Commissie voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media
Vergadering van 24/02/2010
Vraag om uitleg van de heer Jurgen Verstrepen tot mevrouw Ingrid Lieten, viceminister-president van de Vlaamse Regering, Vlaams minister van Innovatie, Overheidsinvesteringen, Media en Armoedebestrijding, over de knipperlichtenprocedure bij de VRT en de minderinkomsten uit reclame
Interpellatie van de heer Carl Decaluwe tot mevrouw Ingrid Lieten, viceminister-president van de Vlaamse Regering, Vlaams minister van Innovatie, Overheidsinvesteringen, Media en Armoedebestrijding, over de transparantie van de zogenaamde knipperlichtprocedure bij de VRT en de minderinkomsten uit radioreclame
De voorzitter : De heer Verstrepen heeft het woord.
De heer Jurgen Verstrepen : Voorzitter, minister, over artikel 37 van de beheersovereenkomst, de befaamde knipperlichtenprocedure hebben we al enkele keren gediscussieerd. Helaas moet je dan zeggen: zie je wel, dit is aan het gebeuren.
Vorig jaar haalde de openbare omroep liefst 11 percent minder inkomsten uit radioreclame. Ook in 2008 waren die inkomsten uit radioreclame al gedaald met 5,2 percent. Het gaat over het verschil dat moest worden bijgepast. Vorig jaar werd dit geactiveerd, nu blijkbaar ook. Vorig jaar moest 4,6 miljoen euro worden bijgepast. Dit jaar zal het bedrag nog hoger zijn. De middelen zijn toch erg schaars, overal zijn er besparingen.
Ik heb de communicatie van de VRT gevolgd over het ondernemingsplan en de extra besparingen en hoe ze dat zal doen. De essentie van de zaak is dat dit een vestzak-broekzakoperatie is. De knipperlichtenprocedure die ooit in de beheersovereenkomst is gesukkeld ik vermoed dat sommige partijen zich daar hebben ingekocht is een gegarandeerde cashlijn van de Vlaamse Regering.
Ik zal hier open en eerlijk over zijn: aan de ene kant dwingt de overheid de VRT om zich op de commerciële markt te begeven. Dat heeft natuurlijk te maken met het model van de gemengde financiering. Aan de andere kant laten we de VRT zich onttrekken aan de wetmatigheden van de commerciële markt. Als het wat minder gaat, moet je de tering naar de nering zetten. Neen, dan krijgt de VRT de extra centen die ze mist uit de commerciële markt, met een extra cheque. Dat is een vreemde redenering. Privé- en andere mediabedrijven zouden daar heel blij mee zijn. Dat is belastinggeld plus overheidsmiddelen, plus reclame-inkomsten plus een garantie. Dit is dus een blanco cheque die de VRT mag invullen. Dit stopt niet. Als het zou stoppen, zou de discussie in deze commissie verminderen.
Ik verneem uit goede bron dat men daarnaast een plan uitwerkt om het nieuws via de website te commercialiseren met extra reclame-inkomsten, want dat is decretaal niet verboden, dat kan allemaal. Extra-inkomstenmodellen worden gelanceerd bovenop de bestaande budgetten en aan de andere kant is er het knipperlichtenmodel, dat ervoor zorgt dat de tekorten worden bijgepast door de regering.
Ik zou graag inzage hebben in die rekeningen. De officiële verklaring is dat de VRT niet genoeg inkomsten uit radioreclame haalt: het ligt aan de radio, 2 jaar op rij. Maar is dat wel zo? Ik heb nog geen enkel officieel document gezien, buiten een lijntje in het jaarverslag of een persverklaring, maar ik zou graag details zien. Is dat zo als gevolg van het economische klimaat? Dat is de vraag.
Als je de cijfers bekijkt van sommige commerciële radiogroepen en je legt je oor bij hen te luisteren, dan zie je een voorzichtig herstel of een stabilisatie. Ligt dat aan het feit dat de salesmanagers meer onder druk worden gezet? Dat weten we niet. Ligt dat aan de economische markt? Als je de signalen ziet, denk ik van niet.
Als ik commercieel verantwoordelijk was bij de openbare omroep, zou ik mij in moeilijke tijden geen zorgen maken over de minderinkomsten van de radioreclame bij de openbare omroep. Welk plan zou ik uitwerken in commercieel moeilijke tijden bij de openbare omroep? Ik zou heel wat partners en vrienden een plezier doen met gratis of goedkope spots. Ik zou de focus leggen op nieuwe sponsordeals, verdoken inkomsten, klanten binnenhalen met dumpingprijzen en ondertussen de concurrentie van de commerciële omroepen nog wat jennen met ondoorzichtige deals. Zo zou ik reageren in dergelijke tijden. Ik zou dat doen omdat het mij geen euro kost.
Binnen het inkomstenmodel van de openbare omroep, zie je misschien wel een daling, maar ik weet toch dat ik bij u, minister, aan de deur kan komen kloppen en zeggen dat ik niet toekom. U moet bijpassen, zoals in artikel 37 van de beheersovereenkomst staat. Ik weet dat u die blanco cheque zult invullen met het bedrag dat ik voor ogen heb. Ik zal daar wel een draai aan geven: het gaat economisch slecht, onze verkoop loopt niet goed, de Vlaamse Audiovisuele Regie ( Var) doet het niet goed enzovoort. Misschien zult u me de details geven over hoe het in elkaar zit, maar we weten het niet. We controleren de VRT, dat is onze taak, maar we hebben geen inzage in die details. Niemand in deze commissie heeft die cijfers gezien. Hoeveel kost een reclamespot? Elke radiozender kan dat openlijk op tafel leggen.
Dit is een vrijgeleide om louche deals te maken en de markt te ontwrichten. We hebben een presentatie van de VRT gekregen over wat men gaat doen om de kosten te doen dalen en te optimaliseren. Eén zinnetje in de kostenstructuur is toen opgevallen, namelijk uitgezonderd ruilovereenkomsten. Ik heb daarover een vraag gesteld. Het antwoord was dat het ging over iets minimaals dat men zelfs niet moest verwerken in de kostenstructuur. Met alle respect, maar voor elke mediagroep is een ruilovereenkomst een zeer belangrijk crosspromotioneel middel. Dat is veel geld waard. Als de Vlaamse Media Maatschappij (VMMa) dat doet, is dat een interne zaak bij De Persgroep van Van Thillo, of een zaak tussen tussen Roularta en de VMMa. Daar hebben wij niets mee te maken, dat is de vrije markt, mijnheer Caron. De openbare omroep gedraagt zich echter als een commerciële omroep en de belastingbetaler betaalt telkens weer de rekening.
Om in deze discussie eens klare wijn te schenken, vraag ik een gedetailleerd overzicht van de commerciële diensten, de tarieven, de sponsordeals en de ruilovereenkomsten. Ik wil gerust een vertrouwelijkheidsclausule ondertekenen om dit alles eens in detail te bekijken. Ik weet immers welke tegenwerping er anders komt: u loopt naar de concurrentie en voor je het weet staat dat in de pers. Ik wil graag eens zien hoe dat in elkaar zit. We hebben ook al inzage in Var gevraagd, want daar ligt de sleutel. Misschien moet u op dit ogenblik wel geld bijpassen, terwijl dat misschien niet nodig is maar vanwege een bepaalde strategie zo is ontwikkeld. Want dat is heel gemakkelijk. Het is niet de kat bij de melk zetten, het is de kat laten verzuipen in een melkzwembad.
Het staat in de beheersovereenkomst. U zult antwoorden dat u dat moet doen. Ik ben daar tegen gekant, u weet dat. Los van de bespreking van de nieuwe beheersovereenkomst moeten we vandaag zeer snel optreden in het verhaal van de knipperlichtenprocedure. Heeft de VRT wel recht op die centen? En als ze er recht op heeft, als uit de details blijkt dat er effectief minder inkomsten zijn, dan zal ik ook zeggen dat het moet gebeuren. In de discussie over de volgende beheersovereenkomst moeten we echter artikel 37 eruit halen.
Minister, zult u de knipperlichtenprocedure in stand houden in deze budgettair moeilijke tijden? Als er genoeg centen zijn, is er geen discussie, maar nu gaat het niet goed. Vindt u dat de VRT die extra inkomsten die ze recupereert met die blanco cheque door een extra besparing zou moeten compenseren zodat het een nuloperatie blijft voor de Vlaamse Regering? Men kan zeggen dat de VRT een extra besparing moet doen voor hetzelfde bedrag. Is in uw begroting in de stijgende kosten voorzien? Ik vermoed dat u niet kunt inschatten hoe het er volgend jaar zal uitzien. Waar haalt u die middelen? Ik vermoed dat u dat niet kunt voorzien.
De voorzitter : De heer Decaluwe heeft het woord.
De heer Carl Decaluwe : Voorzitter, minister, collegas, mijnheer Verstrepen, laat ons geen misverstanden hebben, in het knipperlichtmodel is voorzien in de beheersovereenkomst en het decreet. We leven nog altijd in een rechtsstaat, dus dat moet worden uitgevoerd.
Belangrijker in verband met de controle is het bedrag. Dat is de essentie van mijn uiteenzetting. Ik ga de cijfers over de minderinkomsten uit de radioreclame niet herhalen. De reden van mijn interpellatie is één item in het commentaar van de woordvoerder van de openbare omroep. Die heeft gezegd: de publieke radiozender MNM deelde niet in de klappen inzake het dalen van de radio-inkomsten. Bij de commerciële radio is er het verhaal van de verminderde reclame-inkomsten en de economische crisis. Dat is logisch. Aan de andere kant zeggen de commerciële radios en de cijfers bewijzen dat dat ze wel een groter deel hebben van de reclamekoek. Ze delen wel in de klappen, maar het aandeel van de radioreclame dat naar de commerciële jongens gaat in vergelijkijking met de openbare omroep, is gestegen. Dat betekent dat vooral MNM in de klappen moet delen, dat kan bijna niet anders. Dat is niet onbelangrijk. In het vervolg van het verhaal zal duidelijk worden waarom ik die opmerking maak.
Men moet ook een onderscheid maken tussen de netto- en de bruto-investeringen inzake radioreclame. Uit de evolutie van de netto-investeringen van de openbare omroep, als we kijken naar de index 2008-2009, blijkt dat de radiozenders voor alles met 18 percent zakken. De daling bij de tv is ongeveer 6 percent en bij het internet ongeveer 3 percent.
Merkwaardig is dat als je de brutocijfers opvraagt, je wel een stijging ziet bij de radio-inkomsten. De brutocijfers stijgen, maar de nettocijfers dalen. Dan kun je de link leggen naar de forse kortingen, onder meer op de radioreclame, en naar de combinatiepakketten die worden aangeboden.
Bij de combinatiepakketten is de VAR, die de deals maakt, het centraal gegeven bij de openbare omroep. Als we dan kijken naar bijvoorbeeld de dertigsecondenspot en we zetten de index van Var op 100, dan zien we dat SBS 8 percent verliest, vtm 2 percent, de regionale omroepen 45 percent en Kanaal Z ongeveer 10 percent. Er is de vraag over die kortingen. Volgens de VRT is het aandeel van de radioreclame in de totale advertentiemarkt nog altijd slechts 10 percent, waarvan de VRT, ondanks de daling, toch nog ongeveer 60 percent in handen heeft.
Volgens de VRT zou de radiosponsoring sterker gedaald zijn dan de radioreclame ik zeg wel: volgens de VRT. En volgens de VRT hebben de commerciële zenders tot 80 percent korting gegeven om hun adverteerders te behouden, vandaar de verklaring bruto/netto, maar dit wordt ontkend door de commerciële jongens. Ik heb dit eens laten checken. Wat mij natuurlijk het meest interesseert, zijn de kortingen bij Var en bij de openbare omroep, want een van de essentiële elementen in het regeerakkoord en in onze decreten is de marktconformiteit.
Ik heb het daarstraks gehad over het voorbereiden van een klacht bij Europa. Ik heb dat al een keer gedaan, want bij de start van 4FM gaf Radio Donna het als het ware gratis weg om de start van die commerciële zender te dwarsbomen. Ik heb toen een klacht ingediend bij Europa en het was rap gedaan. Mijn goeie oude vriend Tony Mary kon direct alles veranderen, en er was weer marktconformiteit.
De essentie van het verhaal is, minister, dat men ook bij de VRT zal moeten aantonen wat die marktconformiteit is, ook inzake kortingen en combinatiepakketten. De openbare omroep werkt via Var. Ik heb reeds, net zoals andere collegas, duidelijk gezegd dat er geen controle is op de marktconformiteit. Dat is voor mij de essentie van parlementaire controle. Als we de begroting goedkeuren en er moet worden bijgepast in het kader van het knipperlichtmodel, dan is er voor mij geen probleem, maar ik wil wel weten of het bedrag correct is, want daar gaat het over. Is het bedrag correct volgens de decreten en volgens de beheersovereenkomst? Is er marktconformiteit? Het blijft gissen of de verdeling van de aangeboden combinatiepakketten, onder meer voor het deel radioreclame, concurrentieel en marktconform correct is. In het regeerakkoord staat dat de radioreclametarieven van de openbare omroep marktconform moeten zijn.
Minister, wat is in die pakketten het onderscheid tussen radio- en televisiesponsoring? Welke budgetten gaan naar het tv-budget en welke naar het radiobudget? Ik zeg dit niet zomaar, Europa legt ons dit op. Ik stel vast dat noch wij als parlementair controleorgaan noch het Rekenhof inzage heeft in Var. Hoe kan men dan weten of er marktconformiteit is? U zult misschien weer een antwoord van de VRT voorlezen omdat u ook geen informatie krijgt. Het is immers al jaren zo dat als de minister van Media informatie opvraagt, hij of zij die vaak niet krijgt. Op de ene of de andere manier moet de marktconformiteit en de controleerbaarheid ervan dan worden afgedwongen, desnoods via Europa.
Minister, wie controleert de marktconformiteit van de radioreclame bij de VRT? Welke toetssteen wordt hiervoor gebruikt? Ik denk dat dit een cruciale vraag is.
Wie ziet na of er in het aanbod van combinatiepakketten een correcte verdeling is van de verschillende onderdelen, het aandeel radioreclame, de alliantiepartners, de sponsoring, de radiosponsoring, de radioreclame? In welke mate komt dit tot uiting in de boekhouding? In elk geval zien we dit niet in de jaarverslagen.
Wat zijn de bruto-inkomsten van de radioreclame-inkomsten van de VRT? Wat is het nettoresultaat ervan? Zijn de vastgestelde verschillen, onder meer door kortingen, vergelijkbaar en gelijkaardig met de privésector? Want daar gaat het natuurlijk over: marktconformiteit.
Zal het Rekenhof controles uitoefenen op Var, als de VRT 100 percentaandeelhouder zou zijn? Ik heb die vraag de vorige keer ook gesteld, maar ik heb daar toen geen antwoord op gekregen. Als straks de Coreliogroep zich voor het resterende 10 percent uit de Var-groep terugtrekt, zoals aangekondigd, dan wordt Var voor 100 percent dochter van de VRT en dan lijkt het me de logica zelf dat we kunnen controleren. Ik kreeg hiervan graag een bevestiging, minister.
Dit zijn dus een aantal concrete vragen, vooral inzake marktconformiteit. Ik herhaal dat de knipperlichtprocedure geen probleem is, maar we moeten de waterdichte garantie krijgen dat het over de correcte cijfers gaat. Nu zijn we daar, met alle middelen die we hebben, niet toe in staat.
De voorzitter : De heer Vandaele heeft het woord.
De heer Wilfried Vandaele : Voorzitter, ook wij zijn, net zoals de heren Verstrepen en Decaluwe, vragende partij voor meer transparantie voor wat de reclame-inkomsten betreft, laat dat duidelijk zijn, maar wij willen het mechanisme niet per se weg zoals de heer Verstrepen dat blijkbaar wel wil, want hij vraagt een schrapping van artikel 37.
Als de openbare omroep een beroep wil doen op de knipperlichtprocedure, dan moet de openbare omroep inderdaad daar zijn we het allemaal over eens, denk ik een stevig dossier voorleggen, steviger dan vandaag het geval is. Het afschaffen van de procedure daarentegen, is volgens ons gevaarlijk om een aantal redenen.
Ik leg dit kort uit. De overheid beslist om een opdracht te geven aan de openbare omroep. De overheid legt in een beheersovereenkomst vast welke rol die openbare omroep moet spelen en welke taken die openbare omroep moet uitvoeren, en om die taken uit te voeren wordt daar, eveneens in die beheersovereenkomst, een bedrag tegenover gezet. Zoals in de meeste Europese landen gaat het om een gemengde financiering en dus moet de openbare omroep naast de middelen van de overheid ook zelf inkomsten werven. Als een deel van die eigen inkomsten wegvalt, dan worden ze door de knipperlichtprocedure gecompenseerd, en dat lijkt ons een logisch mechanisme als je als overheid de uitvoering van die beheersovereenkomst wilt en dat wil je toch wel, denken wij, want anders moet je er geen maken.
Als je dan het wegvallen van de reclame-inkomsten niet zou compenseren, dan dreig je volgens ons in een diepe valkuil te trappen. Ofwel verwacht je immers van de VRT dat de omroep met minder reclamemiddelen en zonder compensaties toch dezelfde taken uitvoert, maar dan zeg je eigenlijk dat de initiële dotatie vanuit de overheid te hoog was, want dan moet de omroep hetzelfde doen met minder geld en hebben we dus eigenlijk al te veel gegeven. Ik denk dat Europa dat niet leuk vindt, want dat is inderdaad marktverstorend. Ofwel vinden we dat de openbare omroep zijn opdrachten moet aanpassen aan een kleiner budget en een aantal opdrachten niet meer moet uitvoeren, maar dan zeggen we eigenlijk dat een aantal van de opdrachten die we aan de VRT hebben gegeven, niet belangrijk of minder belangrijk zijn. Ook dan geven we een verkeerd signaal.
Samengevat: ik denk dat we niet in deze valkuil mogen trappen. We moeten inderdaad blijven hameren op meer transparantie. Ik merk zelfs dat er daarover, dat bleek ook tijdens vorige commissievergaderingen, een grote eensgezindheid bestaat. Dat moet echter niet per se inhouden dat het mechanisme zelf wegvalt.
De voorzitter : De heer Caron heeft het woord.
De heer Bart Caron : Voorzitter, ik wil me aansluiten bij de goeie en terechte vraag van de heer Decaluwe.
Ik ondersteun in elk geval de vraag naar transparantie. Het is een oud zeer en het terugtrekken van Corelio biedt de gelegenheid om die transparantie in de toekomst volop mogelijk te maken. Ik sluit me daarbij aan. De vraag gaat over het stelsel, de knipperlichtprocedure, waarbij een stuk van de overheidsdotatie vervangen wordt door geld uit de samenleving. Het feit dat er een plafond op zit en een ondergrens, betekent niets anders dan dat. Er is een limiet vanboven en er is een limiet vanonder. In economisch goede tijden is dit natuurlijk minder marktverstorend omdat er een plafond op zit. In slechte tijden wordt het gevoel van marktverstoring groter, dat is een feit.
Dat de heer Decaluwe het woord marktconformiteit in de mond neemt, toont trouwens aan in welke omgeving de VRT ageert: in een marktomgeving. Laten we daarover duidelijk zijn. Het is terecht dat die conformiteit moet spelen, maar we mogen niet doen alsof dat niet het geval zou zijn. Ik ondersteun de vraag naar transparantie absoluut, en ik sluit me bij de heer Vandaele aan dat de knipperlichtenprocedure voor een stukje geld betreft dat niet van de overheid komt, maar uit de markt wordt gehaald waardoor de beveiliging dat karakter wel heeft. Het vervangt een beetje de dotatie. Dus als je over het principe ervan gaat discussiëren, als je dat weg wilt, dan moet je daar iets voor in de plaats stellen, dat is duidelijk.
De voorzitter : De heer Wienen heeft het woord.
De heer Wim Wienen : Voorzitter, ik heb toch ook een beetje problemen met de situatie met het knipperlichtmodel. Je merkt dat het crisis is. Alle cijfers voor reclame-inkomsten gaan achteruit, bij iedereen. En iedereen moet dan de tering naar de nering zetten, behalve de VRT, want die krijgt het geld netjes door de overheid bijgepast voor wat de radioreclame betreft.
Ik ben het niet eens met u, mijnheer Caron. U zegt dat men vanuit de private markt geen middelen meer mag genereren, vooral niet vanuit de reclamemarkt, tenzij de dotatie voldoende wordt verhoogd. Ik herhaal wat ik daarnet al zei: zorg er dan voor dat die beheersovereenkomst zo wordt opgesteld dat de openbare omroep geen taken op zich neemt die niet tot de kerntaken van een openbare omroep behoren. Ik vraag mij nog altijd af waarom de VRT de voortrekker moet zijn in het onderzoek en de ontwikkeling van digitalisering. Commerciële partners en spelers kunnen evengoed het nodige onderzoek doen en de nodige ontwikkelingen stimuleren.
De transparantie is hier het grote probleem. Wij hebben er geen idee van hoe die reclamemarkt door de VRT, en eigenlijk door Var, wordt bespeeld. De heer Verstrepen had het over dumpingprijzen. Ik weet dat niet, want ik heb geen inzage in de pakketten die worden verhandeld. We zien inderdaad dat er een daling is in de reclame-inkomsten, maar niet in de televisiereclame. Dan kun je vermoeden dat men het probleem van de radioreclame volledig laat vieren, goed wetende dat dit toch door de overheid wordt bijgepast.
Als het parlement daarover niet kan oordelen, is dat inderdaad een probleem. Ik besef dat dit zeer delicate informatie is om aan het parlement te geven. Men speelt in een commerciële omgeving en de concurrentie zou wel eens interesse kunnen hebben voor die cijfers. Ik wijs erop dat wij als parlementsleden, conform ons reglement, geheimhouding moeten verzekeren als het over dergelijke delicate zaken gaat. Er staan daar zelfs straffen op, zoals het inhouden van een deel van onze wedde. Ik zie dus niet in wat het grote probleem is, zeker als Var volledig een onderdeel wordt van de VRT. Waarom kunnen wij geen inzage krijgen in deze informatie?
De heer Decaluwe zegt dat het in de beheersovereenkomst staat en dat we die moeten uitvoeren. Maar we kunnen de beheersovereenkomst altijd aanpassen. Dat was trouwens een verzoek van het Rekenhof naar aanleiding van de dotatieverlaging vanwege de besparingen. Ik vraag mij trouwens af of de beheersovereenkomst intussen wat de dotatie betreft is aangepast, zoals het Rekenhof bij de begroting vroeg. Als dat kan, kun je evengoed ook dit aanpassen, of dan kun je toch zeker duidelijk maken dat de manier waarop wordt gewerkt niet kan. Dat de VRT een bijpassing krijgt op een ogenblik dat het in de andere sectoren ontslagen regent, is een heel slecht signaal.
De voorzitter : De heer Tommelein heeft het woord.
De heer Bart Tommelein : Voorzitter, deze discussie toont aan dat de knipperlichtenprocedure, zoals ze vandaag bestaat, niet goed is. Ze is niet transparant, ze is niet controleerbaar, en je kunt ermee doen wat je wilt.
Ik hoorde hier de discussie over de kerntaken van de openbare omroep. Volgens mij moet het perfect mogelijk zijn om als openbare omroep duidelijk te bepalen hoeveel je nodig hebt om je echte kerntaken uit te voeren. Daarnaast kunnen er nog een aantal bijkomende taken worden uitgevoerd, daar dient die knipperlichtenprocedure voor. Men zal mij niet vertellen dat die knipperlichtenprocedure dient om de prioritaire kerntaken van de openbare omroep uit te voeren. Dat is niet correct.
Hier wordt een paar keer gezegd dat de VRT geld nodig heeft om zijn kerntaken uit te voeren. Als je een lijst maakt van kerntaken van de openbare omroep, moet je daar een prioritaire volgorde aan geven. Mijnheer Vandaele, in moeilijke economische tijden moet af en toe eens duidelijk worden gemaakt dat er prioriteiten moeten worden gelegd en dat er misschien een aantal zaken kunnen wegvallen. Dat geldt ook voor andere maatschappijen. Dat geldt ook voor andere omroepen en andere media.
Als het economisch moeilijk gaat, dan moeten die mensen hun verantwoordelijkheid opnemen. Het gaat over de verantwoordelijkheid. Voor mij is er sprake van twee verschillende zaken, die van elkaar moeten worden gescheiden, maar die voor Open Vld allebei een probleem zijn. De knipperlichtenprocedure zoals die vandaag bestaat, ontslaat ten eerste de openbare omroep van zijn verantwoordelijkheid ten opzichte van andere maatschappijen, van concurrenten in hetzelfde landschap. Ten tweede is de procedure zoals die vandaag bestaat, helemaal niet transparant en controleerbaar.
De voorzitter : De heer Verstrepen heeft het woord.
De heer Jurgen Verstrepen : Sorry dat ik even inbreek. Zoals u weet, ben ik de heer Tommelein zeer genegen. Sommige mensen in onze groep zijn Open Vld nog meer genegen.
Mijnheer Tommelein, ik ben blij dat Open Vld nu beseft dat het systeem dat die partij heeft ingevoerd onder minister Van Mechelen, voor het eerst in de beheersovereenkomst, volledig fout is.
De heer Philippe De Coene : Mag ik u een advies geven? Wees niet te blij met wat mensen van Open Vld doen, want maandag is er opnieuw partijbureau.
De heer Bart Tommelein : Mijnheer Verstrepen, het zijn dwazen die nooit van mening kunnen veranderen.
De heer Philippe De Coene : Of van partij. (Gelach)
De voorzitter : De heer Vandaele heeft het woord.
De heer Wilfried Vandaele : De heren Wienen en Tommelein stellen dat er nu maar maatregelen moeten worden genomen: het is crisis, dus de hand moet op de knip. Ik heb er altijd moeite mee als het reglement wordt aangepast tijdens de wedstrijd. Die beheersovereenkomst zou toch voldoende stand moeten houden als contract tussen de beide partijen, tot we inderdaad binnenkort die beheersovereenkomst onder de loep nemen.
De heer Bart Tommelein : Mijnheer Vandaele, u stelt nu zelf vast in deze discussie dat het systeem niet controleerbaar is. Dat is een heel belangrijke vaststelling. Uit diverse hoeken horen we dat men er geen inzage in krijgt.
De heer Wilfried Vandaele : We hebben dat allemaal gezegd. We vragen allemaal meer transparantie. Wij ook.
De heer Bart Tommelein : Ik heb ook niet gezegd dat dit onmiddellijk moet. Ik heb gezegd dat dit in de volgende beheersovereenkomst moet worden herzien.
De heer Philippe De Coene : Mijnheer Verstrepen, een vaststelling van u verrast me. Ik ben niet verrast door uw stellingen. Iedereen heeft zijn stellingen over de opportuniteit van knipperlichtprocedures en de inkomsten van publieke zenders. U hebt op een bepaald ogenblik in uw betoog echter gezegd dat er een lichte heropleving te merken is bij bepaalde radiogroepen. Dat lijkt me heel vreemd. Ik zie er immers geen. Ik heb even die markt geanalyseerd. Kunt u daar een voorbeeld van geven? De voorbije dagen en weken heb ik, onder meer in het kader van dit onderwerp, immers lang gesproken met de adverteerders zelf. Ze ontkennen dat ten stelligste. Er kan natuurlijk worden gezegd dat een procedure al dan niet transparant is. Dat zijn mensen die geen enkele subjectieve behoefte hebben met betrekking tot het publieke of het private of wat dan ook. Ze zijn al jaren bezig met strategische media-aankopen. Zoals u weet, is de crisis al 2 à 3 jaar bezig. Ze zeggen dat in tijden van crisis het medium radio voor reclame geweldig onder druk staat. Ze bevestigen gewoon die trend.
We hebben die cijfers gekregen van de VRT. Dat was bijna toevallig een week nadat we de cijfers hadden gezien van vtm en de VMMa. Ook zij lieten in het voorbije jaar een zeer significante daling van hun inkomsten uit radioreclame optekenen. Als ik me niet vergis, was die zelfs nog sterker dan bij de publieke omroep. We hebben die cijfers gezien.
Ik heb hun ook de vraag gesteld of er distorsies zijn op de markt. Is het zo dat, om toch wat inkomsten te hebben of toch klanten te hebben, er wordt gebradeerd, zelfs bij de publieke omroep? Ze hebben me verzekerd dat er wordt gebradeerd, maar zeker niet meer bij de ene omroep dan bij de andere, en zeker niet bij dit specifieke medium. Er wordt dezer dagen sterk gebradeerd op de reclamemarkt, maar niet bij radio, wel bij het printsegment, en dan meer specifiek bij outdoor print, bij affichage. Daar is er nu sprake van kortingen van 70 percent en meer. Als het over radio gaat, zijn die kortingen er bij alle zenders, zonder onderscheid, en gebeuren ze veel minder.
Laten we de zaak even economisch bekijken. Als een openbare omroep zich via de knipperlichtenprocedure verzekerd weet van een bepaald volume aan inkomsten, waarom zou die dan überhaupt de prijzen moeten braderen? Daar is objectief bekeken geen reden voor. De inkomsten zijn toch gegarandeerd. Men moet die vraag stellen.
Waarom is reclame nodig, zo vraagt men zich af. Men kan dan vragen stellen over de opportuniteit van de knipperlichtenprocedure. Ik denk daarover dan wel na in termen zoals de heer Vandaele het doet, op basis van een globaal financieringsmodel en de bereidheid om de kostprijs van welomschreven opdrachten te bepalen.
Waarom ligt reclame op de radio onder vuur? Wegens de aard van het medium. In moeilijke economische tijden, zo leren reclamemakers ons, kiest men voor strategische en veel minder voor perifere media. Het strategische medium van de toekomst is en blijft televisie. Dat medium staat weliswaar onder druk, maar blijft sterk. De gedrukte pers en radio daarentegen staan erg onder druk. Ik ben verbaasd over de stelling van de heer Verstrepen. Ik heb gevraagd of er van een heropleving sprake is, en men verzekert me dat er de eerstvolgende jaren voor het medium radio wellicht niet veel beterschap kan worden verwacht. Die mensen weten heel goed welke ontwikkelingen zich voordoen. Dat moet ons toch geruststellen en vragen doen stellen bij wat u zegt, als u het over louche praktijken hebt.
Wat ons betreft, kan er meer transparantie worden ingevoerd. Misschien al binnen afzienbare tijd zal de regie van de openbare omroep helemaal in openbare handen terechtkomen. Dat kan een gelegenheid zijn om voor meer transparantie te zorgen. Maar vandaag zeggen dat er geen transparantie is, is een andere zaak. Het lijkt me niet goed om het feit dat de transparantie niet volmaakt is, direct te spreken van louche praktijken en dergelijke. Mijn fractie heeft daar een andere mening over. Mensen die daar dagelijks mee bezig zijn, zeggen dat er in het licht van de marktevolutie en de relaties tussen zenders niets abnormaal aan de hand is. We moeten toch opletten dat we niet op basis van insinuaties debatteren.
De voorzitter : De heer Verstrepen heeft het woord.
De heer Jurgen Verstrepen : Voorzitter, ik vraag me af of de minister nog zal antwoorden. Of hebt u in haar plaats gesproken? Ik wil gerust met u een discussie beginnen over de reclamemarkt. U zegt dat de reclamemarkt in zijn geheel in neergaande lijn evolueert, maar dat is een heel andere zaak. U weet goed genoeg dat de discussie per medium en per kanaal zal worden gevoerd. Het gaat hier dus niet over de reclamemarkt in haar geheel, maar over de ondoorzichtigheid van de commerciële mogelijkheden en inkomsten van de VRT.
Over die ondoorzichtigheid zegt u dat het niet waar is. Oké, maar geef me dan de documenten die dat aantonen. Als u dat doet, zal ik publiekelijk verklaren dat de commissievoorzitter het bij het rechte eind heeft. (Opmerkingen van de heer Philippe De Coene)
U moet mij niet ondervragen. U stelt het voor alsof ik bij u op het matje moet komen. Wij ondervragen de minister. U hebt uw mening gegeven. U denkt dat u het grote gelijk aan uw kant hebt en wilt van mij allerlei details vernemen. U bent de handpop van de VRT geworden!
De voorzitter : De heer Decaluwe heeft het woord.
De heer Carl Decaluwe : Ik spreek hier namens de CD&V-fractie. Ik heb dit doorgenomen met de cruciale spelers van mijn partij. Natuurlijk heeft men dat gelezen in de krant. Het parlement is zogezegd een bende controleurs. Wel, bewijs het omgekeerde! Bewijs dat de cijfers correct zijn. Ik heb al met veel mensen gepraat. Het gaat om die combinatiepakketten. Dat is de essentie, de controle op die pakketten en alle onderdelen ervan. We hebben daarover niets op papier, totaal niets.
Ik ben in alle rust en sereniteit een klacht aan het voorbereiden. We gaan dat winnen met de vingers in de neus. De voorgaande ministers hebben mij ook uitgelachen rond 4FM en radio Donna. We hebben dat perfect gewonnen. U moet niet op voorhand roepen. Inzake de productiehuizen was het ook zo. Als men met die mensen gaat praten, hoort men wel andere verhalen. Veel mensen durven niet te praten met bepaalde personen. Het is een ingewikkelde markt. Er liggen veel boobytraps. Ik geloof het maar als het zwart op wit staat.
De nood aan transparantie is hoog. Er is hier kamerbrede overeenstemming over. Het antwoord van de minister moet ik nog afwachten. Als men er niet in slaagt om daar meer klaarheid in te scheppen, zal CD&V de bijkomende knipperlichtprocedure niet goedkeuren. Gelukkig hamert de voorzitter van de raad van bestuur ook op transparantie. Dat is essentieel als we geen klachten willen bij Europa.
De heer Bart Tommelein : Mijnheer De Coene, u kunt natuurlijk wel mist spuien. U hebt het over uw contacten met de reclamewereld en de radioreclame. Tijdens ons officiële werkbezoek aan de VRT heb ik daar letterlijk het volgende gevraagd: verwacht u dat het aandeel van de radioreclame zal dalen? Het antwoord was zeer helder: neen, daar zijn wij niet bang voor! Dat is in totale tegenstelling met uw beweringen, mijnheer De Coene.
De voorzitter : Precies daarom. Het is vanuit een kritische geest dat ik ook andere segmenten van de markt bevraag. Ik moet dat doen.
De heer Bart Tommelein : Ik moet u als lid van de oppositie waarschuwen. Ik doe dat met goede bedoelingen. We kunnen dat zo niet bespreken. Met ik heb eens gepraat met en het schijnt dat en we hebben het vermoeden komen we nergens.
Mijnheer De Coene, ik heb een interview met u gelezen over SBS. Ik moet u niet ondervragen, ik ondervraag de minister. Maar uw toon en teneur in dat interview stonden mij niet aan.
De voorzitter : Dat is uw goed recht.
De heer Bart Tommelein : Het stond mij niet aan dat u dat interview gaf. Ik zal dat met u persoonlijk nog bespreken. Ik wil dat hier niet doen, want u hebt geen uitvoerend mandaat. Als oppositielid vind ik dat we ons moeten baseren op cijfers en gegevens. Men kan niet aan politiek doen op basis van vermoedens, gedachten en emoties. Ik ben een zeer gevoelige mens, maar ik doe aan politiek op basis van cijfers. (Opmerkingen van de voorzitter)
De heer Wim Wienen : Uw redenering is zeer mooi, maar u kunt niet aantonen dat er niets fout loopt. We weten het niet, we hebben geen inzage.
De voorzitter : Ik heb gewoon een paar observaties gedaan.
De heer Wim Wienen : Ik volg de heer Tommelein, u moet leren u te gedragen als voorzitter van een commissie. Dat artikel over SBS was verschrikkelijk ongelukkig. Als voorzitter van de commissie Media van het Vlaams Parlement moet u niet zulke interviews geven.
De voorzitter : Ik heb mij daarover niet te verantwoorden. Ik heb dat niet gedaan als voorzitter, maar als lid van een commissie en als woordvoerder van een fractie. Heb ik nog dat recht? Of gaat u dat soort freedom of speech ook verbieden? Nee toch zeker?
De heer Bart Tommelein : Misschien kan iemand anders van uw fractie dat overnemen? U zit hier met twee leden. Misschien kan uw collega de mening van uw partij verkondigen. U bent voorzitter van deze commissie.
De voorzitter : Dat gaat bijzonder ver hoor. Dat wil zeggen dat een voorzitter in geen enkel dossier woordvoerder mag zijn voor zijn fractie. Komaan!
De heer Bart Tommelein : U moet als voorzitter de neutraliteit bewaren en het debat leiden. U doet het telkens weer, u doet het ook in de plenaire vergadering, u gooit de knuppel in het hoenderhok. U zorgt voor meer discussie dan er oplossingen komen.
De voorzitter : Maar, beste collega, dat wil dus zeggen dat ik geen mening mag hebben.
De heer Bart Tommelein : Als voorzitter van de commissie zorgt u meer voor discussie dan voor oplossingen.
De voorzitter : Maar, beste collega, ik heb u veel langer dan het reglement toestaat het woord gegeven, gewoon om het debat mogelijk te maken. Als u in het debat zaken hoort die u niet aanstaan, dan verwijst u naar het voorzitterschap. Ik tracht enkel zoveel mogelijk het debat toe te staan. Dat is ook de reden waarom we deze vergadering vandaag hebben ingelast. Daardoor moet u niet zo lang wachten met uw interpellatie en vragen.
De heer Jurgen Verstrepen : Voorzitter, in het artikel ging het over de voorzitter van de commissie Media. Uw naam stond daarbij vermeld. Ik stel voor dat u een recht van antwoord vraagt en zegt dat u niet als commissievoorzitter hebt gesproken, maar wel als onafhankelijke. (Opmerkingen van de heer Bart Tommelein)
De voorzitter : Ik heb geen nood aan uw suggestie. Ik heb dat van meet af aan gedaan. Ik heb uw goede raad niet nodig.
Minister Lieten heeft het woord.
Minister Ingrid Lieten : Ik heb met betrekking tot deze vragen ook contact opgenomen met de VRT. Op basis van de verzamelde informatie zal ik een antwoord geven.
Mijnheer Verstrepen, de VRT voert de openbareomroepopdracht uit voor de Vlaamse Gemeenschap. Daar moet een adequate overheidsfinanciering tegenover staan. Dat is uiteraard ook de bestaansteden van die knipperlichtprocedure, die als een soort vangnet dient. De VRT is verantwoordelijk om budgettair orde op zaken te stellen voor het verschil tussen de boven- en de ondergrens. Valt men onder de ondergrens, dan komt de uitvoering van de opdracht in gevaar. Zoals u weet, is de knipperlichtprocedure opgenomen in artikel 36 van de beheersovereenkomst. Enerzijds past de overheid bij als de reclame-inkomsten onder de minimumgrens opgenomen in de beheersovereenkomst 2007-2011 vallen. Anderzijds mogen de reclame-inkomsten niet hoger liggen dan de maximumgrens bepaald in de beheersovereenkomst. In dat geval moet het surplus aan de overheid afgestaan worden.
De VRT moet de extra vervangende inkomsten die volgen uit deze procedure niet compenseren met extra besparingen. Er is geen sprake van extra inkomsten voor de VRT, zoals u in uw vraag suggereert. Er zijn per saldo immers geen extra inkomsten voor de VRT, want die extra dotatie wordt volledig opgeslorpt door de lagere inkomsten vanuit reclame.
De knipperlichtprocedure is belangrijk voor de VRT, onder andere omwille van de zware extra besparingen die aan de omroep worden gevraagd voor 2010 en 2011, bovenop de al geplande besparingen en efficiëntiemaatregelen voorzien in de beheersovereenkomst 2007-2011, alsook de andere tegenvallende commerciële inkomsten ten opzichte van de ramingen in de beheersovereenkomst. In de initiële begroting 2010 werd een voorlopig bedrag van 5.644.000 euro verrekend voor de dotatie uit de knipperlichtprocedure met betrekking tot de radioreclame en televisiesponsoring. Het definitief bedrag kan immers pas bepaald worden als de ontvangsten voor de radioreclame en de televisiesponsoring voor 2009 definitief bekend zijn, of met andere woorden pas na de afsluiting van het boekjaar 2009. De finale berekeningen voor 2009, conform de formule uit de beheersovereenkomst, geven een dotatie uit knipperlicht van 9.452.000 euro, of 3.808.000 euro meer dan in de initiële begroting. Dat bedrag zal in het kader van de begrotingscontrole 2010 aangepast worden.
Mijnheer Decaluwe, als reclameregie is Var bijzonder vertrouwd met de gangbare tarieven op de markt. Var formuleert een voorstel van tariefzetting voor radioreclame, dat dan ter goedkeuring wordt voorgelegd aan de directie van de VRT. Het toezicht op de gedelegeerd bestuurder gebeurt door de raad van bestuur die, met name wat Var betreft, hierin wordt bijgestaan door het strategisch comité van Var waarin de voorzitter van de raad van bestuur, drie andere leden van de raad van bestuur en de gemeenschapsafgevaardigde zetelen. Dit comité heeft ruime onderzoeksbevoegdheden ten dienste van de raad van bestuur van de VRT. Regelmatig wordt overigens het management van Var uitgenodigd op de vergaderingen van het strategisch comité om toelichting te geven over zijn beleid.
De radioreclametarieven zijn marktconform. De toetssteen wat betreft de marktconformiteit is de kostprijs per Gross Rating Point (GRP) per zender voor de doelgroep die die zender beoogt. De GRP is een parameter om te meten hoeveel kijkers een bepaalde reclamespot gezien hebben. De GRP staat voor de som van alle ratings van de uitgezonden spot. Het gemiddeld aantal kijkers per tijdseenheid is de rating: 1 GRP betekent dat 1 percent van de bevolking of van de specifieke doelgroep één keer bereikt is. Een mediabureau zal een bepaalde spot niet x-aantal keer willen uitzenden, maar zal die spot zolang laten uitzenden tot een bepaalde GRP bereikt is. Om een vergelijking te kunnen maken van de door de verschillende spelers gehanteerde tarieven, moet het tarief worden herberekend in functie van de kostprijs per GRP voor een specifieke doelgroep.
Var streeft naar een tarief waarbij de kost per GRP van elke zender, ieder binnen zijn specifieke doelgroep, schommelt tussen 180 euro en 200 euro. De meeste radiozenders hebben in Vlaanderen een kostprijs per GRP die binnen deze vork valt. Uiteraard wordt de kost per GRP ook mee bepaald door vraag en aanbod, waarbij een zeer specifieke zender zoals Radio 1, een duurdere kost per GRP zal hebben. Uiteraard is er geen uitwisseling van tarieven tussen de verschillende verkopers van reclameruimte, maar moet Var afgaan op informatie die het onder andere van klanten uit de markt te weten komt.
Het bepalen van het tarief is een complexe oefening. Grosso modo kan worden gesteld dat de GRP-vork aan de basis en bij de lancering van een bepaalde titel/zender bepaald wordt door een aantal elementen. Ik som ze even op. Zo is er de benchmarking met andere mediumtypes. Een bioscoop heeft bijvoorbeeld een heel sterke memorisatiescore, want de consument kan bijna niet ontsnappen aan de voorgeschotelde reclame. Zijn kost per GRP zal dus beduidend hoger liggen dan die voor de radio. Daarnaast is er de benchmarking met de concurrenten binnen hetzelfde mediumtype. Elke speler zal de tariefpolitiek van zijn concurrenten analyseren zoals dit in elke markt gebruikelijk is. De tarieven evolueren dan verder in functie van het bereik, de evolutie van de index. Ten slotte speelt ook het element van vraag en aanbod. Bij geringe vraag worden de tarieven verlaagd om de vraag aan te zwengelen. Op die basis weet een verkoper van reclameruimte welke tarieven optimaal kunnen worden gehanteerd en dus ook wat de gangbare tarieven zijn.
Een combinatieaanbod van radioreclame met sponsoring en alliantiepartnersponsoring bestaat niet. In de boekhouding wordt via de rekeningen een onderscheid gemaakt tussen ontvangsten uit radioreclame, sponsoring van alliantiepartners, tv-sponsoring en radiosponsoring. De controle op deze rekeningen gebeurt uiteraard door de commissaris en door het Rekenhof. Ook gebeurt er jaarlijks een controle ter plaatse door de gemeenschapsafgevaardigde met betrekking tot de toepassing van de knipperlichtprocedure, op basis van de boekingen op de betreffende rekeningen.
De bruto-inkomsten uit radioreclame worden na afhouding van de commissies, onder andere de commissie voor Var en gebruikelijke commissies voor de reclameagentschappen, doorgestort aan de VRT. Deze netto-inkomsten zijn opgenomen in de boekhouding van de VRT, en zijn ook vermeld in het VRT-jaarverslag. De totale bruto-inkomsten van Var zijn vermeld in de jaarrekening van Var. Afgezien daarvan worden wel de reclamedrukgegevens van alle media gepubliceerd door Mediaxim. De reclamedruk staat gelijk met de uitgezonden reclame, vermenigvuldigd met de prijs van de spot conform de tariefkaart en het aantal keren dat de spot is uitgezonden. Zoals eerder gezegd, zijn de tarieven van VRT met betrekking tot de radioreclame marktconform.
De Europese Commissie heeft in haar onderzoek naar de financiering van de VRT ook de handelwijze van de VRT met betrekking tot de radioreclame onderzocht. Zij heeft geen bewijzen gevonden van enig mededingingsverstoring of niet-markconform gedrag. Ook op het Belgisch niveau bestaan organen bevoegd voor de controle en bestraffing van anti-concurrentieel gedrag, zoals de Raad voor de Mededinging. Wij hebben alvast geen weet van enige klacht of procedure bij dergelijke organen.
Het Rekenhof heeft enkel een bevoegdheid ten aanzien van overheden en openbare instellingen en oefent daarop een financiële controle, een wettigheidscontrole en een controle op de goede besteding van openbare gelden uit. In het kader van haar financiële controle onderzoekt het de rekeningen en gaat daarbij de juistheid, betrouwbaarheid en volledigheid van de financiële staten na. Het Rekenhof oefent ook een wettigheidscontrole uit op de publieke ontvangsten en uitgaven. Tot slot controleert het a posteriori de goede besteding van de gelden in het licht van de principes van zuinigheid, doeltreffendheid en doelmatigheid.
Het Rekenhof heeft ook een informatieopdracht ten aanzien van het parlement waarbij het rapporteert over de resultaten van zijn controleopdracht. Het Rekenhof is niet bevoegd ten aanzien van Var, maar wel ten aanzien van de controle van de rekeningen van de VRT. Het Rekenhof oefent dan ook geen controle op zich uit op Var, maar kan wel alle contractuele relaties van de VRT met Var, zoals de regieovereenkomst die de VRT met Var gesloten heeft, controleren.
De voorzitter : De heer Verstrepen heeft het woord.
De heer Jurgen Verstrepen : Voorzitter, ik heb een tweede constructief voorstel. Om pittige discussies te vermijden, zou u, net als uw voorganger, in de zaal kunnen komen zitten om uw mening te uiten. U zou dat dan niet als voorzitter doen. Dat is het systeem in deze commissie.
De voorzitter : Mijnheer Verstrepen, ik ben dit even nagegaan. Dit was vorige legislatuur niet de gewoonte. Indien ik vanuit de zaal een vraag zou stellen, zouden de poppen voor u trouwens ook aan het dansen gaan. Misschien houdt uw constructief voorstel in dat ik sowieso moet zwijgen.
De heer Jurgen Verstrepen : Voorzitter, dat heb ik nooit beweerd. Uw voorganger deed dit. Het zou misschien nuttiger en aangenamer zijn.
De voorzitter : Mijnheer Verstrepen, kunt u tot de inhoud komen. Uw tijd loopt.
De heer Jurgen Verstrepen : Ik heb naar het antwoord van de minister geluisterd. Het is ditmaal geen fax, maar een mail van de VRT. Dat de minister teksten van de VRT voorleest, is haar goed recht. Ze doet dat trouwens regelmatig als het over de VRT gaat.
Als ik de optelsom maak, word ik niet blij. Volgens de minister zijn die uitgaven niet voorzien. Dat is interessant. We bevinden ons in budgettair moeilijke tijden. De minister moet inspanningen leveren om de VRT te helpen. De VRT beschikt immers over minder reclame-inkomsten. We hebben echter nog steeds geen zicht op de cijfers.
Heel even dacht ik dat ik uit het betoog van de minister mocht afleiden dat het Rekenhof naar de Var mocht stappen. Dat blijkt niet het geval te zijn. Het Rekenhof mag de contracten tussen de Var en de VRT opvragen. Daar staan we echter geen stap verder mee. We kunnen niet aan de Var. Dat is de bottom line. We kunnen dat niet controleren.
Als ik optel wat in verband met de lopende beheersovereenkomst is betaald, val ik van mijn stoel. De minister heeft het cijfer vermeld. Voor een periode van 2 jaar tijd gaat het om, afgerond, 15 miljoen euro aan bijkomende middelen voor de openbare omroep. Dit is enkel en alleen het gevolg van deze procedure. Ik vind dit zeer veel geld. Ik ben benieuwd hoeveel we voor de totaliteit van de beheersovereenkomst nog zullen moeten opleggen.
Er is enige discussie over de vraag of de reclamemarkt zal stijgen of zal dalen. Volgens de voorzitter zal het om een daling gaan. Als ik die redenering volg, zal het in 2010 om nog meer geld gaan. Dit is echter nog niet duidelijk.
Ik houd me aan de feiten. Dit staat los van de reclamemarkt zelf. De minister heeft de recentste CIM-cijfers voor de radiozenders van de VRT gezien. De grootste speler, Radio 2, kent een daling. De minister heeft de vrije val van MNM gezien. De minister weet wat dit voor de reclame-inkomsten betekent. Dit staat los van de economische markt. De reclame-inkomsten dalen omdat de zenders minder kunnen verkopen. De marktaandelen dalen immers. Ik heb het hier niet over de economie, want dat is een heel andere discussie. Ik geef iedereen hier op een brief dat we volgend jaar dezelfde discussie zullen voeren en dat het dan om een groter bedrag dan 9.542.000 euro zal gaan. Als die cijfers voor de radiozenders blijven dalen, zullen de reclame-inkomsten ook blijven dalen. Tenzij in de reclamemarkt een volledig nieuw mechanisme wordt ontwikkeld, waarbij een daling inhoudt dat de adverteerders meer voor hun reclame willen betalen, ben ik benieuwd in hoeveel de minister de volgende keer nog zal moeten voorzien.
De voorzitter : De heer Decaluwe heeft het woord.
De heer Carl Decaluwe : Een buitenstaander die het antwoord van de minister aandachtig zou beluisteren, zou allicht de indruk krijgen dat die mensen door en door worden gecontroleerd. Dat is de perceptie. (Opmerkingen van minister Ingrid Lieten)
Ik ben het hier totaal niet mee eens. De bestuurders van de VRT die in de Var zitten, hebben totaal geen inzage in de contracten. Dit is nochtans fundamenteel om controle uit te oefenen. De bestuurders van de VRT weten van niets. Er is een groot verschil tussen het uit de doeken doen van een algemene strategie en het aantonen van de marktconformiteit aan de hand van staalharde cijfers.
Ik zou de regeringscommissaris durven vragen of hij van iets weet. Ik denk dat dit niet het geval is. Hij heeft waarschijnlijk nog nooit een inhoudelijk contract gezien. Mij lijkt dit nochtans belangrijk.
Blijkbaar worden in de contracten geen combinaties gemaakt. Dit vind ik een hele geruststelling. De vraag is echter of dit klopt. Ik heb daar mijn twijfels bij. Wie kan dit controleren?
De minister heeft naar het jaarverslag verwezen. Ik heb vorige keer smalend opgemerkt dat het hoofdstuk over de Var in het jaarverslag van de VRT uit een bladzijde bestaat. Daarvan is drie vierde dan nog een foto. In het jaarverslag van Corelio heb ik de naam Var zelfs niet teruggevonden. Ik heb geen gedetailleerde cijfers gezien.
Wat de parlementaire controle betreft, sta ik hier bijzonder twijfelend tegenover. De minister heeft verklaard dat de VRT zijn informatie heeft verstrekt. Ik heb daar moeite mee. De minister weet dat het Vlaams budget voor de nabije toekomst niet oneindig is. Het zal niet gemakkelijk zijn. Ik heb de indruk dat de beleidsruimte voor een toekomstige beheersovereenkomst met de openbare omroep, die ons overigens nog steeds dierbaar is, stilaan door de bijpassingen ten gevolge van de knipperlichtprocedure wordt opgesoupeerd.
Aangezien we van allerlei zaken niet zeker zijn, lijkt het me een goed idee op termijn eens een hoorzitting met de regeringscommissaris en andere mensen te organiseren. We moeten duidelijk weten waarover we praten. Ik ben het eens met de heer Caron. Afspraken zijn afspraken. Ik wil echter wel waterdichte cijfers zien. We moeten zien dat het correct verloopt. Het gaat uiteindelijk om veel belastinggeld.
Misschien kan de Vlaamse Regulator voor de Media (VRM) hierin een rol spelen. De VRM heeft de performantiemaatstaven destijds gecontroleerd. Misschien kan het ook nu op deze manier gebeuren. Het is maar een suggestie.
Ik ben geen voorstander van wederzijdse controle. Indien het om de marktconformiteit gaat, moet het Vlaams Parlement dit op basis van objectieve maatstaven kunnen toetsen. Wij moeten op de knop duwen indien in de begrotingscontrole opnieuw meer dan 9 miljoen euro zou worden opgenomen. Ik wil op dit vlak zeer formeel zijn: ik wil meer transparantie. Indien die er niet is, zal ik dit niet goedkeuren. Die transparantie zou voor iedereen een voordeel betekenen. Op lange termijn zou ze ook voor een sterke openbare omroep een voordeel zijn.
De voorzitter : De heer Tommelein heeft het woord.
De heer Bart Tommelein : Een zinnetje in het antwoord van de minister heeft me gestoord. Blijkbaar heeft de VRT de knipperlichtenprocedure nodig omwille van de flinke besparingen die de VRT in 2010 en in 2011 moet doorvoeren. Volgens mij toont dit aan dat de knipperlichtenprocedure een oneigenlijk gebruik kent. Ik vind niet dat het budget dat in het licht van de knipperlichtenprocedure aan de VRT wordt toegekend, moet dienen om de besparingen op te vangen. Dat noemen ze in de volksmond een vestzak-broekzakoperatie. Dat kan niet de bedoeling van de knipperlichtenprocedure zijn. Ik herhaal dat we in middelen moeten voorzien om een daling van de inkomsten op te vangen. Die inkomsten moeten echter transparant zijn. Aangezien dit nu allerminst het geval is, zal ik hierop blijven hameren.
Met redenen omklede motie
De voorzitter : Door de heren Verstrepen, Tommelein en Wienen werden tot besluit van deze interpellatie met redenen omklede moties aangekondigd. Ze moeten zijn ingediend uiterlijk om 17 uur op de tweede werkdag volgend op de sluiting van de vergadering.
Het incident is gesloten.