Commissie voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media
Vergadering van 08/11/2011
Interpellatie van de heer Bart Tommelein tot mevrouw Ingrid Lieten, viceminister-president van de Vlaamse Regering, Vlaams minister van Innovatie, Overheidsinvesteringen, Media en Armoedebestrijding, over de terugtrekking van de Private Omroep Federatie uit het overleg rond het Media Innovatie Centrum en het Vlaams Instituut voor Archivering
- 22 (2011-2012)
Interpellatie van de heer Jurgen Verstrepen tot mevrouw Ingrid Lieten, viceminister-president van de Vlaamse Regering, Vlaams minister van Innovatie, Overheidsinvesteringen, Media en Armoedebestrijding, over de weigering tot verdere samenwerking van de commerciële zenders met de minister van Media
- 23 (2011-2012)
Interpellatie van de heer Wilfried Vandaele tot mevrouw Ingrid Lieten, viceminister-president van de Vlaamse Regering, Vlaams minister van Innovatie, Overheidsinvesteringen, Media en Armoedebestrijding, over de relaties met de mediasector
- 24 (2011-2012)
De voorzitter : De heer Tommelein heeft het woord.
De heer Bart Tommelein : Minister, collegas, voorzitter, op 25 juni 2010 stond in de krant het rapport van één jaar mediabeleid van minister Ingrid Lieten. Ik geef twee citaten van mensen uit de sector. Eerste citaat: De minister heeft niet door dat de mediawereld fundamenteel aan het veranderen is. Alle vorige mediaministers, met Dirk Van Mechelen als uitschieter, hadden een visie. Maar zij is na een jaar nog steeds aan het zoeken. Tweede citaat: De auto staat nog steeds in neutraal. Het wordt hoog tijd dat de minister hem in versnelling zet. Minister, na één jaar luidde de kritiek nog dat u te weinig een beleid voerde. Toen kon echter nog de verzachtende omstandigheid worden ingeroepen dat u tijd nodig had om u in de sector in te werken. Het was, uiteraard, een beetje afwachten.
We lezen op 22 maart 2011 in een Vlaams tijdschrift: Maak er nu niet de grote kop van, maar ze is de zwakste minister die ik in vijftien jaar tijd op Media heb meegemaakt, gesteld door een notoir mediaspecialist, u wellicht niet onbekend. Vrijdag 31 september 2011: Regionale omroepen hekelen minister Lieten. De regionale omroepen blijken immers allerminst tevreden met uw plan om hen te helpen. Het water staat hun duidelijk aan de lippen. En op vrijdag 28 oktober 2011 was het weer prijs: Vlaamse commerciële mediabedrijven zeggen Ingrid Lieten de wacht aan. Een minister zonder steun. En: Zij is geen mediaminister, ze is de minister van de VRT. Dat had ik al gezegd in juli. U was toen kwaad op mij want het beeld dat ik ophing, was niet juist.
Minister, ik vrees dat u toch wel een probleem hebt. Uw geloofwaardigheid als mediaminister werd het afgelopen jaar vanuit de sector, en eigenlijk ook vanuit uw eigen coalitie, stelselmatig ondermijnd. Dat is problematisch, dat weet u ook.
Nochtans is niet alles slecht. U hebt tijdens deze legislatuur twee belangrijke en goede beslissingen genomen. Ten eerste hebt u het extra besparingsplan van 65 miljoen euro aan de VRT opgelegd. U hebt geëist dat de omroep tegen eind dit jaar financieel gezond zou zijn. Dat was een moedige beslissing. Daarnaast hebt u een, volgens mij althans, goede keuze gemaakt bij de aanstelling van de nieuwe CEO voor de VRT. Weliswaar is dat gebeurd via een procedure waarbij ik in eerste instantie toch een paar vragen had, maar goed, het uiteindelijke resultaat telt. Helaas stopt het hier. U zult straks in uw verdediging natuurlijk moeten aanhalen dat er wel degelijk nog andere projecten zijn die de totale mediasector moeten ondersteunen. Onder meer het Mediafonds, de oprichting van het Media Innovatie Centrum (MIC), het nieuwe financieringsplan voor de regionale omroepen, enzovoort. Een aantal van die projecten, zoals het MIC, zijn zelfs verdienstelijke pogingen om de verschillende mediaspelers te laten samenwerken, maar dit is natuurlijk niet fundamenteel.
Minister, het hoeft niet gezegd: het medialandschap in Vlaanderen is meer dan ooit in beweging. Woestijnvis heeft SBS gekocht, de regulatoren vragen de openstelling van de kabel, nieuwe technologieën en toepassingen raken ingeburgerd en internationale bedrijven komen om de hoek loeren. Vandaar dat de nieuwe beheersovereenkomst die u met de VRT hebt afgesloten voor de volgende vijf jaar zowat het belangrijkste mediabeleidsdocument van deze legislatuur mag worden genoemd. Daarin wordt namelijk vastgelegd wat de openbare omroep, als zeer dominante speler in Vlaanderen, kan en mag. Dit heeft tot gevolg dat niet alleen de contouren van de VRT worden bepaald, de beheersovereenkomst helpt ook het totale medialandschap vorm te geven.
Daarom ook, voorzitter, hebben we hier vier maanden aan een stuk hoorzittingen georganiseerd met allerhande spelers: commerciële omroepen, distributeurs, over-the-top-spelers, producenten, doelgroepen, enzovoort. Velen kwamen smeken om rekening te houden met de leefbaarheid van hun businessmodellen en om de VRT niet nog dominanter te maken. Al deze hoorzittingen, debatten en verslagen hebben uiteindelijk tot niets geleid. Tot niets.
Minister, u hebt nagelaten de bekommernissen van anderen in beeld te brengen en er rekening mee te houden. Want er komt een derde net, er komt uitgesteld kijken, er is een verhoging van tv-reclame, er is een verhoging van de dotatie. U kunt dan toch onmogelijk verwonderd zijn dat de andere mediabedrijven hun ongenoegen uiten. Ze stellen bovendien terecht dat er veel onduidelijkheid is over een aantal andere zaken.
Over het derde net hebben we het vorige keer nog gehad. Collegas van de meerderheid voelden zich zelfs bedrogen! Kunt u zich voorstellen wat dat betekent? Dat is toch allemaal niet min.
Ook over het licht uitgesteld kijken weten we nog altijd niets concreets. Zal dat nu een gratis dienst zijn of niet? Wordt de dienst in eigen beheer aangeboden of in samenwerking met de distributeurs? Dit heeft toch een impact op de businessmodellen van anderen? Private bedrijven moeten weten waar ze aan toe zijn.
Wat ze wel weten, is dat de totaliteit van de tv-reclame opgelopen is tot 16,5 miljoen euro netto. Dat weten ze maar al te goed. Het signaal dat de commerciële mediabedrijven via de voorzitter van de Private Omroep Federatie (POF), Ernest Bujok, u wellicht bekend, geven, is dan ook niet min! Ze weigeren nota bene mee te werken aan twee projecten waarmee u ze net wou bekoren: het MIC en het Vlaams Instituut voor digitale Archivering en ontsluiting van het Audiovisueel erfgoed (VIAA). Als statement kan dat tellen, vind ik.
We moeten dan ook de vraag stellen in hoeverre u de verdere ontwikkeling van beide initiatieven zult voortzetten. Het MIC verliest zijn essentie als de commerciële spelers niet mee willen. Het moet immers close-to-market-projecten ondersteunen, die net vanuit de sector worden voorgesteld. U hebt het hier in de commissie nog zelf gezegd: het gaat om vraaggestuurd onderzoek vanuit de sector. Het zal nogal een resultaat opleveren als niemand projecten zal indienen. De concrete modaliteiten, onder meer inzake financiering, moesten nog verder worden uitgewerkt om in 2012 operationeel te zijn. De weigering van de POF om nog verder mee te werken, zet die hele operatie op de helling.
Met betrekking tot het VIAA is het niet anders. Nochtans gaat het hier om een zeer belangrijk onderwerp. De digitalisering en archivering van het audiovisuele erfgoed heeft een belangrijke culturele waarde. Maar als de bezitters van dat audiovisuele erfgoed weigeren mee te werken, zal er ook van dat project weinig in huis komen. Dit kan trouwens serieuze repercussies hebben voor de openbare omroep zelf. Want dat zou betekenen dat het DIVA-project (Digitaal VRT-archief) gedurende de looptijd van de nieuwe beheersovereenkomst moet worden voortgezet.
Ook in dat andere prangende dossier, dat van de regionale omroepen, lijkt maar geen vooruitgang te komen. Sommige zenders vrezen het jaar niet te kunnen rondmaken. Het wordt hoog tijd dat u in dezen als bemiddelaar optreedt. Ondertussen verwacht u wel van Telenet dat ze een zender van de kabel zwieren om plaats te maken voor het Sporza-kanaal van de VRT.
Minister, u hoeft binnen de sector geen populaire minister te zijn. Dat kan mooi meegenomen zijn, maar het is niet noodzakelijk. Soms is het zelfs niet eens wenselijk. Toen u het extra besparingsplan aan de VRT opdrong, maakte u zich ook niet populair, maar u nam wel een goede beslissing. Vandaag zien we dat de private media de alarmbel luiden. De grote dynamiek in de sector is een gigantische uitdaging voor hen. Het stoot hen dan ook tegen de borst dat u in dezen blijkbaar geen betrouwbare partner bent. En dat hebt u voor een groot stuk aan uzelf te danken.
U hebt kortstondig mogen genieten van de overwinning die u hebt behaald binnen uw coalitie met het afsluiten van de nieuwe beheersovereenkomst. Maar de boemerang keert nu keihard terug. Hoe vaak hebben we in deze commissie niet, over de partijgrenzen heen, gepleit voor aandacht voor de leefbaarheid van de private ondernemingen? U zou al onze bekommernissen meenemen. Veel is er echter niet mee gebeurd en dat is bijzonder spijtig.
Ik hoop, minister, dat het tij nog kan worden gekeerd, maar het wordt wel dringend. Misschien kunt u mij ook vertellen hoe u denkt dat te kunnen doen, want u kunt nu toch onmogelijk overgaan tot de orde van de dag. Welke stappen zult u ondernemen in het kader van deze problemen? Hoe ziet u de verdere ontwikkeling in het operationeel maken van het MIC en het VIAA-project?
De voorzitter : De heer Verstrepen heeft het woord.
De heer Jurgen Verstrepen : Minister, een aantal collegas hier noemen u de minister van de VRT. Ik zou dat nooit durven. Op 4 november werd de analyse die hier enige tijd geleden al partijgrensoverschrijdend werd gedeeld, bevestigd: u vertegenwoordigt hoofdzakelijk en alleen de openbare omroep.
U hebt het uzelf moeilijk gemaakt. Ik begrijp niet hoe u ooit in deze functie terecht bent gekomen. Ik denk dat u qua carrièremove beter van De Lijn naar de VRT was gegaan, in de plaats van Sandra De Preter. U behartigt immers dezelfde belangen. Dat zou volgens mij leuker zijn geweest, nog leuker dan hier. Wij stellen hier vaak vragen over media en de openbare omroep, en krijgen geen antwoord.
Het was op een fijne herfstdag dat ik, in aanloop naar deze interpellatie, besloot om een oplijsting te maken van wat u als mediaminister al gerealiseerd hebt. Ik wou het positieve beleid eens naar boven halen. Uw voorgangers hebben her en der toch een constructief beleid gevoerd, en dus wou ik eens zien hoe het nu loopt. Wel, ik ben s avonds op café gegaan, want ik vond de hele dag niets. Als je de oplijsting maakt, kom je tot de conclusie dat een overgroot deel van de mediasector u niet wilt, u onbekwaam vindt en na ontmoetingen met u en uw kabinet volledig ontmoedigd op zoek gaat naar antidepressiva. U hebt als mediaminister een probleem. Niemand, behalve de gesubsidieerde vriendjes aan de linkerzijde, vindt u een bekwame minister.
Het bommetje viel vlak voor het reces. Het werd niet gegooid vanuit de politiek, maar vanuit de mediasector zelf, het Vlaamse medialandschap. De Vlaamse commerciële omroepen weigeren nog langer samen te werken met u rond het nog op te richten MIC en het VIAA. Men probeert op die manier uw gebrekkige mediabeleid aan te klagen.
Als de POF u de minister van de VRT noemt, dan hebt u een probleem. Men verwijt u te veel de kant te kiezen van de openbare omroep. U bent te gul geweest voor de VRT, horen we dan, of u hebt in de nieuwe beheersovereenkomst een te grote ruimte voor interpretatie gelaten, die door de VRT wel eens zou kunnen worden misbruikt. Dat is misschien niets nieuws voor een minister van Media, maar het signaal dat men nu geeft, is er wel een dat kan tellen en dat u echt niet kunt negeren.
Je zou dan kunnen denken dat het om een paar obscure, ontevreden mediamensen gaat, of om commerciëlen die ooit bij de openbare omroep hebben gewerkt en dit niet zo fijn vinden, maar ik zal u nog eens de lijst van de POF overlopen. Ten eerste is er de Vlaamse Media Maatschappij (VMMa), dat is vtm, 2BE, Het Nieuws op vtm, JIM, Vitaya, Vitaliteit, vtmKzoom, vtm HD, vmmtv, JOE fm, Q-music, de Qgroup, iWatch, Jim Mobile, Punta Vista, Zesta, Starway. Dan heb je nog SBS Belgium, met VT4 en VijfTV, en voorts Roularta Media Group, Concentra Media Group en MTV Networks Belgium. Ik vermoed dat ik her en der nog een lokaal stationnetje vergeten ben in het Vlaamse medialandschap, maar het komt er dus op neer dat alle majors in Vlaanderen een probleem hebben met u. Dat wij een probleem hebben met u, is normaal. Dat is politiek. Maar dat de sector in zijn totaliteit een probleem heeft met u, dat vind ik een signaal waar u niet aan voorbij kunt gaan.
De commerciële spelers willen voelen dat ze ertoe doen en terecht. Ofwel zegt u dat u een hekel hebt aan al die commerciële spelers, en dan past u de decreten aan en gaat u enkel voor een staatsomroep. Maar ze dergelijke stokken in de wielen steken, vind ik een beetje vreemd, zeker omdat u al enige tijd minister bent. In het begin kwam u er nog mee weg, want dan moest u zich nog inwerken. Nadien kwam de studieperiode. En na die studieperiode komt het verbrande landschap.
De voornaamste boodschap is volgens mij dat u niet alleen naar hen moet luisteren, maar daar ook iets mee moet doen. Blijkbaar is er een permanente dialoog met alle mediaspelers. Dat zegt u zelf. Ik betwijfel dat niet, maar men kan natuurlijk zoals bij twitteren en kwetteren heel veel tetteren zonder dat dit heel veel oplevert. Misschien doet u gewoon niets met de feedback die u krijgt van al die mediaspelers. Blijkbaar is dat het geval: anders waren ze niet overgegaan tot een dergelijk publiek initiatief, lijkt me.
Ze vragen dus dat u meer zou luisteren naar de verzuchtingen van de commerciële omroepen. Als ik juist ben geïnformeerd, vragen ze verduidelijking met betrekking tot de interpretatiemogelijkheden die er zijn in de nieuwe beheersovereenkomst. Zolang ze geen antwoorden krijgen op de vraag, weigeren ze nog voort te praten over VIAA en MIC. Minister, hebt u al een antwoord gegeven? Of bent u nog van plan dat te doen? U leek het immers zelfs niet eens te zijn met de kritiek van de commerciële omroepen, en ik neem aan dat u wilt doorgaan met de twee net genoemde projecten. Daar ga ik tenminste van uit.
Een ander punt is dat men bang is van de betuttelingspolitiek die u wilt voeren in het Vlaamse medialandschap. Vooral het beleid met betrekking tot diversiteit lijkt hun tegen de borst te stuiten. Ze noemen dat het oude socialistische paternalisme in een modern jasje. U kunt natuurlijk zeggen dat u het daar niet mee eens bent, maar tegen een collectief gevoel van onbehagen zijn uw daden belangrijker dan uw woorden.
Niet alleen de leden van de POF hebben trouwens een probleem met uw beleid. Ook de distributeur heeft dat. Die hadden we daarnet nog niet genoemd in de opsomming. Dan gaat het over dossiers zoals die van de auteursrechten, de kabelrechten, het gratis uitgesteld kijken bij de VRT. U ziet Telenet als de heilige graal, de grote schatkist vol gouden munten die u kunt plunderen om de VRT of de anderen wat meer te geven.
Ik heb het al eens gezegd in deze commissie: ik vind het wat vreemd dat u een commercieel bedrijf, een privébedrijf gebruikt om daar bij te passen waar uw beleid faalt. U slaagt er niet in en dan wijst u als een verongelijkte calimero in de richting van de distributeur, die u aan boord probeert te trekken. Helaas voor u is Telenet het daar voorlopig niet mee eens. Misschien kunt u intern de politieke druk op Telenet nog wat opvoeren, zoals in het verleden. De distributeur vindt zeer nuchter dat hij niet moet opdraaien lees: betalen voor allerhande dossiers.
Een andere troebele relatie is hier ook al aan bod gekomen, namelijk die met de regionale omroepen. Die zitten nog steeds met de handen in het haar. U krijgt het verwijt hen onvoldoende te steunen. Na de vragen die hier werden gesteld over uw beleid ten opzichte van de regionale omroepen, is er nog steeds niets veranderd. Een tarievenverhoging, die een oplossing kan bieden en door alle spelers wordt gesteund, kan niet rekenen op uw steun.
Natuurlijk heeft de oppositie kritiek op uw beleid. Mochten wij de enigen zijn, dan zou u kunnen zeggen: dat is politiek. Dit is echter ook partijoverschrijdend. Mijn zeer fijne collega, de heer Decaluwe, heeft dikwijls kritiek op u, en volgens mijn inlichtingen behoort zijn partij nog steeds tot de meerderheid. Als zij dat al vinden, wie ben ik dan om nogmaals kritiek te hebben? Zelfs de heer Vandaele van de N-VA, de vervanger van Jos Stassen, de voormalige verdediger van de openbare omroep die we hier missen, zegt dat u spreekt en antwoordt in naam van de VRT.
Dat zijn twee partners van u. Ik vind dat opmerkelijk en boeiend. Ik moet toegeven ik ben ook maar een mens dat ik dat ook wel plezierig en gezellig vind, zoals ze dat in Limburg zeggen, omdat het partijoverschrijdend is.
Ik vat dit dus nog even samen. Ik vind het spijtig dat we geen slides mogen gebruiken. Als de hele sector van de commerciële media en de distributeurs errond moeten oordelen over uw beleid, dan houden ze de duim omlaag. Dan zijn er uw eigen coalitiepartners, die in deze commissie hun best doen om u erop te wijzen dat u geen degelijk beleid hebt. Ook zij houden de duim omlaag.
Misschien benader ik dit verkeerd, dacht ik dan. Misschien ben ik te negatief voor u. Ik heb dus onderzocht wie u eigenlijk nog steunt. Ik heb eens naar de VRT gebeld, maar daar staan ze mij niet snel te woord. Ze zeiden dat ik het aan u moest vragen, dat ze u wel een fax zouden sturen. Bij de VRT hebt u dus steun, en ook in uw eigen partij, hoop ik, hoewel ik hier en daar toch ook wat gemor hoor. U staat dus vrij alleen, als minister van Media, in een samenleving die qua media erg snel evolueert. De legislatuur is nog net niet halverwege en u bent erin geslaagd iedereen, op die gesubsidieerde hond na, tegen u in het harnas te jagen. Dan hebt u dus een politiek probleem.
Het was dus een fijne herfstochtend toen ik die analyse las. Ik dacht: ik zou dat ook kunnen hebben geschreven, maar dat doe ik niet, want er zijn grenzen. Minister, het lijkt me dan echter dat u volledig fout bezig bent. U hebt de vragen gekregen. Met uw hele kabinet hebt u daar een aantal dagen over kunnen nadenken. Welke stappen zult u concreet zetten om de rust in het Vlaamse medialandschap te herstellen? Bent u dat überhaupt nog van plan, of houdt u de eer aan uzelf en oordeelt dat dit niets voor u is, dat u het niet kunt, dat u het niet kent? Misschien kunt u minister van Innovatie zijn? Neen, dat kunt u blijkbaar ook niet. Of van Openbaar Vervoer of zo? Dat loopt echter ook niet meer zo vlotjes.
Op welke manier zult u de boycot van de POF tegen het nog op te richten MIC en het VIAA aanpakken? Hebt u na dat artikel ondertussen overlegd met al die actoren? Wat is het resultaat daarvan? Heeft men u nu op het schild gehesen en opnieuw in de arena gedragen, omdat u het hebt begrepen? Misschien is dat de uitkomst. Ik ben dus waanzinnig benieuwd naar uw antwoorden.
De voorzitter : De heer Vandaele heeft het woord.
De heer Wilfried Vandaele : Voorzitter, minister, geachte leden, er is al veel gezegd, met een veel scherpere toon dan de toon die ik hopelijk nu zal aanslaan. In De Morgen van 28 oktober hebben we inderdaad kunnen lezen dat u in ongenade bent gevallen bij de commerciële mediabedrijven in Vlaanderen.
Men verwijt u een aantal zaken, onder andere dat u te veel de minister bent van de openbare omroep in plaats van de minister van alle media. De POF trekt zich daarom terug uit het overleg over het nog op te richten MIC en het VIAA.
Veel van de zaken die men u in het artikel verwijt, zijn voor deze commissie niet nieuw. De debatten werden hier al vaak gevoerd. De pijnpunten zijn bekend. Los van het inhoudelijke toont het wat ons betreft vooral aan dat u met de sector een probleem hebt. Dat is geen gezonde situatie. Minister, ik wil u dan ook een aantal zakelijke vragen stellen. Wij denken dat de antwoorden erop belangrijk zijn voor de manier waarop wij met zijn allen in het medialandschap kunnen blijven werken.
Minister, hoe reageert u zelf op het artikel waarin de Vlaamse commerciële mediabedrijven u de wacht aanzeggen? Hebt u al stappen ondernomen om het vertrouwen tussen uzelf en de commerciële bedrijven uit de sector te herstellen? Wat zijn de concrete gevolgen voor het MIC en voor het VIAA als de private omroepen zich terugtrekken? Dat zijn voor Vlaanderen toch twee belangrijke instellingen waarop wij allemaal toch focussen.
De beheersovereenkomst van de VRT is op bepaalde punten allicht voor interpretatie vatbaar. Dat lijkt ons niet uit te sluiten. Het zou erg zijn dat men alles zo vast zou betonneren dat er nergens nog een interpretatie mogelijk is. Dat zou een onwerkbare tekst opleveren. Maar misschien is het nuttig om bepaalde cruciale passages in de beheersovereenkomst uit te klaren en om een interpretatie te geven aan bepaalde artikelen die nu, volgens sommigen althans, blijkbaar voor interpretatie vatbaar zijn. Minister, kunt u initiatief nemen om die passages uit te klaren?
En ten slotte: er is hier al gesproken over de regionale omroepen. Ons standpunt daarin is duidelijk. Wij hebben er geen probleem mee dat u een hogere bijdrage levert aan de regionale omroepen. Of dat structureel of projectmatig moet, laten wij in het midden. U hebt de vorige keer de klemtoon gelegd op het projectmatige. Maar wij blijven vinden dat de distributeurs, en dat is in dit dossier met name Telenet, toch ook een verantwoordelijkheid blijven hebben als grote firma. Zij mogen hierin hun maatschappelijke verantwoordelijkheid niet ontlopen. De manier waarop zij van vandaag op morgen aankondigen om de bijdrage voor de auteursrechten zo drastisch te verlagen, vinden wij niet kunnen. Wij verwachten van de beide kanten een inspanning. Minister, wij horen het is al gezegd dat het water sommige regionale omroepen vandaag al aan de lippen staat. Men hoort in de wandelgangen zelfs al het begrip faillissement weerklinken. Hoe denkt u de situatie met de regionale omroepen te deblokkeren?
De voorzitter : De heer Wienen heeft het woord.
De heer Wim Wienen : Minister, hoe langer ik hier zit, hoe meer u mij boeit.
Minister Ingrid Lieten : Het is wederzijds.
De heer Wim Wienen : Dank u, minister. In het licht van bepaalde aspecten is dat wel interessant. Eigenlijk ben ik het niet eens met de heer Tommelein, die zegt dat u de kans hebt gekregen om kortstondig te genieten. Ik denk dat u al een hele tijd op lange termijn aan het genieten bent. Ik stel vast dat u steevast elke keer uw overwinning binnenhaalt. Dat was zo toen de heer Wauters moest vertrekken. Dat was voor een groot deel het geval met de beheersovereenkomst die werd afgesloten. Dat valt te bezien, nu er versneld sprake zal zijn van een derde VRT-net. Minister, dat was ook voor u een stokpaardje. U haalt dat allemaal binnen. Ik vraag mij af waar hier de rest van de meerderheid is. Heeft de meerderheid geen vat op de minister, op wie zoveel kritiek is en tegen wie iedereen is en over wie concrete vragen worden gesteld?
Niet lang voor het herfstreces waren er ook al vragen over het derde net. Toen vonden sommige leden van de meerderheid dat ze worden gerold. Minister, toch blijft u daar rustig zitten. U blijft er heel kalm bij. Er kan u niets gebeuren. Ook de kritiek van de private omroepen aan uw adres glijdt van u af als water van een eend. Dat is minstens indrukwekkend te noemen. Ik blijf erbij: als dat fout loopt, ligt dat evenzeer aan de andere leden van de meerderheid als aan uw beleid. Maar het probleem is, hoe boeiend uw ministerschap en u als persoon ook zijn, dat u in het medialandschap een puinhoop dreigt achter te laten. Ik heb die indruk. En het blijkt nu ook nog eens met de terechte kritiek van de POF. Wat moeten we doen om die puinhoop te vermijden? Het is misschien leuk om als zeer sterke persoon uw zin door te drijven in alles en om de kritiek van u te laten afglijden. Maar wij moeten dat niet van een beleidsmaker verwachten. Een beleidsmaker moet vooral zoeken naar een zo breed mogelijk draagvlak. En dat is er niet.
Wat mijn vraag betreft over het wegtrekken van de steun door de private omroepen voor het MIC en het VIAA: hoever staat dat? Ik heb de indruk dat ze zich wegtrekken uit iets waarvan u nog maar weinig hebt verwezenlijkt. Er staat nog maar weinig van op poten. Ik weet bijvoorbeeld dat voor wat betreft het VIAA het project aan de Waalse Krook nog niet echt op het juiste spoor zit. Ik zie hoeveel extra middelen de stad Gent moet uittrekken om de infrastructuur te kunnen bekostigen en om ervoor te zorgen dat die infrastructuur er is. We stellen nu vast dat de private omroepen zich daar uit terugtrekken. Op dit moment is het nog altijd niet zeker wat de rol van de VRT in dat project zal zijn. Dat project is dus gestoeld op los zand. Minister, ik verneem graag wat er nu eigenlijk in deze twee projecten concreet is.
De voorzitter : De heer Decaluwe heeft het woord.
De heer Carl Decaluwe : Minister, men moet geen kranten lezen om te weten dat er hier en daar een probleem is. Dat is niet nieuw. Wie hier al lang meedraait, weet dat er altijd een spanningsveld heeft bestaan tussen ministers, volksvertegenwoordigers en de media-actoren. Ik volg dit al een tijdje. Ik volg ook het domein Energie. Dat zijn de meest belobbyde sectoren.
Minister, er is toch een probleempje. Ik heb de gewoonte aangenomen om alle media-actoren elk jaar twee keer te zien. Op één na: bij Belgacom ben ik niet meer gewenst. Maar goed, dat is meer hun probleem dan het mijne. Ik hoor veel. Voor mij was het nieuw dat de POF op een scherpe manier naar buiten kwam. Het was ook verrassend dat de woordvoerder geen nobele onbekende is voor u. Hij is ook een gouwgenoot van u. De heer Bujok behoort tot het gekende netwerk. De kritiek heeft dus enige geloofwaardigheid. Ik weet ook dat, in vergelijking met wat ik privé hoor, de pers nogal braaf is. Minister, er is een probleem. Er is bij de actoren vaak een wantrouwen ten opzichte van de minister. Maar ik heb het nog nooit zo groot geweten. Dat is een nuchtere vaststelling. Ik weet ook niet wie daarin gelijk heeft. Ik weet hoe alles in zijn werk gaat. Ik kies geen partij voor de ene of voor de andere. Maar, minister, er is een probleem. U kunt bijvoorbeeld niet zelf al die mensen ontvangen. Meestal doen uw entourage en uw kabinetschef dat. Ik hoor dat er daar problemen zijn. Ik zeg het u vrij en vrank, maar als die verhalen kloppen, is er een probleem.
Mij zouden ze zo niet moeten ontvangen. Roepen op een kabinet: dat zou bij mij niet pakken als ik daar zou worden geïnviteerd om een aantal doelstellingen te verdedigen.
De heer Tommelein heeft gelijk, en het blijkt ook uit mijn contacten met de actoren: de beheersovereenkomst is een goede beheersovereenkomst. Minister, u hebt daarin de grootste verdienste. Ik heb dat de afgelopen zomer in de commissie verteld. Niet alles is ideaal. Maar dit is een vrij behoorlijk element. Mijnheer Wienen, dat derde net wordt in deze commissie en in de media opgeklopt tot en met, zeker door de commerciëlen. Dat is geen volwaardig derde net. (Opmerkingen van de heer Wim Wienen)
De heer Bart Tommelein : Voorzitter, ik heb niet gezegd dat het een goede beheersovereenkomst is.
De heer Carl Decaluwe : Ik heb gezegd dat het goede dossiers zijn. Ik heb daar geen probleem mee. Maar, minister, ik heb er wel een probleem mee dat u met een aantal belangrijke actoren met betrekking tot bepaalde dossiers blijkbaar niet meer samen door de deur kunt. We hebben het hier al een paar keer gehad over de toekomst van de regionale omroepen. Dit dossier begint echt te verrotten. Ik zal hier niet de populistische praat herhalen die een aantal collegas voor het herfstreces hebben verkocht. Zij zeggen: Als ze geld hebben voor het voetbalcontract, moeten ze maar geld hebben voor de regionale omroepen. Het een heeft met het ander totaal niets te maken. Ik vind dat van het platste populisme dat ik de laatste dagen in de mediasector heb gehoord.
Minister, u en uw partijgenoten zeggen nu al jaren dat er oplossingen zijn. Maar het water staat aan de lippen. Ik heb een zeer eenvoudige stelling. Als de overheid zaken oplegt en vraagt, moet zij ook haar verantwoordelijkheid opnemen. Dat gebeurt vandaag onvoldoende tot niet. Telenet en Belgacom moeten nu ook hun verantwoordelijkheid opnemen. Maar eenzijdig alles op een privaat bedrijf afwentelen, dat ging misschien in bepaalde tijden in China en in Rusland, maar die tijd is voorbij. Ik vind dus dat er in dat dossier dringend een initiatief moet worden genomen.
Wat betreft de commerciëlen weet ik ook niet wat men tijdens alle private gesprekken over de beheersovereenkomst die er zijn geweest op de kabinetten allemaal heeft beloofd aan de heren Van Thillo en Denolf. Ik weet dat allemaal niet. Ik was daar niet bij. Ik moet daar ook niet bij zijn. Maar op basis van die gesprekken krijg ik de indruk dat er andere dingen werden beloofd dan er uiteindelijk in de beheersovereenkomst hebben gestaan. Dat is het spanningsveld waarover een ongelooflijk groot ongenoegen bestaat. Ik heb het al in jaren niet meegemaakt dat men zich zo gepakt voelt.
Er is ook een probleem met de distributeurs. Als ik de stukken van de vragen om uitleg met betrekking tot een aantal dossiers herlees, stel ik vast dat een bepaald bedrijf hier net niet wordt gebasht om niet te zeggen dat het wel wordt gebasht. Dat heeft misschien te maken met een politiek element in verband met de zuivere en de gemengde intercommunales. De geest van Stevaert zweeft daarboven en ook het feit dat hij in het adviescomité zetelt van Belgacom. We moeten daar los van komen. Iedereen de regionale tvs, de omroepen, de commerciële omroepen en de distributeurs moet samen één partner zijn. Dat kan de Vlaamse media versterken. Maar men zit daar met een probleem. Men kan niet alles vragen aan een private partij. Ze zijn niet verplicht om bepaalde dingen te doen. Je kunt dan de grote woorden bovenhalen zoals maatschappelijk belang: dat speelt geen rol. Op dat vlak is er dus ook een probleem.
Er is ook een ongenoegen of een vorm van onzekerheid bij veel productiehuizen. Minister, u kunt daar niet veel aan doen. Men moet, met het oog op het toekomstige medialandschap, ervoor zorgen dat er meer interne producties zijn. Maar je voelt dat het daar brobbelt, dat er daar op de een of andere manier iets moet gebeuren.
Er moet een oplossing komen voor de regionale omroepen. Er moet desnoods in de begroting al een extra inspanning worden geleverd. Het kan niet zijn dat men een samenwerkingsovereenkomst oplegt aan een openbare omroep, of dat men moet meestappen. We kennen dat al een beetje. Dat is typisch voor de Vlaamse Regering. Die legt veel dingen op, maar uiteindelijk heeft men meer lasten dan dat men er lusten of middelen van krijgt.
Er moet dus dringend een initiatief komen rond die dossiers. Ik pleit niet voor nog een bijkomende Staten-Generaal van de Media, maar u moet dringend een initiatief nemen, minister. Er moet opnieuw een gesprek worden georganiseerd met al die actoren, om het vertrouwen langs alle kanten te herstellen, want er is een vertrouwensprobleem. En ik vind dat jammer. U bent als minister verplicht om een initiatief te nemen om dat vertrouwen te proberen te herstellen. Welke initiatieven zou u daaromtrent kunnen nemen?
Ik heb ook nog een aantal vragen over de interpretatie van de beheersovereenkomst van de VRT. Vroeg of laat zult u, samen met de VRT, meer duidelijkheid moeten brengen over een aantal zaken en concreter moeten zijn. Daarover moet ook gecommuniceerd worden met de commerciële jongens, zodat men, als het op 1 januari start, weet wie waar staat en welk evenwicht er is. Welke initiatieven kunt u nemen met betrekking tot de concretisering en interpretatie van de beheersovereenkomst, om de rust in de sector te laten terugkeren?
De voorzitter : De heer Caron heeft het woord.
De heer Bart Caron : Minister, het wekt geen verbazing dat de POF een tegenoffensief start. U hebt een goede beheersovereenkomst uit de brand gesleept voor de VRT. Ondanks alle besparingen en met alle beperkingen is het een knappe prestatie. Ook gelet op de kritische stem van sommige collegas van sommige partijen in de meerderheid, is het voor de VRT een goede zaak. Ik kan dan ook de lezing van de POF begrijpen, dat u te veel minister van de VRT bent en te weinig van hen. Het was dus een te verwachten tegenoffensief, na die goede prestatie met betrekking tot de beheersovereenkomst.
Toch is het ook een beetje bevreemdend, en wel om twee redenen. Ten eerste was het vroeger vaak oorlog tussen de CEOs van al die omroepen. We komen uit een tijd dat er een echte mediaoorlog woedde tussen de CEOs. Die storm is gaan liggen, vreemd genoeg. Wij dachten dat we nu een rustig en evenwichtig medialandschap zouden hebben in Vlaanderen, waarin een goede openbare omroep en goede private actoren elkaar in balans houden. Maar neen, er zijn blijkbaar toch mensen die de behoefte hebben om die spanning permanent aan te houden.
De tweede reden is dat de voorzitter van de POF Hasseltse en sp.a-roots heeft. Daar is op zich zeker niets verkeerds aan, maar daardoor nam ik de reactie wel ernstiger dan als ze enkel van de POF as such zou zijn geweest. Als iemand dicht bij u staat, komt dat immers harder aan.
De POF mag zeggen wat ze wil. Dat is haar volste recht. Ik vind het echter heel klein dat men ermee dreigt om niet mee te doen met het MIC en het VIAA. Ik heb daar redenen voor. Bij het eerste is ervoor gekozen om een innovatiecentrum te maken buiten de VRT, wat een uitdrukkelijke vraag was van de commerciële mensen. Ik vond dat een legitieme vraag. Zo kan het centrum ten bate zijn van elke speler in het Vlaamse medialandschap. Dat gebeurt nu, en dan dreigt men ermee om er niet aan mee te werken. Ik hoop dat het niet meer is dan een loos dreigement, een losse flodder, maar ik betreur het in elk geval ten zeerste.
Hetzelfde geldt voor het VIAA. Ik heb in dit halfrond al vaak gepleit voor een gezamenlijk initiatief om het beeldarchief van Vlaanderen te digitaliseren en te ontsluiten, voor de burger, maar ook voor elkaar, zodat de zenders elkaars archief kunnen gebruiken in een goede, open sfeer, met duidelijke rechtenakkoorden, die de samenleving niet opzadelen met pakken extra kosten. Ik denk dat de samenleving hier een extra inspanning zal doen opdat het materiaal van de commerciële actoren ontsloten en betaald zal worden. Ze slaan bij wijze van spreken de deur dicht voor eigen inkomsten. Dat vind ik zeer merkwaardig.
De technologie om zoiets te ontwikkelen, zal gigantisch duur zijn. Kijk maar naar de kost van de digitalisering van de oude analoge banden van de VRT. De POF zou nu uit dat digitaliseringsproces stappen. Als ze dat doen, snijden ze volgens mij heel diep in hun eigen vingers. Dat is een financieel argument, maar ten gronde gaat het mij om een inhoudelijk argument. Ik betreur dat de POF daarmee dreigt. Ik hoop uit de grond van mijn hart dat het ook hier om een losse flodder gaat.
Het argument van het derde net wordt heel expliciet gebruikt. Ik vind het een beetje laat om daarmee af te komen. Hoelang zijn we al niet over dat derde net aan het discussiëren, hier, binnen de regering, in de wandelgangen, waar dan ook? Iedereen zag het komen en kon ongeveer zien welke invulling het zou krijgen. De heer Decaluwe noemt het een door hen opgeklopt verhaal. Hij heeft gelijk. Men wist dat het kwam, en het is een beperkt model, met duidelijk afgescheiden grenzen.
Mijnheer Verstrepen, u hebt daarnet de uitdeining van het commerciële landschap geschetst. Ik zal hun geen steentje in de weg leggen. Als zij meer mensen en grotere doelgroepen kunnen bereiken en meer kunnen verdienen door te diversifiëren, mogen ze dat doen. Dat is wijs. Maar dan moet u mij eens uitleggen waarom onze eigen openbare omroep dat niet zou mogen doen, in een veel beperktere mate.
Minister, ik kom tot het punt van de regionale omroepen. Er is een zeer bevreemdende powerplay aan de gang. Ik zie dat Telenet zijn auteursrechtelijke vergoeding drastisch verlaagt en dat de regionale omroepen daardoor heel veel pijn zullen lijden. Een aantal van hen zal wellicht over de kop gaan, of de kwaliteit van wat ze brengen, zal drastisch naar beneden gaan. Daar zijn we niet mee gebaat.
De powerplay gaat erover of Telenet weer op het oude tarief of een ander tarief moet komen, of niet. Het is natuurlijk een privébedrijf, maar we zijn er wel allemaal afhankelijk van, collegas. Zonder Telenet raken we niet door de deur van de media. Dan heb je ook nog Belgacom en TV Vlaanderen. Belgacom heeft een kleiner marktaandeel. Zeker hun rol ten aanzien van de regionale omroepen is veel beperkter. Zij zijn daar volger, geen leider. De leider in dat verhaal is Telenet.
Telenet suggereert dat de overheid de regionale televisieomroepen subsidieert, dat het gat wordt dichtgereden door de overheid. Ik zou daar ook voor pleiten, mocht ik inzicht hebben in de verdeling van de auteursrechten. Maar daar ligt nu net het probleem. Ten eerste is het federale materie. En ten tweede is het eigenlijk privaatrecht. Daar hebben wij als overheid niets mee te maken.
Het is niet correct van Telenet om dat zo eenzijdig te doen. Ik wil dat eens hardop zeggen. Ze zouden er belang bij hebben om inzicht te geven in de verdeling van die auteursrechtelijke vergoedingen. Dan weten we ook dat we niet valselijk in hun zakken zouden zitten, als we dat al zouden doen.
Minister, misschien moet u ook vanuit de Vlaamse overheid zelf een inspanning doen. Er is al een kleine inspanning overeenkomsten voor ondertiteling, vorming enzovoort maar misschien moet er een opening komen voor een subsidie, zodat er, specifiek voor wat dat betreft, duidelijkheid komt. Ik vraag die duidelijkheid niet, maar ik zie wel dat de regionale omroepen bloeden. En dat betreur ik, als politicus die vindt dat radio en televisie dicht bij de burger buitengewoon belangrijk is. Gelet op hun uniciteit, hun monopoliepositie in hun zendgebied en hun semipublieke opdracht, moet er echt een oplossing voor komen. Anders verliezen we iets fundamenteels.
Ik kan heel moeilijk oordelen over wie gelijk heeft en hoe het in elkaar zit. Daarvoor ontbreken mij de gegevens. Ik kan mij echter niet van de indruk ontdoen dat er een soort powerplay plaatsvindt tussen een overheid en een privébedrijf. Wat de motieven zijn, is mij ook niet helemaal duidelijk, maar volgens mij is de enige oplossing dat beide kanten een inspanning doen. Zowel de Vlaamse overheid als het privébedrijf moet een inspanning doen. Wij hebben daar belang bij, want als wij financieren, kunnen we ook kwaliteitsvoorwaarden opleggen aan de regionale omroepen. Dan hebben we iets in handen om aan kwaliteitsbeleid te doen. Dat is een oproep, samen met de collegas, want we zijn allemaal ongerust.
Tot slot sluit ik me aan bij de oproep van de collegas om opnieuw overleg te organiseren met de private omroepen, via de POF of rechtstreeks. Mijn vraag is ook informatief: bestaat er vandaag een vorm van structureel overleg, op regelmatige basis, met overeenkomsten tussen de POF en u?
De voorzitter : De heer Yüksel heeft het woord.
De heer Veli Yüksel : Minister, het discours dat u hier de afgelopen periode hebt gehanteerd, was er vooral een van de VRT, en alleen van de VRT. De commerciële omroepen hebben van tijd tot tijd recht en reden om te klagen over de gang van zaken. Uiteraard zijn we ook niet blind voor het verhaal van de markt. Het zijn concurrenten. Uiteraard zijn er wrijvingen en conflicten. Maar het is aan u, als minister van Media, om dat te overstijgen.
Ik wil de vergelijking maken met uw collega van Mobiliteit, Hilde Crevits. Zij is bevoegd voor De Lijn, maar is daarnaast ook vatbaar voor verzuchtingen en verwachtingen van alle partners in de mobiliteitssector. Zij kan niet alleen voor De Lijn gaan. Ze moet ook rekening houden met andere partners en actoren. U moet ook in de mediasector rekening houden met andere partners en actoren, niet het minst met de commerciële omroepen.
Uw verantwoordelijkheid wat betreft de regionale omroepen is hier al een paar keer aan bod gekomen en is vandaag nog eens herhaald.
U verwacht dingen op te leggen aan de commerciële omroepen, terwijl die zaken volledig in het kraam passen van de VRT. Ik verwijs bijvoorbeeld naar het diversiteitsproject. Het is waar dat ook de commerciële omroepen daar hun verantwoordelijkheid in hebben, maar ik zou zeggen: laat de VRT daar maar eens het voorbeeld geven, dan zullen de commerciële omroepen wel volgen.
Het laatste puntje betreft de Waalse Krook: de toekomst van ons geheugen, zoals het werd geformuleerd. Eigenlijk heeft dat project niets te maken met de commerciële logica, noch met de openbare omroep. Het is eigenlijk een project om ons geheugen voor de rest van de tijd vast te leggen.
De mensen die zetelen in de raad van bestuur en de algemene vergadering, zijn vaak partijgenoten van u. Als het signaal wordt gegeven dat men misschien niet wil meewerken aan dat project, dan is dat toch wel een bijzonder harde vaststelling.
Minister, welke initiatieven zult u nemen om het vertrouwen van de privésector te herstellen? Waarom wil men niet meedoen aan het project van de Waalse Krook, of is men weigerachtig om dat te doen, terwijl het toch gaat over een algemeen maatschappelijk project?
De heer Philippe De Coene : Minister, geachte leden, namens mijn fractie zou ik ook graag iets willen inbrengen in dit debat. De drie interpellaties zijn gebaseerd op een inderdaad opvallend paginagroot artikel in een Vlaamse krant. Ik was verbaasd en niet verbaasd. Waarom was ik niet verbaasd? Ik ken alle mensen die erin aan het woord komen, maar één van hen ken ik goed, namelijk Ernest Bujok. Elke vogel zingt zoals hij gebekt is. Ik weet dat Ernest de contramine niet schuwt, want we zijn bij wijze van spreken samen opgegroeid.
Ik heb gelezen wat u wordt aangewreven en wat de aanleiding vormt voor deze interpellaties Er wordt gezegd dat de VRT-beheersovereenkomst tegen de commerciële omroepen is, dat dit een overeenkomst is die er alleen maar voor de VRT is, en dat u daardoor alleen maar de minister van en voor de VRT bent. Ik wil erop wijzen dat die mensen die daarom kwaad zijn op u, op veel meer mensen kwaad moeten zijn. Ik sluit me aan bij die meerderheidsleden die stellen dat deze beheersovereenkomst een goed resultaat is, dat hij sterk in de lijn ligt van het voorstel van resolutie dat een meerderheid in dit parlement dus niet alleen dé meerderheid heeft goedgekeurd. Mijn goede vriend Ernest moet dus niet alleen boos zijn op u: hij moet zich al ten opzichte van minstens vier fracties in dit parlement ongemakkelijk voelen.
Ik meen trouwens dat dit inhoudelijk niet klopt. Het is correct te stellen dat het gaat over een beheersovereenkomst die probeert de toekomstkansen van een sterke VRT te garanderen. Dat lijkt me een juiste en objectieve analyse. Om dan echter te zeggen dat die beheersovereenkomst daarom gericht is tegen de commerciële omroepen, vind ik een brug te ver.
Ik wil gewoon verwijzen naar een aantal niet-geringe aandachtspunten in die beheersovereenkomst. In dit parlement is bijvoorbeeld zo vaak gepleit voor één gemeenschappelijk plafond voor commerciële inkomsten, precies om dit transparanter te maken. Ik herinner me pleidooien van onder meer de heer Decaluwe over die transparantie. Wel, dat is zo ingeschreven in die beheersovereenkomst. De zogenaamde compensatieregeling, het vroegere knipperlichtenmodel, is onderhevig aan een veel grotere transparantie dan we voordien gewoon waren. Indien er nieuwe activiteiten zijn, moeten die worden onderworpen aan een onderzoek ex ante. Leden pleiten ervoor om de beheersovereenkomst, die niet altijd alles in detail beschrijft, nu en dan te onderwerpen aan een onderzoek, aan finetuning. Ze hebben gelijk, maar de beheersovereenkomst voorziet daar expliciet in. Het klopt dus niet dat deze beheersovereenkomst eigenlijk alleen maar op maat van de VRT is geschreven. Trouwens, we hebben hier pleidooien gehoord van adverteerders die bijna smeekten om veel meer reclame-inkomsten op de openbare omroep, om dat unserved audience te kunnen bedienen. Men is daar gelukkig niet op ingegaan. Dat is een ander bewijs dat dit een goede poging is geweest om een evenwicht te bereiken.
Minister, men verwijt u ook dat u een akkoord zou hebben belemmerd tussen de regionale omroepen en Telenet. De regionale omroepen proberen de parlementsleden uit hun regio te mobiliseren voor hun dossier. Dat is niet alleen in mijn provincie gebeurd. Ik heb dat, samen met een aantal collegas, bijgewoond voor ons zendgebied. Welnu, we hebben niet de indruk gekregen dat er een akkoord was tussen Telenet en de regionale omroepen in het algemeen, laat staan dat u erop zou hebben gewogen om dat akkoord niet uit te voeren.
We hebben tijdens die vergadering voornamelijk geleerd dat een distributeur eenzijdig een signaal heeft gegeven. De distributeur heeft gezegd de auteursrechtelijke vergoeding die tot dan werd uitgekeerd, te zullen decimeren. Geïndexeerd was dat 1,5 à 1,6 euro. Het zou ondertussen 1,78 euro moeten zijn. Dat bedrag zou worden herleid tot 0,18 eurocent per abonnee. Daardoor zijn die inkomstenstromen van de distributeur er zijn drie inkomstenstromen herleid van 4 miljoen euro tot ongeveer 400.000 euro voor alle regionale zenders samen. Ik vind dat een onvoorzichtigheid van die distributeur. In die mate dat ik de toepassing van die wetgeving ken, denk ik trouwens dat welke distributeur dan ook of het nu die distributeur is die hier al een paar keer is genoemd of een andere dat niet eenzijdig kan opleggen. Dit moet het voorwerp uitmaken van een onderhandelingsprocedure tussen de leverancier van inhoud, die auteursrechtelijk is beschermd, en diegene die de transmissie waarneemt.
Minister, in tegenstelling tot een aantal andere leden pleit ik er niet voor dat u in dezen tussenbeide komt. Integendeel, dat zou zelfs onvoorzichtig zijn. Er zijn trouwens gedingen bezig met andere zenders en andere distributeurs. Ik zou niet tussenbeide komen, precies om het respect tussen de twee contractuele partijen te garanderen.
Ik heb mijn vragen gesteld. De heer Caron is daar ook op teruggekomen. We hebben dat al op 4 oktober besproken in deze commissie. Ik ben abonnee van Telenet. Ik betaal 35 euro per jaar voor iets dat ten opzichte van mij als klant heel duidelijk was gelibelleerd als auteursrechten. De distributeur in kwestie heeft 2.417.000 abonnees. Hij int dus 85 miljoen euro van de consumenten in Vlaanderen ten behoeve van de auteursrechten en de naburige rechten. Als een consument dat betaalt, zou het dan toch goed zijn dat hij op de ene of andere manier de garantie krijgt dat dit bedrag terechtkomt bij datgene waarvoor het is bedoeld. Ik herinner me dat een commissielid op een bepaald ogenblik het te laat of niet volledig doorstorten door auteursrechtelijke verenigingen aan de uiteindelijke bestemmeling, dus aan de auteurs, de componisten, heeft aangekaart. Die bekommernis lijkt me terecht, maar dan moet ze even terecht zijn als elk jaar opnieuw 85 miljoen euro wordt gevraagd van de consumenten om die auteurs te betalen voor hun rechten.
Minister, ik wijs erop dat dit het voorwerp is geweest van een tariefverhoging: tot september was dat een stuk minder. Vanaf september is dat 7 miljoen euro per jaar meer geworden. Ik denk niet dat u in de weg stond van een akkoord. Integendeel, de contractanten zouden in dezen tot een vergelijk moeten komen. Ik heb toen trouwens voorspeld hoewel sommigen zeiden dat dit niet klopte dat, indien dit nog lang zou blijven duren, zij die zich benadeeld voelden, daar een zaak van zouden kunnen maken. Ze zijn dat nu volop aan het voorbereiden. Dat heeft men ons ook meegedeeld tijdens die vergadering die we hebben gehad met de regionale omroepen.
Is Telenet een melkkoe? Dat weet ik niet. Het lijken me geen arme mensen. Ik zeg niet dat Telenet moet worden gemolken. Daar gaat het mij niet om. In het vierde katern van de krant las ik dat Telenet wordt gemolken, terwijl ik in het derde katern las ik dat ze nog nooit zon goede cijfers hebben gehad, en dat zonder de tariefverhogingen. Opnieuw, dit komt neer op de eenzijdige mededeling van Telenet aan die regionale televisieomroepen dat het zonder boe of bah dat bedrag sterk zal verminderen. Ik verneem trouwens dat die discussie met de auteursrechtelijke verenigingen ook zeer moeilijk verloopt. Momenteel is een geding van een auteursrechtelijke vereniging in België tegen diezelfde distributeur volop aan het lopen. Ook de onderhandelingen over de auteursrechtelijke vergoeding met andere omroepen, ook de commerciële, verlopen helemaal niet gemakkelijk. Daarom moet de consument op de ene of andere manier de garantie kunnen krijgen dat het geld dat wordt gevraagd voor een bepaald doeleinde, ook voor dat doeleinde wordt gebruikt. Ik heb daar vertrouwen in, maar ik sluit me aan bij de leden die stellen dat er, met betrekking tot het overheidsaandeel in de inkomsten van de regionale omroepen, werk moet worden gemaakt van een goede structuur, die transparant is en waarbij er een goed evenwicht is tussen wat men krijgt en wat men ervoor in ruil moet doen.
Ik besef ook dat de lasten niet mogen doorwegen ten opzichte van de lusten. Een aantal regionale omroepen hebben daarop gewezen, net als een aantal leden van deze commissie. We moeten dat vermijden. We moeten een goed evenwicht hebben ter zake. Het zou echter ook goed zijn, mochten een aantal regionale omroepen dan enigszins gevolg geven aan de studie die er is geweest met betrekking tot de conditie van die regionale omroepen.
Ik vind dus dat die drie kritiekpunten in de krant vrij licht wegen. Het verbaasde me en tegelijk dan weer niet dat in diezelfde krant een week nadien een artikel van een compleet andere teneur is verschenen. Misschien moeten we wachten op vragen om uitleg of interpellaties op basis van dat artikel.
De voorzitter : Minister Lieten heeft het woord.
Minister Ingrid Lieten : Voorzitter, geachte leden, om te beginnen wil ik stellen dat ik altijd een voorstander ben geweest van dialoog, en dat ik ook zal blijven investeren in een dialoog met alle partners. Dat heb ik de voorbije twee jaar gedaan en dat zal ik ook de volgende weken en maanden blijven doen.
Ik vond het ook merkwaardig om in de krant te moeten lezen wat mij tot nu toe op geen enkele andere manier heeft bereikt, namelijk dat de privézenders het samenwerkingsverband met betrekking tot het MIC zouden opzeggen of niet meer zouden deelnemen aan het VIAA. Noch ik, noch mijn kabinetsmedewerkers hebben daar een bericht over gekregen. Ik zal alleszins blijven investeren in overleg, ook met de privézenders, en daarover ook verder met hen de dialoog voeren.
De mediasector is natuurlijk een sector waarin veel publieke en privébelangen samenkomen die niet altijd gelijklopen. De belangen van de productiehuizen zijn niet dezelfde als die van de privézenders. De belangen van de privézenders zijn niet dezelfde als die van de VRT. De belangen van de distributeurs zijn niet altijd dezelfde als die van de zenders, privaat én publiek. Er is dus sprake van heel veel conflicterende belangen. De arme mediaminister zit daar altijd tussen en probeert heel hard om níet de minister van de VRT te zijn, en al evenmin de minister van de distributeurs of van de privézenders. De minister probeert de minister van Media te zijn voor de Vlamingen. Dat is een moeilijke evenwichtsoefening.
Er zijn zeker en vast heel wat spanningen in de sector. Ik ben het eens met diverse leden die daarnaar hebben verwezen. Die spanningen hebben te maken met de verschillende belangen, maar ook met het feit dat er in de sector vandaag allerlei dingen gaande zijn. Er zijn heel wat technologische vernieuwingen. Er is een ander mediagebruik. Er zijn nieuwe spelers op de markt, die proberen zich te positioneren. Dat maakt iedereen natuurlijk wat zenuwachtig, en het ene woord brengt het andere mee. Ik wil dus niet meedoen aan die polemiek of dat moddergevecht. Ik heb heel veel respect voor de privézenders, en zeker voor de mensen die daar dag in dag uit proberen goede programmas te maken. Ik zal dus ook voort blijven investeren in de dialoog.
Ik wil hier echter met klem ontkennen dat ik de minister van de VRT zou zijn. Ik wil met u toch even een aantal feiten op een rijtje zetten.
Ik ben begonnen met aan de VRT een omvangrijk besparingsprogramma op te leggen: 65 miljoen euro op anderhalf jaar. Ik heb aan de VRT duidelijk gemaakt dat eerst het huishouden op orde moest worden gezet, dat het aanhoudend maken van verliezen moest stoppen en dat men besparingen moest doen. Ik daag u uit om mij hier als vriend van de VRT te benoemen.
Voor de onderhandeling over de nieuwe beheersovereenkomst hebben we allemaal samen een uitgebreid debat georganiseerd en geprobeerd om in de beheersovereenkomst zeker en vast rekening te houden met de belangen van de private zenders. Er is een plafond gekomen voor alle commerciële inkomsten dat was voordien niet zo met een verhoogde transparantie en een rapporteringsplicht aan dit parlement. Er is een extra plafond gekomen voor de inkomsten die te maken hebben met televisiesponsoring en televisievisibiliteit in het kader van sponsoring van niet-uitgezonden evenementen. Er is een verhoogde verplichting voor veel meer inzicht en rapportering van de VRT en de VAR. In de beheersovereenkomst is er uitdrukkelijk gevraagd dat de VRT zich veel meer focust op haar publieke opdrachten. Ik heb er zelfs aan toegevoegd dat als men daardoor lagere kijkcijfers zou halen, ik dat aanvaardbaar vind. De focus van de VRT moet liggen op de invulling van haar publieke opdrachten nieuws, cultuur, educatieve programmas en niet op het beconcurreren van de private zenders. We hebben uitdrukkelijk ingevoerd dat als de VRT in de loop van de beheersovereenkomst nieuwe diensten wil beginnen, ze eerst een procedure moet doorlopen om na te gaan of die nieuwe diensten extra concurrentie zouden betekenen voor de private zenders. Dat bestond daarvoor niet. We hebben uitdrukkelijk afspraken gemaakt over de uitbouw van de websites van de nieuwsdiensten waarbij men moet focussen op het beeld om de concurrentie met de geschreven pers niet te veel aan te gaan. In de beheersovereenkomst zult u veel verwijzingen vinden naar opgelegd overleg met de private sector. Iedere keer wordt de VRT gewezen op haar plicht om niet eenzijdig allerlei dingen te ontwikkelen, maar iedere keer het overleg met de private sector aan te gaan.
Wat de financiering betreft, stond er in de vorige beheersovereenkomst dat 62 procent door de belastingbetaler zou worden betaald en 38 procent door advertenties. In deze beheersovereenkomst staat dat 68 procent door de belastingbetaler wordt betaald en 32 procent door advertenties. In deze beheersovereenkomst is zeker en vast de deur niet wagenwijd opengezet om meer inkomsten uit de advertentiemarkt te halen. We hebben die verhoudingen zelfs verstrengd. Mijnheer Verstrepen, als u dat gul vindt, dan begrijp ik het niet.
Wat het derde kanaal betreft, hebben we aan de VRT uitdrukkelijk gevraagd om meer aandacht te spenderen aan kinderen en jongeren zodat er voor kinderen een reclamevrije omgeving is die niet moet worden onderbroken door sport- of actualiteitsprogrammas. Jongeren komen op dit moment niet aan bod. Daarom zijn er voor hen ook uitdrukkelijke afspraken gemaakt. Het derde kanaal mag niet voor andere dingen worden gebruikt.
Ik ben er echt van overtuigd dat deze beheersovereenkomst niet zomaar een gulle uitdeling van middelen aan de VRT is. Integendeel, we hebben gezocht naar een goed evenwicht.
Wat mijn ander beleid betreft, heb ik tot nu toe nog geen enkel initiatief genomen dat niet meteen wordt opengesteld voor de private sector. Ik wil verwijzen naar h et Mediafonds, waar we tegemoetkomen aan de productiesector die wil investeren in eigen Vlaamse producties. We hebben een subsidiesysteem georganiseerd, uitdrukkelijk toegankelijk voor alle zenders en waarbij de VRT geen voorkeurrecht heeft.
Innovatie lag in de vorige beheersovereenkomst uitsluitend bij de VRT. Het is nu ondergebracht in een media-innovatiefonds. We vragen uitdrukkelijk aan de sector om voorstellen te doen over hoe men het wil organiseren, hoe men het zelf wil beheren en hoe men samen de programmas gaat vastleggen.
Hetzelfde geldt voor de archivering. Vroeger werd enkel geïnvesteerd in de archivering van de VRT. Nu zullen we samen op zoek gaan naar een initiatief om alle beeldmateriaal zowel in publieke als in private handen te archiveren en te ontsluiten.
Bij de middelen die ik heb vrijgemaakt voor diversiteitsprojecten, heb ik op geen enkele manier iets opgelegd aan de private sector. Ik daag iedereen uit om mij één voorbeeld te geven van iets wat ik opleg aan de private sector. Ik mag het niet, ik kan het niet en ik wil het niet. Wat ik wel doe, is middelen vrijmaken voor iedereen die projecten wil indienen en die aan diversiteit wil werken. Ik maak die middelen vrij voor de VRT, voor de regionale zenders, voor de private zenders. Geen onderscheid, maar openbreken.
Hetzelfde geldt voor de projecten voor mediawijsheid. Ik geef die gelden niet aan de VRT, maar ik stel ze open voor iedereen en voor alle sectoren.
Ik weiger dus om te aanvaarden dat ik de minister van de VRT ben. In alles wat ik tot nu toe heb gedaan, heb ik de VRT op een correcte manier behandeld. Alle bijkomende middelen zijn opengesteld voor iedereen. Ik vind het dan ook merkwaardig dat als we dan aan alle sectoren samen voorstellen vragen voor het beheer ervan en voorstellen over hoe we het gaan uitgeven, ik via de krant moet vernemen dat men daar niet meer aan mee wil werken. Het is raar omdat ik toch ook wel zie dat men aan andere projecten blijkbaar wel wil meewerken.
Ik heb nu pas de oproep rond diversiteit gelanceerd. We maken extra middelen vrij voor alle mediaspelers om initiatieven rond diversiteit te ontwikkelen. Ja, ik vind dat heel belangrijk. Ja, ik praat er heel veel over. Het staat iedereen vrij om daar op in te gaan of niet. Intussen zijn er wel 33 voorstellen ingediend door publieke en private spelers om middelen te krijgen voor diversiteitsprojecten. Er zijn ook 48 voorstellen voor projecten rond mediawijsheid ingediend. Ik vraag me soms af of een en ander niet overroepen is.
Ik wil ook nog even ingaan op de regionale zenders. Ik hoef hier niet meer te vertellen hoe de auteursrechten worden geïnd en hoe ze worden verdeeld. Het is zo dat er regionale zenders zijn en dat die door de Vlaamse overheid worden gesubsidieerd. We vragen aan de regionale zenders om regionaal nieuws te brengen. In ruil geven we meer dan 2 miljoen euro werkingsgeld. Via andere kanalen hebben we ook nog eens voor 177.130 euro overheidscommunicatiemiddelen bezorgd aan de regionale zenders. Via Telenet krijgen ze ook middelen: een deel van de aandelen van de auteursrechten. Het is ook zo dat Telenet eenzijdig heeft gezegd om niet meer 1,5 euro te geven, maar wel 0,18 euro. Dat is een wereld van verschil.
Ik vind dit geen faire verdeling van de auteursrechten, maar het is een regeling tussen de regionale zenders en Telenet. Wil dat zeggen dat ik er niet van wakker lig? Ik lig er zeker van wakker. Ik vind net als u dat de regionale zenders overeind moeten blijven. Als een private zender zegt dat hij dat geld niet meer gaat geven aan de regionale zenders, moeten wij dan meteen zeggen dat de belastingbetaler het wel zal compenseren? Ik vind van niet. Ik doe niets anders dan voor en achter de schermen bij de partijen aan te dringen om terug samen aan tafel te gaan zitten en om tot een faire deal te komen. Ik zal dat blijven doen.
Ik wil ook met klem protesteren als mensen doen uitschijnen dat ik Telenet beschouw als een geldmachine. Ik heb nog nooit iets gevraagd aan Telenet. Ik heb nog nooit als minister gevraagd dat Telenet iets zou financieren. Ik vraag wel dat Telenet de relatie met de regionale zenders herziet en opnieuw komt tot een faire verdeling van de auteursrechten. Dat zal ik blijven doen.
Neem ik daarom mijn verantwoordelijkheid als mediaminister niet tegenover de regionale zenders? Nee, daarover hebben we in deze commissie ook al gedebatteerd. Er zijn een aantal problemen met de regionale zenders, niet enkel een probleem met Telenet. Het is ook zo dat de regionale zenders niet allemaal even performant zijn en dat de kijkcijfers achteruitgaan. Zij zullen zich moeten herbronnen. Daarvoor heb ik mijn verantwoordelijkheid genomen. We hebben een doorlichting laten doen van de regionale zenders. We hebben hun die informatie gegeven. We zijn met hen in dialoog gegaan in mei en we hebben toen afspraken gemaakt. Die afspraken zijn we nu aan het uitvoeren.
Tot nu toe geven we als Vlaamse Regering jaarlijks projectsubsidies. Dat geeft voor de regionale zenders de oncomfortabele situatie dat ze die elk jaar opnieuw moeten aanvragen en daarover onzekerheid hebben. Ik heb me geëngageerd om dat om te vormen naar meerjarige samenwerkingscontracten. Die samenwerkingscontracten bereiden we nu voor. Ik heb de regionale zenders gevraagd om eerst zelf een analyse te maken van hun sterke en zwakke punten. Op basis daarvan kunnen we gedifferentieerd per regionale zender een samenwerkingsovereenkomst afsluiten. We zijn volop bezig met de voorbereiding daarvan.
Ik heb de regionale zenders gezegd dat we minstens zullen gaan voor de continuering van de financiering. Daar houd ik me ook aan. Ik heb de regionale zenders gezegd dat we ervoor zorgen dat ze kunnen meedoen aan de projectoproepen rond diversiteit en dat ze mee kunnen participeren aan het innovatiecentrum. In de onderhandeling over de samenwerkingsovereenkomst gaan we bekijken of we nog andere maatregelen moeten nemen om de levensvatbaarheid van de regionale zenders te garanderen en dus hun toekomst veilig te stellen. Iedereen zal daarvoor een inspanning moeten leveren.
We spreken twee dingen af met de regionale zenders, helemaal geen waslijst aan verplichtingen: het halen van kijkcijfers en het bewijzen in hun bereik dat ze de belastingmiddelen die ze krijgen, waard zijn. Dat staat op poten, collegas. We werken eraan door. Daarnaast zal ik blijven aandringen en bemiddelen en al wat u wilt, opdat men in de onderhandelingen tussen Telenet en de regionale zenders komt tot een aanvaardbare en faire verdeling van de auteursrechten.
Collegas, ik probeer u hiermee op de hoogte te brengen van de dingen waarmee we bezig zijn. Ik vind het belangrijk dat iedereen zijn verantwoordelijkheid neemt: de private zenders voor hun beleid, de regionale zenders voor hun eigen werking, performantie, efficiëntie en effectiviteit en de VRT voor het correct uitvoeren van de beheersovereenkomst. Er zullen inderdaad nog dingen moeten worden uitgeklaard en verdiept, maar dat is in eerste instantie een zaak van de VRT en van dit parlement om, in uitvoering van de jaarlijkse rapportering, te kijken of de VRT de beheersovereenkomst correct naar de geest en de letter uitvoert. Ik zal er ook zelf op toekijken. Ik heb in de beheersovereenkomst zelf bij heel veel punten aangegeven dat er overleg met de private sector nodig en wenselijk is. Ik zal erop blijven aandringen dat de VRT dat doet.
Collegas, ik stel mezelf volledig verantwoordelijk voor het beleid van deze Vlaamse Regering. We voeren een evenwichtig beleid, waarbij ik niet de minister ben van de private zenders of van de VRT, maar probeer een mediabeleid te ontwikkelen voor de Vlamingen.
De heer Bart Tommelein : Minister, ik val een beetje uit de lucht, zoals u uit de lucht viel toen u het artikel in de krant las. Het doet me denken aan de uitspraak: Im Manuel, Im from Barcelona, I know nothing.
Minister, ik denk dat er op zich al een probleem is als u dergelijke zaken in de krant moet lezen, terwijl ik van mijn collegas ook die van de meerderheid hoor dat er ernstige signalen waren over problemen zowel bij de commerciële als de regionale omroepen. De heer Caron noemt het spanningen. Wat de regionale omroepen betreft, minister, gaat het niet meer over spanningen. Het zijn levensbedreigende situaties. Het water staat hen aan de lippen. Ze dreigen overkop te gaan. Dan is het logisch dat er op een bepaald moment aan de alarmbel wordt getrokken.
Minister, ik vermoed dat u te weinig de vinger aan de pols houdt. U bent verbaasd dat er problemen zijn. Ik deel niet de mening van bepaalde collegas dat de beheersovereenkomst prachtig is. Die is prachtig voor de VRT. U probeert hier met man en macht aan te tonen dat de beheersovereenkomst niet zo goed is en geen enkele bedreiging vormt voor de private spelers. Dat was heel eigenaardig.
Ik heb er regelmatig op gewezen dat de levensvatbaarheid van de commerciële en regionale omroepen, twee private initiatieven, niet in het gedrang mag komen. De VRT mag zich niet te veel als een commerciële speler gedragen in het speelveld waarin die zenders moeten opereren. De businessmodellen van de VRT mogen ook geen bedreiging vormen voor de businessmodellen van de private spelers, maar dat gebeurt veel te vaak. We hebben nog altijd geen duidelijkheid over dat licht uitgesteld kijken. Hoe kunnen de commerciële spelers opereren in een veld waarin ze bepaalde zaken niet of onvoldoende kennen?
Minister, uit uw antwoord maak ik op dat u tussen 8 oktober en vandaag, 9 november, nog niet echt contact hebt gehad met de mensen uit die wereld. Kunt u mij zeggen welke concrete contacten u hebt gehad met de commerciële en de regionale omroepen? De spelers uit de private media hebben hun noodkreet laten weerklinken in een toch wel belangrijke Vlaamse krant.
U verweert zich heftig tegenover ons. Maar de grote kritiek komt niet eens uit het parlement, maar uit uw eigen gouw, uit Limburg en uw eigen politieke omgeving. Het is heel eigenaardig dat u dat niet hebt gemerkt en dat u stomverbaasd was dat dat in een krant stond. Ik hoor de heer Decaluwe van de meerderheid net zeggen dat hij het voelde aankomen.
U hebt aangetoond wat u wel goed hebt gedaan. Ik heb ook gezegd wat u goed hebt gedaan. U bent vergeten te zeggen dat u een zeer goede CEO voor de VRT hebt aangeduid. Het is niet allemaal verkeerd.
Minister, ik ervaar dat sommigen, ook uit uw eigen partij, de jacht willen openen op een privébedrijf. Ik ben heel blij dat u zegt dat u wilt bemiddelen en hen wilt aansporen verder te praten. Met uitspraken dat het bedrijf genoeg winst maakt en dus maar moet betalen, kan ik me als liberaal niet akkoord verklaren. Dat hebt u niet gezegd, minister. Maar de voorzitter van de commissie, naast u, van uw partij, zegt dat wel. (Opmerkingen van de heer Philippe De Coene)
Daarop hebt u een allusie gemaakt, mijnheer De Coene. Ik denk zelfs dat de opmerking over de populistische uitspraak van de heer Decaluwe over het voetbalcontract ook van u kwam. Is dat juist, mijnheer Decaluwe? Kijk, dat is binnen uw eigen meerderheid. Ik ben maar van de oppositie, minister. De heer Vandaele, die zegt dat Telenet zich moet gedragen omdat het bedrijf een maatschappelijke opdracht heeft, krijgt van zijn collegas van de meerderheid ook een veeg uit de pan. Ik deel hier minder vegen uit dan de collegas van de meerderheid.
Minister, ik ben wel zeer blij dat u bereid bent om te blijven praten. Dat is precies uw opdracht. Ik denk dat u daar in de voorbije periode wat in tekortgeschoten bent. U voelde het niet aankomen, u was zich van geen kwaad bewust en u denkt dat die privé- en regionale spelers onvoldoende redenen hebben om te klagen. Ik vind dat problematisch. U moet uw rol als minister van Media voluit spelen.
Ik weet ook niet hoe dat komt. Hebt u te veel werk? Komt het doordat u vicepremier bent? Moet u zich te vaak bezighouden met futiliteiten binnen uw meerderheid die niet draait? Ik weet het niet. Ik vind hoe dan ook dat u een prioritaire opdracht hebt in de komende maanden op het vlak van media. Ik heb uw kabinet ook al eens goed bekeken. Media is daar geen hoofdspeler. Met andere woorden, het aantal mensen dat u in uw kabinet ter beschikking hebt om media te volgen los van het feit dat dat kwaliteitsvolle mensen kunnen zijn is niet erg groot. Misschien hebt u wel te veel werk en wat te weinig aandacht voor media? U moet in de komende maanden misschien wat meer volk, mankracht en energie op media inzetten. U hebt een rol te spelen. Ik zeg niet dat u alles moet oplossen, maar u moet wel de partijen rond de tafel brengen en ervoor zorgen dat er vanuit die private bedrijven ook een aantal oplossingen kunnen komen, zeker wat de problematiek van de regionale omroepen betreft.
Persoonlijk vind ik dat we in de beheersovereenkomst een kans hebben gemist om meer ruimte te scheppen voor de private spelers en voor de regionale omroepen. Men heeft die beheersovereenkomst te veel op zich, alleenstaand, bekeken en te weinig rekening gehouden met de impact die dat kon hebben op de rest van het medialandschap. We zullen daar in de komende periode, ook met de houding van de commerciële omroepen, het gelag voor betalen. Ik vind dat jammer en ook een gemiste kans. Minister, ga aan tafel zitten, trek aan de kar en zorg ervoor dat die commerciële en openbare omroepen levensvatbaar blijven en een toekomst hebben in Vlaanderen.
De voorzitter : De heer Verstrepen heeft het woord.
De heer Jurgen Verstrepen : Minister, het begint me te dagen dat u zelf een minister van teflon bent, waarbij alles uit het pannetje glijdt. Waar u anderen van beschuldigt, daar bent u zelf misschien wel schuldig aan.
Ik moet een aantal mensen wat terug op het rechte spoor brengen. De essentie van de interpellatie is dat er geen vertrouwen is in de minister van Media. Ik zal het nog eens herhalen zoals ik doe bij mijn kinderen wanneer ze nieuwe leerstof krijgen : bijna een volledige sector, behalve de VRT, heeft problemen met u, minister van Media. Het is nogal makkelijk, goedkoop en gratuit om dan te verklaren dat de sector zenuwachtig is. Sommigen zeggen dat u een sterke vrouw bent. Wel, ik zie haar niet. Dit is een uitdaging voor u om u te vestigen als minister van Media, om beleid, karakter, visie en toekomst te tonen. En het enige wat u kunt verzinnen, is dat de sector nogal zenuwachtig is en dat u niet graag in de weg loopt. Dan zou ik zeggen: stop als minister en ga op een kabinet werken.
Een motie van wantrouwen van televisie- en radiozenders, hoofdzakelijk commercieel, distributie en productie: dat is wat er gebeurd is. De feiten ontkrachten uw verweer over de hele lijn. U probeert er ons krampachtig van te overtuigen dat u niet de minister van de VRT bent. Ik interpelleer u met een aantal collegas over een breed media-/non-beleid en u begint het gros van de tijd in te vullen met het verdedigen van de VRT en met het toelichten van de beheersovereenkomst. Met alle respect, maar ik dacht dat het daar vandaag hoofdzakelijk niet over ging. Nogmaals, het ging over het feit dat een volledige sector ei zo na een motie van wantrouwen heeft getoond naar u toe. Daar heb ik nog altijd geen antwoorden op gekregen. Ik heb in de krant tot vervelens toe de antwoorden gelezen die u vandaag ook hebt gegeven. Ze zijn er bijna een kopie van. Daar hebben we dus niets aan. Uw beleid faalt en u verklaart zelf tegenstrijdige beslissingen. Zo staat er in de krant eigenlijk wel een mooie uitspraak van u. U hebt rekening gehouden met de commerciële zenders. Dan zegt u: Vroeger mochten ze 30 procent van hun middelen uit de markt halen. Nu is dat minder. Dan hebt u het over de VRT, hoop ik? En niet over de commerciële zenders?
Uw collega, de voorzitter van deze commissie, heeft een uitspraak gedaan. Ik zal hier niet dieper op ingaan, want anders doe ik net hetzelfde als u allemaal. Het gaat hier niet over de auteursrechten. Het gaat over veel meer, onder andere over kabelrechten. Het is het vervalsen van een discussie naar de distributeur toe, in relatie met de regionale omroepen. Als je het dossier wilt aanhalen, haal het dan correct aan. Probeer niet met eigenaardige kronkels te verkopen dat het over auteursrechten gaat. Die discussie gaat daar hoofdzakelijk niet over. Het is er een klein onderdeel van. De discussie wordt dus vervalst, ook door u, minister. U zegt dan doodleuk dat initiatieven openstaan voor iedereen, ook voor commerciële zenders. Ik wil meegaan in uw piste. Maar men wil niet meestappen in uw initiatieven en projecten en men verklaart dat openlijk. Je kunt niet meer publiek gaan dan in de kranten te verkondigen dat je niet meegaat. U mag voor mijn part 100 projecten opsommen waar ze niet in willen meestappen.
Ik heb nog niet gehoord wat uw plan is of wat u wilt worden. Wilt u minister van nutteloze projecten worden? Ik heb de indruk dat u effectief niet weet hoe de media functioneren. U vraagt Telenet niet letterlijk om geld. Het is daarnet ook al aangehaald. U en uw partij verklaren regelmatig dat Telenet een gouden kip is met woekerwinsten. U verklaart dat ze hun steentje moeten bijdragen. In de verslagen van de vergaderingen van deze commissie wordt daar geregeld naar verwezen. U vraagt het inderdaad niet letterlijk. Als minister van Media zegt u: Geef geld of u zult er spijt van krijgen. Dat is inderdaad niet letterlijk vragen. Eigenlijk is het nog erger, want u dwingt het politiek een beetje af. Dat is bijna chantage. Dat vind ik niet correct tegenover een privébedrijf. Ik hoor u graag zeggen dat iedereen zijn of haar verantwoordelijkheid moet nemen. U, als minister, zou als eerste uw verantwoordelijkheid moeten nemen. Anders zie ik niet in waarom u de titel minister van Media draagt. Enkel en alleen om naar de recepties te gaan? Dan kunt u evengoed, net zoals wij, hier in de commissie zitten. U hoeft daar geen minister voor te zijn. U moet het beleid uitstippelen. U moet een visie hebben en antwoorden op het ogenblik dat het warm wordt. Het is nu warm, in de hele sector.
Op geen enkele van mijn vragen of die van de heer Tommelein hebt u een antwoord gegeven. U fietst er gewoon in de breedte rond en begint over de beheersovereenkomst. U begint over alle dingen die u goed probeert te doen en waarbij u probeert te vermijden om in de weg te lopen van alle media-actoren. Dat waren niet de vragen. Ik zal de vragen nog eens herhalen.
Welke stappen zult u concreet zetten om de rust in het Vlaamse medialandschap te herstellen? Ik heb het antwoord niet gehoord. U hebt die vragen al langer in uw bezit. Ik ga ervan uit dat u een antwoord had kunnen verzinnen.
Op welke manier zult u de boycot van het POF tegen het nog op te richten MIC en het VIAA aanpakken? Ook hier heb ik geen antwoord op gekregen.
Is er al overleg geweest met de actoren? Neen. U zegt dat u het zult doen. U zegt van zoveel dingen dat u ze zult doen. Als ik het lijstje van uw beleidsnota overloop, zie ik heel veel vakjes staan waar nog niet aan begonnen is. Ik houd mijn hart vast.
Wat is daar het resultaat van? Ik denk dat u geen resultaat hebt en dat u geen antwoorden kunt geven. U hebt geen resultaten. U doet wat minachtend alsof we het niet snappen en u zegt dat het in de kranten staat. U bent inderdaad minister teflon, een teflonpannetje zonder inhoud.
De voorzitter : De heer Vandaele heeft het woord.
De heer Wilfried Vandaele : Minister, ik noteer dat de heer Tommelein eigenlijk grotere kabinetten wil. Hij wil dat u meer personeel inzet op media. Dat is goed om te horen. Het kan nog van pas komen.
De heer Bart Tommelein : Mijnheer Vandaele, dat zijn truken van de foor. Dat heb ik niet gezegd.
De heer Wilfried Vandaele : Nee, maar we noteren het toch maar. Het kan nuttig zijn.
Minister, u zegt dat u naar meerjarige projectsubsidies wilt evolueren voor de regionale omroepen. Dat kan een deel van de oplossing zijn en iets meer zekerheid bieden dan vandaag. We hebben natuurlijk al eerder gezegd dat het feit dat men in projecten kan stappen, zoals innovatie of diversiteit, geen pure winst is voor de regionale omroepen. Zij moeten daar zelf iets voor doen, zij moeten daar zelf in investeren. Dat zal niet de volledige oplossing zijn.
Minister, ik ben er blij mee dat u zich engageert om mee te zoeken naar wat u een faire regeling noemt tussen Telenet en de regionale omroepen. Voorzitter, u was daar, dacht ik, wat bevreesd voor. U zei dat men daar af moet blijven en dat men daar niet tussen moet gaan zitten. Ik denk dat u dat wel kunt doen.
De heer Philippe De Coene : Ik zei niet tussenzitten. Er niet tussen gaan zitten.
De heer Wilfried Vandaele : Doet u dat maar. Probeer daar maar te bemiddelen.
Ik heb moeite met de reactie van de heer Verstrepen. Waarom zou een bedrijf geen maatschappelijke verantwoordelijkheid mogen opnemen? Ik ben wat dat betreft misschien nog een oude flamingant. Ik vind dat dat moet kunnen. Een bedrijf vormt een onderdeel van een samenleving. Het draagt de lusten en de lasten. Je mag gerust aan een bedrijf vragen om een deel van de maatschappelijke verantwoordelijkheid op te nemen. Waarom zouden wij niets aan bedrijven mogen vragen, zij vragen toch alle dagen zaken aan ons?
Minister, ik ben min of meer tevreden met uw antwoord. Ik hoop dat u op zeer korte termijn tot resultaten kunt komen. Voor een aantal dossiers, onder andere dat van de regionale zenders, dringt de tijd.
De voorzitter : De heer Decaluwe heeft het woord.
De heer Carl Decaluwe : Ik zal enkele uitprints van dit debat rondsturen, onder andere, mijnheer Vandaele, naar Voka.
De heer Wilfried Vandaele : De voorganger van Voka, het Vlaams Economisch Verbond, met Lieven Gevaert en al wie daar bij zat, had een zeer sociale rol. Dat was een van hun rollen. Ze hadden natuurlijk nog andere rollen, maar ze namen zeker die maatschappelijke verantwoordelijkheid op. Ik hoop dat Voka dat ook blijft doen.
De heer Carl Decaluwe : We zullen dan wel zien wat de reactie is. Maar dat is iets anders.
Minister, u hebt op een aantal punten gelijk. Geen enkel probleem wat de VRT betreft. Wij hebben dat hier gezegd. U zegt dat er geen problemen zijn, dat er niets aan de hand is en dat alles loopt. (Opmerkingen van minister Ingrid Lieten)
Bij mij kwam het zo over. Maar u hebt niet geantwoord op de vraag welke initiatieven u zult nemen om het vertrouwen te herstellen. Het vertrouwen is geschaad. Het is belangrijk dat er een initiatief wordt genomen. U moet niet zeggen met wie of wanneer u dat zult doen, of hoe de beheersovereenkomst zal worden geconcretiseerd. Het is belangrijk dat er een initiatief wordt genomen als de tijd daar rijp voor is. Misschien weten ze op de VRT een aantal punten ook nog niet. Als we daarop straks nog een antwoordje zouden kunnen krijgen, zou dat ons een plezier doen.
Een groot deel van de discussie ging over de beheersovereenkomst van de VRT. Op dat vlak is er geen probleem. Met betrekking tot de regionale televisies roept men in alle provincies alle collegas op. Men jaagt de mensen op. Maar er is een zeer gebrekkige dossierkennis, ook in deze commissie. Het gaat over veel meer dan auteursrechten. Het is een globaal pakket. Het verwondert mij dat het wordt toegespitst op de auteursrechten. Het gaat ook over kabelrechten, distributierechten, enzovoort.
Voormalig minister-president Leterme heeft indertijd, omwille van de besparingen die na de paarse regering nodig waren, aan Telenet gevraagd om wat te compenseren voor de regionale omroepen. Telenet heeft dat gedaan, mits een aantal voorwaarden. Men moet dat grondig bekijken. De 1,69 gaat over auteursrechten, maar het gaat over meer dan alleen maar auteursrechten. Men brengt hier een nieuw model naar voren. Het zal een impact hebben op de commerciële zenders en op de VRT zelf. Stel dat plotseling het marktaandeel van de ene sterk stijgt in vergelijking met de andere. Dat verklaart waarschijnlijk ten dele de nervositeit. Stel dat Wouter Vandenhaute met Woestijnvis zijn doelstellingen haalt met VT4. Dat zal dan wel ten koste zijn van iemand anders. Dat maakt iedereen nerveus. Daarom is het belangrijk dat we goed weten wat de kijkdichtheid is van de regionale zenders. We moeten op dat vlak de discussie in alle correctheid voeren.
Minister, ik ben tevreden met uw antwoord over Telenet en de regionale omroepen. Het evolueert. Ik hoorde daarnet de voorzitter vanuit de sp.a-fractie. Ik begon al een beetje te panikeren, al is dat een slecht woord. Hij had het over niet meer praten en over de rechtbank en dat we ze zullen pakken. Dan zul je waarschijnlijk in kort geding moeten gaan, want die mannen hebben zeer goede juristen. De regionale tvs hebben dat misschien ook, maar het is wel zeker dat er een probleem ontstaat als het op 31 december stopt. Je kunt dan wel binnen vier jaar gelijk halen, maar ondertussen ben je al failliet. Minister, u zegt, in tegenstelling tot de voorzitter, dat we moeten blijven praten en overleggen. Hoe dat gebeurt, is uw zaak. Maar probeer rechtszaken te vermijden.
De regionale zenders moeten ook eens bekijken wat ze vragen. Ik ken die huizen vrij goed. De professionaliteit zou er wat beter kunnen. Er kan daar wat meer efficiëntie zijn. Een veel grotere efficiëntie zelfs. Het globale pakket is een onderdeel van wat u vraagt. U hebt op dat vlak onze steun. Minister, blijf overleggen, maar probeer tegen het eind van het jaar een oplossing te vinden. Misschien is Telenet nog eens bereid voor drie maanden. Men moet vanuit strategisch oogpunt weten dat de overeenkomst van Belgacom afloopt eind maart. Die grote jongens kijken ook naar elkaar. Vergelijken met Wallonië, dat is iets anders. We moeten in alle rust en sereniteit met de actoren zelf spreken. U kunt daar initiatieven blijven nemen. Dat moet gebeuren met respect voor die bedrijven. Ik wil af van die taal: Ze hebben toch geld genoeg, ze gaan betalen. Dat is communistische praat waarmee ik het totaal niet eens ben.
Minister, ik heb gelukkig in uw antwoord veel genuanceerde zaken gehoord. Ik hoop dat u succes hebt in het overleg dat u eventueel wilt organiseren, en dat het tot een concreet resultaat leidt. Ik ben ervan overtuigd dat we tot een win-winsituatie kunnen komen, zowel voor de distributeurs als voor de omroepen zelf. U hebt als minister de belangrijke taak om die mensen aan de praat te houden.
De voorzitter : De heer Yüksel heeft het woord.
De heer Veli Yüksel : Minister, wat zult u ondernemen om het vertrouwen te herstellen? Het is belangrijk dat u on speaking terms blijft met de sector en met alle actoren.
We hebben de voorbije maanden gedebatteerd over een andere, structurele ondersteuning van de regionale omroepen. Ook daarover horen wij de laatste tijd niet veel. Ik wil graag weten of men dat traject aan het voortzetten is.
Minister, u hebt daarnet met betrekking tot de regionale omroepen verwezen naar de projecten rond diversiteit en mediawijsheid. Volgens mijn informatie zijn de oproepen gelanceerd en is de periode om projecten in te dienen afgesloten. Maar u zegt dat het wel nog kan. Zijn er regionale omroepen ingestapt in een van beide projecten? Zijn er die projecten hebben ingediend voor de twee oproepen, diversiteit en mediawijsheid?
De voorzitter : De heer Wienen heeft het woord
De heer Wim Wienen : Minister, u zegt dat niemand van alle partijen die de kritiek in de krant heeft laten zetten, u daarover gesproken heeft. Dat is volgens mij het bewijs dat het wantrouwen zeer groot is en dat de sfeer verziekt is. Als er dan nog geen stap is gezet naar aanleiding van die stevige kritiek, lijkt mij dat niet helemaal de juiste attitude van u, als minister van Media. (Opmerkingen van minister Ingrid Lieten)
Dan hoop ik te vernemen dat er wel stappen zijn gezet richting de commerciële sector. Er moet daar echt iets gebeuren om het vertrouwen, dat nu duidelijk weg is, te herstellen.
Er worden heel wat elementen aan bod gebracht in deze verschillende interpellaties. Ik wil er nog eentje van aanhalen, namelijk het verhaal van de regionale zenders. De heer Decaluwe zegt dat er vandaag de dag ook in deze commissie een gebrek aan dossierkennis is. Ik geef dat eerlijk toe. Mijn fractie heeft mij naar hier afgevaardigd. Dat heeft de technische discussies natuurlijk geen goed gedaan. Maar zo essentieel is dat mijns inziens ook niet. Je moet natuurlijk een bepaalde dossierkennis hebben, maar moet je een techneut zijn om in deze commissie te zitten? Ik discussieer veel liever, zoals de heer Vandaele dat doet, vanuit ideologieën. Dat doen we als politici veel te weinig.
Als ik vaststel dat er grote bedrijven zijn die de bedragen die ze overhevelen naar omroepen, drastisch doen dalen, wil ik weten hoe dat zit en hoe men tot die nieuwe som komt. Dergelijke bedrijven hebben ook een maatschappelijke verantwoordelijkheid, ook ten aanzien van de regionale omroepen. Ja, mijnheer Decaluwe, ik durf dat hier te zeggen.
Er wordt gezegd dat men Telenet wil gebruiken als een melkkoe. De heer Verstrepen sprak over de heilige graal vol gouden munten. Dat was nieuw voor mij. Ik wist niet dat de heilige graal vol gouden munten zat. (Gelach)
Aan die gouden munten van Telenet wil de minister dus kunnen komen. Ik denk dat er een zeer brede kloof is tussen wat hier gevraagd wordt ga opnieuw rond de tafel zitten met die regionale omroepen en probeer tot een billijke oplossing te komen en het leegroven of het als melkkoe gebruiken van Telenet.
De heer Philippe De Coene : Minister, het is goed dat u probeert om die partijen rond de tafel te brengen. Waar ik niet voor zou pleiten, is dat u zelf mee aan tafel gaat zitten. Dat is een belangrijke nuance.
Als aan consumenten jaarlijks 85 miljoen euro wordt gefactureerd voor auteursrechten, vind ik dat die auteurs toch enig zicht mogen hebben op de besteding van die middelen. Dat is misschien maatschappelijk, maar dat is dan een keuze van mijn fractie.
De heer Bart Caron : Het element van de auteursrechten is een vervelende kwestie, omdat het op een buitenlands veld ligt. Idem dito voor de kabelrechten. Maar het zou wel zinvol zijn om dat uit te klaren. We zijn het er globaal over eens dat het bedrijf een maatschappelijke verantwoordelijkheid heeft. Maar anderzijds is het erg moeilijk om te oordelen of het terecht is wat er gebeurt, of er een melkkoe is of niet, of de geïnde auteursrechten eerlijk verdeeld worden of niet enzovoort. Misschien kunnen we op een andere manier een oplossing vinden, bijvoorbeeld via een onderzoek of een vraag.
Het zou goed zijn dat Telenet minstens aan een paar mensen die het beleid mee bepalen ik hoef daar zelf niet bij te zijn ter zake klare wijn schenkt. Dat zou de zaak heel veel vooruit helpen.
De heer Carl Decaluwe : Ik vind dit een merkwaardige discussie. Je zit met een privaatrechtelijke wetgeving, je zit met een beursgenoteerd bedrijf, en er zijn collegas die vragen beginnen te stellen naar exacte cijfers, terwijl we er zelfs niet aan zouden durven te denken om die cijfers aan een openbaar bedrijf te vragen. Ik vind dat zeer merkwaardig.
Er is onlangs een interessant arrest geveld door het Hof van Justitie, dat het model dat Telenet nu naar voren probeert te brengen, voor een stuk bevestigt. Ik vind het trouwens ook merkwaardig dat de naam Belgacom hier niet valt. Telenet en Belgacom hebben vanzelfsprekend hun verantwoordelijkheid, maar het gaat over een bepaalde sfeer. Die is intussen al genuanceerd. Ik ben echt tevreden met het antwoord van de minister.
Sommigen zeggen: ze hebben 52 miljoen euro voor de voetbalrechten, dus ze hebben geld genoeg, dus moeten ze maar betalen. Ik vind dat van het platste populisme dat er is. Dat is gemakkelijk. Probeer dat te objectiveren en laat dat overleg plaatsvinden. Dan ben ik ervan overtuigd dat men tot een win-winsituatie kan komen.
Ook de kabel heeft er belang bij om on speaking terms te komen met de omroepen. Misschien zal men over vijf jaar moeten onderhandelen met Apple TV en Google TV. Misschien zullen we de kabel niet meer nodig hebben.
Er wordt hier gesproken over een melkkoe. Je moet gewoon eens de balansen van een aantal bedrijven bekijken. Het is een cashkoe, maar er zit ook een enorme schuldenlast op dat bedrijf. Dat moet je dan ook eens bekijken.
Met redenen omklede moties
De voorzitter : Door de heer Verstrepen, door de heer Wienen, door de heer Vandaele en door de heer Tommelein werden tot besluit van deze interpellatie met redenen omklede moties aangekondigd. Ze moeten zijn ingediend uiterlijk om 17 uur op de tweede werkdag volgend op de sluiting van de vergadering.
Het incident is gesloten.