Commissie voor Leefmilieu en Natuur, Landbouw, Visserij en Plattelandsbeleid en Ruimtelijke Ordening en Onroerend Erfgoed Vergadering van 02/10/2008
Interpellatie van de heer Bart Martens tot mevrouw Hilde Crevits, Vlaams minister van Openbare Werken, Energie, Leefmilieu en Natuur, over het niet halen van de Europese richtlijn inzake geluidshinder
De voorzitter: De heer Martens heeft het woord.
De heer Bart Martens: Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister, op 18 juli 2008 is de Europese deadline verstreken voor het opstellen van actieplannen tegen geluidshinder, op basis van de Europese richtlijn ter zake. Maar die hebben we dus, jammer genoeg, niet gehaald. Nochtans wordt een op drie Vlamingen gehinderd door lawaai, met name verkeerslawaai, zo lezen we in het Milieu- en Natuurrapport Vlaanderen. Daarmee is geluidshinder het belangrijkste hinderprobleem in Vlaanderen. De geluidshinder in Vlaanderen is een groter maatschappelijk probleem dan in andere Europese landen, waar gemiddeld maar een op vijf gehinderd wordt door lawaai.
Geluidsoverlast, mevrouw de minister, zorgt ook voor gezondheidsproblemen, zoals te hoge bloeddruk, hartziekten of zelfs leerachterstand bij kinderen. Volgens het Milieu- en Natuurrapport 2007 gaan in Vlaanderen jaarlijks 19.000 gezonde levensjaren verloren door geluidsoverlast. Lawaai komt daarmee op de tweede plaats van milieufactoren die onze gezondheid beïnvloeden, na luchtvervuiling.
Hoog tijd dus voor afdoende maatregelen. Door de slechte situatie in Vlaanderen is een beleid ter zake cruciaal. Toch talmt u blijkbaar, mevrouw de minister, want we lopen serieus achter met de uitvoering van de Europese richtlijn inzake omgevingslawaai. Volgens deze richtlijn moeten de lidstaten geluidsbelastingskaarten opmaken voor de belangrijkste autowegen, spoorwegen, agglomeraties en luchthavens. Deze kaarten moeten de huidige situatie rond geluidshinder in kaart brengen. De geluidsbelastingskaarten moesten klaar zijn tegen 30 juni 2007.
De Vlaamse Regering schoot echter pas in september 2007 in gang, nadat de Europese Commissie Vlaanderen op de vingers tikte en er zelfs mee dreigde om de zaak voor te leggen aan het Europees Hof van Justitie. In september 2007 werd dan een besluit goedgekeurd waarin de auto- en spoorwegen opgesomd worden waarvoor kaarten zullen worden opgemaakt en welke administraties voor welke kaarten verantwoordelijk zijn.
Op basis van deze geluidsbelastingskaarten - want die zijn uiteindelijk nog maar het begin - moeten vervolgens actieplannen worden opgemaakt om de in kaart gebrachte geluidsproblemen te milderen of op te lossen. Deze actieplannen, die tot stand moeten komen na inspraak van de bevolking, moesten klaar zijn op 18 juli 2008. Maar aangezien Vlaanderen niet eens beschikt over geluidsbelastingskaarten, staan we met de actieplannen blijkbaar nog nergens.
Mevrouw de minister, hoever staan we met de uitvoering van de Europese Geluidsrichtlijn? Zijn de geluidsbelastingkaarten ondertussen al opgesteld? Zo neen, voor welke lijninfrastructuren en agglomeraties moeten nog geluidsbelastingkaarten worden opgemaakt? Wat zijn de belangrijkste knelpunten? Tegen wanneer worden alle geluidsbelastingkaarten definitief goedgekeurd?
Hoever staat de regering met de opmaak van de geluidsactieplannen? Zullen de doelstellingen van het Vlaamse milieubeleidsplan gehaald worden, namelijk de langetermijndoelstelling van vermindering van ernstig geluidsgehinderden van 18 percent vandaag tot 15 percent in 2010 en 10 percent in 2020? Welke geluidsbeperkende maatregelen werden intussen al genomen in uitvoering van of in afwachting van de geluidsactieplannen?
Wilt u overwegen de subsidies voor geluidswallen en -schermen ook al vanaf een lagere geluidsbelasting van de vandaag bepaalde 75 decibel toe te kennen, aangezien de beschreven gezondheidsproblemen ook bij lagere geluidsniveaus optreden? Ik hoor ook van een aantal burgemeesters die autosnelwegen en andere belangrijke gewestwegen door hun gemeente hebben lopen dat het Vlaamse Gewest blijkbaar pas tussenkomt in de investeringskosten van geluidsmuren als men een zeer hoog geluidsbelastingniveau haalt. Kunnen premies voor geluidsisolatie, zoals die vandaag bestaan in het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest soelaas bieden aan belangrijke verkeersaders en in de grote agglomeraties?
De voorzitter: Mevrouw Van den Eynde heeft het woord.
Mevrouw Marleen Van den Eynde: Ik heb in het voorjaar al een vraag gesteld in verband met de uitvoering van die Europese richtlijn inzake geluidshinder. Het was niet nieuw, mevrouw de minister. Toen hadden we al een achterstand in te halen. U zei dat we een tandje bij steken en zouden proberen nog op tijd klaar te geraken. Nu blijkt dat u daar tot op heden niet in geslaagd bent.
Wat zijn dan de gevolgen vanuit Europa? Zijn er signalen geweest dat we daardoor in de problemen zouden kunnen geraken?
Het tweede deel van de vraag van de heer Martens gaat over het andere onderdeel waar u verantwoordelijk voor bent, mevrouw de minister: Openbare Werken en Mobiliteit. Ik heb daar ook een vraag over ingediend.
Mijnheer Martens, ik vind het eigenlijk een beetje hypocriet dat u nu komt zeggen dat u voorstander bent om het aantal decibels naar beneden te halen met betrekking tot module 5 van het mobiliteitsconvenant. Dan had u maar eerlijk moeten zijn en het voorstel van resolutie van ons moeten goedkeuren, want daarin hebben we gevraagd om de geluidsbelasting naar beneden te halen en de subsidiëring te veranderen.
Mevrouw de minister, ik weet niet of u daar nu onmiddellijk een antwoord op zult geven, want dat is natuurlijk de bevoegdheid van een andere commissie, maar ik denk dat dit dossier veel mensen bekommert. Ik stel vast dat heel veel besturen willen dat er geluidsschermen komen om de bevolking te beschermen tegen geluidsoverlast, maar dat de kostprijs zo hoog is dat ze uiteindelijk toch beslissen om dat niet te doen.
Ik kan als voorbeeld mijn eigen gemeente geven. Die had eerst gezegd geluidsschermen te willen. U hebt dan gepland dat er dit jaar geluidsschermen zullen komen, maar uiteindelijk is de gemeente geen vragende partij meer, want 450.000 euro kan de gemeente niet zomaar onmiddellijk ophoesten.
Het is echt wel een probleem dat om een oplossing vraagt. Ik weet niet of u een volledig antwoord zult geven, maar anders hoop ik dat u dat zult doen in de commissie voor Openbare Werken.
De voorzitter: Er zijn bepaalde criteria die men moet overschrijden voor een gemeente subsidie kan krijgen. In de oude tijden was dat volgens de politieke draagkracht van het parlementslid bij de minister. Als men geluk had, was de minister van dezelfde politieke partij, maar nu is dat geobjectiveerd en lukt dat veel minder, tenzij natuurlijk het lawaai voldoende is.
De heer Peumans heeft het woord.
De heer Jan Peumans: De module voor de geluidsschermen is algemeen bekend, maar ik denk, mevrouw de minister, dat die heel weinig succes heeft, om de doodeenvoudige reden dat de kostprijs voor de gemeenten gewoon niet te dragen is. Daar moeten we ons geen illusies over maken.
Mijnheer Martens, u hebt de opsomming gemaakt van autowegen, spoorwegen, agglomeraties en luchthavens. Mijn vraag is welke rol de luchthavens spelen. Dan bedoel ik ook de grensoverschrijdende. Men moet altijd eerst bezig zijn met de eigen achtertuin, heb ik geleerd in de politiek.
Het gaat niet alleen over Bierset, maar ook over het probleem van Zaventem ten opzichte van Brussel. Aangezien ze diep in Henegouwen ligt, vormt de luchthaven van Charleroi veel minder een probleem. De grensoverschrijdingen gaan van het Waalse en het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest naar het Vlaamse Gewest.
De vorige minister van Leefmilieu, de huidige minister-president, heeft in het kader van de problematiek van de nachtvluchten over een instituut voor de geluidskartering gesproken. Ik vraag me af of daar nog over wordt gesproken.
De geloofwaardigheid van de geluidskartering is natuurlijk afhankelijk van de kredieten die hiervoor ter beschikking worden gesteld. Ik herhaal de vraag die ik voortdurend moet stellen: welke kredieten voorziet de NMBS, de Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen? Het Vlaamse Gewest is helemaal niet betrokken bij het investeringsprogramma 2008-2012. Dat investeringsprogramma is geactualiseerd. De NMBS heeft verklaard iets te willen doen. Ik denk hierbij onder meer aan een aantal goederentreinen. De Montzenlijn loopt van Antwerpen naar het Duitse Ruhrgebied en wordt dag en nacht gebruikt. Wat het goederenvervoer betreft, is dat een van de drukste spoorwegen van het land. Ik vraag me af of de NMBS enige intenties heeft om iets te doen aan de geluidshinder.
Het is mogelijk om, zoals de heer Martens heeft gevraagd, geluidswallen en schermen langs autosnelwegen te plaatsen om het aantal decibels te verlagen. Ik vraag me af welke investeringen de minister plant. Ik zie dat nog steeds nieuwe huizen langs autosnelwegen worden gebouwd. Het is onvoorstelbaar hoeveel huizen langs de E313 worden gebouwd.
Ik denk dat de minister de evaluatie van de mobiliteitsconvenant al heeft overgemaakt. Ik heb nog een vraag over de module over de geluidsschermen in die convenant. Ik denk niet dat het hier een taak van de gemeentebesturen betreft. De gemeenten moeten niet opdraaien voor het lawaai dat door een autosnelweg wordt veroorzaakt. Mijn gemeente grenst toevallig over een grote lengte aan een autosnelweg. Spijtig genoeg is al het groen weggekapt. Ik wil geen euro uitgeven aan het lawaai dat hierdoor wordt veroorzaakt. Wij hebben hier geen schuld aan.
Mevrouw de minister, bestaat er al een investeringsplan? Bestaat er al een raming, vergelijkbaar met de uitvoering van de zuivering van het afvalwater? We weten ongeveer wat dat zal kosten. Ik zou graag weten over elk investeringsplan u al beschikt.
De voorzitter: De heer Glorieux heeft het woord.
De heer Eloi Glorieux: Mijnheer de voorzitter, ik sluit me graag bij deze interpellatie aan. Onlangs heb ik het oranje-paarse regeerakkoord nog eens nagelezen. De minister-president heeft tijdens zijn recentste Septemberverklaring immers verklaard dat dit akkoord ondertussen grotendeels is gerealiseerd.
Wat het leefmilieu betreft, heb ik in het regeerakkoord teruggevonden dat de Vlaamse Regering duidelijk vindt dat we, behalve in zeer uitzonderlijke gevallen, niet verder dan de Europese voorstellen mogen gaan. Wat de geluidshinder betreft, zullen we dit zelfs niet halen. Voor het overige zijn de ambities altijd torenhoog. Vlaanderen moet tot de vijf regio´s met de grootste economische ontwikkeling behoren. Als het om het milieu gaat, is de Vlaamse Regering heel wat minder ambitieus. Ik stel enkel vast dat dit ons op Europees vlak in grote problemen zal brengen.
Globaal gezien, stelt de heer Martens dat het verkeer de belangrijkste oorzaak van geluidsoverlast in Vlaanderen is. Ik vraag me af hoe de minister dit ziet evolueren. Het is de bedoeling de logistieke sector in ons land verder uit te bouwen. Het is de intentie her en der nieuwe terreinen voor logistieke bedrijven aan te leggen. Dit zal natuurlijk bijkomend verkeer aantrekken. Het gaat dan vooral om vrachtwagenverkeer. Ik denk hierbij ook aan de verdubbeling van het aantal rijstroken op de Brusselse ring. Houdt deze grenzeloze ambitie om Vlaanderen als transitland verder uit te bouwen ook rekening met de problematiek van de geluidshinder? We zijn nu al niet in staat om de Europese richtlijn te respecteren. Hoe past de minister de ambitie om de logistieke sector verder uit te bouwen, wat tot nog meer vrachtwagen- en autoverkeer zal leiden, in in onze problemen om de Europese richtlijn te respecteren?
Mijn tweede vraag sluit in feite aan bij de opmerkingen van de heer Peumans. Vooral het verkeer zorgt voor geluidsoverlast in Vlaanderen. In bepaalde streken gaat het natuurlijk in de eerste plaats om het lawaai van vliegtuigen. Dat geldt vooral in streken en woonwijken in de omgeving van vluchtroutes. Dit belangrijke probleem bestaat al jaren. De vraag is hoe we dit specifieke probleem inwerken in de maatregelen die we moeten nemen om de Europese richtlijn al dan niet te halen.
We moeten duidelijk zijn. Wat door vliegtuigen veroorzaakte geluidshinder betreft, is isolatie weinig doeltreffend. Dat is te wijten aan de specifieke frequentie van het door vliegtuigen geproduceerde geluid. Het is blijkbaar de ambitie om het aantal passagiers- en vrachtvluchten in de toekomst nog uit te breiden. Hoe wil de minister dat in overeenstemming brengen met de noodzaak om aan de Europese richtlijn inzake geluidshinder te voldoen?
De voorzitter: Minister Crevits heeft het woord.
Minister Hilde Crevits: Mijnheer de voorzitter, aangezien heel wat vragen kunnen worden gebundeld, zal ik trachten een gestructureerd antwoord te geven.
Volgens de heer Martens talm ik op dit ogenblik met de uitvoering van de richtlijn. Ik vind dit eigenaardig. De richtlijn dateert pas van 2002 en is pas tijdens deze legislatuur, in 2005, in Vlaamse regelgeving omgezet. Indien tijdens de vorige legislatuur met deze omzetting spoed was gemaakt, zouden we nu misschien wat verder hebben gestaan. Dat is het verleden. Ik hou er niet van daar altijd naar te verwijzen. (Opmerkingen van de heer Bart Martens)
Ik denk enkel dat de geschiedenis haar rechten heeft.
De heer Martens weet allicht dat dit jaar voor 10 miljoen euro aan bijkomende middelen is vrijgemaakt. Dit is trouwens in de Septemberverklaring aan bod gekomen. Ik zal straks nog iets over de modules zeggen. Niet zo lang geleden zijn in de commissie voor Openbare Werken nog interessante discussies over een aantal mogelijke ingrepen gevoerd.
De Europese richtlijn, die uiteindelijk op 22 juli 2005 in Vlaamse regelgeving is omgezet, stelt dat van alle belangrijke wegen, spoorwegen en luchthavens en van bepaalde agglomeraties geluidsbelastingskaarten moeten worden opgemaakt. Ik zal even de stand van zaken op dit ogenblik schetsen.
We moeten kaarten maken van alle wegen die jaarlijks meer dan 6 miljoen voertuigpassages kennen. Dit betekent dat we van 1900 kilometer van het Vlaamse wegennet geluidsbelastingskaarten moeten maken. We zijn daar volop mee bezig. Hoewel ik besef dat dit gevaarlijk is, wil ik zelfs een timing meedelen. Dit zou tegen eind oktober 2008 moeten worden afgerond. Dat is het einde van deze maand al.
De geluidsbelastingskaarten voor alle belangrijke wegen zijn al uitgerekend. Op dit ogenblik wordt aan het eindrapport gewerkt. Alle input- en outputgegevens worden overgezet. Ik heb in de loop van de zomer gezien hoe dergelijke kaarten worden gemaakt. Dat werkt met kleuren en met zones. Die kaarten geven aan dat de belasting afneemt naarmate iemand zich verder van een zone verwijdert.
De actieplannen zullen uiteraard pas worden opgesteld als we over de geluidsbelastingskaarten beschikken. Iemand heeft daarnet naar de watersector verwezen. Eerst is een globaal kaartje uitgetekend. Pas daarna zijn de actieplannen opgesteld. We zullen eerst de geluidsbelastingskaarten opstellen om de globale toestand in kaart te brengen. Op basis daarvan kunnen de typische conflicten en knelpunten worden onderzocht.
Wat het spoorwegverkeer betreft, is de studie afgerond. De geluidskaarten zijn ontwikkeld. De NMBS heeft het wettelijk verplicht advies over deze kaarten geleverd. De geluidskaarten kunnen dan ook eerstdaags ter goedkeuring aan de Vlaamse Regering worden voorgelegd. In het besluit staat ook de verplichting dat de geluidskaarten op de website moeten komen als ze goedgekeurd zijn. Ze zullen dus voor iedereen beschikbaar zijn.
Op basis van de criteria van de richtlijn is er op het Vlaamse grondgebied één luchthaven waarvoor een geluidsbelastingkaart moet worden opgemaakt. Dat is Brussels Airport. De twee andere regionale luchthavens in Vlaanderen vallen niet onder de normen van de richtlijn. Een geluidskaart voor deze luchthaven kan worden afgeleid uit het geluidscontourenrapport dat de luchthaven jaarlijks dient op te stellen in het kader van haar milieuvergunning. Ondertussen werd ook het wettelijk verplichte advies van The Brussels Airport Company over deze kaarten verkregen. De geluidskaarten kunnen dan ook in de komende weken naar de regering.
De steden Gent en Antwerpen werden aangeduid als agglomeraties die gekarteerd moeten worden in de eerste fase van de richtlijn. Mijn administratie heeft een studie laten uitvoeren waarin een geluidsmodel werd ontwikkeld dat is aangepast aan de gegevens die bij de steden beschikbaar zijn. Deze studie werd begin dit jaar afgerond. De nodige software werd bij de betrokken stedelijke diensten geïnstalleerd en de opleiding voor het gebruik ervan werd gegeven. De diensten van de steden werken samen om met behulp van dit geluidsmodel nu de nodige kaarten aan te maken. Op de begroting van de samenwerkingsovereenkomst Leefmilieu werd 300.000 euro voorbehouden om de steden hierbij te ondersteunen. Hiervoor moet met hen een overeenkomst worden afgesloten. De steden Antwerpen en Gent hebben echter de indiening van een project nog niet afgerond. We zijn in dialoog. Een paar weken geleden heb ik nog een brief gestuurd naar de colleges van de beide steden om hen nogmaals aan te zetten om de berekening van de geluidskaarten zo snel mogelijk uit te voeren. Eens men eraan begint, gaat het wel vrij vlot.
Mijnheer Martens, ik erken volledig dat bij de opmaak van de geluidskaarten vertraging werd opgelopen. Dat heeft voornamelijk te maken met de beschikbaarheid van de juiste basisgegevens. Dat is een gigantische operatie. 1900 kilometer wegen is niet niks. Men heeft een enorme massa verkeersgegevens en geografische informatie nodig. Het is ook de allereerste keer dat in Vlaanderen op dergelijke schaal geluidskaarten worden opgemaakt. Het zal straks een bijzonder nuttig instrument zijn. We merken daarbij trouwens, mijnheer Glorieux, dat niet alleen wij, maar ook heel wat andere lidstaten van de Europese Unie vertraging hebben opgelopen ten aanzien van de in de richtlijn voorgeschreven uitvoeringstermijnen. Ik geloof dat uit mijn overzicht blijkt dat er momenteel absoluut werk van gemaakt wordt. Ik sta erop dat de kaarten opgemaakt worden.
De Europese richtlijn schrijft voor dat geluidsactieplannen moeten worden opgesteld op basis van de informatie uit de geluidskaarten. We kunnen dus pas met de actieplannen starten als we alle kaarten volledig ter beschikking hebben.
Voor weg- en spoorverkeer is er het engagement dat tegen het eind van het jaar een eerste tussentijds actieplan wordt ontwikkeld. Dat zal aan de Europese Commissie worden overgemaakt. Daarnaast zal mijn administratie op korte termijn een onderzoek doen om de informatie uit de kaarten nauwkeurig te analyseren. Op basis van dat onderzoek zal worden nagegaan welke strategie het meest aangewezen is om de prioritaire problemen op een efficiënte en objectieve manier aan te pakken.
Mevrouw Van den Eynde, inzake module 5 wil ik verwijzen naar een discussie in de commissie voor Openbare Werken. U verwees daar ook naar, mijnheer Peumans. Er werd mij gevraagd of ik de normen onmiddellijk kon veranderen. Ze lagen te hoog en de investeringen waren te zwaar. Ik heb gezegd dat voor mij van belang is dat we de kaarten hebben. Dan pas moeten we bekijken zien hoe we de Europese parameternormen kunnen finetunen. Ons ondersteuningsbeleid moet sterk geënt zijn op de kaarten en de hinderniveaus.
Met betrekking tot de luchthaven van Zaventem kan ik u zeggen dat de voorbereidende studies volledig klaar zijn. Er is overleg geweest tussen mijn kabinet en dat van minister Van Mechelen in aanwezigheid van de betrokken administraties.
Een eerste stap inzake de vermindering van de geluidshinder afkomstig van de luchthaven werd inmiddels reeds gezet door de aanpassing van de bijzondere voorwaarden door de deputatie van Vlaams-Brabant. Ik kom daar straks op terug. Aangezien daar een beroep tegen is ingespannen, kan ik hierover op dit moment geen verdere uitspraken doen.
Of Vlaanderen in 2010 de plandoelstellingen uit het milieubeleidsplan Mina3+ zal halen, kan ik vandaag niet vaststellen. Het zal echt niet eenvoudig zijn. Ik bevestig dat er eind dit jaar tussentijdse actieplannen komen. Daarmee kunnen we aantonen dat er stappen worden gezet om te voldoen aan de richtlijn Omgevingslawaai.
De bestaande maatregelen zijn uiteraard geen maatregelen in uitvoering van de kaarten, mijnheer Martens. De plaatsing van geluidsschermen langs gewestwegen via het subsidiëringmechanisme is inderdaad aan evaluatie onderhevig. Er zijn ook diverse flankerende maatregelen ter ondersteuning van een duurzaam lokaal mobiliteitsbeleid, waarbij vermindering van de geluidshinder een doelstelling kan zijn, via het subsidiëringmechanisme uit module 15 van het Mobiliteitsconvenant. Bij de heraanleg van wegdekken wordt vandaag al rekening gehouden met akoestische eigenschappen. Milderende maatregelen worden getroffen als daar de noodzaak toe blijkt uit milieu-effectrapporten.
Mijnheer Peumans, u maakte terecht de opmerking dat men wel een plan kan maken, maar dat men daar dan ook zijn beleid moet naar richten. Met betrekking tot de geluidsniveaus voor weg- en spoorverkeer is momenteel een ambtelijk overleg aan de gang tussen het departement Leefmilieu, Natuur en Energie, het departement Mobiliteit en Openbare Werken, het Agentschap Wegen en Verkeer, de NMBS en anderen. Ook de dienst Milieu & Gezondheid en een wetenschappelijke expert inzake geluidseffecten maken deel uit van deze overleggroep. De financiële, juridische en praktische haalbaarheid van verschillende denksporen voor het nemen van maatregelen bij overschrijdingen van deze geluidsniveaus en ter voorkoming van overschrijdingen en van hun kosteneffectiviteit zullen daar verder worden onderzocht. We moeten inderdaad komen tot de opeenvolging van plan, actieplan, prioriteitstelling voor financiering en financiering.
De mogelijkheden die bestaan voor de toepassing van geluidsisolatie zullen samen met de andere mogelijke maatregelen worden bekeken, onder andere in de eerder vermelde studie. We onderzoeken momenteel of een hindertaks op Vlaams niveau mogelijk is om hiermee eventueel isolatie- en andere maatregelen rond de luchthavens te financieren.
Mijnheer Peumans, ik heb niet opgezocht of de luchthaven van Bierset de normen overschrijdt. Ik zal dat laten opzoeken. De Vlaamse regionale luchthavens vallen in elk geval niet onder de richtlijn.
De voorzitter: De heer Martens heeft het woord.
De heer Bart Martens: Ik dank u voor uw antwoord, mevrouw de minister. U hoeft zich niet persoonlijk aangevallen te voelen, de hele Vlaamse Regering is hier in gebreke gebleven.
Die richtlijn mag dan al van juli 2002 dateren. Meestal krijgt men wel anderhalf jaar of bijna twee jaar om een dergelijke richtlijn om te zetten. Nog belangrijker dan de omzetting is de toepassing van de afspraken die daarin gemaakt zijn. Ondertussen zijn we in deze legislatuur bijna vijf jaar verder. Het is dan ook niet meer dan normaal dat wij vanuit onze controlerende bevoegdheid vragen hoe het zit met de toepassing van niet alleen de richtlijn, maar ook van het decreet. Wat dat betreft, hoor ik dat zelfs op het niveau van de geluidsbelastingkaarten nog een serieuze weg te gaan is. Toegegeven, voor de wegen, voor de luchthaven Zaventem, voor de spoorwegen is men vrij ver gevorderd. Dat neemt niet weg dat we ook hier nog op een definitieve goedkeuring van die geluidsbelastingkaarten wachten. We kijken reikhalzend uit naar die eerste geluidsactieplannen, waar de feitelijke maatregelen in getroffen moeten worden. Het is goed dat daar extra geld voor is uitgetrokken.
Het idee van een hindertaks is zeer waardevol. Dat is conform het beginsel ´de vervuiler betaalt´. De grote geluidsbronnen moeten inderdaad opdraaien voor de geluidsschade en de daarvan afgeleide gezondheidsschade enzovoort, die ze veroorzaken.
Als een hinderfonds in het leven wordt geroepen, hoop ik dat de subsidiemogelijkheden aan lokale besturen in sterke mate verruimd kunnen worden. De heer Peumans heeft natuurlijk gelijk als hij zegt dat het een gemeente maar zal overkomen dat er een autosnelweg, een primaire weg categorie 1 of een drukke gewestweg door loopt. Vaak gaat het om verkeer door in plaats van voor de gemeente. Gemeenten dragen alleen de lasten van dat doorgaand verkeer. Ik kijk dan ook uit naar een verruiming van de mogelijkheden om geluidsmuren en dergelijke beter te subsidiëren via de Vlaamse overheid.
Mevrouw de minister, in de commissie voor Openbare Werken heeft iemand gezegd dat u eens naar Duitsland moet rijden. Als u dat van plan bent te doen, moet u eens kijken hoe er langs de Duitse autosnelwegen systematisch bij het passeren van bewoonde gebieden geluidsmuren geplaatst zijn.
De voorzitter: De heer Peumans heeft het woord.
De heer Jan Peumans: Mevrouw de minister, maar ga niet naar Beieren, want daar is men oerconservatief. (Gelach)
De heer Martens is even ingegaan op die hindertaks. Hoe ziet u die? Gelet op de zeer dichte bebouwing in Vlaanderen is de uitdaging zeer groot. In Nederland doet men dat systematisch. Op de Nederlandse snelwegen worden op een heel creatieve manier overal geluidsschermen geplaatst. Dat is wat anders dan de depressieve wanden die men hier installeert. De vraag is natuurlijk hoe de financiering daarvan moet gebeuren. U zegt dat eerst wordt gezorgd voor de kaarten, dan voor het actieplan en dat daarna wordt gekeken naar de financiering. Het gaat om een geweldige financiële uitdaging. De vraag is of de bestaande middelen volstaan.
U hebt het over het wegdek. Men heeft een aantal experimenten gedaan. Er zijn echter ook wegen die zoveel geluid veroorzaken omdat ze slecht onderhouden zijn. Dat zorgt eveneens voor bijkomende geluidsoverlast.
Mevrouw de minister, wat bedoelt u met de hindertaks?
De voorzitter: De heer Glorieux heeft het woord.
De heer Eloi Glorieux: Mevrouw de minister, ik dank u voor uw antwoord. Ik heb nog een kleine bijkomende vraag. U verwees naar de nieuwe milieuvergunning van de provincie Vlaams-Brabant, waarin het plafond van de nachtvluchten voor Zaventem op 16.000 wordt geplaatst. U zei zonet ook dat daartegen een beroep is aangetekend. Wat is het standpunt van de Vlaamse Regering daarover? Steunt ze een dergelijk beroep of steunt ze de provincie Vlaams-Brabant?
De voorzitter: Mijnheer Glorieux, indien u daarover een vraag om uitleg zou indienen, verklaar ik ze onontvankelijk. Als rechter kan men moeilijk zeggen hoe men zal beslissen als men het dossier nog niet heeft gezien. (Opmerkingen van de heer Eloi Glorieux)
Mevrouw Van den Eynde heeft het woord.
Mevrouw Marleen Van den Eynde: Mijnheer de voorzitter, voor het verslag zou ik toch nog even iets willen rechtzetten. Daarnet had ik in mijn elan gezegd dat het ging om een voorstel van resolutie over module 5 van de mobiliteitsconvenant. Er werd echter een nog sterker signaal gegeven. Het ging om een voorstel van decreet tot afschaffing van module 5. Ik blijf er wel bij dat de houding van sp.a hypocriet is als ze hier stelt dat ze voor de afschaffing van de module is.
De heer Jan Peumans: We hebben echter wel een resolutie aangenomen waarin we aan de regering de aanbeveling doen om de module te bekijken. De regering heeft er geen gevolg aan gegeven.
Mevrouw Marleen Van den Eynde: Dat klopt.
De heer Jan Peumans: Dat was in de goede, oude tijd toen we nog in de meerderheid zaten. (Opmerkingen)
Mevrouw Marleen Van den Eynde: Mevrouw de minister, als ik het goed begrepen heb, hoopt u tegen eind oktober die geluidsbelastingkaart klaar te hebben. Ik hoop dat er dan ook snel een degelijk beleid volgt inzake geluidshinder. Heel wat mensen worden er nu door getroffen.
De voorzitter: Minister Crevits heeft het woord.
Minister Hilde Crevits: Collega´s, ik heb aan mijn administratie de opdracht gegeven om te onderzoeken hoe de hindertaks kan worden ingevoerd om isolatie- of andere maatregelen rond de luchthavens te financieren. Mijn houding is dus zeer duidelijk. Mijnheer Peumans, het gaat niet om alle wegen. (Opmerkingen)
Ik had het over de luchthavens. Het gaat over een onderzoek, en niet om een beslissing. We gaan na of zoiets mogelijk is en hoe we dan tewerk moeten gaan. Het is een piste die ik de moeite vind.
Er werden heel wat opmerkingen gemaakt over de wegen. Er werd ook gevraagd waarom Module 5 nog niet is afgeschaft. Ik heb mijn standpunt duidelijk gegeven. We zullen dat hele subsidiëringssysteem samen met de afwerking van de kaarten bekijken. Ik ben ook niet alleen bevoegd voor die materie. Daarover moeten we gezamenlijk beslissingen nemen.
Het klopt dat het nemen van geluidswerende maatregelen niet zo evident is qua financiering. Men zal daar heel wat middelen voor moeten vrijmaken. Begin volgend jaar wordt er een begin van uitvoering aan gegeven.
Er zijn heel wat vragen om geluidsschermen te plaatsen. Ik krijg ook vragen om moderne versies te installeren. Men is daar heel creatief in. Er zijn zelfs voorstellen op mijn kabinet beland waarbij woningen in een geluidsmuur zijn gebouwd. Er zijn heel wat mogelijkheden op de markt. Het zal ons kansen bieden om economische, mooie en esthetische oplossingen te vinden.
Ik heb u een toch vrij realistische timing gegeven. De kaarten zullen met een paar maanden vertraging klaar zijn. We zullen dan ook werk maken van uitvoeringsplannen en de financiële middelen bekijken.
De heer Jan Peumans: Mevrouw de minister, u zei daarnet dat er een gedeelde bevoegdheid is. U weet dat wie betaalt, bepaalt. Als u samenwerkt met minister Van Brempt, moet u dat goed onthouden.
Met redenen omklede moties
De voorzitter: Door de heer Glorieux, door mevrouw Rombouts en door mevrouw Van den Eynde werden tot besluit van deze interpellatie met redenen omklede moties aangekondigd. Ze moeten zijn ingediend uiterlijk om 17 uur op de tweede werkdag volgend op de sluiting van de vergadering.
Het incident is gesloten.