordeelt hierbij of het goedgekeurd leerplan optimaal wordt benut in functie van de creatie van een ononderbroken leerproces. De inspecteur-generaal is zich ervan bewust dat er niet steeds eenduidigheid is. Hij werkt hieraan.
De voorzitter : Mevrouw Vanderpoorten heeft het woord.
Mevrouw Marleen Vanderpoorten : Het is misschien wat te vroeg om hierover al een vraag te stellen, maar ik heb gelezen dat eraan wordt gedacht techniek uit de wereldoriëntatie te lichten. Aangezien ik dat in de krant heb gelezen, mag ik daar vragen over stellen.
Wat is dan de bedoeling? Wordt dan ervaren, zoal ook in de brochure staat, dat wereldoriëntatie nu te breed is opgevat en dat we opnieuw een beetje in de richting van het vroegere systeem moeten evolueren? Moet ik het mij zo voorstellen? Is techniek dan een apart gegeven?
Minister, stel ik deze vraag gewoon te vroeg? Moet ik de vraag volgende week opnieuw stellen?
Minister Pascal Smet : Mevrouw Vanderpoorten, volgens mij stelt u deze vraag te vroeg.
Mevrouw Marleen Vanderpoorten : Er wordt al aan gewerkt. Dat is op zich een belangrijk gegeven.
Als ik me niet vergis, zou in deze periode een evaluatie van de pedagogische begeleiding worden afgerond. We hebben hier al een paar keer naar ons bezoek aan de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) verwezen. De OESO heeft vermeld dat de wijze waarop de pedagogische begeleidingsdiensten in het algemeen functioneren een knelpunt vormt. De evaluatie van de pedagogische begeleiding en de conclusies die hieruit kunnen worden getrokken, lijken me dan ook heel belangrijk in het licht van toekomstige beleidsinitiatieven. Ik heb hier echter nog niets over vernomen. (Opmerkingen van minister Pascal Smet)
De voorzitter : Mevrouw Poleyn heeft het woord.
Mevrouw Sabine Poleyn : De pedagogische begeleidingsdiensten zijn zelf vragende partij om meer ondersteuning te kunnen bieden voor deze vakken. Ze hadden een voorstel gedaan.
Minister, ik hoop dat in uw STEM-actieplan bis van het STEM-platform, dat effectief de prioriteit zal zijn, en als dat niet zo is, dat u de politieke moed hebt om het alsnog in te voeren, want de resultaten van de peilingen zijn dramatisch en heel duidelijk.
De voorzitter : De vraag om uitleg is afgehandeld.