Commissie voor Woonbeleid, Stedelijk Beleid en Energie
Vergadering van 12/01/2011
Vraag om uitleg van mevrouw Valerie Taeldeman tot mevrouw Freya Van den Bossche, Vlaams minister van Energie, Wonen, Steden en Sociale Economie, over het energieprestatiecertificaat (EPC)
- 733 (2010-2011)
De voorzitter : Mevrouw Taeldeman heeft het woord.
Mevrouw Valerie Taeldeman : Voorzitter, minister, collegas, beste wensen voor iedereen, een goede gezondheid en positieve energie.
Er zijn in Vlaanderen diverse instrumenten om het energieverbruik in een woning duidelijk te maken. Medio 2005 werd de energieaudit ontwikkeld. Als particulier kan men door een erkend deskundige een audit laten uitvoeren die aan de aanvrager een aantal bevindingen overmaakt. Een audit bevat onder meer een analyse van de huidige energiesituatie in de woning, tips om in de woning energie te besparen, advies over mogelijke belangrijke aanpassingen en een overzicht van de bestaande premies en subsidies.
Sinds het invoeren van de energieaudit in 2005 bleef het aantal uitgevoerde grondige audits constant. In 2006 waren het er 210, in 2007 waren het 227, in 2008 waren het er 296 en in 2009 werden er 283 audits uitgevoerd. Pijnpunt bij deze audit is de kostprijs. Een grondige audit is omwille van de kostprijs niet voor iedereen haalbaar, en daarom heeft de Vlaamse overheid de energiescan in het leven geroepen. Die energiescan is een snelle doorlichting van het energieverbruik in de woning. Een eenvoudige inspectie van de woning geeft de particulier een eerste beeld van de energiesituatie en mogelijke energiebesparingen.
Pijnpunt bij die scan en de audit is dat er geen koppeling bestaat tussen de doorlichting en de opvolging van het energieverbruik. Meten is weten, luidt een oeroud spreekwoord, want enkel door nauwgezet je energieverbruik te meten, kun je weten waar en hoe je energie kunt besparen.
Naast de audits en de energiescans ontwikkelde de Vlaamse overheid het energieprestatiecertificaat (EPC). Dit certificaat is verplicht bij verkoop of verhuur van een woning. Het certificaat vertelt gewoon wat het energieverbruik van de woning is. Pijnpunt bij het EPC is dat het certificaat totaal niet weegt op het kopen of het huren van een woning: het is de prijs van de woning die doorslaggevend is. Het certificaat vertelt ook niet hoe je energie kunt besparen. Het zou allicht helpen om het certificaat te laten volgen door een scan waardoor de bewoner nogmaals wordt gesensibiliseerd en waarbij men nuttige gedragstips krijgt om energie te besparen. Op die manier zou het pure informerende karakter van het EPC meer gewicht krijgen.
Een ander pijnpunt is dat het onderzoek dat hoort bij de audit en het EPC dient te gebeuren door verschillende deskundigen van een verschillend type. Een laatste pijnpunt is de doorlichting van de energieprestatiecertificaten. Uit die doorlichting blijkt dat 85 procent van de certificaten een fout bevatten.
Minister, hebt u plannen om een koppeling te realiseren tussen enerzijds het energieprestatiecertificaat en anderzijds de energieaudit of de energiescan zodat de nodige gegevens voor deze systemen maar één keer moeten worden verzameld? Zo ja, op welke manier zal deze koppeling gerealiseerd worden? Hoe ziet de planning eruit? Zo nee, wat is de reden hiervan? Hebt u plannen om een opvolgingssysteem te koppelen aan enerzijds het energieprestatiecertificaat en anderzijds de energieaudit of de energiescan? Zo ja, hoe zal dit opvolgingssysteem er precies uitzien? Hoe ziet de planning eruit? Uit de doorlichting van het Vlaams Energieagentschap blijkt dat maar liefst 85 procent van de EPCs een fout bevatten. Welke concrete maatregelen zult u nemen om deze problematiek aan te pakken?
De voorzitter : Minister Van den Bossche heeft het woord.
Minister Freya Van den Bossche : Voorzitter, collegas, het zou een voordeel zijn om van het EPC ook een soort audit te maken omdat het toch gaat om de verkoop van een huis, maar om ook de scan daaraan te koppelen, vind ik minder interessant. De energiescan wordt voornamelijk door en voor mensen gebruikt die huren en via kleine fysieke ingrepen of gedragsveranderingen energie besparen. De audit is eerder bedoeld om mensen die verbouwen of kopen een idee te geven van de maatregelen die nodig zijn om energie te besparen. Om die reden kan ik deels positief op uw vraag antwoorden.
Zoals ik ook in mijn beleidsbrief heb gezegd, is het de bedoeling om de energieaudit te integreren in de EPC-software. Het bestek is in voorbereiding. Midden 2011 zouden we het willen toewijzen. Men zegt mij dat deze ontwikkeling een jaar kan duren. We moeten ook zorgen dat de deskundigen met de nieuwe software kunnen werken. Ik vermoed dat de implementatie dus pas voor begin 2013 zal zijn. Het systeem is niet goedkoop. Er zijn maar enkele in Europa die zoiets aankunnen. De kost van de integratie van de software wordt geschat op 250.000 euro. Daarnaast zijn er ook nog een aantal aanpassingen nodig in de EPC-databank.
Een opvolgingssysteem als dusdanig is niet gepland. Dat zou bijna inhouden dat men van de mensen verwacht dat ze tegen een bepaalde datum bepaalde werken hebben uitgevoerd aan hun huis. Dat kan natuurlijk niet. Wat we wel doen, is al die EPCs bijhouden. Als er opnieuw een verkoop is, zal men wel zien of er een verbetering is, of er aanpassingen zijn gebeurd. Die evolutie op de huizenmarkt zal men wel voor een deel kunnen waarnemen op macroniveau. Dat kan zelfs vrij snel. Maar men kan natuurlijk niet op individueel niveau aan mensen zeggen dat er bijvoorbeeld niets is gedaan met een energieaudit van twee jaar geleden en vragen wanneer ze maatregelen zullen nemen. Dat heeft te maken met centen die mensen al of niet kunnen investeren. Daar zou ik me niet mee willen bemoeien.
Wat de maatregelen inzake het hoge foutenpercentage bij de certificaten zelf betreft, is het zo dat de focus van de handhavingsinspanning van het Vlaams Energieagentschap (VEA) in 2011 nadrukkelijk op de kwaliteitsverbetering van die EPCs zal liggen. U weet dat tot voor kort de nadruk vooral lag op de kwantiteit, op het ervoor zorgen dat die EPCs er zijn bij het te koop aanbieden van een huis. We zien dat we op dat vlak grote successen boeken op korte termijn. Nu is er een shift naar vooral de kwaliteit. Eind 2010 hebben alle energiedeskundigen een persoonlijke mail ontvangen met daarin de meest voorkomende fouten ten opzichte van het inspectieprotocol. Daardoor hebben ze al kunnen zien welke fouten vaak gemaakt worden door hun collegas en weten ze waarvoor ze moeten opletten. Er wordt heel helder uitgelegd hoe die te voorkomen en wat ze wel moeten doen.
Er worden ook informatiesessies georganiseerd. De respons is vrij groot. Het blijkt dus wel dat redelijk wat energiedeskundigen indertijd waarschijnlijk onvoldoende of onvoldoende goed opgeleid zijn geweest om alles goed te kunnen beoordelen. Ze antwoorden massaal positief op die informatiesessies. Ze zijn echt geïnteresseerd om te weten waar het fout gaat en willen het goed doen.
We hebben ze ook ingelicht dat we die handhaving gaan versterken, dat er meer gecontroleerd zal worden, voornamelijk op basis van die deskaudits en dat we bij fouten ook strenger zullen optreden. Er zullen altijd mensen van kwade wil zijn, maar de overgrote meerderheid van die deskundigen wil de zaken zo juist mogelijk doen.
De opleidingen zelf moeten we ook hervormen. Daarnaast gaan we naar een centraal examen dat men moet passeren, opfrissingssessies die men zal moeten volgen. Technologie evolueert immers verschrikkelijk snel. Deskundigen in dat vakgebied zullen zich moeten blijven bekwamen, zoals ook geneesheren dat doen. We willen ervoor zorgen dat degenen die vandaag slagen in het centraal examen, morgen nog heel goed weten hoe ze zich van hun taak moeten kwijten.
De voorzitter : Mevrouw Taeldeman heeft het woord.
Mevrouw Valerie Taeldeman : Minister, ik dank u voor uw deels positief antwoord. Er is wel degelijk een integratie van de audit met het certificaat gepland op het vlak van die software. In een antwoord op een van mijn schriftelijke vragen had u al laten weten dat er tegen eind 2010 een bestek zou worden voorbereid om in die integratie te voorzien en dat die opdracht in 2011 zou worden toegewezen, waarna er, hopelijk, in 2011-2012 een soort implementatie of stroomlijning zou zijn tussen de audit en het EPC.
Wat de maatregelen betreft die u aankondigt om die foutenmarges bij de certificaten te verkleinen, ben ik blij te vernemen dat er een aantal inspanningen worden geleverd, dat de deskundigen allemaal een mail hebben ontvangen, dat de opleiding zal worden hervormd. Ik meen me echter ook te herinneren dat u ook dacht aan een aantal boetesystemen, aan boetes die opgelegd zouden worden aan deskundigen die grote fouten hebben begaan. Is dat nog altijd uw bedoeling?
Minister Freya Van den Bossche : Ja, vanaf 2011. We hebben ze nu ook gewaarschuwd. Op basis van die deskaudits kunnen we zeggen wat de dertig meest voorkomende fouten zijn. Het gaat om fouten tegen het inspectieprotocol. Als ze meer uitleg willen, kunnen ze naar de informatiesessies komen. Daarvan hadden we er drie gepland. Ze waren onmiddellijk volzet. We hebben er twee extra gepland. Ik heb ook gezegd dat we er zoveel plannen als nodig om iedereen te ontvangen op die sessies.
Degenen die het goed menen maar misschien slecht of onvoldoende zijn opgeleid, kunnen we pas bestraffen nadat ze over alle informatie beschikken en ze zelf de inspanningen hebben kunnen leveren om die te verwerken. Die informatiesessies vinden plaats. We hebben die mensen echter ook gewaarschuwd dat we daarna streng zullen optreden. Dat wil zeggen dat we meer zullen controleren, boetes zullen uitdelen. Het kan zelfs om hoge boetes gaan. Indien nodig zullen we mensen al dan niet tijdelijk moeten schorsen.
Ik wil dat ook wel ernstig doen. Ik kan niet verwachten dat mensen die hun hele spaarspot in een huis hebben gestoken of dat zullen doen, op basis van één document mee beslissen over de waarde van het huis, zowel in aankoop als in verkoop. Men kan het niet zomaar afdoen en zeggen dat het niet belangrijk is dat het juist is. Dat moet juist zijn.
Zodra die deskundigen correct geïnformeerd zijn, moeten we ook boetes durven op te leggen om te tonen dat we het menen. Aangezien 85 procent in de fout ging, moeten we ook de hand in eigen boezem durven te steken en toegeven dat er misschien iets schort aan de opleiding. Ik kan me niet inbeelden dat 85 procent van die deskundigen moedwillig fouten begaat. Dat kan niet zo zijn. Om die reden houden we die volgorde aan.
De voorzitter : Het incident is gesloten.