Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening en Onroerend Erfgoed
Vergadering van 15/11/2011
Vraag om uitleg van de heer Koen Van den Heuvel tot mevrouw Joke Schauvliege, Vlaams minister van Leefmilieu, Natuur en Cultuur, over de asbestproblematiek in Kapelle-op-den-Bos
- 369 (2011-2012)
Vraag om uitleg van de heer Peter Reekmans tot mevrouw Joke Schauvliege, Vlaams minister van Leefmilieu, Natuur en Cultuur, over de asbestproblematiek in landbouwbedrijven
- 410 (2011-2012)
Interpellatie van de heer Hermes Sanctorum tot mevrouw Joke Schauvliege, Vlaams minister van Leefmilieu, Natuur en Cultuur, over de asbestproblematiek en het uitblijven van een Vlaams asbestsaneringsfonds
- 27 (2011-2012)
De voorzitter : De heer Van den Heuvel heeft het woord.
De heer Koen Van den Heuvel : Voorzitter, ik heb mijn vraag om uitleg een drie- of viertal weken geleden ingediend. We zaten toen in de discussie rond de start van het Eternit-proces eind oktober. In een uitzending van Terzake beweerden de heren die een proces tegen Eternit hebben aangespannen, dat er in de beek slib te vinden is dat asbesthoudend is en dat er ook in de lucht hoge asbestconcentraties aanwezig zijn.
Intussen werden via de pers de resultaten bekendgemaakt van het onderzoek dat de Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij (OVAM) onmiddellijk heeft uitgevoerd. Minister, kunt u ons wat meer details geven over dat asbesthoudend slib en de acties die daarover worden gepland?
Wat is de stand van zaken van de saneringsactie voor het opruimen van de asbestcementdraailingen die vroeger gebruikt werden voor het verharden? In de brede regio van Kapelle-op-den-Bos, Willebroek, enzovoort, komen die asbestcementdraailingen veelvuldig voor op opritten, parkings en ook bij eigenaars die er wellicht niet van op de hoogte zijn dat zij asbesthoudend materiaal hebben. Zijn er in de omgeving nog andere bekende asbesthoudende verontreinigingen die gesaneerd moeten worden?
De voorzitter : De heer Reekmans heeft het woord.
De heer Peter Reekmans : Voorzitter, minister, collegas, aanvullend op de vraag om uitleg en de interpellatie van mijn collegas wil ik de problematiek vooral vanuit een iets andere invalshoek benaderen. We hebben vastgesteld dat er in de landbouwsector ook in heel wat stallen in Vlaanderen asbest aanwezig is.
Minister, het departement Leefmilieu van de Vlaamse overheid schrijft in een rapport: Onderzoek in Nederland heeft uitgewezen dat in ongeveer 100.000 agrarische bedrijven of 90 procent van het totale aantal asbesthoudend materiaal aanwezig is. In Vlaanderen werd geen onderzoek verricht, maar er kan worden verwacht dat het percentage van dezelfde grootteorde is. Veel van die bedrijven hebben ook nog asbestcement in voorraad voor vervangings- en herstellingswerkzaamheden. Doordat het asbestcement veroudert en verweert of omdat het beschadigd wordt, vergroot de kans op vrijstelling van vezels bij manipulatie van de materialen.
Collegas, onder andere de golfplaten op daken van vooral varkensstallen bevatten vaak asbest. Ook bijvoorbeeld de tussenschotten van varkenskooien bevatten dikwijls asbest. De kankerverwekkende stof werd frequent gebruikt omdat ze bestand is tegen vocht en chemicaliën en niet rot en dus kan worden ingezet om ammoniakdampen uit varkensstallen tegen te houden.
Minister, hoe evalueert u het bewuste rapport van uw diensten met betrekking tot asbest in Vlaamse landbouwbedrijven? Overweegt u specifiek onderzoek te laten verrichten, aangezien er in Vlaanderen geen studie beschikbaar is, wat wel in Nederland het geval is? Of mogen we de Nederlandse situatie extrapoleren en er inderdaad van uitgaan dat het overgrote deel van de bedrijven in de agrarische sector gebouwen in gebruik heeft waarin asbesthoudende materialen gebruikt zijn?
Wilt u een initiatief nemen om actief te sensibiliseren rond die problematiek? Wilt u maatregelen nemen om een actieplan over sanering te ontwikkelen, waarbij weliswaar rekening wordt gehouden met het feit dat vooral de betrokken varkensbedrijven geenszins financieel in de mogelijkheid zijn om asbesthoudende materialen op de voorgeschreven wijze te verwijderen en af te voeren? Om die reden heb ik die vraag om uitleg ook eerst ingediend in de commissie Landbouw, maar heb ik mij uiteindelijk aangesloten bij de vraag om uitleg in deze commissie.
In hoeverre hebt u zicht op de resultaten van studies in verband met de effecten van asbesthoudende bouwmaterialen op landbouwdieren en het vlees ervan? Gelet op de dioxinecrisis van enkele jaren geleden is dat toch een heel belangrijke vraag. In hoeverre hebt u weet van resultaten van studiewerk dat gepleegd werd met screening inzake asbestgerelateerde gezondheidsproblemen van personen die in de landbouwsector, specifiek in varkensstallen, werken of werkten?
Minister, dat is een hele reeks vragen. Wanneer het woord asbest valt, is alle aandacht nodig.
De voorzitter : De heer Sanctorum heeft het woord.
De heer Hermes Sanctorum : Minister, de voorbije weken kwam asbest inderdaad uitgebreid aan bod in de media. We hebben hier natuurlijk ook al heel wat discussies over gevoerd, eerder in de parlementaire luwte. De voorbije weken werd voornamelijk de rol van de federale overheid benadrukt, in het fonds voor asbestslachtoffers, dat in 2007 werd opgestart. Dat fonds voor asbestslachtoffers dient voor slachtoffers die zijn blootgesteld aan de gevolgen van asbest. En dat gebeurt als het eigenlijk al te laat is. De Vlaamse overheid zou ook kunnen participeren in eventueel toekomstige slachtoffers zonder daarbij paniek te veroorzaken. We zitten immers met een maatschappelijk probleem aangezien asbest wijdverbreid werd toegepast in Vlaanderen.
De vorige vragen illustreren al het belang van de rol van de Vlaamse overheid, de eventueel verontreinigde gronden en de aanwezigheid van asbest in landbouwbedrijven. Het gaat echter over veel meer dan dat. Het gaat natuurlijk in belangrijke mate over de mensen die wonen in de omgeving van de historische asbestverwerker Eternit. In heel Vlaanderen echter werd asbest wijdverbreid toegepast. De vraag is hoe we daarmee omgaan. Nogmaals, paniek zaaien is nooit goed. Er zijn heel wat zaken die mensen zelf kunnen aanpakken. Op dat vlak is er duidelijkheid vanuit de Vlaamse regelgever. Alleen weten de mensen dat nog altijd niet even goed. U hebt nochtans altijd gezegd dat u inzet op sensibilisering. De heer Reekmans zegt dat u onvoldoende sensibiliseert. Ik denk dat we eigenlijk alleen maar bezig zijn met sensibilisering. Dit is een verhaal dat in talrijke beleidsdomeinen steeds terugkomt: we sensibiliseren.
Sensibiliseren is belangrijk. Het is een eerste stap. Daarna moeten verdere maatregelen worden getroffen. In dat opzicht is het asbestsaneringsfonds dat vanuit mijn fractie al jarenlang wordt voorgesteld, een heel belangrijke tool. Daarbij leveren de historische asbestverwerkers een grote bijdrage aan het fonds. Zij nemen hun historische verantwoordelijkheid inzake het verspreiden van alle asbesttoepassingen in heel Vlaanderen.
U kent de problematiek. De mensen die thuis een asbesttoepassing hebben, zijn vaak niet op de hoogte ondanks alle goede bedoelingen en folders die worden verspreid. Zij weten vaak niet dat er asbest aanwezig is. En als ze het al weten, is het vaak te duur om het asbest te laten verwijderen. Wanneer het losgebonden asbest is, dan moet men zich richten tot een echt professionele verwijderaar. Wanneer het hechtgebonden is, dan bestaat er een tussenoplossing en kan het verwijderen gebeuren door iemand die een degelijke opleiding heeft gevolgd. Maar ook daarbij gaat het om heel wat geld. Het is nog altijd een dure operatie, zeker in vergelijking met het zelf verwijderen van die asbesttoepassingen.
Minister, ik leg dit hier opnieuw op tafel. Dat is al vaker gebeurd. Ik doe het nog eens aangezien asbest met het asbestproces opnieuw in de aandacht is. Staat u achter dit principe van het opstarten van een asbestsaneringsfonds of geeft u nog altijd niet thuis en zegt u dat dit de verantwoordelijkheid is van de particulieren die de voorbije decennia zijn opgezadeld met al dat asbest en laat u het ook financieel over aan die particulieren?
De voorzitter : Mevrouw De Wachter heeft het woord.
Mevrouw Else De Wachter : Ik sluit me gedeeltelijk aan bij de vorige sprekers over dit thema. Het voorstel waar de heer Sanctorum het over heeft, bevat positieve zaken en moet verder worden onderzocht. Ik wil nog een aantal zaken verduidelijken.
Het gaat om een algemeen probleem in die zin dat het niet beperkt is tot een gemeente. De heer Van den Heuvel heeft daar ook al naar verwezen. Het probleem is doorheen de geschiedenis gegroeid en is al vaak in de media geweest. Het ging dan vaak over een bepaald bedrijf dat voor heel wat tewerkstelling zorgde van mensen uit de ruime omgeving.
Wanneer men ook in de toekomst de zaken gestructureerd wil aanpakken, dan zal men prioriteiten moeten stellen. Daarin zijn heel wat gradaties. Het wegnemen van de draailingen blijft prioritair. Zij vormen immers het grootste gevaar. Ook wegen en paden zijn met draailingen aangevuld. Mijnheer Sanctorum, ik vind sensibilisering heel belangrijk, ook voor de toekomst. We moeten er blijven op wijzen dat het belangrijk is om de juiste preventiemaatregelen te nemen. Wie met dit materiaal werkt, moet de nodige voorzorgsmaatregelen nemen. Ik ben ervan overtuigd dat de overheid daar verder in moet investeren.
De overheid doet ook meer. In mijn regio zijn nu al meer dan zeshonderd percelen gesaneerd. Er is een goede samenwerking met de overheid en met de OVAM. Het probleem wordt aangepakt via saneringen. Heel wat mensen weten dat. Toch moeten zowel de lokale besturen als de Vlaamse overheid daarin blijven investeren. In de hele regio werd vaak asbest gebruikt in gebouwen waar veel jonge mensen aanwezig zijn zoals jeugdlokalen. Ik ken een concreet voorbeeld waarbij het gebouw nu volledig wordt gesaneerd. De lokale overheid heeft de verantwoordelijkheid genomen om die sanering te subsidiëren. Zij wil dat dit probleem op een structurele wijze wordt aangepakt zodat de toekomst van die jongeren veilig wordt gesteld. Minister, ziet u daar nog mogelijkheden voor de toekomst?
Het saneringsfonds is heel belangrijk naast de sensibiliseringscampagne, maar we zullen er middelen voor moeten zoeken. Ik wil heel duidelijk stellen dat er geen andere middelen mogen wegvallen, bijvoorbeeld uit het fonds voor de vergoeding van de slachtoffers, want dat fonds mag absoluut niet gehypothekeerd worden. We moeten hier absoluut alert voor zijn.
Ik weet dat dit voor een stuk ook federale materie is, maar sommige themas kunnen niet zomaar worden losgekoppeld van het ene of het andere niveau. Als mensen zich in een bepaalde situatie bevinden, zoals nu het geval is, dan moeten zij te allen tijde in staat zijn om naar een rechtbank te stappen. Het ene mag het andere niet hypothekeren.
Minister, ik heb al opgemerkt dat ik niet technisch zal worden, maar in de hele procedure moet op een gegeven moment een expert worden aangesteld, en daar zijn lijsten voor van erkende experts. Laat dat alstublieft een onafhankelijk expert zijn die bijvoorbeeld door de Vlaamse overheid wordt aangesteld via de OVAM en niet door de particulier of de eigenaar in kwestie. Op die manier zal de expert zijn werk volledig kunnen uitvoeren.
Inzake de risicograad, de orde van grootte, is het belangrijk dat we verder nauwkeurig studiewerk kunnen uitvoeren en dat ook kunnen gebruiken. Ook hier is er nog heel wat werk aan de winkel en zijn er nog heel wat concrete vragen.
Ziet u mogelijkheden om deze laatste twee zaken zo snel mogelijk aan te pakken?
De voorzitter : Mevrouw De Vroe heeft het woord.
Mevrouw Gwenny De Vroe : Voorzitter, er werd al heel wat aangehaald door de collegas, ik had graag nog eventjes ingezoomd op de problematiek in Kapelle-op-den-Bos zelf. We hebben het geluk om mevrouw De Wachter hier bij ons te hebben. Ik wou gewoon even informeren. Ik herinner me uit de pers dat de OVAM opgelegd had aan Eternit om maatregelen te nemen binnen de veertien dagen. Eternit moest de beek afdekken om verspreiding te voorkomen. Daarnaast moest er ook een verder beschrijvend bodemonderzoek gebeuren. We zijn ondertussen veertien dagen verder en ik wou gewoon even informeren of het afdekken gebeurd is en of er al een timing bekend is voor het verdere beschrijvende bodemonderzoek.
De voorzitter : De heer De Meyer heeft het woord.
De heer Jos De Meyer : Voorzitter, collegas, ik wil me beperken tot het aspect van asbest en landbouw, en ik sluit me aan bij de vraag van de heer Reekmans. We moeten het probleem inderdaad ernstig nemen, maar anderzijds moeten we ons ook hoeden voor eender welke paniekreactie. De probleemsituatie kan zich vooral voordoen als het gaat om ongebonden asbest, als het asbest beschadigd is of moeilijk verwijderbaar, en bij asbesthoudend afval. Dat is ook de teneur in de landbouwpers. De problemen worden op een juiste manier voorgesteld.
Minister, uw administratie heeft twee jaar geleden een goede brochure uitgebracht over asbest in land- en tuinbouwbedrijven. Het is nuttig dat die opnieuw even onder de aandacht wordt gebracht, want er staat sensibiliserend heel veel nuttige informatie in.
De voorzitter : De heer Vandaele heeft het woord.
De heer Wilfried Vandaele : Voorzitter, minister, ik twijfel er geen ogenblik aan dat dit probleem u echt ter harte gaat, want we kennen de resolutie van 2007 waarvan u toen mede-indiener was. In de resolutie werden een aantal vragen gesteld aan de Vlaamse Regering: meer wetenschappelijk-academisch onderzoek, meer informatie, sensibilisatie, het in kaart brengen van de potentieel verontreinigde sites, het vergemakkelijken van het ophalen van asbesthoudende materialen en het fameuze asbestfonds. Dat stond er allemaal in, naast nog een paar vragen aan de Federale Regering.
Ondertussen is er het actieplan Asbest en heel wat zaken werden al gerealiseerd. Er waren infobrochures ze werden al vernoemd. Er lopen saneringsprojecten. Ik heb het gevoel dat de gemeenten sommige toch een heel positieve bijdrage leveren aan het ophalen op de containerparken, dat ze er echt hun best voor doen. Wetenschappelijk onderzoek hebben we aan Vlaamse kant nauwelijks of niet, maar we hebben in het algemeen wel heel wat informatie ontvangen de laatste jaren.
Minister, in het actieplan werd destijds gewag gemaakt van een aantal cijfers. Toen sprak men van een hoeveelheid asbestcement bij particulieren en in bedrijfsgebouwen van in het totaal 151 miljoen kubieke meter of ruim 2 miljoen ton. We hebben ondertussen een aantal stappen gezet in het asbestbeleid en ik vroeg me af of die cijfers nog altijd de cijfers zijn. Of werden ze ondertussen naar beneden of naar boven bijgesteld?
Aansluitend bij een paar collegas wil ik het nog even hebben over het asbestsaneringsfonds. We weten dat er federaal een fonds is voor beroepsziekten, maar van het asbestsaneringsfonds zou ik graag eens de stand van zaken kennen. Wilt u het nog of niet?
De voorzitter : Mevrouw Van den Eynde heeft het woord.
Mevrouw Marleen Van den Eynde : Voorzitter, minister, de asbestproblematiek is momenteel weer volop in de actualiteit. We hebben in deze commissie al heel veel gesproken over de asbestproblematiek in Vlaanderen. Talrijke vragen, interpellaties en een resolutie later blijkt dat de asbestproblematiek in Vlaanderen nog steeds niet onder controle is. De omvang van de problematiek is nog vrij onbekend of onvoldoende gekend.
Vooral de gemeente Kapelle-op-den-Bos staat bekend voor een grote verontreiniging met asbest wegens de aanwezigheid van het bedrijf Eternit. Na de ontdekking van een nieuwe bron van asbest in de bodem en in het slib van een beek in de omgeving van een voormalige stortplaats van Eternit, stellen we vast dat er blijkbaar nog heel veel onwetendheid is over de omvang van de asbestproblematiek.
Ik wil graag verwijzen naar een vraag van mij. Op 23 maart 2010 vroeg ik u naar de stand van zaken inzake de inventaris van asbestgebonden gronden in Vlaanderen. Eind 2009 moesten alle gemeenten in Vlaanderen aangeven welke gronden in hun gemeente mogelijk verontreinigd waren met asbest. De vraag die ik me hier ineens bij stel, is of die inventaris dan nooit gewezen heeft op de plek waar nu die asbestverontreiniging werd aangetroffen in Kapelle-op-den-Bos.
Hoe wordt het concrete probleem in Kapelle-op-den-Bos nu verder aangepakt? Op welke manier wordt er verder onderzoek gedaan naar de aangemelde gronden, die door de verschillende gemeentebesturen werden doorgegeven? Is er al een zicht op de omvang van de problematiek? Ons lijkt het dat er vandaag enkel, met medewerking van de gemeenten, enkele dingen in kaart zijn gebracht. Wat gebeurt daar verder mee?
Minister, in hoeverre is de resolutie uitgevoerd die u zelf hebt ingediend? Ik verwijs naar het voorstel van de heer Sanctorum, die een asbestsaneringsfonds vraagt. In punt 14 van uw resolutie lees ik: Een systeem van fiscale stimuli uitwerken waarbij de verwijdering van ongebonden asbest bij verbouwingen financieel wordt aangemoedigd. Mochten die fiscale stimuli bestaan, minister, dan zouden we misschien tegemoet kunnen komen aan de vraag van de heer Sanctorum.
De voorzitter : Mevrouw Van der Borght heeft het woord.
Mevrouw Vera Van der Borght : Ook in de gemeente waar ik woon, hebben we een fameus asbestprobleem. Gelet op de goede traditie dat we geen lokale dossiers in de commissie brengen, heb ik een schriftelijke vraag gesteld. Ik heb daarop ook een antwoord van u gekregen, minister. Maar toen ik dit weekend het aantal vragen over asbest in de commissie zag, vond ik het mijn plicht om enkele bijkomende vragen te stellen.
Ik schets het probleem even. In Hofstade in Aalst ligt er bovengronds een asbeststort van 14.000 vierkante meter onder een zeildoek. Dit asbest ligt er sinds de sluiting van Modernit in 1984. Dat was een bedrijf dat asbestplaten en -buizen fabriceerde. De OVAM was van plan om het stort in te kapselen. Na een studie werden de werken aangevat op 22 februari 2010, ettelijke jaren na de vaststelling dus. Drie maanden nadien, op 25 mei 2010, zijn de werken stopgezet, omdat er blijkbaar veel meer asbest aanwezig was dan verwacht. De werken zijn dus stilgelegd en er gebeurt bijkomend onderzoek. Dat loopt nu nog altijd. Volgens uw antwoord, minister, is dat onderzoek in de laatste fase. Het aangepaste bodemsaneringsproject zal ten vroegste starten begin 2012. De saneringswerken mogen dan zes maanden later worden verwacht.
Minister, voor mij blijft het onduidelijk hoe het verloopt. Hoe laat de OVAM die studies doen? Als een bepaalde site wordt gesignaleerd als een plek waar waarschijnlijk asbest aanwezig is, moet dat toch degelijk en omvangrijk worden bekeken. Maar toen de werken startten, werd vastgesteld dat er meer asbest was. Zo is er twee jaar tijd verloren. De werken zijn gestopt op 25 mei 2010 en, als het meevalt, worden ze in de zomer van 2012 weer opgestart. Dat asbest ligt er nochtans al sinds de jaren tachtig. Minister, ik hoop dat u me iets meer duidelijkheid kunt geven. Waarom is die studie niet goed of onvolledig gebeurd? Waarom zit er twee jaar tussen? Kan het niet sneller gaan?
De voorzitter : Minister Schauvliege heeft het woord.
Minister Joke Schauvliege : Voorzitter, collegas, dit debat komt inderdaad regelmatig terug, afhankelijk van wat er in de media gebeurt. Er zijn vragen gesteld, onder andere door mevrouw Van den Eynde, over de opvolging van de resolutie en het actieplan. Ik verwijs naar de discussie in februari. Zo veel is er niet veranderd. Toen heb ik punt per punt de resolutie en het actieplan overlopen en de stand van zaken gegeven. Als de commissie dat wenst, kan ik het nog eens overlopen, maar dat lijkt me weinig zinvol.
Het is ook niet erg zinvol om plots naar aanleiding van enkele dingen die gebeuren, alles te veranderen en het beleid een andere wending te geven. Dat ligt niet in mijn aard. Het is ook niet zinvol. Enkele collegas hebben terecht aangehaald dat we moeten vermijden om paniek te veroorzaken en een klopjacht te organiseren op alles waar asbest in zit. Dat is niet relevant. Asbest die vast zit of verankerd zit, vormt geen gevaar voor de volksgezondheid. Daarop moeten we ons ook niet focussen.
Laat ons focussen op de situaties die wel gevaarlijk zijn. Dat is ook gebeurd. Ik verwijs naar de aanpak van de draailingen, waarop ik nog terugkom naar aanleiding van de vraag van de heer Van den Heuvel. Daar is al heel wat gebeurd, tot tevredenheid van de lokale besturen en de mensen die er ter plaatse mee worden geconfronteerd.
Sensibilisering blijft inderdaad belangrijk. We blijven er ook op inzetten. Dat is een taak van de Vlaamse overheid. De Vlaamse overheid heeft niet alle elementen in handen om de problemen in verband met asbest op te lossen, maar kan wel heel wat dingen doen, en sensibilisatie is daar één van. Dat blijft echt belangrijk. De folders zijn wijdverspreid. Ze worden ook door de lokale gemeentebesturen aan de mensen bezorgd. Er is een folder voor particulieren. Die zit heel goed in elkaar. Met fotos wordt uitgelegd wat asbest is, hoe het er uitziet enzovoort. Daarnaast is er een specifieke brochure voor de landbouw, waarnaar de heer De Meyer heeft verwezen.
In februari is er hier een debat geweest. Er werd toen gevraagd of dit op een of andere manier niet rechtstreeks kon worden meegegeven aan mensen die gaan verbouwen. Dat is een terechte bezorgdheid. Ik heb toen ook beloofd dat ik er iets aan zou doen. Naar aanleiding van het debat in de commissie, heb ik minister Muyters het volgende gevraagd: als er een vergunning voor bouw, sloop of verbouwing wordt aangevraagd voor gebouwen die voor 1998 zijn gebouwd, geef dan ook automatisch die folder mee.
De discussie over een asbestsaneringsfonds is inderdaad niet nieuw. Het debat is ontstaan toen uw partijgenoot mevrouw Dua minister van Leefmilieu was. Alle pistes zijn toen doorlopen. Naar aanleiding van de hoorzitting in het parlement is alles nog eens op een rijtje gezet. Het bleek dat het weinig zinvol is om zon fonds op te richten. De meeste bedrijven die die producten hebben aangeleverd, bevinden zich wereldwijd. Bij ons zijn er maar twee bedrijven meer actief die men als rechtsopvolger zou kunnen beschouwen van bedrijven die destijds asbest op de markt hebben gebracht. Het is trouwens niet haalbaar omdat er nog andere schadelijke producten zijn. Ik verwijs bijvoorbeeld naar roofing. Je zou dan bijna voor elk product een ander fonds moeten oprichten. In het buitenland richten alle fondsen zich bijna altijd op een vergoeding voor slachtoffers. Er is zon federaal fonds, maar het oprichten van een Vlaams fonds is niet haalbaar. Als we er moeten op inzetten, moet het eerder Europees worden onderzocht zodat men het veel ruimer kan aanpakken.
Wil dat zeggen dat we als overheid onze verantwoordelijkheid niet nemen? Neen, dat klopt niet. Er is al heel wat gebeurd. De OVAM heeft al heel wat stappen gezet en heeft al heel goed begeleid. Op 25 oktober 2011 is er in de media zogezegd aangetoond dat er een probleem was in Kapelle-op-den-Bos. Ik heb onmiddellijk de Milieu-inspectie en de OVAM ter plaatse gestuurd die een monstername hebben gedaan op de specifieke locaties. Ze hebben zowel het water, het slib als de onderliggende bodem apart bemonsterd. Alleen in het bodemstaal was er een zichtbaar fragment plaatmateriaal aanwezig. De gracht is gelegen aan de voet van een oud Eternit-asbeststort dat bekend was. Het stond op de inventaris. Het stort werd ooit afgedekt en een beetje verder staat er een sporthal op en ligt er een sportterrein.
De aanwezigheid van het asbest is natuurlijk te wijten aan het stort. Het is wel niet zo dat de gracht met alles is verbonden: het is eigenlijk meer een soort plas die niet in verbinding staat met andere waterlopen.
De meetresultaten zijn van 27 oktober. Ze tonen aan dat er geen asbestvezels in het water zijn, wel in het slib en de bodem. Er is dus geen direct risico voor opwaaiing of verspreiding. Bij uitdroging en bij graafwerken zou dit wel een effect kunnen hebben.
Er is een studie gebeurd. Er is een heel duidelijke timing afgesproken. Er zullen inderdaad een aantal voorzorgsmaatregelen moeten worden genomen. De resultaten moeten worden gerapporteerd voor 30 november. De termijn is nog niet voorbij. Ik heb er dus nog geen volledig zicht op. Er komt ook een verdere staalname en analyse van het volledige stortterrein. Dit moet eind januari 2012 klaar zijn. Er wordt ook een risicoanalyse, evaluatie en rapportering verwacht tegen 28 februari 2012.
De terreinen stonden op de inventaris. Is er dan nog niets gebeurd? Ik heb ook al verwezen naar de asbestcementdraailingen. Er is een aanpak geweest. In augustus van dit jaar zijn de laatste terreinen van de campagne van 2009 tot 2011 gesaneerd. Het gaat in het totaal om 27 gemeenten die meegedaan hebben met terreinen waar asbestcementdraailingen aanwezig waren. Er zijn geen lijsten van waar die draailingen overal zijn terechtgekomen. Mensen hebben dat moeten aanmelden. Men heeft een beroep moeten doen op oude werknemers van die bedrijven om te weten waar die materialen eventueel kunnen liggen. In die gemeenten is er een duidelijke campagne gevoerd.
Het hechtgebonden asbestmateriaal platen en buismateriaal kwam niet in aanmerking voor dit project omdat we prioriteiten moeten stellen. Het is onmogelijk om alles in één keer te saneren. Er zijn niet genoeg experts en werknemers voor. We moeten ons dus focussen op de meest schadelijke effecten, namelijk de asbestcementdraailingen.
We laten ook niet iedereen aan zijn lot over, mijnheer Sanctorum. Ik ben het daar niet mee eens. U weet dat iedereen het recht heeft om een hoeveelheid gratis aan te bieden aan het containerpark. Het risico van gebonden materiaal is ook veel lager.
Ook na augustus 2011 zullen nog bijkomende aanmeldingen kunnen gebeuren. Verdere sanering kan dus. Er wordt daarvoor nog altijd in middelen voorzien voor de OVAM. Die campagne stopt niet, ze loopt verder. Eigenlijk kan je de OVAM zien als een fonds dat de sanering van de meest dringende werken deels op zich neemt. Het is niet zinvol om daarnaast nog iets anders te gaan uitwerken. Zoals ik al zei, is dat ook absoluut niet realistisch omdat je onmogelijk alle bedrijven die destijds dat materiaal hebben geleverd, kunt gaan opzoeken. Het gaat over diverse bedrijven wereldwijd.
Mijnheer Reekmans en mijnheer De Meyer, de problematiek in de landbouwsector is ons uiteraard bekend. De studie is uitgevoerd omdat we de problematiek van dichtbij willen opvolgen. Voor de meeste landbouwbedrijven die gebouwd zijn voor 1998, is de kans zeer groot dat er asbest aanwezig is. Vandaar ook de brochure waarin duidelijk wordt gezegd om op te letten voor asbest.
Er is een ruim actieplan Asbest. Dat zit al op de sporen. Dat bevat ook een deel over asbest bij land- en tuinbouwbedrijven. Er is een folder uitgebracht. Die wordt ook meegenomen in tijdschriften specifiek voor de sector. We hebben dus niet enkel het foldertje, maar we zorgen er ook voor dat in vaktijdschriften wordt gewezen op het gevaar. We zullen dit nog eens herhalen in verschillende tijdschriften naar aanleiding van de recente studie en op die manier verder werken aan de sensibilisering.
De verwijdering van hechtgebonden asbestcementmaterialen kan gebeuren door een aannemer, maar er moeten uiteraard voorzorgsmaatregelen in acht worden genomen. Dat geldt trouwens niet alleen voor landbouwbedrijven maar ook daarbuiten. Wat betreft het aanraken, is er geen onmiddellijk gevaar, mijnheer Reekmans, het is pas gevaarlijk als je het gaat bewerken of breken.
Specifiek onderzoek naar gezondheidsproblemen bij personen die in de landbouwsector werken, is er niet. Er is wel algemeen onderzoek. Er is inderdaad een verband aangetoond, dat weet iedereen. Heel binnenkort zullen we nog eens aan alle lokale besturen vragen om in de gemeentelijke informatiebladen die informatie over te nemen en te verwijzen naar de folder zodat nog eens een andere doelgroep wordt bereikt.
Er was een vraag naar de experts. Dat is een terechte vraag. Er zijn onafhankelijke experts voor de asbestproblematiek erkend. Er bestaat een lijst van. Ik zal bekijken of ik u die kan bezorgen. Misschien is het een goed idee om binnen de OVAM een pool van experts aan te duiden die onafhankelijk in tal van discussies of rechtszaken kunnen worden aangesproken. Ik zal nog eens laten nagaan of zo een duidelijke lijst aanwezig is en of we die nog beter kunnen verspreiden.
Het studiewerk is een terechte bezorgdheid. Dat staat in de resolutie die in het parlement is goedgekeurd. Ik heb in februari al aangehaald dat die middelen er zijn en dat we bereid zijn te investeren, maar we kunnen moeilijk een universiteit of experts verplichten om nog verder onderzoek te doen. De vraag moet ook deels uit het veld zelf komen. Tot nu toe is dat niet het geval. We kunnen misschien nog eens een schrijven rondsturen om nog eens de aandacht te vestigen op het feit dat we nog bijkomend wetenschappelijk onderzoek kunnen gebruiken en dat we bereid zijn dat te ondersteunen. We kunnen moeilijk van bovenaf verplichten om dat te doen.
Er was ook een vraag naar de fiscale stimuli. In de resolutie zijn inderdaad een aantal maatregelen opgenomen waar we in het actieplan volledig achter staan. Een aantal ervan moeten door de federale overheid vertaald worden. Een aantal andere zal ik opnemen met mijn collega bevoegd voor fiscaliteit. We zullen bekijken wat de stand van zaken is.
Mevrouw Van der Borght stelde een vraag specifiek over een stort dat moet worden gesaneerd. Er is een duidelijke timing die start in 2012. U moet wel weten dat geldt voor alle situaties dat als er zich een acuut probleem voordoet en er is een acuut gevaar voor de volksgezondheid, er dan altijd onmiddellijk wordt opgetreden en altijd onmiddellijk de nodige voorzorgsmaatregelen worden genomen. Men zal nooit een of andere situatie zomaar laten voortbestaan en er niets aan doen. Als dat wordt vastgesteld, worden er direct dringende maatregelen genomen. Het is waar dat bepaalde onderzoeken tijd vergen. Het is niet zo evident om na te gaan wat er in de lucht zit en wat het effect daarvan is op de volksgezondheid. De acuut gevaarlijke situaties kan men wel onderscheiden en men kan dan ook dringend de nodige maatregelen nemen. Waar het minder acuut is, duurt het soms wat langer, door de prioriteiten die er zijn en omdat de middelen en mogelijkheden nu eenmaal beperkt zijn. Iedereen kampt met die situatie. Nog eens, als er echt gevaar is voor de volksgezondheid, spreekt het vanzelf dat dat de eerste prioriteit kent en we daar altijd eerst op inzetten.
Er was ook een vraag over de bescherming van de werknemers. Het federale fonds wordt heel ruim gespijsd door alle werkgevers, niet alleen werkgevers die asbest hebben geproduceerd. Dat is een verschil met het fonds dat wij eventueel zouden oprichten in Vlaanderen. Daarvoor zouden we maar twee bedrijven kunnen aanspreken. Dat zijn peanuts en het is geen oplossing. Mijnheer Sanctorum, als u andere oplossingen hebt, dan hoor ik dat graag. Als dé wonderoplossing bestaat, zal ik die graag in de praktijk implementeren. Maar alle pistes werden doorlopen. Als er een fonds komt, dan denk ik dat we dat op Europees vlak of ruimer moeten zien en alle bedrijven, niet alleen die die in Vlaanderen zijn gevestigd, moeten aanspreken. Als we dat niet doen, heeft dat fonds geen zin. Eigenlijk hebben we al een fonds: De OVAM zorgt ervoor dat de meest dringende situaties worden opgevangen. De OVAM heeft daar ook de nodige middelen voor. Op die manier worden de meest acute situaties opgevangen.
Mijnheer Vandaele, u hebt een vraag gesteld over de recentere cijfers van de inventaris. De cijfers die in het actieplan staan, heb ik nog eens overlopen in februari. Recentere cijfers zijn er niet. Men zou die oude inventaris naast de gedane saneringen moeten plaatsen. Bij particulieren hebben we daar natuurlijk minder zicht op. Dat gaat steeds om schattingen. De officiële saneringen, bijvoorbeeld de asbestcementdraailingen, kunnen we daar wel naast plaatsen. Op die manier hebben we dan recentere cijfers. Ik zou die oefening eens moeten maken. We kunnen in de balans bekijken wat de huidige situatie is. Nogmaals, we hebben nog niet alles in kaart gebracht. We moeten voor een stuk ook rekenen op wat historisch nog geweten is. Er zijn namelijk niet altijd inventarissen van. We weten spijtig genoeg niet altijd waar dat materiaal terechtgekomen is. Dat is nu eenmaal de situatie waarmee we geconfronteerd worden.
De voorzitter : De heer Van den Heuvel heeft het woord.
De heer Koen Van den Heuvel : Minister, ik dank u voor uw antwoord. Uit de betogen van de collegas en het antwoord van de minister blijkt dat het een zeer delicate materie is die met de nodige omzichtigheid maar toch kordaat moet worden aangepakt. Dat kan niet op één manier, maar moet op verschillende manieren gebeuren. Minister, uit uw antwoord blijkt dat uzelf en de Vlaamse Regering de juiste toon aanslaan door de problematiek op diverse manieren aan te pakken. Sensibilisering is inderdaad heel belangrijk. Er moet ook gepast worden ingegrepen wanneer zich zaken zoals eind oktober voordoen. De asbestcementdraailingen zijn een prioriteit en moeten dat in de toekomst ook blijven.
De voorzitter : De heer Reekmans heeft het woord.
De heer Peter Reekmans : Minister, ik dank u voor uw antwoord. De problematiek komt niet voor de eerste keer aan bod. U hebt in dit dossier reeds gedaan wat moest gebeuren. We moeten daar als oppositie eerlijk over zijn.
Ik wil vandaag echter benadrukken dat het probleem in de landbouwsector bijzondere aandacht verdient. Asbest wordt inderdaad pas gevaarlijk bij het uitbreken of verwijderen. We benaderen het probleem in de landbouwsector momenteel echter nog te hypothetisch en theoretisch.
Het is spijtig dat de vraag om uitleg niet aan bod is gekomen is in de commissie Landbouw. De sector werd het voorbije jaar al zwaar getroffen. Ik moet u de verhalen niet vertellen. De problemen die zich voordoen bij verbouwingswerken nieuwbouw of afbraak en de kosten die daarmee gepaard gaan, zijn voor mij niet hypothetisch. Vandaag wordt dat echter nog veel te hypothetisch benaderd. Twee recente voorbeelden in Nederland tonen aan dat het belangrijk is dat we dat probleem bekijken.
Op 7 september kwam bij een brand in een varkensstal in het Nederlandse Beugen asbest vrij. Het kankerverwekkende spul kwam op het erf van de boerderij terecht, maar ook op een aangrenzend aardappelperceel. In overleg met de gemeente Boxmeer, waar Beugen onder valt, werd besloten wanneer en hoe dat asbest wordt opgeruimd. Varkensstallen waar wel dieren in stonden, zijn gespaard gebleven.
Een ander voorbeeld dateert van 26 augustus. In Bentelo, ook in Nederland, waaide door het noodweer een dak van een varkensschuur. De gevel stortte in. De schuur bood onderdak aan dertig varkens; zes varkens hebben het niet overleefd. De overgebleven varkens werden door de brandweer uit de schuur gehaald en kregen een douche, omdat er door de instorting asbest was vrijgekomen. Het gebied rondom de schuur werd afgezet. Bij beide concrete voorbeelden werd niet gewoon tot afbraak of verwijderen overgegaan, maar werd men geconfronteerd met het probleem door een noodsituatie, brand of instorting.
Minister, u hebt in het algemene dossier over asbest tot op vandaag gedaan wat u moest doen. Ik wil u echter vragen nog meer overleg te plegen met uw collega bevoegd voor landbouw en om specifiek te bekijken hoe we concreet iets aan het probleem kunnen doen voor de landbouwsector. Heel veel van die oudere varkensstallen worden afgebroken zonder er rekening mee te houden dat het om asbestplaten kan gaan. We moeten daar, in het belang van de volksgezondheid, aandacht aan besteden. Zo kunnen we veel gezondheidsproblemen voorkomen. We moeten er niemand meer van overtuigen dat daar immense gevaren aan verbonden zijn.
De voorzitter : De heer Sanctorum heeft het woord.
De heer Hermes Sanctorum : Minister, ik ben het fundamenteel met u oneens wanneer u, in verband met het fonds voor asbestslachtoffers, zegt dat het logisch is dat slachtoffers financieel moeten worden ondersteund, maar niet dat het probleem preventief moet worden aangepakt. Ik volg die redenering totaal niet. U zegt dat er dan, naast asbest, nog tal van processen zouden worden opgestart over chemicaliën en dergelijke meer. Ik denk dat asbest zich in een zeer specifieke situatie bevindt. Het eerste asbestproces in België illustreert dat ook. België is daar een unicum in. In de Verenigde Staten zijn al duizenden rechtszaken die met asbest te maken hebben, hangende of uitgesproken. Asbestvezels zijn schadelijk wanneer ze vrijkomen. Asbest werd wijdverbreid toegepast in Vlaanderen. Bovendien bestaat de discussie of Eternit al dan niet wist of ze schadelijke stoffen aan het verspreiden waren. Op dat vlak onderscheidt het asbestverhaal zich toch wel van vele andere toepassingen. Het is best mogelijk dat het moeilijk is om de opvolgers te vinden van sommige van de vijf bedrijven die historisch asbest hebben verwerkt in Vlaanderen.
Als u zegt dat een Europese aanpak beter is, dan kan ik daarin komen. De vraag is wat u onderneemt, minister. Als u achter het principe van een saneringsfonds staat, dan zet u concrete stappen om zon fonds, hetzij Vlaams hetzij Europees, op te starten. Ik weet niet wat uw indruk is over de uiteenzettingen in deze commissie, maar ik heb duidelijk gemerkt dat er in deze commissie een groot draagvlak bestaat voor de oprichting van zon saneringsfonds. Tenzij ik me vergis, heb ik iedereen dit horen ondersteunen. Als dit een concrete vraag is van de commissie, minister, dan moet u die respecteren en dan moet u zon saneringsfonds opstarten. Dat zal misschien niet alleen met tegemoetkomingen zijn uit de asbestverwerkende sector, eventueel moet ook de overheid daaraan bijdragen. U zei net zelf dat u samen met minister Muyters eens zou discussiëren over die fiscale stimuli. Des te beter maar toch rijkelijk laat, zou ik zeggen. De resolutie dateert van 2007 en het is nu 2011. Als men nu pas denkt aan die fiscale stimuli, dan is dat vrij laat.
Nogmaals, het is niet de bedoeling paniek te zaaien. Het gaat in de eerste plaats over het vinden van asbest in Vlaanderen en het helpen van mensen die niet weten dat er asbest in huis aanwezig is. Vanuit zon saneringsfonds kan een audit worden bekostigd. Dat is de eerste stap. Indien blijkt dat het asbest moet worden verwijderd, dan moet er een financiële ondersteuning komen. Dat betekent niet dat de volledige kost door het saneringsfonds moet worden gedragen, maar er moet wel een financiële ondersteuning zijn, zoals dat ook in de resolutie staat.
Voor alle duidelijkheid, dit probleem zal niet in een jaar tijd worden opgelost. Dat is onmogelijk. Ik ken de cijfers. De Vlaamse studie heeft geraamd hoeveel asbesthoudende dakbedekking er is in Vlaanderen. Het gaat over 150 miljoen vierkante meter. U hebt dat vorige keer geantwoord op mijn vragen. Dat is een gigantische oppervlakte. En het gaat dan alleen maar over golfplaten en dergelijke.
Een belangrijk punt en dat is de reden waarom we asbest saneren in Vlaanderen is dat asbestcement niet gevaarlijk is, maar wanneer het beschadigd of verweerd wordt, kan het wel schadelijk zijn. Minister, naarmate die materialen ouder worden, zullen ze ook verweren. Logischerwijze zal het risico vanuit die eventueel vrijgekomen asbestvezels toenemen. We zitten dan ook met een maatschappelijk probleem en zullen dat asbest moeten saneren uit de Vlaamse gebouwen.
Niemand is tegen sensibiliseren. Het gaat hier niet over pro of contra sensibiliseren. Ten andere, uw landbouwbrochures zijn uitgeput. U kunt misschien meteen de opdracht geven om die opnieuw te laten drukken. Sensibiliseren is belangrijk maar niet heiligmakend. Het is een belangrijke stap, maar er moeten ook nog andere stappen worden ondernomen.
Een ander belangrijk knelpunt waar we het nog niet over hebben gehad, is het toezicht op de regelgeving in verband met asbest. Op mijn vorige vraag of interpellatie in deze commissie zei u dat dit eigenlijk een bevoegdheid is van de gemeenten. Ik vraag me nog altijd af of er een gemeente is in Vlaanderen, behalve dan Kapelle-op-den-Bos vanuit de historische gevoeligheid, die zich bezighoudt met dat gemeentelijk toezicht.
Die jeugdlokalen waar mevrouw De Wachter het over had, vormen een belangrijk punt, zeker in Kapelle-op-den-Bos en omstreken. De asbesttoepassingen zijn daar immers wijdverbreid aanwezig. Vaak is het voor die organisaties heel duur om te saneren. Men begint dan te rekenen op vrijwilligers. Die voeren dan goedbedoelde acties maar ik stel me wel vragen bij de veiligheid van die werken. Dat heeft allemaal te maken met het feit dat het een dure affaire is en dat er geen ondersteuning is vanuit de overheid.
De containerparken zijn gratis. We kunnen daar met asbest terecht maar er bestaat wel een beperking in de regelgeving. Het gaat over tien platen per jaar. Ik heb al gemerkt dat sommige gemeenten of intercommunales daar nogal vrij mee omgaan. Zo houden zij bijvoorbeeld de periode dat er asbest kan worden afgeleverd in de containerparken heel beperkt. Ik stel me daar vragen bij. Is het wel zo dat een particulier zo gemakkelijk naar het containerpark kan stappen met al zijn asbest?
De voorzitter : Mevrouw De Wachter heeft het woord.
Mevrouw Else De Wachter : Minister, ik dank u voor uw antwoord. We zitten allemaal op dezelfde lijn wat deze problematiek betreft.
Mijnheer Sanctorum, het is heel belangrijk dat de sanering van die jeugdlokalen op een consequente manier wordt uitgevoerd. In mijn regio is er een project waarbij wij vanaf het begin hebben gezorgd voor ondersteuning. U zegt dat de verantwoordelijkheid bij de overheid ligt. Dan gaat dat over alle niveaus, ook over het lokale. De milieudienst en de bevoegde schepen hebben daar vanaf het begin over gecommuniceerd en daar afspraken over gemaakt. Het gaat over mensen met een erkende opleiding die de leiding op zich hebben genomen. Ik wil toch even beklemtonen dat men zich echt bewust is van dit gegeven.
De sensibilisatie is heel erg belangrijk van in het begin tot op het einde van het traject. De minister merkt terecht op dat het historisch niet altijd evident is om vast te stellen wat zich waar bevindt, vandaar het belang van de sensibilisatie. Ik blijf erbij dat we prioritair werk moeten maken van het saneren van de gebruikte asbestdraailingen, want dan kunnen we ook dat in kaart brengen. Als mensen heel duidelijk weten waar ze aan toe zijn en waar ze terechtkunnen, dan kan er ook in de toekomst verder aan worden gewerkt.
Minister, dit blijft een en-enverhaal. De maatregelen die op dit moment worden getroffen, zijn cruciaal en zullen cruciaal blijven, maar als er nieuwe maatregelen bij komen, dan is dat alleen maar toe te juichen, want dat zal het dossier sterker maken.
Voor toekomstige saneringen blijven de sensibilisatie en het in kaart brengen heel belangrijk. In de regio hebben we al meer dan zeshonderd percelen kunnen saneren, samen met de OVAM. Ik heb begrepen dat de mogelijkheid bestaat dat de projecten minstens tot 2016 kunnen worden voortgezet. We kunnen er dus verder aan werken.
Sensibiliseren betekent mensen bewust maken, niet alleen van hoe ze met de producten omgaan, waar de producten zich bevinden en hoe men ze al dan niet verwijdert, maar ook een pak andere zaken. Heel belangrijk is om de mensen te sensibiliseren inzake de meldingen op zich. Mensen moeten weten dat het melden aan de overheden van mogelijke situaties heel belangrijk is zodat die in kaart kunnen worden gebracht met het oog op de verre toekomst. Ik meen dat we er allemaal naar streven en voor strijden om aan dit probleem in heel de regio in de toekomst een heel structurele oplossing te kunnen bieden. Sensibilisatie, erkenning en het betrekken van mensen die echt thuis zijn in deze materie, blijven heel cruciaal voor de verschillende overheden.
De voorzitter : Mevrouw Van der Borght heeft het woord.
Mevrouw Vera Van der Borght : Voorzitter, minister, bedankt voor uw antwoord. U hebt uitvoerig de algemene problematiek geschetst, en dat is natuurlijk nuttig, maar ik heb geen antwoord gekregen op mijn specifieke vragen.
Ik heb u gevraagd naar de oorzaak. Ik kan niet goed verklaren hoe het komt dat de OVAM in een eerste studie de exacte ruimte van asbestvervuiling niet heeft kunnen inschatten. Een werk inzake het opruimen van asbest dat gaande was, werd daardoor stopgezet na twee maanden. Nu moeten we twee jaar wachten vooraleer ermee kan worden voortgedaan. Dit is voor mij niet duidelijk. Het valt ook moeilijk uit te leggen aan mensen die hierover vragen stellen. Wat is de reden? Waarom werd dit niet voorzien in het eerste onderzoek? Ik ga ervan uit dat als een firma een opdracht krijgt om een studie te doen, die studie uitvoerig wordt gedaan. Wat is er misgelopen?
Waarom kan er pas worden gestart in de zomer van 2012, twee jaar na het stilleggen van de start van de werken? De werken waren wel degelijk gestart. Er ligt nu een zeil over, maar in dat zeil zitten al scheuren en het is ondertussen al begroeid. Ik sluit me een beetje aan bij de opmerkingen van de heer Sanctorum met mijn vraag of daar geen gevaar in schuilt. Misschien is er geen direct gevaar, maar de toestand kan toch niet blijven duren. Is het aanvaardbaar dat de site er al twee jaar zo bij ligt zonder dat er verdere stappen worden gezet? Het gaat bovendien nog steeds over industriegrond. Die grond ligt daar nu maar te liggen, er mogen geen activiteiten plaatsvinden.
Indien mogelijk, minister, had ik hier toch graag een verklaring over gekregen.
De voorzitter : Mevrouw Eerlingen heeft het woord.
Mevrouw Tine Eerlingen : Voorzitter, minister, wat de sensibilisatie betreft, werd hier al gezegd dat het nog eens aankondigen in gemeentebladen een goed systeem zou zijn. Er is een brochure over asbest bij landbouwbedrijven en u vertelde dat het onderwerp in de vakpers van de landbouwers aan bod zal komen. Ik vind dat heel goed: dat is heel gericht werken ten aanzien van de juiste doelgroep.
U stelde ook dat bij het afleveren van een vergunning, aan de mensen ook een brochure wordt meegegeven waarin staat hoe ze met asbest moeten omgaan en waar ze asbest vinden. Tegenwoordig zijn er ook veel projecten waarvoor geen vergunning meer nodig is, maar enkel een melding, of zelfs dat niet eens. Vaak vormen doe-het-zelvers een risicogroep omdat ze zelf aan de afbraakwerken beginnen zonder goed te weten waar het asbest zich bevindt, waarin asbest kan voorkomen of hoe ze kunnen vermijden dat asbest vrijkomt. Het is misschien een optie om dit nog eens kenbaar te maken in vakbladen voor doe-het-zelvers. Vaak kopen mensen immers de boekjes Ik ga Bouwen en Renoveren bij de dagbladhandel. Als het daarin aan bod zou komen, kan ook een andere doelgroep bereikt worden dan via de traditionele pers.
De voorzitter : Mevrouw Van den Eynde heeft het woord.
Mevrouw Marleen Van den Eynde : Voorzitter, minister, het is duidelijk dat iedereen hier in de commissie zich bewust is van de ernst van de asbestproblematiek. Net daarom is het belangrijk om eens te overlopen wat de stand van zaken is van de actieplannen en, niet te vergeten, ook van de uitvoering van de resolutie van 2007, die tot stand is gekomen na heel lange debatten en na bezoeken aan het bedrijf Eternit.
Bij het overlopen van deze resolutie naar aanleiding van deze vraag, komen we tot de vaststelling dat punt 14 in verband met het uitwerken van een systeem met fiscale stimuli, nog niet tot uitvoering werd gebracht. U schudt nu wel met het hoofd, maar ik meen dat het ons recht is om aan te klagen dat dit nog niet is gebeurd. Zoals de heer Sanctorum opmerkt, dateert de resolutie van vier jaar geleden, maar ik begrijp uit uw antwoord wel dat u bereid bent om hierover te overleggen met de minister bevoegd voor financiën. Het is ons recht om dit hier een keer aan te klagen.
U weet inderdaad wat Vlaanderen doet inzake de asbestproblematiek, maar het zou goed zijn om ook eens na te gaan wat er op federaal vlak gebeurd is met onze aanbevelingen aan de Federale Regering.
De heer Bart Martens : Minister, als we ons voor een Vlaams asbestfonds moeten verlaten op de bedrijven die vandaag nog overblijven van de initiële asbestproducenten, komen we tot de vaststelling dat dat er zeer weinig zijn: Eternit en Scheerders van Kerchove in Sint-Niklaas. Het is onmogelijk dat enkel de bedrijven die een succesvolle transitie hebben ondergaan, de zware last moeten dragen van het verleden.
Misschien is het wel een realistische piste om producenten van bijvoorbeeld dakbedekkingsmaterialen een algemene aanvaardingsplicht op te leggen in het kader van ons pas goedgekeurde Materialendecreet. Als die een afvalbeheersorgaan vormen, kunnen de kosten van de sanering van het asbestdakbekledingsmateriaal collectief worden gedragen, al is dat maar een specifieke niche. Dat kan een solidarisering van kosten inhouden, die amper leidt tot een stijging van de prijzen van dakbedekkingsmateriaal, maar voor de individuele gevallen van asbestproblemen een oplossing biedt. Ik weet niet of dat realistisch is, maar het is misschien de moeite om het eens te onderzoeken.
Het Bodemsaneringsfonds voor tankstations (BOFAS) werkt ook zo. Niet de tankstations die vroeger voor bodemverontreiniging hebben gezorgd, dragen vandaag bij aan dat fonds. Vandaag zijn de beveiligings- en preventiemaatregelen veel strenger. De huidige exploitanten van tankstations dragen wel bij aan BOFAS, voor het opkuisen van de historische vervuiling. Misschien is een vergelijkbaar systeem mogelijk voor de zorgvuldige verwijdering van asbestdakbekledingsmateriaal en andere asbestproducten.
Veel aannemers gooien liever alles in één container dan zorgvuldig dat asbest te demonteren en oordeelkundig te laten verwijderen, want dat levert hun vandaag heel wat extra kosten op. We hebben het al dikwijls gehad over de noodzaak van een selectief sloopbestek. Ik hoop dat dat er intussen is. Tot enkele jaren geleden kieperde men in de bouwsector doorgaans alles in één container. Die praktijk doorkruiste de mogelijkheid tot recuperatie van bouwmaterialen en verhinderde ook de veilige verwijdering van gevaarlijke bouwmaterialen zoals asbestproducten. Via het selectief sloopbestek en een soort van aanvaardingsplicht kunnen we misschien wel een realistische piste creëren om op een collectieve, solidaire manier de nodige middelen bijeen te krijgen om veilig en zorgvuldig asbest te verwijderen.
Minister, ik geef het maar mee. Eigenlijk denk ik dat we via het Materialendecreet en het Bodemsaneringsdecreet mogelijkheden bieden, ook voor cofinanciering van dergelijke bodemsaneringsfondsen bijvoorbeeld. Misschien moeten we die optie verkennen. Het ergste dat ons kan overkomen is dat aannemers uit schrik voor de factuur met de oogkleppen op alles in één container laten afvoeren. Herinner u het geval van Tessenderlo Chemie. Daar had men elders uitgegraven bodem of secundaire niet-vormgegeven bouwstoffen gebruikt voor het ophogen van de terreinen, waar achteraf asbestvezels in bleken te zitten. Dat moeten we voorkomen.
Minister Joke Schauvliege : Collegas, ik heb hier enkel herhaald wat ik in februari heb gezegd. Ik verwijs nog eens naar het actieplan Asbest, waarin 23 concrete acties staan, die allemaal worden uitgevoerd. Dat vind ik toch straf, mijnheer Sanctorum. Ik vind het ook opvallend dat u alles op één hoopje gooit. U begint met rechtszaken die in de VS zijn aangespannen en hier niet. Ik vraag me af wat dat met het fonds te maken heeft. U verwijst naar één bedrijf en zegt dat het allemaal de schuld is van Eternit. Dan zegt u weer dat het verschillende bedrijven zijn. U brengt een heel verwarrend verhaal.
Ik ben het met u eens dat het actieplan moet worden uitgevoerd. Er is een resolutie, waar ik volledig achter sta. Ik heb ze zelf ingediend, toen ik aan de andere kant zat. Het is aan het parlement om te kijken hoe de resolutie wordt uitgevoerd. Ik begrijp dat jullie die punten overlopen en de bevoegde ministers daarover ondervragen.
Er is in de resolutie heel bewust voor gekozen om geen fonds op te richten in Vlaanderen, omdat het niet haalbaar was. Ik heb u daarnet gevraagd, mijnheer Sanctorum, hoe u dat ziet. Er zijn nog maar twee bedrijven die je zou kunnen verbinden met de asbestproblematiek. Die zijn veel te klein om dat te dragen, dus dat fonds zou substantieel niets inhouden. U kunt geen andere piste aanbrengen dan dat er dan maar andere middelen in moeten.
Ik zeg u dat de OVAM de meest acute situaties aanpakt. Mevrouw De Wachter heeft daarnet een mooie getuigenis afgelegd, waaruit blijkt dat dat goed heeft gewerkt. De gemeenten zijn ook tevreden van de aanpak van de OVAM. Er is een zeer goede samenwerking geweest. Er zijn miljoenen geïnvesteerd in de OVAM om de meest acute situaties aan te pakken. Daar zit eigenlijk een fonds. Ik zie niet in hoe uw piste nu plots de mirakeloplossing zou zijn. We moeten prioriteiten stellen. We kunnen niet alles tegelijk doen. De OVAM brengt dat in de praktijk.
Mevrouw Van der Borght, ik moet uw specifieke situatie eens onderzoeken. Ik weet dat er een studie in twee fasen is gebeurd. In een eerste fase heeft men vooral gekeken naar werknemers van het bedrijf zelf en geluisterd naar wat ze vertelden over de situatie. Daarna is men beginnen te graven en heeft men een heel andere situatie vastgesteld. Er moesten experts worden aangesteld, maar daarvoor is een overheidsopdracht nodig.
Er is ook nog verwezen naar de verantwoordelijkheid van verschillende spelers. Mevrouw De Wachter heeft dat heel correct aangehaald. Het klopt dat de OVAM verder het engagement opneemt.
De voorzitter heeft ook een aantal pistes overlopen. Sommige dingen bestaan al. In het sloopbestek maar ook in het eenheidsreglement voor de sloop en het bouwafval wordt er al een onderscheid gemaakt tussen risicovol materiaal en andere en de manier waarop dat moet worden verwerkt. U wilt verder gaan en er een soort aanvaardingsplicht van maken. Er is natuurlijk de moeilijkheid dat het niet alleen over dakbedekking gaat, maar veel ruimer is. We kunnen het in het kader van het Materialendecreet nog eens dieper nagaan, maar ook hier is er geen mirakeloplossing te verwachten.
Wie denkt dat alle heil van een fonds te verwachten is, moet ik tegenspreken. Ik heb gezegd dat ik bereid ben om dit aan te kaarten bij Europa. Maar alleen in Vlaanderen een fonds oprichten op basis van nog twee rechtsopvolgers voor een gigantische problematiek, is niet realistisch en zou volgens mij geen oplossing bieden voor de historische problematiek in Vlaanderen.
De voorzitter : De heer Sanctorum heeft het woord.
De heer Hermes Sanctorum : Minister, ik roep u op om uw resolutie van vier jaar geleden uit te voeren en onder meer de fiscale stimuli in te voeren. Voer uw resolutie uit en leg ze minstens op de regeringstafel.
U probeert het asbestsaneringsfonds een beetje te ridiculiseren, terwijl er aan deze kant van de zaal waar u vroeger ook zat duidelijk wel een draagvlak is voor het saneringsfonds. Ik wil best een tegenreactie horen.
Het gaat over het erkennen van de problematiek en over een financiële ondersteuning om net die wantoestanden te vermijden. De voorzitter heeft er trouwens een voorbeeld van gegeven, toegepast op bedrijven. De vraag is hoe we het gaan financieren. Ook de fiscale stimuli zullen geld kosten aan de overheid. Het is mijn eerste betrachting om de overheid te sparen, hoewel dat niet volledig zal kunnen als er een audit of een sanering moet worden bekostigd. We zullen natuurlijk ook naar andere middelen moeten zoeken, bij wie de historische verantwoordelijkheid ligt. Ik heb nooit gezegd dat het allemaal vanzelfsprekend is, maar u moet wel het initiatief nemen. Ofwel engageert u zich om zon saneringsfonds op te richten, ofwel doet u dat niet. Dat is een duidelijke engagementsverbintenis.
Op de eerstvolgende Europese ministerraad gaat u het asbestsaneringsfonds op tafel leggen? U bevestigt dat?
Minister Joke Schauvliege : Mijnheer Sanctorum, u kent ongetwijfeld de Europese manier van werken. Ik zal dit op Belgisch niveau op de agenda plaatsen, want ik zit zelf niet in de Europese Raad. Ik zal vragen aan de u goed gekende collega Huytebroeck dat ze dit op de Europese Raad zou brengen.
De heer Hermes Sanctorum : Dat is zeer goed. Ik ben er vrijwel zeker van dat er een gevoeligheid voor deze materie is.
Ik wil nog eens de verantwoordelijkheid van de historische verwerkers benadrukken. We zullen er misschien niet alle inkomsten van kunnen genereren, maar hun verantwoordelijkheid is gigantisch. Ik heb van voorgangers in dit parlement gehoord dat Eternit nog in de jaren 90 lobbyde om bepaalde toepassingen niet te verbieden. Ik spreek over de jaren 90, niet over de jaren 20. Hun verantwoordelijkheid is gigantisch.
U wilt het alleen Europees aankaarten, maar ik vind het voorstel van de voorzitter het onderzoeken waard. We moeten gewoon onderzoeken waar we die middelen kunnen halen, volgens mij in de eerste plaats bij de historisch verantwoordelijken.
Ik ondersteun natuurlijk wat de OVAM doet. We kunnen zeggen dat het ook een fonds is, maar het gaat niet over het ondersteunen van particulieren bij het saneren van asbest, maar over het saneren van verontreinigde gronden. Erg belangrijk, maar het is een andere problematiek.
Met redenen omklede moties
De voorzitter : Door de heer Sanctorum en door mevrouw Van den Eynde werden tot besluit van deze interpellatie met redenen omklede moties aangekondigd. Ze moeten zijn ingediend uiterlijk om 17 uur op de tweede werkdag volgend op de sluiting van de vergadering.
Het incident is gesloten.