Commissie voor Economie, Economisch Overheidsinstrumentarium, Innovatie, Wetenschapsbeleid, Werk en Sociale Economie
Vergadering van 14/01/2010
Vraag om uitleg van de heer Peter Reekmans tot de heer Kris Peeters , minister-president van de Vlaamse Regering, Vlaams minister van Economie, Buitenlands Beleid, Landbouw en Plattelandsbeleid, over de evaluatie en de evolutie van het START-project
De voorzitter : De heer Reekmans heeft het woord.
De heer Peter Reekmans : Mevrouw de voorzitter, mijnheer de minister-president, collegas, wat de haven van Antwerpen voor Antwerpen is, is de nationale luchthaven voor Vlaams-Brabant en zeker voor Halle-Vilvoorde. De vorige Vlaamse Regering ontwikkelde in 2004 een toekomstvisie voor Zaventem. Het kreeg de ronkende naam START mee: het Strategisch Actieplan voor de Reconversie en Tewerkstelling. Het waren werkgeversorganisaties die eind november, toen de 882 banen bij DHL verloren gingen, het START-project omdoopten tot het STOP-project. Niet de oppositie, maar de werkgeversorganisaties deden dat. (Opmerking van minister-president Kris Peeters)
Het was één werkgeversorganisatie, maar toch een belangrijke, die dat een STOP-project noemde. Uitgerekend bij een werkgeversorganisatie hebt u op 17 december 2009 een toespraak over START gehouden. Ik ga ervan uit dat wat u daar hebt gezegd, hetzelfde is als wat op papier staat. Soms wijkt een politicus in functie wel eens af van de tekst die zijn kabinet heeft voorbereid. En ik heb ook even gedacht dat u misschien toch iets anders hebt gezegd.
Ik zeg u waarom, want ik kon amper geloven dat u daar zou hebben gezegd dat u START een nieuwe impuls wilt geven. In de titel Strategisch Actieplan voor de Reconversie en Tewerkstelling zit een woord dat ik nog altijd niet heb begrepen. Het enige wat START realiseert, is het Diabolo-spoorproject en dertien buslijnen. De 20.000 beloofde jobs heb ik echter nog niet gezien. Vlak voor de verkiezingen bleek uit een onderzoek van Knack dat de tewerkstelling in juni 2009 dezelfde is als op het moment dat Sabena nog bestond. Als we dan ook nog het verlies van 882 banen bij DHL in rekening brengen, dan is het resultaat dat START zorgt voor minder, en niet meer tewerkstelling.
Op die avond bij VOKA vertelde u dat u BHV beter zou positioneren en bereikbaar maken. Dat zijn mooie woorden, maar BHV is wel iets wat u en uw voorganger, de heer Leterme, blijft achtervolgen. Hij ging BHV dankzij vijf minuten politieke moed splitsen. En in 2004 zei hij ook dat het beleid voor de regio van Zaventem en BHV een van de speerpunten van het Vlaamse regeringsbeleid zou worden en dat men hem daar zou mogen op afrekenen. Hij is vertrokken, dus het is moeilijk om hem er nog op af te rekenen. Maar de 20.000 beloofde jobs zijn er dus nooit gekomen.
Op die avond bij VOKA kondigde u ook aan dat u via een vereenvoudiging van de procedures investeringsprojecten zult versnellen. Dat is heel positief. Maar het afgelopen weekend hebben we in De Tijd de vergelijking van de luchthaven in Zaventem met de andere luchthavens in Europa kunnen bekijken. Enkele jaren geleden hadden we nog de wind in de zeilen, dankzij onze ligging en ook wegens een capaciteitsgebrek in Frankfurt en Amsterdam. We trokken toen veel cargovervoer aan. Vandaag echter stellen we vast dat de meeste Europese luchthavens 10 tot 20 percent cargotrafiek verliezen, maar dat Zaventem met ruim 30 percent naar beneden dondert. Als START in 2004, zoals beloofd, zou zijn gestart, dan hadden we deze evolutie kunnen voorkomen.
Het afgelopen jaar is het passagiersvervoer vanuit Zaventem met 8 percent gedaald. Men kan zeggen dat het crisis is. In Charleroi is het passagiersvervoer evenwel met 33 percent gestegen. Als de lagekostenterminal die de heer Leterme in 2004 had aangekondigd er tegen Pasen 2009 was gekomen, dan hadden we nooit 8 percent verloren.
Ik zou mijn vraag niet hebben ingediend als er beterschap in zicht was. Analisten zeggen immers dat het aanbod van Charleroi tegen de zomer aanzienlijk zal stijgen, maar voor Zaventem is een nulgroei gepland. Dat indachtig vraag ik me af welke investeringsprojecten u wilt versnellen. Toen ging het vooral over Airport Village en de lagekostenterminal. Ik heb het nu nog niet over de brownfields en de industriezones waarop we wachten. Ik begrijp wel dat de procedures en de bijhorende papierwinkel traag werken. Maar de grote projecten zoals Airport Village en de lagekostenterminal die Charleroi wel heeft en nu al een stijging met 33 percent genereert zijn er ondanks de belofte niet gekomen, wat ertoe leidt dat Zaventem vandaag 30 percent cargovervoer en 8 percent passagiersvervoer verliest.
Men kan het aan de crisis wijten. Doorgaans wordt Wallonië niet echt geroemd voor zijn ondernemerszin. Dan is het toch wel erg dat Zaventem vandaag 8 percent passagiersvervoer verliest, maar Charleroi 33 percent wint, wat een verschil van 41 percent maakt. Dat is een verschil van formaat. Als u dan op een receptie gaat vertellen dat u START nieuwe impulsen zult geven, dan ben ik benieuwd hier te vernemen wat die impulsen zullen zijn, hoe u dat concreet wilt aanpakken en wanneer er resultaten waarneembaar zullen zijn.
De voorzitter : De heer Bothuyne heeft het woord.
De heer Robrecht Bothuyne : Mevrouw de voorzitter, het START-project is belangrijk. Straks zal de minister-president wel een stand van zaken geven. Ik betwist niet dat een en ander beter kan. Wel vind ik de toon van de tussenkomst van de heer Reekmans toch wel erg negatief. Naar het schijnt baseren volksvertegenwoordigers zich vaak op persberichten om vragen te stellen. In dit geval had de heer Reekmans dat ook beter gedaan, want dan had hij kunnen lezen welke resultaten het START-project ook echt oplevert.
Zo is op 1 december uit een mededeling van minister Crevits gebleken dat het aantal busgebruikers in de regio rond de luchthaven op één jaar tijd met 30 percent is gestegen. Het aantal stijgt van 6 miljoen naar meer dan 8 miljoen reizigers. Dat is toch wel een significante stijging op een toch wel significant aantal. In die zin denk ik dat er effectief resultaten zijn. Ik wil hiermee enkel de inbreng van de collega van LDD nuanceren.
De voorzitter : Mevrouw Turan heeft het woord.
Mevrouw Güler Turan : Mevrouw de voorzitter, ik volg de visie van de heer Bothuyne over de mobiliteit. Bij het openbaar vervoer is er een enorme verbetering. Dat zal de tewerkstelling in de regio in de hand werken. Over de tewerkstellingsproblematiek werd in de vorige legislatuur door een aantal ministers een luchthavenactieplan opgesteld, waarbij intensieve bemiddelingsacties worden opgestart om een arbeidsmarktpotentieel in Brussel, en dus zeer nabij, toe te leiden naar en rond de luchthaven. Er is een permanent tewerkstellingsforum opgericht. In het kader van START werden tijdens de vorige legislatuur een aantal goede aanzetten gegeven, samen met de dertien START-lijnen en het initiatief vanuit Brussel om een aantal Brusselse werklozen gedurende de eerste drie maanden van hun tewerkstelling drie maanden gratis met de taxi terug naar huis in Brussel te vervoeren. De werkregeling op de luchthaven is immers onregelmatig en gebeurt ook s nachts. START heeft een heel belangrijke rol te vervullen in de regio. Alle opgestarte maatregelen uit de vorige legislatuur moeten ook verder worden uitgewerkt. Mijnheer de minister-president, dat neemt natuurlijk niet weg dat we ook geïnteresseerd zijn in de nieuwe impulsen die u zou willen geven aan dit project.
We hebben ook vernomen dat u op 10 februari zou samenkomen met de burgemeesters uit de regio om de aanpak van START tijdens deze legislatuur toe te lichten, te bespreken of om ideeën op te doen. Het zou misschien goed zijn om het parlement daarover in te lichten, zodat we weten hoe al deze goede, opgestarte projecten verder worden opgevolgd.
Bij START komen drie aspecten samen: het economische aspect, de leefbaarheid en de mobiliteit. Uiteraard is het economische aspect heel belangrijk. Het moet wel samengaan met de rest. In het kader van de economische maatregelen moeten extra bedrijventerreinen worden gecreëerd. Daarom is het ook belangrijk verder te investeren in de brownfieldprojecten in en rond de luchthaven.
Ik wil deze vraag ook aangrijpen om bij de uitwerking van START de aandacht te vestigen op de realisatie van natuur- en bosgebied. Ik heb het dan niet over dat gebied op de luchthaven of onmiddellijk errond. Maar in het regeerakkoord staat dat er 7000 hectare voor bedrijventerreinen gerealiseerd moet worden. Dat is al voor ongeveer de helft gebeurd. Wat zult u nog benutten en waar zult u nog reconversie doorvoeren? Daarnaast moet er nog 38.000 hectare natuurgebied en 10.000 hectare bos bij gecreëerd worden. Van die laatste twee is nog maar een derde gerealiseerd. De groene rand is heel belangrijk. Ik vraag u dan ook om bij de uitwerking van START én aan de economie, én aan onze natuur- en bosgebieden te denken.
De voorzitter : Mevrouw Eerlingen heeft het woord.
Mevrouw Tine Eerlingen : Mijnheer de minister-president, ik sluit me aan bij de vorige sprekers. Zij focussen zich vooral op het aspect mobiliteit en economie. Mevrouw Turan stipte ook het aspect leefbaarheid aan. Een vierde pijler is natuurlijk de strategische visie op de ontwikkeling van de luchthaven. Wat is daar de stand van zaken? Het gaat immers om de basis van waaruit verschillende plannen vertrekken. Is het mogelijk om ons regelmatig te informeren en te rapporteren in deze commissie?
De voorzitter : De heer Sanctorum heeft het woord.
De heer Hermes Sanctorum : Collegas, mijnheer de minister-president, ik heb natuurlijk een andere inhoudelijke mening dan die van de LDD-fractie. Ik ben toch wel misnoegd over het feit dat er zoveel mist over het START-project hangt. Of dat bewust of onbewust is, dat laat ik aan u over. Mijnheer de minister-president, laat me toe een kort voorbeeld te geven, namelijk over de uitbreiding van de ring rond Brussel. Dat is toch een belangrijk gedeelte van het START-project. Enkele maanden geleden heb ik een schriftelijke vraag ingediend over de timing en de kostprijs van de ring rond Brussel. Ik heb lang moeten wachten op dat antwoord het zij zo. Maar een van de antwoorden was dat er nog geen bedragen bekend waren voor dat project. Dat lijkt me hoogst eigenaardig, vooral als het project met zoveel bravoure wordt gelanceerd.
Als ik dan het rapport van de Mobiliteitsraad van Vlaanderen (MORA) van, denk ik, november 2009 even napluis, dan merk ik dat daar wel bedragen in staan. In het kader van de missing links zou het gedeelte Zaventem 135 miljoen euro kosten en het gedeelte Brussel Noord 145 miljoen euro. Dat staat in schril contrast met het antwoord op mijn schriftelijke vraag. Mijnheer de minister-president, wat is het nu?
De voorzitter : Minister-president Peeters heeft het woord.
Minister-president Kris Peeters : Mijnheer Reekmans, ik wil eerst iets verduidelijken. De dag dat ik moest spreken bij Voka was er hevige sneeuwval. Ik ben daar dus niet geraakt. Als u verwijst naar wat is verschenen over mijn toespraak, dan moet ik u zeggen dat ik daar niet gesproken heb. (Gelach)
Ik was daar niet. (Opmerkingen van de heer Peter Reekmans)
Mijnheer Reekmans, u zult in uw carrière ongetwijfeld nog andere zaken met de media meemaken. Ik maak me daar niet druk om. Men heeft me toegedicht dat ik daar was, maar ik was er niet. Mijn adjunct-kabinetschef, die daar wel was, heeft toen gesproken. En natuurlijk neem ik alle verantwoordelijkheid, zeker de politieke, van de woorden die hij daar heeft uitgesproken op mij. U bent nu gewaarschuwd dat u toch even moet checken of de persoon in kwestie er wel is geweest vooraleer een vraag te stellen.
Mijnheer Sanctorum, u had het over mist. Ik ga ervan uit dat u de vraag over de ring hebt gesteld aan minister Crevits. Ik heb haar antwoord niet bij. Ik wil er u wel op attent maken dat als een minister bedragen bekend maakt over de kostprijs, die natuurlijk ook gefundeerd en gebudgetteerd moeten zijn of gebudgetteerd moeten kunnen worden. (Opmerkingen van de heer Hermes Sanctorum)
Met alle respect, maar de MORA kan iets gemakkelijker cijfers en bedragen citeren. Ik wil daar niet verder over discussiëren. Het is een zaak van minister Crevits. Als u dat mist noemt, wil ik dat toch wat nuanceren. Als we dan al bedragen lanceren, is het, spijtig genoeg, en zeker in het verleden, voorgekomen dat ze na het finaliseren van het werk met een bepaalde coëfficiënt verhoogd moesten worden. Daarmee geef ik toch enige duiding bij uw opmerking over de mist. Het is heel belangrijk om tekst en uitleg te geven. Het is geen enkel probleem om hier informatie te geven als er een vergadering is geweest. Ook over de strategische visienota kunnen we hier verder discussiëren.
Vijf jaar na de goedkeuring van het START-project is het belangrijk te onderstrepen dat er projecten zijn gerealiseerd en dat er een aantal in de eindfase zijn. Er is heel wat werk gepresteerd. De oppositie zal dat downsizen, wat ik tot op zekere hoogte kan begrijpen.
In het kader van een studie rond een bestuurlijke visie is binnen het departement Mobiliteit en Openbare Werken (MOW) een afdeling Luchthavenbeleid opgericht. Het masterplan Machelen-Vilvoorde, dat betrekking heeft op de reconversiezone, is goedgekeurd en de Vlaamse Regering heeft politieke acties ondernomen in het gedeelte waarvoor verschillende opties voorlagen. In het verlengde daarvan zijn in dit gebied een aantal brownfieldconvenanten afgesloten. Vlaanderen investeert de komende jaren via hefboomkredieten 20 miljoen euro in de realisatie van dit gebied. Dat is niet onbelangrijk. Over de noordelijke ontsluiting van de luchthaven is beslist, en dat is in uitvoering. De resultaten van de beslissing zijn intussen ook duidelijk te zien op het terrein. De dertien extra buslijnen van De Lijn zijn ingevuld, evenals de frequentieverhoging op een aantal bestaande lijnen. De doorstromingsmaatregelen zijn in uitvoering en inzake arbeidsmarktbeleid is er eveneens vooruitgang geboekt.
Anderzijds valt niet te ontkennen dat er inzake een aantal andere projecten nog een aantal stappen moeten worden gezet. Samen met andere leden van de Vlaamse Regering wil ik volop inzetten op de realisatie van die projecten. Ik vermeld hier onder meer de Strategische Visie Zaventem 2025 van de luchthaven en haar strategische projecten: de realisatie van het bedrijventerrein Meise-Westrode, de optimalisering van de ring rond Brussel. Dat is allemaal nog niet gerealiseerd, en daarvoor moet nog een weg worden afgelegd.
Wat het eerste punt betreft, heeft mijn kabinet aan de administratie gevraagd om een nota met een plan van aanpak voor te leggen. Wat de overige punten betreft, is het van cruciaal belang dat de procedures worden vereenvoudigd zodat investeringsprojecten sneller kunnen worden gerealiseerd.
We wachten ook niet af. Wat betreft de realisatie van het bedrijventerrein Meise-Westrode, stelde de Vlaamse Regering eind december 2009 de actualisering van het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen voorlopig vast. Het bedrijventerrein Meise-Westrode wordt daarin beschouwd als een specifiek economisch knooppunt. Op die manier zetten we een dossier dat de Vlaamse Regering in januari 2008 had goedgekeurd, maar dat de Raad van State had geschorst, opnieuw op de rails.
Wat de Raad van State betreft de heer Bouckaert is weg hoewel dit hem mogelijk had kunnen interesseren , heb ik eind vorig jaar een goed en constructief gesprek gehad met de voorzitter van de Raad van State en met de voorzitter van de 10e kamer, de heer Roger Stevens. Hieruit zijn een aantal concrete resultaten voortgevloeid. De vertegenwoordigers van de Raad van State verzekerden me dat de achterstand in de afhandeling van de dossiers Ruimtelijke Ordening op korte termijn zal worden weggewerkt. Er zal worden onderzocht hoe in de toekomst kan worden omgegaan met vormgebreken en de interpretatie daarvan. Indien de Raad van State snel een vormgebrek constateert, kan de overheid ook proberen dit snel recht te zetten.
Ik heb het voorbeeld gegeven van de ring rond Asse. Er is een niet-bindend advies van een adviescomité gevraagd. Het was zo georganiseerd dat er in de voormiddag een vergadering was en wanneer het quorum niet werd behaald, er in de namiddag opnieuw werd vergaderd en een advies werd afgeleverd. De Raad van State heeft de beslissing van de regering over de ring rond Asse vernietigd omdat hij ervan uitging dat het adviesorgaan niet rechtsgeldig was samengeroepen. Alles werd dus terug naar af verwezen.
Er is een ander voorbeeld. We hebben in een dossier een advies van de Raad van State wegens hoogdringendheid gevraagd. Dat advies is afgeleverd. Nadien heeft de Raad van State geconstateerd dat men een gewoon advies had moeten vragen. Om die reden is de beslissing van de Vlaamse Regering vernietigd.
Als men zeer snel vaststelt dat er een vormgebrek is, dan kunnen we zeer snel reageren. Als het acht jaar of langer duurt vooraleer er een uitspraak komt en we dan pas aanpassingen moeten doen, dan begrijpt u dat deze situaties moeten worden vermeden. De Raad van State heeft gezegd dat hij dit probleem begrijpt en dat hij snel beslissingen zal nemen zodat wij snel kunnen corrigeren als er een vormgebrek zou zijn.
Er is nog een ander interessant item aangehaald: de toepassing van artikel 14ter van de gecoördineerde wetten op de Raad van State. Ook de commissie-Berx zal hierover waarschijnlijk voorstellen doen. Er is het particuliere belang wat een heel belangrijk belang is , en er is het algemeen belang. In welke mate kan de Raad van State een afweging maken en zeggen dat het algemeen belang primeert op het particulier belang en dus geen vernietiging uitspreken? Artikel 14ter geeft een aantal mogelijkheden. Er is over gediscussieerd of de Raad van State dat ambtshalve en van rechtswege kan inroepen en toepassen. In het verleden is dat in een aantal gevallen in de sector onderwijs gebeurd. Er is afgesproken dat al onze advocaten die optreden voor de Vlaamse overheid, zullen motiveren waarom artikel 14ter in een dossier kan worden toegepast. Op die manier kan er een belangenafweging gebeuren. Zeker bij schorsingsvragen is dit een mogelijkheid. Voor vernietigingsvragen dient een onderzoek verder uit te maken in welke mate een aanpassing van de wetgeving zich opdringt. Ik ga ervan uit dat de commissie-Berx ons hierin ook wat zal helpen. In het voorjaar is een tweede gesprek gepland met de Raad van State.
Het is heel belangrijk om de zaken in verband met ruimtelijke ordening te onderzoeken. Ook in het dossier van het bedrijventerrein Meise-Westrode zaten er twee delen. Er was een deel wegenwerken en een deel over een al dan niet juiste interpretatie van het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen. Het gaat om heel delicate afwegingen, waar de Raad van State toch bepaalde opties en vernietigingen heeft uitgesproken.
U zegt dat er in Zaventem veel jobs verloren zijn gegaan. Ik kan u verzekeren dat de discussie over de nachtvluchten een delicate discussie is waar afwegingen moeten worden gemaakt. Elk weekend krijg ik 1400, soms wel 2000, berichten er zitten natuurlijk systemen achter van mensen die worden gestoord tijdens het weekend en tijdens de nacht. Het is dus een heel delicate problematiek waarin we een juiste afweging moeten maken tussen het economische aspect en de kwaliteit van het leven van de mensen die rond de luchthaven wonen. Ook daar moeten we rekening mee houden.
Dat neemt niet weg dat het exploitatiekader vandaag nog steeds niet uitgaat van een balanced approach, waarbij enerzijds het kader voor maatregelen op het niveau van de exploitatie van de luchthaven eenduidig en voor een lange termijn is vastgesteld en waarbij anderzijds niet alle hindermaatregelen via exploitatiebeperking worden afgedwongen, maar ook via maatregelen op het vlak van ruimtelijke ordening en leefmilieu. Ik ga er toch van uit en ik wil dat hier benadrukken dat Vlaanderen via eigen bevoegdheden ook hier recent vooruitgang heeft geboekt door voorstellen te lanceren met betrekking tot het onderzoeken van het hanteren van een luchthaventoets, naar aanleiding van het planningsproces van het Vlaams Strategisch Gebied rond Brussel. De luchthaventoets zal bekijken in welke mate het in de luchthavenregio aangewezen is herbestemmingen van woongebieden door te voeren, alsook de beslissing in het kader van het actieplan Geluid voor de luchthavenregio, in uitvoering van de Europese richtlijn voor omgevingslawaai.
Dat zijn toch een aantal belangrijke stappen.
Ik denk dat u weet dat wij sneller investeringsprojecten willen realiseren. Vandaar die twee commissies: een in de schoot van dit parlement en een in de schoot van de Vlaamse Regering onder leiding van gouverneur en professor Cathy Berx. De bedoeling is dat we vrij snel, in februari of maart, rapporten krijgen en dat we dan de zaak verder bekijken. Dan zal ook blijken hoe de optimalisatie van de ring kan worden versneld. Dit ontslaat ons niet van de verplichting om de huidige procedures te volgen en om de inspraak en wat we moeten doen in het kader van de Europese wetgeving zeer strikt op te volgen. Anders hebben wij ook daar gerechtelijke procedures.
Voor de ring is er in de zones Zaventem en Vilvoorde al een hele weg afgelegd. De plan-MER loopt. We hopen in de loop van dit jaar de GRUP-procedure te kunnen starten los van de daarnet geciteerde bedragen.
Nog andere dossiers en projecten van zeer cruciaal belang passen binnen START. Ik veronderstel dat daarover vooral minister van Mobiliteit en Openbare Werken Crevits de nodige verdere tekst en uitleg geeft.
Het START-programma is al een tijdje geleden opgestart en dus is een actualisering nodig. Om die reden is door de Vlaamse Regering in november 2009 een plan van aanpak van het START-programma voor de toekomst aangenomen. Het is de bedoeling om via een aantal sporen versterkt te werken aan een volwaardig flankerend beleid. Dit geldt zeker voor mobiliteit en openbare werken. De afgelopen maanden heeft de Vlaamse Regering een aantal beslissingen genomen. Andere beslissingen worden voorbereid. Op dit moment wordt alles geïnventariseerd.
Ik kan u enkele voorbeelden geven. De Lijn Vlaams-Brabant zal in het voorjaar van 2010 de nachtbus 620 Zaventem-Luchthaven-Anderlecht-Erasmus opstarten. De realisatie van dit project past in de mobiliteitsmaatregelen voor het verbeteren van de regionale arbeidsmobiliteit ten gevolge van de Banenconferentie van 14 juli 2008. In het kader van de beslissing door de Vlaamse Regering van het Masterplan Machelen-Vilvoorde werden een aantal mobiliteitsmaatregelen goedgekeurd. Het betreft onder meer de verlenging van een aantal buslijnen. De Vlaamse Regering keurt in mei van dit jaar een eerste reeks brownfieldconvenanten in de regio goed. Dat betekent eveneens de goedkeuring van een aantal mobiliteitsmaatregelen. Dit alles toont aan dat we ook daar volop mee bezig zijn.
De inventarisatie van alle maatregelen loopt volop. Op een volgende bijeenkomst van de START-taskforce zullen de leden daarover geïnformeerd worden. Er zullen ook andere initiatieven worden genomen.
Mevrouw de voorzitter, collegas, de conclusie is dat het START-project heel belangrijk is voor de regio. U verwees naar de haven van Antwerpen. Die is ook heel belangrijk. We hebben daar nu toch dat dossier opgelost. Ook in deze legislatuur zal het START-project, dat zo belangrijk is voor die andere regio, verder worden aangepakt. Daar zijn heel wat bijkomende elementen aan toegevoegd. Een ervan is de Raad van State. Doordat we daar al wat verder zitten, worden er door ons in overleg nog andere elementen aan toegevoegd. Elke maatregel en elke beslissing die wij kunnen nemen om het START-project in al zijn facetten uit te voeren, zullen wij de volgende weken, maanden en jaren nemen.
De voorzitter : De heer Reekmans heeft het woord.
De heer Peter Reekmans : Mijnheer de minister-president, bedankt voor uw antwoord. Ik blijf met één ding toch fameus op mijn honger zitten. Ik heb op een economische vraag heel veel mobiliteitsantwoorden gekregen. Ik had vanmiddag niet moeten spijbelen in mijn eigen commissie, want ik weet ook wel wat er is gerealiseerd.
De collegas van CD&V en sp.a die net het woord hebben gevoerd, moeten de meerderheid bewieroken en pakken natuurlijk graag uit met de realisaties bij het openbaar vervoer. Maar ik vind het opmerkelijk dat de regeringspartij N-VA u vandaag vraagt wat de strategische visie is. Meerderheidspartijen zouden toch moeten weten wat de strategische visie van hun beleid is. Blijkbaar is die onwetendheid vandaag het geval met betrekking tot START. Dat bewijst dat START niet werkt zoals het zou moeten werken.
Ik wil geloven dat u heel veel hebt gerealiseerd, maar u hebt mij op twee zaken niet geantwoord. Uw voorganger had het in 2004 over 20.000 extra jobs. Mijn bijkomende vraag is heel concreet: hoeveel jobs zijn er gerealiseerd door START sinds 2004? U antwoordt ook niet op mijn bemerking dat er 30 percent minder cargovervoer is en 8 percent minder passagiersvervoer. Als START zou hebben gewerkt, hadden we een stijging gehad van het passagiersvervoer in Zaventem en niet in Charleroi. Vandaag is er een stijging van 33 percent in Charleroi. U hebt op deze belangrijke cijfers geen enkel antwoord gegeven. Ik vraag u dus of we een verlies hadden gehad van 8 percent passagiersvervoer en van 30 percent cargovervoer indien START had gewerkt.
Minister-president Kris Peeters : Mevrouw de voorzitter, mijnheer Reekmans, ik ben goed geplaatst, gezien mijn vorige professionele activiteiten, om te weten dat een regering en zeker een minister geen werkgelegenheid creëren.
Er zijn premiers geweest die 200.000 jobs hebben aangekondigd en die dan door middel van zeer intelligente berekeningen konden zeggen dat zij daarin waren geslaagd. Maar het is niet de politiek die werkgelegenheid creëert. Wij moeten alles doen om de omgevingsfactoren te creëren en ervoor te zorgen dat ondernemers kunnen doen waar ze goed in zijn: ondernemen en werkgelegenheid creëren.
U zult mij niet betrappen op zeer mooie woorden en mooie titels in de kranten. Een economische crisis of een dynamiek of een beslissing in een hoofdkantoor kan ervoor zorgen dat wat iedereen graag zou hebben niet wordt gerealiseerd. De overheid moet geen werkgelegenheid creëren. Zij kan dat trouwens niet, tenzij bij haar eigen diensten, maar wij zijn er geen voorstander van om het aantal ambtenaren nog verder te laten stijgen.
U verwijst naar Charleroi en Zaventem. De luchtvaart heeft zware klappen gekregen. De mensen kiezen meer dan ooit voor lowcostvluchten. Ryanair en dergelijke hebben in de crisisperiode extra passagiers kunnen aantrekken ten nadele van de anderen. Dat is voor de ene dus goed nieuws, voor de andere slecht. Uw redenering was: mocht die lowcostterminal er al geweest zijn, dan had u misschien een deel van de koek naar u toe kunnen trekken. Wij zijn er om een paar dingen mogelijk te maken, maar het zijn BIAC en anderen die ervoor moeten zorgen dat die lowcostterminal gebouwd wordt. Dat kan ik zelf niet. Wij moeten voor de noodzakelijke vergunningen zorgen, maar ook daar ging een hele discussie aan vooraf. Het is niet zo eenvoudig als u misschien wenst om die lowcostdynamiek volledig aan START toe te wijzen.
START is meer dan mobiliteit, maar het is belangrijk om mensen naar die regio te krijgen, zeker als daar een luchthaven is en heel wat bedrijven gevestigd zijn. De hele mobiliteit, zowel openbaar vervoer als het woon-wegverkeer als het spoor, moet u niet onderschatten. De dynamiek van deze regio is zeker voor een groot deel gelegen in een coherent antwoord inzake mobiliteit. Dat wil niet zeggen dat er niet ook nog andere zaken moeten worden uitgevoerd. Dat zal nu gaan versnellen. Heel de Vlaamse Regering staat daar achter.
De voorzitter : De heer Reekmans heeft het woord.
De heer Peter Reekmans : Natuurlijk hebt u gelijk, mijnheer de minister-president, maar de vraag is hoe het komt dat die lagekostenterminal er met Pasen 2009 niet gekomen is. Daar moet de Vlaamse Regering zich eens over buigen.
Onze geluidsnormen hebben daarin een grote rol gespeeld. Bekijk eens de investeringen in de regio rond Charleroi. Vergelijk de investeringen van de Waalse en de Vlaamse Regering met START eens met elkaar. In Wallonië heeft men met een minimum aan investeringen een maximum aan rendement weten te bereiken. Het passagiersvervoer is met 33 percent gestegen. Wij hebben er veel meer geld tegenaan gegooid en noteren een daling van 8 percent. Los van START moet de Vlaamse Regering zich daar eens dringend over buigen.
De voorzitter : Minister-president Peeters heeft het woord.
Minister-president Kris Peeters : In 2005 heb ik een twintigtal uur onderhandeld met de federale regering, dat was toen nog met premier Verhofstadt. Brussel heeft geluidsnormen uitgevaardigd, en die zaak is nog altijd niet opgelost. De discussie ging vooral over het aantal mensen dat hinder ondervond. Men heeft geprobeerd een antwoord te vinden op het mogelijke vertrek van DHL. Men wou die hub het liefst in Zaventem houden. Ik kan ook geluidsnormen uitvaardigen, voor Vlaanderen dan, maar is dat wijs? Is dat in het voordeel van Vlaanderen en van de luchthaven? De discussie met de federale en de Brusselse regering was toen zeer heftig. Dat lag delicaat voor alle regeringen. De discussie is trouwens nog altijd niet afgerond. Dat debat wordt verder op het federale niveau gevoerd. Staatssecretaris Schouppe heeft voorstellen gedaan en elementen gewijzigd. Het is niet zo eenvoudig of eenduidig dat Vlaanderen dat helemaal zou kunnen oplossen.
De voorzitter : Het incident is gesloten.