Commissie voor Leefmilieu en Natuur, Landbouw, Visserij en Plattelandsbeleid en Ruimtelijke Ordening en Onroerend Erfgoed Vergadering van 15/11/2007
Vraag om uitleg van mevrouw Vera Van der Borght tot mevrouw Hilde Crevits, Vlaams minister van Openbare Werken, Energie, Leefmilieu en Natuur, over het begrip?gekwalificeerde persoon´ in de jachtwetgeving
De voorzitter: Mevrouw Van der Borght heeft het woord.
Mevrouw Vera Van der Borght: Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister, in een Europese verordening van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 houdende vaststelling van specifieke hygiënevoorschriften voor levensmiddelen van dierlijke oorsprong (852/2004), staat gestipuleerd dat er in een opleiding moet worden voorzien van jagers op het gebied van gezondheid en hygiëne van het wild. Het is voldoende dat er ten minste één persoon per jachtgroep over de bedoelde kennis beschikt. De opleiding die deze?gekwalificeerde persoon´ moet volgen, omvat onder meer kennis omtrent de normale anatomie, de fysiologie en het gedrag van vrij wild, het abnormaal gedrag en de pathologische veranderingen bij vrij wild alsook hygiënevoorschriften en adequate methodes om vrij wild na het doden te hanteren, te vervoeren en te ontweien. De opleiding omvat ten slotte wetgeving, voorschriften en administratieve bepalingen.
Het organiseren van het jachtexamen is geregeld middels het besluit van de Vlaamse Regering van 18 januari 1995. In artikel 2 wordt een opsomming gegeven van welke onderdelen het jachtexamen moet bevatten. Bijlage I geeft een overzicht van de examenstof.
Mevrouw de minister, ik heb een vraag in het kader van efficiëntie en vereenvoudiging. Vandaag organiseert de Hubertusvereniging de jachtopleiding. Ze voorziet nu tevens in een opleiding tot gekwalificeerd persoon. Zou het niet zinnig zijn om beide opleidingen aan elkaar te koppelen en de opleiding van gekwalificeerd persoon te integreren in de jachtopleiding?
De voorzitter: Minister Crevits heeft het woord.
Minister Hilde Crevits: De Europese verordening nummer 853/2004 van 29 april 2004 heeft tot doel specifieke hygiënevoorschriften voor levensmiddelen van dierlijke oorsprong vast te stellen. In de bijlage III, sectie IV, van deze verordening wordt bepaald dat personen die op vrij wild jagen en dat wild voor menselijke consumptie in de handel brengen, over voldoende kennis van onder meer de pathologie van vrij wild moeten beschikken om het wild ter plaatse aan een eerste onderzoek te kunnen onderwerpen. De verordening is niet van toepassing op jagers die kleine hoeveelheden vrij wild of vlees van vrij wild rechtstreeks leveren aan de eindverbruiker of aan de plaatselijke detailhandel die rechtstreeks aan de eindverbruiker levert.
Volgens dezelfde verordening volstaat het dat één persoon per jachtgezelschap over voornoemde kennis beschikt; hij wordt dan als?gekwalificeerd persoon´ beschouwd. Die gekwalificeerde persoon moet ook niet noodzakelijk een jager zijn, maar het kan ook perfect gaan om een wildbeheerder of een jachtopziener die tot het jachtgezelschap behoort of zich in de onmiddellijke nabijheid van het jachtterrein bevindt.
Dezelfde verordening bepaalt ook, ten aanzien van de bevoegde autoriteit, dat er een opleiding moet worden verstrekt om jagers tot gekwalificeerde personen op te leiden. De verordening bepaalt de inhoud van een dergelijke opleiding. De bevoegde autoriteit moedigt de jagersverenigingen aan om in een dergelijke opleiding te voorzien. Met de bevoegde autoriteit wordt in dit geval het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen (FAVV) bedoeld, aangezien de voedselveiligheid een federale bevoegdheid is.
Het FAVV heeft in overleg met de representatieve jagersverenigingen in België afspraken gemaakt met betrekking tot de organisatie van de vereiste opleiding tot gekwalificeerde persoon met bijbehorend examen. Ik wens te wijzen op het feit dat de verordening alleen verplicht tot een opleiding maar niet tot een examen. Niettemin kan een examen uiteraard een opleiding afronden. De personen die slagen voor het examen, ontvangen een getuigschrift van gekwalificeerd persoon; enkel personen die dit statuut hebben, mogen wild voor verdere keuring aanbieden bij een erkende wildbewerkingsinrichting.
Voor het Vlaamse Gewest organiseert het Instituut voor de Jachtopleiding de opleiding van jagers met betrekking tot de hygiëne van wild. Datzelfde instituut verzorgt ook de opleiding van kandidaat-jagers ter voorbereiding van het jachtexamen. Ik wens hierbij te wijzen op het feit dat de Vlaamse reglementering enkel het jachtexamen verplicht stelt, en de voorafgaande opleiding is dus niet verplicht.
De jachtexamencommissie is van oordeel dat de materie over de hygiëne van wild geen deel moet zijn van de examenstof voor het jachtexamen, maar dat ze wel kan worden opgenomen in de cursus als voorbereiding op het jachtexamen. Ook de Benelux-partners, namelijk Nederland, het Groothertogdom Luxemburg en het Waalse Gewest, nemen eenzelfde standpunt in. Het lijkt mij daarom wenselijk om de materie over de hygiëne van wild op te nemen in de cursus als voorbereiding op het jachtexamen.
Het FAVV zou op grond van de informatie waarover ik beschik tot op heden van oordeel zijn dat de opleiding wildhygiëne onmiddellijk, onverwijld dus, moet worden gevolgd door het bijbehorende examen. Het jachtexamen sluit om organisatorische redenen meestal niet onmiddellijk aan op de jachtexamenopleidingen. Als het FAVV bij zijn standpunt blijft, dan lijkt een integratie van beide opleidingen mogelijk, maar de integratie van de beide examens ligt minder voor de hand. We volgen dat en er wordt op geregelde tijdstippen overleg over gepleegd.
De voorzitter: Mevrouw Van der Borght heeft het woord.
Mevrouw Vera Van der Borght: Mevrouw de minister, ik dank u voor het antwoord. Ik zou ervoor pleiten om vooraleer u een wijziging invoert, overleg te plegen met de sector. Mijn vraag was ingediend in het licht van vereenvoudiging. Nu wordt er tweemaal een enorme organisatie op touw gezet, vandaar mijn vraag naar vereenvoudiging.
Het is het een of het ander. Wanneer het deel uitmaakt van de cursus, dan is het absurd dat het geen deel zou uitmaken van het examen. Ik heb begrepen dat u daar overleg over zult plegen, en dat is voor mij voldoende.
De voorzitter: Het incident is gesloten.