Commissie voor Leefmilieu en Natuur, Landbouw, Visserij en Plattelandsbeleid en Ruimtelijke Ordening en Onroerend Erfgoed Vergadering van 08/11/2007
Vraag om uitleg van de heer Jan Verfaillie tot mevrouw Hilde Crevits, Vlaams minister van Openbare Werken, Energie, Leefmilieu en Natuur, over wateroverlast in de Westhoek
De voorzitter: De heer Verfaillie heeft het woord.
De heer Jan Verfaillie: Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister, de Westhoek had de afgelopen vakantieperiode te kampen met heel wat wateroverlast. Mijn eigen stad werd daarvan gespaard omdat de meeste regen aan ons passeerde. De overstromingen in de IJzervlakte waren plaatselijk zeer intensief. Veel woningen liepen schade op.
Vooral de omgeving van Poperinge werd op 20, 23 en 24 juli 2007 zwaar getroffen. Op bepaalde plaatsen viel 92 tot 100 liter neerslag per vierkante meter. Alle beken die door Poperinge stromen, traden in een paar uur tijd buiten hun oevers. Ook het bufferbekken aan de Bommelaarsbeek volstond niet om het water op te vangen. Op 8 augustus 2007 zorgde een wolkbreuk voor serieuze overlast in De Panne en Koksijde. Op minder dan 2 uur tijd viel 77 liter neerslag per vierkante meter.
Ik heb via de media vernomen dat u onlangs een werkbezoek gebracht hebt aan Poperinge. U hebt de situatie in kaart gebracht en zult maatregelen uitwerken. Tijdens de watersnood zelf heeft de Vlaamse overheid onder uw impuls, mevrouw de minister, per helikopter het gebied onderzocht. Men kreeg zo zicht op de oorzaak en een eventuele oplossing van de problemen.
Zijn alle oorzaken bekend van de wateroverlast in de Westhoek? Komt er een onderzoek naar de oorzaken van de overstromingen? Welke preventieve maatregelen zullen genomen worden om dergelijke scenario´s in de toekomst te vermijden? Tegen overvloedige regenval kunnen we natuurlijk niets ondernemen. Komen er maatregelen met een direct resultaat? Wordt er een waterbeheersingsplan opgemaakt voor de getroffen regio?
De voorzitter: De heer Peumans heeft het woord.
De heer Jan Peumans: Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister, we kunnen deze problematiek - met alle respect, mijnheer Verfaillie - doortrekken naar de rest van Vlaanderen. Als ik u zou opsommen wat alleen al op het grondgebied van Riemst gebeurde aan natuurrampen! Om nog te zwijgen van de omliggende gemeenten! Vooral in Droog-Haspengouw, na de polders de vruchtbaarste regio van Vlaanderen, traden al ontelbare keren de beken uit hun oevers. Ik zal ze niet allemaal opnoemen. Ik weet dat er subsidies bestaan voor erosiebestrijding, het aanleggen van bufferbekkens, anders ploegen en Europese projecten zoals Interreg.
Wie zoiets het best kan oplossen, en dat weet ik uit mijn 25 jaar aan ervaring, is de lokale overheid. Dat vraagt wel serieuze investeringen, waar de Vlaamse Milieumaatschappij (VMM) al dan niet in tussenkomt. Maar als de lokale overheid dat ter harte neemt, raakt dat opgelost. Nu ben ik geen burgemeester meer en ik hoef me dat in feite niet meer zo aan te trekken. Maar telkens als ik zware regenval zie, weet ik dat het prijs is. Ik heb heel veel vergaderingen daarover bijgewoond, ik heb heel veel plannen zien passeren. Er is maar één conclusie: de gemeente kan dat zelf aan, al dan niet grensoverschrijdend. Wat is uw algemene visie op dit probleem?
De heer Jan Verfaillie: Mevrouw de minister, u hebt een bezoek gebracht ter plaatse gelet op de ernst van de situatie, maar de problematiek kan uiteraard worden uitgebreid tot heel Vlaanderen. Mijnheer Peumans, omdat het een probleem was uit mijn achtertuin, vond ik het toch aangewezen om deze vragen te stellen.
De voorzitter: Minister Crevits heeft het woord.
Minister Hilde Crevits: Iedereen kent het probleem dat zich in augustus 2007 in de Westhoek heeft voorgedaan. Mijnheer Peumans, u zegt terecht dat het ook elders voorkomt. Het voorval in de Westhoek was bijzonder omdat de hoeveelheid neerslag uitzonderlijk hoog was op korte termijn. De bodem was verzadigd omdat er op 20 juli ook al zo´n stortbui was gevallen. Het water kon dus onmogelijk in de bodem dringen. Het gevolg was dat vooral de kleine waterlopen het enorme volume water niet aankonden. Zo werden de knelpunten vastgesteld.
Specifiek voor de regio zijn ook de grote hoogteverschillen. Boven brengen de kleine waterlopen het overvloedige water naar de grote waterlopen beneden, die weinig aflopen, waardoor het water voor de tweede keer bleef stilstaan.
Mijnheer Peumans, u hebt terecht gezegd dat de beste overheid om die problemen op te lossen, de lokale overheid is. De waterbeheersing is, afhankelijk van de categorie van de waterloop, een gecombineerde bevoegdheid is tussen het Vlaamse Gewest, het provinciebestuur en de gemeentebesturen.
Daarom heeft mijn administratie een protocol voorbereid tussen de stad Poperinge, West-Vlaanderen en de VMM, waarin een aantal afspraken worden vastgelegd inzake de aanpak van de wateroverlast die daar is gebeurd. De gemeenteraad heeft zich akkoord verklaard. Het dossier ligt voor bij de bestendige deputatie van West-Vlaanderen.
Zowel de provincie, de VMM als de lokale overheid engageren zich om de waterlopen op hun grondgebied topografisch op te meten. Met die gegevens wordt het hydraulisch model van de VMM van de Poperingevaart stroomopwaarts uitgebreid. Ook de Heidebeek wordt mee in het model opgenomen. Zo krijgen we een beeld van het stroomgebied, dat digitaal wordt ingebracht. Zo kunnen we overstromingen simuleren en uitzoeken waar de knelpunten liggen en waar de bufferbekkens moeten worden geplaatst. Daardoor kunnen we op een gestructureerde manier naar oplossingen zoeken.
In de lente van 2008 zullen de resultaten bekend zijn, zodat we vanaf dan de juiste keuzes en een stappenplan kunnen maken. Het uiteindelijke resultaat wordt een gezamenlijk actieplan van de VMM, het provinciebestuur en de lokale autoriteit. Het hydraulisch model, dat nu al bestaat bij de VMM voor de lokale waterlopen, is uniek voor die regio, en kan zeker worden uitgebreid. Op de begroting van de VMM voor volgend jaar wordt voor dat project en andere projecten 1,25 miljoen euro gereserveerd.
De voorzitter: De heer Verfaillie heeft het woord.
De heer Jan Verfaillie: Mevrouw de minister, ik leid uit uw antwoord af dat u nagaat welke maatregelen u met de verschillende partners kunt nemen. Onder impuls van uw administratie en uzelf werden voor het eerst de probleemgebieden in kaart gebracht. Blijkbaar had uw administratie daarvoor een helikopter ingehuurd. U hebt ook een werkbezoek gebracht aan de stad Poperinge om met de verschillende instanties, de gemeente, de provincie en de polderbesturen de verschillende mogelijkheden te bekijken.
De voorzitter: Het incident is gesloten.