Commissie voor Onderwijs en Gelijke Kansen
Vergadering van 29/05/2012
Vraag om uitleg van de heer Willy Segers tot de heer Pascal Smet, Vlaams minister van Onderwijs, Jeugd, Gelijke Kansen en Brussel, over het toeleiden naar een procedure voor diplomagelijkschakeling
- 1916 (2011-2012)
De voorzitter : De heer Segers heeft het woord.
De heer Willy Segers : Twee weken geleden stelde de Koning Boudewijnstichting de door haar gepubliceerde studie Immigrant citizens survey voor. Daaruit blijkt onder meer dat bijna 70 procent van de Belgische ondervraagden migranten dus nog geen enkele stap heeft ondernomen om elders verworven diplomas of competenties te laten gelijkschakelen.
Dat is jammer, aangezien geschoolde migranten in Europese landen vaak de erkenning verkrijgen van hun buitenlandse kwalificaties als ze een aanvraag indienen. Naar een hoofdreden voor het niet indienen van een dossier, blijft het gissen. Ik citeer een passage: De survey vroeg aan de in het buitenland opgeleide migranten niet waarom ze geen erkenning aanvroegen. Het is mogelijk dat migranten gewoon niets afweten van erkenningsprocedures. Het is ook mogelijk dat de procedures zo lastig en stroef zijn dat veel migranten worden afgeschrikt en dat enkel zij die zeker zijn dat ze zullen slagen, een aanvraag indienen. Het kan ook zijn dat de migranten denken dat een formele erkenning hen niet zal helpen gezien het beperkte aantal beschikbare jobs op de arbeidsmarkt of de sceptische houding van de werkgevers. Er zijn nog veel andere verklaringen mogelijk voor de lage aanvraagcijfers.
Minister, wat het toeleiden betreft naar een procedure voor diplomagelijkschakeling kan het in Vlaanderen toch wat beter. In uw beleidsbrief zei u over de elders verworven competenties (EVCs) een thematiek die hierop uiteraard nauw aansluit het volgende: Recent bereidde ik een discussienota Naar een geïntegreerd EVC-beleid voor, waarin de basis voor een geïntegreerd EVC-beleid voor het hoger onderwijs, volwassenenonderwijs, werk, cultuur, jeugd en sport wordt gelegd. Op basis van de verwerking van de besprekingen en adviezen zal ik tegen maart 2012 een conceptnota ter goedkeuring aan de Vlaamse Regering voorleggen. Het is de bedoeling een stabiel financieringsmodel voor EVC uit te werken, dat in de reguliere financieringssystemen wordt ingebed. Om te weten hoe we dit moeten aanpakken, zet ik in 2012 een aantal projecten op om EVC-trajecten concreet vorm te geven.
Minister, erkent u dat de toeleiding naar diplomagelijkschakeling beter kan? Indien ja, hoe wilt u dit concreet verbeteren? Indien nee, waarom niet? Wat is de stand van zaken voor het goedkeuren van de conceptnota omtrent een geïntegreerd EVC-beleid? Hebt u ondertussen reeds enkele projecten om de EVC-trajecten concreet vorm te geven, opgestart? Indien ja, welke zijn die? Indien nee, waarom niet?
De voorzitter : Minister Smet heeft het woord.
Minister Pascal Smet : In de Immigrant citizens survey werden migranten in vijftien Europese steden bevraagd naar hun uitdagingen met integratie. Een van de vele vragen was: hebt u een erkenning van kwalificaties aangevraagd en werd ze aanvaard? In de meeste steden vroeg slechts een kwart tot een derde van de in het buitenland opgeleide immigranten de erkenning van zijn of haar diploma aan. In 70 procent van de gevallen werd het studiebewijs volledig of gedeeltelijk erkend.
De survey vroeg niet waarom ze geen erkenning aanvroegen. Er worden wel een aantal redenen gesuggereerd, maar het zijn suggesties. Concluderen dat de toeleiding naar een procedure van diplomagelijkschakeling beter kan, is maar een mogelijke oorzaak. De studie zegt immers dat naast het gebrek aan kennis van erkenningsprocedures nog vele andere verklaringen mogelijk zijn voor de lage aanvraagcijfers. Alvorens daaruit conclusies te kunnen trekken, stelt de studie zelf, moet er nog verder worden onderzocht waarom zo weinig migranten een aanvraag indienen. Er is toch 70 procent van een volledige of gedeeltelijke erkenning positief te noemen.
Op dit moment doet het Agentschap voor Kwaliteit in Onderwijs en Vorming (AKOV) al heel wat inspanningen om de procedures en de mogelijkheden van diplomagelijkschakeling bekend te maken via allerlei intermediaire organisaties. Jaarlijks biedt NARIC-Vlaanderen (National Academic (& Professional) Recognition and Information Centre) een tiental dagcursussen aan voor trajectbegeleiders binnen de onthaalbureaus en de VDAB om hen wegwijs te maken in de erkenningsprocedures en bij de samenstelling van het aanvraagdossier, zodat ze aanvragers kunnen toeleiden naar de juiste procedure en zodat een volledig dossier wordt ingediend. De aanvragen mogen bovendien worden ingediend in het Nederlands of het Engels om de taalbarrière te verlagen.
Daarnaast participeert NARIC-Vlaanderen actief aan beurzen en evenementen waar ook heel wat migranten aan deelnemen. Daarnaast wordt er in de procedure ook rekening gehouden met het feit dat vluchtelingen soms niet alle nodige bewijsstukken kunnen verzamelen, een procedure die in overeenstemming is met de aanbevelingen vervat in de Lissabonconventie met betrekking tot de erkenning van diplomas van hoger onderwijs. Overigens hebben niet alle migranten behoefte aan een formele gelijkschakeling van hun diploma om toegang te krijgen tot de arbeidsmarkt.
Naar aanleiding van de goedkeuring van de conceptnota betreffende de hervorming van de integratie- en inburgeringssector van minister Bourgeois gaf de Vlaamse Regering op 15 juli 2011 de opdracht aan de ministers van Onderwijs, Inburgering en Werk om een concept uit te werken voor centra die zullen instaan voor leeradvies en -oriëntering van volwassenen met leervragen. Deze centra zullen de huidige Huizen van het Nederlands en de consortia volwassenenonderwijs omvatten. Ook hebben ze wellicht een taak inzake adviesverlening en oriëntatie als regionaal informatiepunt voor erkenning van verworven competenties (EVCs). Ook een toeleiding naar een procedure van diplomagelijkschakeling kan daarin vervat worden. Overigens werken sommige Huizen van het Nederlands al samen met onthaalbureaus inzake toeleiding naar diploma-erkenning, bijvoorbeeld met het Brussels Onthaalbureau (bon).
Verder kunnen we ook eventueel nog bijkomende infobrochures of flyers verspreiden bij de gemeentelijke onthaal- en inschrijvingsdiensten voor nieuwkomers en bij OCMWs. Op dit moment zijn we bezig met het verder versoepelen van de procedure voor de erkenning van buitenlandse studiebewijzen, onder meer door het invoeren van een niveaugelijkwaardigheid waarbij het kwalificatieniveau van het buitenlandse studiebewijs erkend wordt als overeenstemmend met een van de kwalificatieniveaus in de Vlaamse kwalificatiestructuur.
Daarnaast zal er ook voorzien worden in een mogelijkheid om substantiële verschillen tussen het kwalificatieniveau van het studiebewijs in het land van herkomst met het kwalificatieniveau van een vergelijkbare opleiding in Vlaanderen te compenseren door competenties die verworven werden in een beroepscontext, al dan niet via een EVC-traject. Dat is vooral een opportuniteit voor oudere migranten met een zekere beroepservaring.
Er werd door de administratie een nota opgesteld over het EVC-beleid. Er wordt de adviesraden nu om advies gevraagd over die nota. Na die fase kunnen we die nota definitief opstellen. Er lopen overigens binnen de associaties in het hoger onderwijs al meerdere jaren EVC-trajecten in het kader van het Flexibiliseringsdecreet. Alle toekomstige wijzigingen hangen af van de adviezen en de nota die de komende maanden zal worden voorgesteld.
De voorzitter : De heer Segers heeft het woord.
De heer Willy Segers : Minister, ik dank u voor de toelichting en de verduidelijking van de stand van zaken. Ik was aanwezig bij de publieke voorstelling van die studie. Er is inderdaad iets merkwaardigs aan de hand. Vanuit de survey zelf heeft men niets kunnen concluderen omdat de vraag niet zo gesteld was om ze ten gronde te analyseren. Er zijn dus verschillende mogelijke redenen.
Ik stel deze vraag in de commissie Onderwijs, maar vanuit de invalshoek van inburgering is het toch wel een opvallende vaststelling dat specifiek voor die categorie van legale migranten want daar ging die studie over er nog een tandje bij kan worden gestoken wat diploma- en competentie-uitwisseling betreft.
Ik stel vast dat er toch mogelijkheden zijn. U hebt het over de versoepeling van de procedures. Ik denk dat er al een zeer belangrijke knoop kan worden ontward wanneer dat duidelijker wordt en zeker als de Huizen van het Nederlands, de onthaalbureaus enzovoort op dezelfde bal springen als ik dat zo mag zeggen.
Het lijkt mij vooral interessant dat u het hebt over competenties van ouderen, mensen die beroepservaring kunnen voorleggen. Er kan op dat vlak heel wat positief werk verricht worden zodat die cijfers verbeteren. De algemene conclusie was immers dat de uitwisseling van diplomagegevens enzovoort kan worden verhoogd.
De voorzitter : De vraag om uitleg is afgehandeld.