Commissie voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media Vergadering van 01/06/2006
Interpellatie van de heer Jos Stassen tot de heer Bert Anciaux, Vlaams minister van Cultuur, Jeugd, Sport en Brussel, over de financiële steun aan de promotour van de Vlaamse kandidaat voor het Eurovisiesongfestival
Interpellatie van mevrouw Marijke Dillen tot de heer Bert Anciaux, Vlaams minister van Cultuur, Jeugd, Sport en Brussel, over de evaluatie van de financiële steun voor de promotie van de Vlaamse kandidaat voor het Eurovisiesongfestival
De voorzitter: De heer Stassen heeft het woord.
De heer Jos Stassen: Mijnheer de minister, ik zal niet zingen en ik zal de kniezwengel straks pas uitproberen met een aantal mensen.
Ik ben niet een van die mensen met een postmodernistische minachting voor het Eurovisiesongfestival. Ik vind dat een leuk programma waarin de cultuur aan bod komt waarin ik ben opgegroeid. Ik vind dat het moet blijven bestaan. Het is de verantwoordelijkheid van de VRT om eraan deel te nemen. Over de kwaliteit van de muziek moet ik niet oordelen, al leidt die op fuiven meestal niet tot volle dansvloeren. Als?Mamma Mia´ van Abba wordt gedraaid, dan is het effect veel groter dan wanneer?Waterloo´ of een nummer van Sandra Kim of Urban Trad wordt opgezet. Daar gaat het nu echter niet over. Ik houd deze interpellatie ook niet uit een soort van leedvermaak om wat er is gebeurd. Mijnheer de minister, ik stel u deze vragen omdat ik bezorgd ben over het beleid.
Het laatste waar ik u van verdenk, is dat u een soort?one shot´-beleid zou voeren, dat u naar?5 minutes of fame´ streeft via een kus aan Kate Ryan. Dat is echter ook de reden waarom ik een interpellatieverzoek heb ingediend en geen vraag om uitleg. Het gaat mij om de beleidskeuze die ik hier meen te ontwaren bij de promotietour en de commerciële ondersteuning van de Eurosongwinnares. Als er culturele producten worden uitverkozen om deel te nemen aan belangrijke internationale wedstrijden of belangrijke evenementen, vindt u het als minister van Cultuur blijkbaar uw taak om deze te ondersteunen.
We zouden ook kunnen vragen Hugo Claus te ondersteunen als het Nobelprijscomité samenkomt, zodat hij eindelijk de prijs krijgt die hij verdient. Hetzelfde geldt voor de restaurants die in aanmerking komen voor een Michelinster. (Opmerkingen van minister Bert Anciaux)
Ik geef maar enkele voorbeelden. Hetzelfde geldt voor de beeldende kunst op biënnales. (Opmerkingen van minister Bert Anciaux)
U bent ook minister van Sport. Voor de ploegsporten met een Vlaamse afdeling en waarin we zeer goed zijn, volleybal bijvoorbeeld, zou u hetzelfde kunnen doen.
Minister Bert Anciaux: Dat gebeurt ook.
De heer Jos Stassen: Ik vind het belangrijk dat u de beleidslijn hier verduidelijkt en uitlegt dat er een extra ondersteuning wordt gegeven voor culturele en - eventueel - sportproducten, die met andere in concurrentie moeten treden op bepaalde evenementen. Het is belangrijk dat we daar klaar in zien. Hier worden andere keuzes gemaakt dan voor de culturele industrieën. Er wordt een ander beleid gevoerd dan tot nu toe van toepassing was inzake het internationale cultuurbeleid. Het is belangrijk dat u hier bevestigt dat het om een keuze gaat.
Als er een meerderheid is voor die beleidskeuze, dan is het uw goed recht om ze uit te voeren. Indien dat niet zo is, moet daarover maar intern een discussie worden gevoerd. Het is mijn taak om daarover duidelijkheid te verkrijgen. Gaat het om een eerste fase van een nieuwe beleidslijn betreffende het internationale cultuurbeleid?
Ik houd deze interpellatie ook omdat de manier waarop alles gelopen is, haaks staat op het huidige - haast formele - cultuurbeleid. Als iemand uit de cultuursector 60.000 euro wil bekomen, dan moet hij als het ware een boek schrijven waarin een beleidsplan is uitgewerkt. Meestal moet hij dan ook een examen afleggen bij de beoordelingscommissie. Daarna is het wachten op het resultaat. Er moet dus een heel traject worden doorlopen. Ofwel is er het systeem van de autonome fondsen via het letter- of filmfonds.
De manier waarop het nieuwe internationale cultuurbeleid wordt ingevoerd, staat daar haaks op. Het maakt er op geen enkele manier gebruik van. U hebt gewoon gezegd dat de VRT heeft beslist via zijn panel. U ondersteunt het project omdat u het belangrijk vindt, zo stelde u. Ik zal de argumentatie die u daarvoor in de pers hebt ontwikkeld, hier niet herhalen.
Mijnheer de voorzitter, de twee zaken die ik heb aangehaald, vormden voor mij de reden om geen?leuke´ vraag om uitleg te stellen, waarbij minister Anciaux en ik elkaar wat zouden jennen. Het gaat hier om een beleidskeuze en een andere vorm om middelen toe te kennen dan in het verleden het geval was. Mijnheer de minister, ik heb het dan niet over het feit dat de ene iets krijgt en de andere niet. U hebt gezegd dat u 60.000 euro zou gebruiken voor de promotie. Het is niet aan mij om het resultaat te beoordelen. Ik geef hier enkel de feiten. Onmiddellijk daarna hebt u gezegd dat u lessen zou trekken uit het resultaat en dat u de volgende keer nog meer van hetzelfde zou doen. Dat is in elk geval wat ik heb opgemaakt uit uw reactie in Athene. Dat is een reden te meer om in deze commissie duidelijkheid te vragen over uw beleid betreffende het ondersteunen van culturele producten die de concurrentie aangaan in het buitenland. U hebt een bepaalde pot. Het geld dat daarin zit, wordt zonder de gebruikelijke formele keuzes die voor andere sectoren gelden, besteed. In de andere sectoren moet een traject worden doorlopen via autonome fondsen, beoordelingscommissies, de administratie, enzovoort. Ik wil duidelijkheid over dit ene voorbeeld om verder te kunnen gaan.
Mijnheer de minister, hoe moeten we die criteria begrijpen binnen het internationaal cultuurbeleid? Het is best dat u de argumenten nog eens op tafel legt. U hebt de campagne samen met de VRT en de platenmaatschappij gesteund. Ik wil geen oordeel geven over de ruime delegatie die de VRT naar Athene heeft gestuurd. De omroep moet daar zelf maar een verantwoording voor geven. Vragen daarover moeten aan een andere minister worden gesteld. Het gaat hier echter wel om een vrij unieke situatie. U hebt, als minister van Cultuur, die promotietour ondersteund. U hebt zelf gezegd dat u dat in de toekomst nog zult doen. Is de wijze waarop u het deze keer hebt aangepakt nog voor herhaling vatbaar? Is dit de voorbode voor een nieuw internationaal cultuurbeleid, waarbij u Vlaamse culturele producten die de concurrentie moeten aangaan, wilt ondersteunen zonder dat daar een advies- of beoordelingscommissie aan te pas komt?
De voorzitter: Mevrouw Dillen heeft het woord.
Mevrouw Marijke Dillen: Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, geachte collega´s, het is niet de eerste keer dat ik over dit dossier vragen stel. Reeds in maart heb ik tijdens de plenaire zitting kritische bedenkingen geformuleerd bij het subsidiëren van de Belgische Eurosongkandidate. En ik zeg hier bewust?Belgische´ kandidate. Ik kom daar nog op terug.
Mijnheer de minister, ik wil voorkomen dat er misverstanden ontstaan zodat u me niet, zoals vorige keer, beschuldigt. Mijn interpellatie heeft absoluut niets te maken met kritiek op de keuze van de kandidate. Integendeel, het was een leuk lied met een even leuke vertolking. Ze heeft evenmin te maken met kritiek op populaire muziek, waarvan u me vorige keer hebt beschuldigd.
Minister Bert Anciaux: Ik ben niet iemand die snel beschuldigingen uit ten aanzien van iemand. Ik zal er wel wat vragen over hebben gesteld.
Mevrouw Marijke Dillen: Mijnheer de minister, ik heb het hier zwart op wit op papier.
Ik wil dus beklemtonen dat het er niets heeft mee te maken. Ik geef graag toe dat ik, net zoals u en zeer veel leden van deze commissie, daar ook van kan genieten. Mijn vraag heeft echter betrekking op het principe enerzijds en de evaluatie van het hele gebeuren anderzijds. In uw begroting van dit jaar hebt u 60.000 euro vrijgemaakt als steun voor de promotie van Kate Ryan. Ook de VRT heeft zijn steentje bijgedragen en paste, samen met de platenfirma, 60.000 euro bij. Zoals we allemaal weten, was het de bedoeling om een promotietour door Europa op te zetten om in een aantal deelnemende landen stemmen te ronselen. We mogen dan ook zeggen dat er een behoorlijk budget werd vrijgemaakt om de promotour van één bepaalde persoon te subsidiëren.
Wat het principe betreft, wil ik zeer duidelijk zijn: dat de promotour wordt gefinancierd door de platenfirma en andere privé-partners is een vanzelfsprekendheid. Het is immers een commerciële activiteit. Dat de promotour mee werd gefinancierd door de VRT, daar heb ik het veel moeilijker mee omdat het niet de taak is van de openbare omroep om één persoon te promoten. Het staat ook haaks op de voortdurende jammerklachten van de omroep over het gebrek aan financiële middelen. Ik wil nog proberen om enigszins te begrijpen waarom de VRT heeft beslist om de promotour te sponsoren. Er waren immers een aantal mogelijke opportuniteiten, zoals het commerciële succes van het liedje waarbij ik verwijs naar de gouden plaat die de single al heeft behaald. Er was ook de - inmiddels vervlogen - droom het Eurosongfestival volgend jaar te mogen organiseren.
Dat de Vlaamse Regering ook nog eens bijkomend gelden uit de begroting vrijmaakt, middelen afkomstig van de belastingsbetaler, vind ik onaanvaardbaar. We verschillen daarin van mening. Het investeren in één commercieel product behoort niet tot de kerntaken van de Vlaamse Regering en van de minister van Cultuur. Er zijn genoeg andere mogelijkheden om de Vlaamse populaire muziek te ondersteunen, door bijvoorbeeld alle jonge Vlaamse groepen kansen te geven.
Ik wil nog een persoonlijke bedenking maken die ik ook heb teruggevonden in de talrijke lezersbrieven in de kranten, van zowel voor als na het Eurosongfestival. Er zijn in Vlaanderen veel belangrijkere noden die niet kunnen worden beantwoord bij gebrek aan voldoende financiële middelen in de Vlaamse begroting. Zolang fundamentele ernstige noden niet kunnen worden opgelost, is het onaanvaardbaar dat één commercieel product wordt gepromoot.
Dan wil ik het hebben over de evaluatie achteraf van de financiële steun voor de promotie van de Eursongkandidate. De media hebben zich de moeite getroost om na te gaan of de promotietour doorheen Europa, waarvoor de subsidie was bedoeld, wel de nodige punten opleverde. Het antwoord is neen: een schamele 25 punten van de bezochte landen was Kate Ryans deel. In uw commentaar achteraf was u ontgoocheld, maar bleef u toch bij uw standpunt dat de 60.000 euro geen weggegooid geld was, integendeel. U maakte bekend dat u elke twee jaar via een nog op te richten culturele investeringsmaatschappij geld zult vrijmaken voor een nog betere promotie van de volgende Vlaamse Eurosongkandidaat.
Minister Bert Anciaux: Die maatschappij moet niet meer worden opgericht, ze bestaat al.
Mevrouw Marijke Dillen: Ook de VRT bleef bij het standpunt dat investeren in de Eurovisiesongkandidaat een juiste beslissing was.
Vanuit diverse hoeken is er echter terechte kritiek gekomen op dit aspect van uw beleid. U verantwoordde uw steun met het argument dat dit echt iets betekent voor de muzieksector in Vlaanderen en dat het internationaal doorstromen van het lied van Kate Ryan zal afstralen op andere muziekgroepen in Vlaanderen. Dit is geen juiste motivatie. We kunnen ons echt de vraag stellen in hoeverre deze subsidie een promotie is van Vlaanderen en van de Vlaamse cultuur. Het ging om een leuk lied, maar geen Vlaams of Nederlandstalig lied. Dit staat trouwens haaks op het standpunt van de minister van Media die de terechte overtuiging is toegedaan dat de openbare omroep meer aandacht moet besteden aan het Vlaamse lied.
Op langere termijn betekent deze steun niets voor de muzieksector in Vlaanderen en de andere muziekgroepen. Het zijn ten slotte alleen de zangeres in kwestie en haar platenfirma die de vruchten plukken van de promotour. En inderdaad, ze heeft al heel wat extra boekingen op zak en haar platenverkoop gaat de hoogte in, wat haar uiteraard van harte gegund is. Het is echter een promotie geweest van Kate Ryan en niet van de Vlaamse muzieksector en andere muziekgroepen in Vlaanderen.
Er moet me nog iets van het hart en ik hoop dat u dit begrijpt. Ik durf dan ook te verwijzen naar uw verleden als voorzitter van een partij waarin het Vlaamse aspect ook heel belangrijk was. Het is geen promotie van Vlaanderen of de Vlaamse muzieksector. Tijdens het songfestival en ervoor waren er geen verwijzingen naar Vlaanderen, integendeel. Het was?Belgium´ en?Belgium´ alleen dat werd gepromoot. Het is dan ook vrij logisch dat er kritiek is gekomen. Er was de kritiek in de media die we allemaal hebben kunnen lezen, maar ook binnen de meerderheid is er blijkbaar geen grote eensgezindheid over uw initiatief. Een lid van de meerderheid stelde dat de subsidie een vergiftigd geschenk was. Door een andere coalitiegenoot werd u bestempeld als?Minister Flater´.
Minister Bert Anciaux: Wie bedoelt u?
Mevrouw Marijke Dillen: Het is uitvoerig in de pers geweest. Het gaat over de heer Van Rompuy. Ook minister-president Leterme sprak zich niet onmiddellijk lovend uit.
Minister Bert Anciaux: De minister-president heeft me laten weten dat wat in de pers is verschenen, absoluut niet correct is. Ik heb zijn sms daarover nog.
Mevrouw Marijke Dillen: In antwoord op de vraag?of hij ook niet vond dat er met Ryans afgang 60.000 euro gemeenschapsgeld in rook is opgegaan´, antwoordde hij:?Als u het mij vraagt, heeft Bert Anciaux die 60.000 euro ter plekke in Athene geconsumeerd. Ik heb hem nog gebeld en hij verkeerde toen duidelijk in een goede sfeer´. Een antwoord dat aan duidelijkheid niets te wensen overlaat.
Minister Bert Anciaux: Als u dit leest, moet u toegeven dat dit niet uit zijn mond kan komen, tenzij hij zelf in een heel goede sfeer vertoefde en hij het op een heel grappige manier bedoelde.
Mevrouw Marijke Dillen: Zo is het zeker niet overgekomen. Ik heb ook nergens achteraf een rechtzetting gelezen. Er is ook kritiek gekomen op de wijze waarop de subsidies zijn toegekend. Uw aanpak staat in dit geval haaks op de wijze waarop u doorgaans subsidies voor het internationaal cultuurbeleid toekent. Onlangs kwam er nog protest van Vlaamse kunstenaars met internationale uitstraling die geen subsidies kregen voor een deelname aan de expositie Extremities in Vladivostok. Zelfs hun reiskosten konden niet worden betaald, terwijl er wel een groot bedrag kon worden vrijgemaakt voor het Eurovisiesongfestival.
We mogen ons vragen stellen over de criteria om subsidies in het kader van het internationaal cultuurbeleid toe te kennen. Hoe evalueert u de subsidies die zijn vrijgemaakt om de Belgische kandidaat te promoten? Hebt u daaruit conclusies getrokken? In de pers kon ik lezen dat u de steun voor promotie nog wil vergroten. Klopt dat? Verder stellen we vast dat ook mensen van de meerderheid duidelijk kritiek hebben laten horen. Ik leg nu even de commentaar van de minister-president opzij. Is er wel eensgezindheid over dit punt in de regering?
Minister Bert Anciaux: Afgezien van deze interpellaties heeft niemand ook maar één opmerking hierover gemaakt, noch in de regering, noch in de wandelgangen, noch in de plenaire vergadering. Noch formeel, noch informeel is dat gebeurd. Ik heb er geen probleem mee om kritiek te krijgen, en ik heb alle respect voor de interpellanten. Het is uw taak me te interpelleren over het beleid. Maar ik herhaal het: niemand heeft ook maar één opmerking gemaakt. Ik heb natuurlijk wel het een en het ander kunnen lezen.
Mevrouw Marijke Dillen: In de plenaire vergadering van eind maart was de heer Van Rompuy toch wel vrij duidelijk. Ik verwijs naar het verslag. De heer Bart De Wever was in een opiniestuk overigens ook scherp.
Minister Bert Anciaux: Ik heb die vrije tribune ook gelezen. Niemand heeft tegen mij evenwel ook maar één opmerking daarover gemaakt.
Mevrouw Marijke Dillen: De heren Van Rompuy en De Wever behoren tot de meerderheid. Ze zijn toch vrij prominente leden van die meerderheid?
Ik heb nog een derde vraag. Welke maatregelen hebt u genomen om in het kader van de subsidies voor een deelneemster aan het Eurovisiesongfestival, Vlaanderen en de Vlaamse cultuur te promoten en duidelijk te maken dat het om een Vlaamse inzending ging? Voor deze promotietour waren die waarborgen er niet, integendeel zelfs. Wat is uw evaluatie terzake? Welke beleidsconclusies worden hieruit getrokken?
Ten vierde: u hebt geen subsidies over voor een Vlaams prestigeproject met Vlaamse kunstenaars met internationale uitstraling naar aanleiding van de opening van het Museum of Modern Art in het Russische Vladivostok. Voor de promotietour van een kandidate voor het Eurovisiesongfestival wordt wel een aanzienlijk bedrag vrijgemaakt. Er zijn met andere woorden geen duidelijke criteria om te bepalen welke projecten wel en welke niet in aanmerking kunnen komen voor steun in het kader van het internationale cultuurbeleid. Vroeger waren die er wel, maar die worden nu niet toegepast. Wat is uw standpunt hierover? Welke initiatieven zijn er genomen om duidelijke en objectieve criteria te hanteren bij het toekennen van financiële middelen?
Ik heb nog een laatste bedenking. Mensen van de openbare omroep hebben mij toevertrouwd dat in het kielzog en los van de officiële VRT-delegatie zestig personen waren uitgenodigd om als gasten van de VRT mee te reizen. Zestig gasten die volledig op kosten van de VRT de delegatie mochten begeleiden en werkelijk in de watten werden gelegd. Deze uitnodiging paste niet in de organisatie en de promotie van het Eurovisiesongfestival. Het was gewoon een extraatje. De transparante werking van de VRT is een grote zorg van de commissie en van alle Vlaamse parlementsleden. Ik wens daarover dus volledige duidelijkheid. Klopt dit verhaal? Wie is uitgenodigd? Klopt het dat er ook leden van uw kabinet aanwezig waren?
Minister Bert Anciaux: Naast mijn vrouw en mezelf was er nog een kabinetsmedewerker aanwezig.
Mevrouw Marijke Dillen: Ik heb er geen bezwaar tegen dat uw echtgenote en u aanwezig waren. Ik wil daarover duidelijk zijn. Er is me evenwel meegedeeld dat er nog andere kabinetsleden aanwezig waren. Waarom heeft de VRT bijkomend nog mensen meegenomen? Dat heeft veel geld gekost. Ik kan u niet vragen wat de kostprijs hiervan is en wie dit heeft betaald, maar ik had hierover toch graag meer vernomen.
De voorzitter: Dat laatste is een vraag voor minister Bourgeois. Mevrouw Hermans heeft het woord.
Mevrouw Margriet Hermans: Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, dames en heren, ik ben niet ongevoelig voor wat hier is gezegd. Er kunnen terechte bedenkingen worden gemaakt, maar die komen dan wel altijd achteraf. Ik blijf er ook bij dat de collega´s hier bijzonder denigrerend over deze sector praten. Het doet me pijn dat dit muziekgenre niet ernstig wordt genomen. Ik wil daarom de minister bedanken voor het signaal dat hij heeft gegeven. Ik geef toe dat ook ik niet gelukkig was met het uitgekeerde bedrag. Ik vond dat het veel geld was. Maar wat is veel? Ik krijg zelfs de hele begroting niet gelezen. Ik durf geen vergelijkingen met andere uitgaven te maken. En er wordt wel meer ge?nvesteerd in zaken die het commercieel niet goed doen.
Een eerlijke evaluatie is nodig. Ik denk dat er wat schort aan het hele systeem. Ik denk niet dat we een kans maakten om te winnen. Het Vlaamse publiek heeft Kate Ryan uitgekozen. Het blijft natuurlijk een Belgisch evenement. Maar dat geldt ook voor het voetbal. Dat zijn nu eenmaal de afspraken. Waarom zouden we in die sector niet mogen investeren? Als het over voetbal zou gaan, zou geen mens opmerkingen maken. Daarom hoop ik dat het positieve signaal van de minister een vervolg krijgt. Misschien kan de VRT worden aangemoedigd om meer te doen voor het Vlaamse lied. Het was in dit geval wel geen Vlaams lied, maar dan toch een Vlaams product.
Op dit ogenblik doet de VRT weinig, om niet te zeggen niets. Het signaal van de minister moet de VRT oppikken. De kritiek over dat signaal die ik heb gekregen, komt niet van Jan met de pet maar van journalisten. Iedereen was erg ontgoocheld dat Kate Ryan niet heeft gewonnen. Om de twee jaar zijn we ontgoocheld. Dat mag evenwel geen reden zijn om de hele zaak overboord te gooien. Ofwel doe je mee, ofwel doe je zoals de Italianen en organiseer je een San-Remofestival voor Italianen alleen. Die keuze moet de openbare omroep maken.
Het gaat dan niet op nu te komen zeggen dat er met geld is gemorst. Als we meedoen, moet er ook wat geld in ge?nvesteerd worden. Anders blijven we beter thuis. De RTBf heeft destijds erg met geld gemorst, want ze zijn nog altijd de geschiedenis met Sandra Kim aan het verteren. Financieel is dat nog altijd niet rond.
De recente ondersteuning van de Vlaamse Eurosongkandidate was echter een terechte investering, en ik blijf erin geloven. Ik ben de minister dan ook dankbaar. Wel hoop ik dat het signaal dat wordt gegeven, ook op de lange termijn ernstig wordt genomen.
De voorzitter: De heer Verstreken heeft het woord.
De heer Johan Verstreken: Mijnheer de voorzitter, er is al veel gezegd over de kniezwengel en de bijdrage, en er zijn in de pers heel wat grapjes over gemaakt. Mevrouw Hermans en ik stelden op 26 januari 2006 vragen om uitleg over de ondersteuning van de Eurovisiesongkandidaat en over de ondersteuning van Vlaamse artiesten volgens het zogenaamde IJslandmodel. We waren toen vragende partij om iets te doen voor het Eurovisiesongfestival of althans te bekijken wat er mogelijk was. We vonden dat we niet de neus mogen ophalen voor populaire muziek. We zijn dan ook blij dat er iets gebeurd is (Hand. Vl. Parl. 2005-06, nr. C114, 30).
Wel schrok ik van het bedrag van 60.000 euro toen dat in de krant verscheen. Ik vroeg me af wat daar allemaal mee gedaan zou worden. Er werd in deze commissie gevraagd om via de vele internationale journalisten die daar aanwezig zijn, Vlaanderen cultureel en toeristisch op de kaart te zetten, bijvoorbeeld door de verspreiding van persmappen. Daarin zou aandacht kunnen worden besteed aan onze export. Er was een kans om dat te doen, vermits er 2.000 internationale muziekjournalisten aanwezig waren. Misschien is het ook gebeurd - ik weet het niet - maar in de toekomst kan daaraan gedacht worden. Als daar ter plaatse een of ander Vlaams feestje wordt georganiseerd, wat wel degelijk gebeurt, dan is dat een uitgelezen kans om promotie te maken voor artiesten van eigen bodem die we willen exporteren, en voor onze toeristische producten.
In de commissie werd destijds ook gezegd dat er aan die tour een videoclip kan worden gekoppeld om - ik citeer -?de specifieke culturele eigenheid en de culturele trekpleisters van Vlaanderen te laten zien.´ Ik heb in de videoclip geen Vlaamse palmbomen gezien. Misschien kan daar in de toekomst wel rekening mee worden gehouden. Mijnheer de minister, misschien is er een evaluatie gemaakt. Welke plus- en de minpunten zijn daarbij naar voren gekomen?
Iedereen hier, ook de leden van de oppositie, heeft gezegd dat we onze neus niet mogen ophalen voor populaire muziek. Dat is een belangrijk signaal. Mevrouw Hermans zei dat er op de VRT meer muziekprogramma´s moeten komen waarin artiesten hun eigen ding kunnen doen. Op dit ogenblik bestaat dat niet. Ze moeten in tv-programma´s nog altijd liedjes zingen van andere artiesten, en kunnen met moeite hun eigen muziek brengen. Dat moet geëvalueerd worden.
Een andere vraag, mijnheer de minister, is uit welk potje die 60.000 euro komt. Komt dat uit het Kunstendecreet? U antwoordde toen dat het Kunstendecreet voorziet in de mogelijkheid om een bijdrage te leveren voor de reiskosten en internationale projectsubsidies toe te kennen. Wat zijn de criteria daarvoor?
Minister Bert Anciaux: De reiskosten vallen niet onder het Kunstendecreet, maar onder de middelen voor het internationaal beleid.
De heer Johan Verstreken: Verder in het verslag van die commissievergadering lees ik over Poppunt Vlaanderen 2006 dat u van de kredieten voor het internationaal cultuurbeleid 300.000 euro hebt voorbehouden voor ondersteuning. Komt dit bedrag misschien daaruit? U zei toen ook dat er formeel een aanvraag kon worden ingediend wanneer bekend zou zijn wie ons land zou vertegenwoordigen. Werd er een aanvraag ingediend? Wie deed dat, de artiest zelf, de VRT of de platenfirma? Wat is uw evaluatie, en wat zijn daarbij de criteria?
De voorzitter: De heer Arckens heeft het woord.
De heer Erik Arckens: Mevrouw Hermans, u zei dat de hoofdinterpellanten een zekere afkeer lieten blijken ten aanzien van het genre. Ik citeer letterlijk de woorden van de heer Stassen:?Ik deel niet het postmodernistische dédain ten opzichte van dit genre muziek.´ Mevrouw Dillen had het over het Nederlandstalige karakter, en alleen daarover. Er is dus niets gezegd over het soort muziek. Integendeel, dit soort populaire muziek moet steun genieten, aangezien het gedragen wordt door een grote massa. Zelf houd ik er nochtans niet van, met al die rare pakjes en zo. Volgens mij is het Eurosongfestival sinds 1973 of 1974 aan het verwateren. Maar dat is iets geheel anders. Iedereen denkt daarover wat hij wil.
De vragen die de heer Stassen heeft opgeworpen, zijn heel legitiem. Ik heb getracht zijn redenering te volgen. Als ik het goed begrijp, mijnheer de minister, komen we met wat u nu gedaan hebt naar aanleiding van het Eurosongfestival, in een nieuw soort systeem van subsidiëring, die buiten alle andere categorieën valt. Dat is van essentieel belang. Ik hoop dat u daar, ook voor uzelf, een redelijk antwoord op kunt geven. Anders wordt u weer het slachtoffer van de perceptie, zoals dat vele politici overkomt. De mensen zullen zeggen dat Bert Anciaux impulsief heeft gehandeld, en zich afvragen uit welk potje hij dat geld nu weer heeft gehaald. Ze zullen willen weten waarom u het gedaan hebt voor het ene, en niet voor het andere. Ik zal dan ook aandachtig luisteren naar uw antwoord.
De voorzitter: De heer Decaluwe heeft het woord.
De heer Carl Decaluwe: Mijnheer de voorzitter, ik wens niet in te gaan op de grond van de vragen, maar toch dit. Mijnheer de minister, op het ogenblik dat het Eurosongfestival zich afspeelde, was ik in Shanghai in China. Daar zag ik op de televisie Kate Ryan en u. Misschien is dat u een troost. (Gelach)
Kate Ryan - u niet - heeft ook in de Chinese kranten gestaan. Slechts twee deelnemers stonden met hun foto in de krant, namelijk de Zweedse - een schone madam - en Kate Ryan. Een ding is echter jammer. Er werd altijd gesproken over de Belgian delegation.?Flanders´ werd niet genoemd. Maar we waren toch al in beeld.
De voorzitter: Minister Anciaux heeft het woord.
Minister Bert Anciaux: Mijnheer de voorzitter, collega´s, aangezien de interpellaties elkaar overlappen, stel ik voor ze gezamenlijk te beantwoorden en waar nodig expliciet te verwijzen naar de deelvragen.
Zoals u wellicht weet, heb ik vorig jaar door mijn administratie een lijst laten maken van alle internationale initiatieven en engagementen. Deze oefening nam veel tijd in beslag, maar liet me toe om enerzijds orde te scheppen in een beleid waarmee we de laatste jaren op teveel fronten tezelfdertijd aanwezig wilden zijn en anderzijds vanuit een drietal krachtlijnen een beleid uit te tekenen voor de komende jaren.
De hertekening van het internationaal cultuurbeleid is al enkele malen ter sprake gekomen en is uitdrukkelijk in de beleidsnota en de beleidsbrief opgenomen. De drie krachtlijnen van dat internationaal cultuurbeleid zijn als volgt te omschrijven. De eerste is de ondersteuning en promotie van ons artistiek kapitaal en potentieel op de representatieve en indicatieve buitenlandse podia. Een tweede krachtlijn is prioritaire aandacht voor onze preferentiële landen, met name de Franse Gemeenschap, Nederland, Marokko, Zuid-Afrika en - zeker na vandaag - China. (Gelach).
De derde krachtlijn houdt specifieke aandacht in voor initiatieven die vertrekken vanuit samenwerkingsontwikkeling. Voor deze initiatieven focus ik mij in het bijzonder op noordelijk en zuidelijk Afrika, maar meer projectmatig en beperkt vallen ook Kongo en de Koerdische gemeenschap onder deze krachtlijn.
Het spreekt voor zich dat deze drie sporen niet los van elkaar functioneren en elkaar in specifieke projecten kunnen versterken. Zo kan een project binnen een prioritair land als Zuid-Afrika onder de noemer vallen van samenwerkingsontwikkeling en gerealiseerd worden door een organisatie of een kunstenaar die zich hiermee kan profileren in het buitenland. Met de oprichting van een Vlaams-Marokkaans huis in hartje Brussel brengen we dan weer relevante Marokkaanse actoren met onze culturele spelers in contact en versterken we constructief de interculturele dialoog. Het optimaliseren van de werking van de Brakke Grond en deBuren kadert in dezelfde filosofie maar dan met de noorderburen. Een klein land heeft immers veel buitenland en het binnenhalen van dat buitenland in onze cultuurhuizen behoort evenzeer tot ons internationaal cultuurbeleid als het ondersteunen en faciliteren van onze kunstenaars in het buitenland.
De vraag naar aanleiding van de ondersteuning van onze kandidate voor het Eurovisiesongfestival situeert zich binnen de eerste krachtlijn. Ik wil nu eerst meer in detail het beleid toelichten waarmee ik onze kunstenaars wil ondersteunen op de buitenlandse podia. Ik vertrek van het ruime beeld om te benadrukken dat dit initiatief geen losse flodder is maar aansluit bij een totaalvisie op het internationale cultuurbeleid. De ondersteuning van onze Eurosongkandidate is daarin natuurlijk niet het belangrijkste punt maar past wel volledig in het totaalplaatje en in de krachtlijnen van ons beleid ter ondersteuning van onze kunstenaars op de buitenlandse podia.
Ik heb al vaak beklemtoond dat ik ondersteuning wil geven aan alle waardevolle initiatieven, gaande van strikt professionele projecten al dan niet met commerciële mogelijkheden tot opportuniteiten vanuit het semi-professionele veld. Ik denk dat ik daarvoor de laatste jaren ook heb voorzien in de nodige middelen, maar een cultuurbeleid vereist een zeer divers aanbod en ondersteuning.
Organisaties die structureel gesubsidieerd worden binnen het Kunstendecreet werken met een enveloppefinanciering, wat concreet betekent dat hun internationale ambities gerealiseerd moeten worden binnen hun reguliere werking. We hebben daarvoor tijdens deze en de vorige legislatuur ook voorzien in de nodige forse verhogingen van de middelen voor de kunsten in het algemeen en het Kunstendecreet in het bijzonder. Ik wijs erop dat de structurele middelen en de projectmiddelen - en dan heb ik het dus zelfs nog niet over de internationale - op 6 jaar tijd voor alle kunstrichtingen werden verdubbeld.
Daarnaast wil ik zelf ook proactief een aantal internationale initiatieven steunen. Ook dat staat met zoveel woorden in de beleidsnota en in de beleidsbrief. Ik wil dus niet louter en alleen een internationaal cultuurbeleid dat ondersteunend werkt in functie van de vraag, ik wil een proactief Vlaams internationaal cultuurbeleid realiseren. Ik denk hierbij aan de collectieve promotie van onze kunstenaars op de belangrijkste manifestaties die vanzelfsprekend verschillen van discipline tot discipline. Zo wil ik voor de podiumkunsten, en ook dat werd hier reeds besproken, jaarlijks het festival van Avignon steunen, en wel rechtstreeks. Ik heb het dus niet alleen over de kunstenaars die vanuit de Vlaamse Gemeenschap naar daar gaan, ik wil het festival van Avignon structureel ondersteunen, maar enkel op voorwaarde dat Vlaamse actoren er een belangwekkend podium krijgen.
Voor de muziekwereld moeten we dan weer inzetten op de beurzen van de Midem in Cannes en/of de Popkomm in Berlijn. De internationale trefpunten voor de letteren liggen dan weer in Frankfurt, Bologna en Angoulême. Voor de beeldende kunsten blijven vanzelfsprekend Venetië en Kassel onmisbaar. Deze plekken van aandacht kunnen wijzigen, in functie van de uitstraling van deze plekken. Een permanente dialoog met het veld en de steunpunten moet mij attent maken op veranderingen binnen deze dynamische werelden zodat we flexibel en gevat kunnen reageren en de vinger aan de pols kunnen houden.
De verklaring waarom ik het project Extremities in Vladivostok niet steun, volgt ook uit de vermelde redenering. Het project kreeg zowel van de bevoegde beoordelingscommissie als van de administratie een negatief advies. Ik loop daar niet vaak mee te koop, maar ik denk dat ik in dezen het verslag mag en moet citeren.?Dit project weet de commissie niet te overtuigen. Het gaat om een plek die nog moet opstarten, die nog geen positie heeft verworven binnen de internationale hedendaagse kunstscène, en die dus beleidsmatig geen prioritair belang kent. Het engagement van de deelnemende kunstenaars, om mee de opstart van deze tentoonstellingsplek te dragen, is lovenswaardig. Voor de ontwikkeling en promotie van de oeuvres van de kunstenaars in kwestie, of voor de internationale promotie van de hedendaagse Vlaamse beeldende kunstsector in het algemeen, is het belang van deelname aan deze expositie echter te gering.´
Ik geef u dit citaat omdat de mensen van die beoordelingscommissie echt met hart en ziel voor deze sector gaan. Als de beoordelingscommissie en de administratie mij een negatief advies geven van deze aard, denk ik dat het heus wel terecht is om geen extra ondersteuning te geven. Zoals u weet, mevrouw Dillen, is er trouwens net wat de beeldende kunsten betreft, geen sprake van een verdubbeling maar van een verveelvoudiging van de middelen. Ere wie ere toekomt, het is minister Dewael die is begonnen met het opwaarderen van de beeldende kunsten. Verhoudingsgewijs was er een immense achterstand die we toch wel met sneltreinvaart aan het inlopen zijn. Ondanks de bijkomende mogelijkheden, heeft men toen geoordeeld dat men het niet moet doen.
Het project ontving vorig jaar 7500 euro steun voor de reis- en verblijfskosten van de kunstenaars die op locatie aan prospectie gingen doen. Bij het toekennen van deze subsidie hebben we hen erop gewezen dat dit geen garantie was voor bijkomende steun voor het project. Wanneer een nieuw museum dat zichzelf internationaal noemt, beslist om te openen met befaamde Vlaamse of andere kunstenaars, juich ik dat toe, maar het behoort ook tot de internationale geplogenheden dat de initiatiefnemer daarvoor de nodige kredieten uittrekt.
Ik heb een belangrijk budget van 200.000 euro uitgetrokken voor punctuele tussenkomsten voor de vele tientallen semi-professionele initiatieven in het buitenland. Een tussenkomst voor vervoer en verblijf zorgt ervoor dat kleine muziek- en theatergroepen een eerste kans krijgen om zich te bewijzen buiten Vlaanderen.
Kate Ryan heeft van dat geld geen euro gekregen. We hebben immers haar promotietour gesteund.
Mevrouw Marijke Dillen: Ik hoop dat het niet voor niets was.
Minister Bert Anciaux: Ik heb toch met enige trots gezegd dat het niet voor niets is geweest. Jaren geleden heeft de Vlaamse Gemeenschap eens stevig ge?nvesteerd in Luc Tuymans. Die plukt daar ook de vruchten van, zelfs in die mate dat hij nu geen subsidie meer nodig heeft. Ik wou dat ik dat voor alle kunstenaars kon doen.
Ook op het eerste gezicht zogenaamd succesvolle commerciële initiatieven hebben vaak een duwtje in de rug nodig, een allerlaatste katalysator die het mogelijk maakt door te stoten tot de eredivisie op Europees en wereldniveau. Ook daar wil ik ondersteuning geven, zij het bij voorkeur via het nieuwe instrumentarium van de cultuurindustrie, die eerder vanuit investering vertrekt dan vanuit subsidieverstrekking. In die context wil ik de steun voor de kandidate voor het Eurovisiesongfestival situeren. Die ondersteuning moet als een proloog voor ons cultuurinvesteringsbeleid worden beschouwd.
Mevrouw Dillen, ik wil u erop wijzen dat de oprichting van CultuurInvest eind maart is goedgekeurd door de Vlaamse Regering en dat er op dit moment zeer hard wordt gewerkt om onmiddellijk na de zomervakantie operationeel te zijn. Er kunnen nu al dossiers worden ingediend.
Ik wil verwijzen naar mijn antwoorden tijdens de commissievergadering van 26 januari op vragen over deze kwestie van mevrouw Hermans en de heer Verstreken. Ook de heer Vanackere heeft deze kwestie al onder de aandacht gebracht. Ik ben toen uitvoerig ingegaan op mijn motieven om het populaire muziekgenre in Vlaanderen eveneens te ondersteunen op de buitenlandse podia. Er is me toen gevraagd wat ik zou doen indien men mij zou vragen om de Eurovisiesongfestivalkandidaat te ondersteunen. Ik heb toen gezegd dat ik vind dat er daarvoor ook steun van de Vlaamse Gemeenschap moet zijn. Ik heb daarop geen enkele negatieve reactie gekregen vanuit de commissie. Ik druk me dan nog voorzichtig uit, want eigenlijk stemde iedereen daarmee in
De voorzitter: De heer Arckens heeft het woord.
De heer Erik Arckens: Misschien hadden we een collectief moment van zwakte.
Minister Bert Anciaux: Mijnheer Arckens, daar kunt alleen u over oordelen. (Gelach)
Ik herinner me alleszins dat dit standpunt op de unanieme goedkeuring kon rekenen van deze commissie en dus ook van de meerderheid. Uiteraard heb ik ook geluisterd naar de kritische stemmen in verband dit initiatief, maar die konden me niet overtuigen om in de toekomst af te zien van ondersteuning van de meer populaire cultuurvormen.
Mevrouw Dillen, op 15 maart stelde u een actuele vraag tijdens de plenaire vergadering. De inhoud daarvan was identiek aan die van uw interpellatieverzoek. Ik kan alleen maar herhalen wat ik toen heb gezegd, namelijk dat ik graag degene zou zijn die de populaire muziek verdedigt in de context van een totaal cultuurbeleid dat zeer divers moet zijn en dat niet neerkijkt op sommige populaire richtingen.
Mevrouw Marijke Dillen: In het verslag van de plenaire vergadering van 15 maart staat dat u noteert dat het Vlaams Belang zich distantieert van populaire muziek. Daar hebt u ons toen van beschuldigd, maar dat komt niet overeen met de werkelijkheid.
Minister Bert Anciaux: Misschien had u daarvoor iets grofs gezegd over populaire muziek.
Mevrouw Marijke Dillen: Dat was niet het geval.
Minister Bert Anciaux: Dan heb ik me vergist. Ik kan dat niet bevestigen. Ik heb die tekst hier niet. Uw interpellatie wekt trouwens de indruk dat u zich distantieert van populaire muziek, maar dat is dus niet het geval.
Ons partnerschap met de openbare omroep en de platenmaatschappij in dit project kan ik alleen maar positief evalueren. De steun is efficiënt gebruikt. Het bewijs daarvan is de arbeidsintensieve promotour met haltes op twaalf relevante mediaplaatsen en met spin-offs in de plaatselijke media en de geschreven pers.
De passage van Kate Ryan is niet onopgemerkt gebleken en zal sporen nalaten. Daar was het ons uiteindelijk allemaal om te doen. We hebben trouwens altijd gesproken over inspanningsverbintenissen en niet over resultaatsverbintenissen. Dat laatste zou trouwens ongepast zijn omwille van het precaire karakter van een wedstrijd en het vigerende televotingsysteem. Het blijft een wedstrijd en die moet altijd worden gespeeld. Ze kan dus ook worden verloren.
Dit initiatief, collega´s, lijkt me voor herhaling vatbaar. Het spreekt voor zich dat ik de gedetailleerde evaluatie van de VRT afwacht vooraleer uitspraken te doen over de toekomst, maar hoe dan ook zal ik blijven ijveren voor een ondersteuning van onze populaire muziekgenres in Vlaanderen en op de buitenlandse podia.
Ik wil erop wijzen dat de gemeenschappelijke investering er ook toe heeft geleid dat de dag na het Eurovisiesongfestival de directeur Televisie van de VRT een zevensprong heeft voorgesteld ter ondersteuning van de populaire Vlaamse Nederlandstalige en anderstalige muziek. De steun die we hebben gegeven, heeft dus heel wat losgeweekt en heeft een katalysatorfunctie gehad. Ik ben er dan ook van overtuigd dat er inderdaad een positieve ondersteuning door de Vlaamse Gemeenschap nodig is van de Vlaamse muziekindustrie en van het populaire muziekgenre.
Ik vind niet dat de interpellaties vandaag ten onrechte worden gehouden. Ik vind de vragen over hoe die steun past in het globale cultuurbeleid helemaal terecht. Ik heb geprobeerd duidelijk te maken dat dit wel degelijk een plek in het internationaal cultuurbeleid verdient. Ik zal hier nog even dieper op ingaan.
Ik ben een beetje geschrokken van wat ik het beerputsyndroom noem. Ik zal een extreem voorbeeld geven van de kritiek die is uitgebracht. Mensen die sterk bij de werking van de Vlaamse Opera betrokken zijn, hebben verklaard dat ze het schandalig vinden dat ik 60.000 euro voor de ondersteuning van de promotietour van Kate Ryan heb uitgetrokken, terwijl ik geen euro voor de ondersteuning van de Vlaamse Opera over heb. We moeten dit in de juiste proporties zien. We geven jaarlijks terecht 14,5 miljoen euro ondersteuning aan de Vlaamse Opera. Desondanks durven mensen die bij de werking van de Vlaamse Opera betrokken zijn publiek beweren dat Kate Ryan voor 60.000 euro en de Vlaamse Opera voor nul euro wordt ondersteund. Ik heb het hier niet over het publiek van de Vlaamse Opera. De mensen die deze verklaringen hebben afgelegd, grijpen de ondersteuning van Kate Ryan aan om hun walging te uiten. Dit heeft niets meer met een objectief debat te maken. De manier waarop de ondersteuning van Kate Ryan is uitvergroot, maakt duidelijk hoe groot de onverdraagzaamheid binnen dit veld is. De onderlinge afgunst heeft me sterk verbaasd.
Mevrouw Dillen heeft me publiek een vraag over de ondersteuning van Kate Ryan gesteld. Sindsdien heb ik in artikels van journalisten en in lezersbrieven massaal hetzelfde argument gelezen. Ik laat me niet leiden door lezersbrieven, maar ik ben er soms wel gevoelig voor. Iedereen weet dat een instrument als de lezersbrief niet zo vaak wordt gehanteerd om geluk uit te drukken. Mensen schrijven vaak lezersbrieven om hun ergernis kenbaar te maken. Dit is een objectieve vaststelling. De schrijvers van de lezersbrieven waarover ik het hier heb, ergeren zich aan de ondersteuning van Kate Ryan. Ze zijn van mening dat fundamentelere problemen in onze samenleving meer geld nodig hebben dan een promotietour. Dit is echter een gevaarlijke redenering.
Zolang ergens in de wereld kinderen van honger sterven, zal ik me vragen blijven stellen over het geld dat wij hier uitgeven. Dit geldt evenzeer voor de ondersteuning van bedrijven of voor welke ondersteuning door de Vlaamse Gemeenschap dan ook. Ik zal me echter altijd verzetten tegen de sfeer die, onder meer door deze lezersbrieven, is gecreëerd. Bepaalde briefschrijvers laten uitschijnen dat cultuur een luxe is. Kunst en zelfs populaire muziek zijn voor hen een luxe zolang er noden in de samenleving zijn. Ik verzet me hiertegen. Een samenleving zonder cultuur kent ook armoede, namelijk geestelijke armoede. Het geluk van de mensen wordt niet steeds door het bruto nationaal product bepaald. Soms vind ik dat onze samenleving op dit vlak beter een ander normbesef zou hanteren.
Ik ben hier wrevelig om want de daarnet geschetste redenering kan tot in het absurde worden doorgetrokken. In het buitenland hebben bepaalde extreem-rechtse partijen reeds dergelijk gedrag tentoongespreid. Zolang er andere noden zijn, moet elke mogelijke ondersteuning van kunst of cultuur verdwijnen. Ik stel enkel vast dat sommige gemeentebesturen in het buitenland onmiddellijk na hun aantreden de geldkraan hebben dichtgedraaid. Het doortrekken van deze redenering kan tot gevaarlijke situaties leiden.
De nieuwe beleidslijn voorziet in ondersteuning voor de culturele producten die naar belangrijke internationale evenementen worden gestuurd. Deze beleidslijn zal ten uitvoer worden gebracht. In het internationaal cultuurbeleid heb ik deze beleidslijn trouwens al geleidelijk aan ingevoerd.
Wat populaire muziek betreft, zijn er niet zoveel dergelijke evenementen. We kunnen allemaal onze bedenkingen bij het Eurovisiesongfestival hebben. Tegenwoordig komen op dit festival verschillende genres binnen de populaire muziek aan bod. De winnaar van dit jaar bewijst dit. De aanwezigheid van verschillende genres zal niet dalen. Het Eurovisiesongfestival is zonder twijfel het festival met de grootste uitstraling en het grootste publieksbereik. Dit is een objectief waarneembaar feit.
De vergelijking met sport spreekt voor zich. We hebben decretaal voorzien in een bijkomende subsidiëring voor het organiseren of het deelnemen aan een aantal internationale sportmanifestaties, zoals een Europees kampioenschap of een wereldbeker. Dit staat los van de individuele atleten die aan deze wedstrijden deelnemen.
Hiervoor worden uiteraard criteria gehanteerd. We kunnen echter moeilijk stellen dat voor de selectie van Kate Ryan geen objectief criterium is gehanteerd. We kunnen bedenkingen bij het gehanteerde criterium hebben. Ik aanvaard die bedenkingen. We kunnen echter moeilijk stellen dat er geen objectieve selectie heeft plaatsgevonden. Kate Ryan is door een ruime jury beoordeeld. De minister van Cultuur heeft niet bepaald wie als zijn protégé aan het Eurovisiesongfestival mag deelnemen. Sommige commentatoren laten uitschijnen dat ik een privé-vriendin naar het Eurovisiesongfestival heb gestuurd. (Opmerkingen)
Ik heb het niet over de aanwezigen. Daarvoor ligt het niveau in deze commissie toch iets te hoog. Ik heb dit in bepaalde artikelen gelezen. (Opmerkingen van mevrouw Marijke Dillen en van minister Bert Anciaux)
Ik vind niet dat dit haaks op het sportbeleid staat. Het gaat hier om een onderdeel van het beleid. Ik heb al uitdrukkelijk verklaard wat het zwakke punt in de ondersteuning is geweest. Ik was iets te laat met het instrument CultuurInvest. Had ik de ondersteuning via de cultuurindustrie kunnen verlenen, had daar allicht niemand een probleem mee gehad. Ik heb uitdrukkelijk in een bedrag van 200.000 euro voor de ondersteuning van commerciële tours ter promotie van populaire muziek voorzien. Dit bedrag zou in de toekomst moeten worden overgeheveld naar of ge?ntegreerd in de cultuurindustrie.
Het gaat hier om grote groepen die Vlaamse muziek op wereldniveau brengen. We hebben het hier al vaak over het IJslandmodel gehad. Gezien de IJslandse afvaardiging naar het Eurovisiesongfestival, is dit model misschien ook aan evaluatie toe. De IJslandse zangeres is tijdens het festival in ieder geval opgevallen.
Dat IJslandmodel heeft op het vlak van pop en rock alleszins de wereld veroverd. Op vraag van deze commissie, en meer specifiek van de heer Schueremans, hebben we in een aantal investeringsinstrumenten voorzien voor 2006. Vanaf 2007 probeer ik deze te integreren in CultuurInvest. Dat maakt dus deel uit van het budget voor het internationale cultuurbeleid.
Ik ben inderdaad uitgenodigd, samen met mijn echtgenote en slechts één kabinetsmedewerker. Ik heb daar zelf regisseur moeten spelen voor TerZake, want er was niemand anders beschikbaar. Ik heb dat met buitenlandse journalisten moeten regelen.
Mijnheer Stassen, we hebben een aantal werkplaatsen voor beeldende kunsten, zoals in Amsterdam of New York, waarmee we structureel contracten hebben afgesloten. De kunstenaars die daarheen gaan, worden niet door ons, noch door een beoordelingscommissie geselecteerd, maar door de werkplaatsen zelf. Ook daar is er dus geen sprake van de klassieke weg waarbij een dossier wordt ingediend en behandeld door een beoordelingscommissie. Wel is er een algemene beoordeling van de kwaliteit door die werkplaatsen. Volgend jaar zal er geen ondersteuning zijn. Het jaar daarop wel. Dan zou dit moeten zijn overgenomen door CultuurInvest.
Om de zaken in verhouding te plaatsen, wil ik ten slotte opmerken dat Oekra?ne 2 miljoen euro had vrijgemaakt ter ondersteuning van zijn zangeres.
Ik blijf erbij dat dit wél een katalysator kan zijn voor populaire muziek. Deels is het dit ook geweest.
De voorzitter: De heer Stassen heeft het woord.
De heer Jos Stassen: Mijnheer de minister, ik dank u voor uw antwoord. Ik probeer u te volgen. Ik probeer de poging te appreciëren om de door u gemaakte keuze te verantwoorden, met een heel uitgebreide uitleg, als een deel van het internationale beleid. Ik vind ze, om het zacht uit te drukken, echter niet echt overtuigend.
U beschouwt dit als een proloog op de investeringsmaatschappij. Als dit de wijze is waarop u zult omgaan met investeringen in cultuurproducten, wat die ook mogen zijn, dan houd ik mijn hart vast. Ik hoop dat dit geen proloog is geweest, maar een probeersel dat niet voor herhaling vatbaar is.
Ik weet niet of u aanwezig was in de commissie, maar ik vond het toen onwaarschijnlijk dat een minister van Cultuur geld zou geven, naast de VRT en naast de platenmaatschappij, om godbetert een kandidate voor het Eurosongfestival te steunen. Zij krijgt via de VRT en dergelijke al een airplay. Op dat laatste had ze natuurlijk recht. Ik vond dat zo onwaarschijnlijk dat u dat zou doen. Ik dacht: zo dom zal hij toch niet zijn.
Dat u veel reacties krijgt, heeft te maken met de wijze waarop u dit hebt aangebracht. Mocht u een doodgewone persmededeling hebben gemaakt, waarin u zei dat u 60.000 euro had gegeven, met de redenen waarom u dat had gedaan, dan had u natuurlijk niet het soort reacties gekregen dat u nu krijgt. U hebt er alle voorpagina´s van de kranten mee gehaald. Ik gun u dat.
Minister Bert Anciaux: Dat is niet correct. Ik word tientallen malen in de pers geconfronteerd met zaken waarover ik niet communiceer. Ik heb heus niet altijd die neiging. Indien ik dat had gedaan zonder enige persmededeling, dan had ik het verwijt gekregen dat ik daar niet over had gecommuniceerd. Dan was de heisa minstens even groot geweest.
Mevrouw Marijke Dillen: Er is een verschil tussen een persmededeling en een persevenement.
Minister Bert Anciaux: Het persevenement waarover u het hebt, was een heel klassieke persconferentie, waarop we de hele pers de mogelijkheid hebben gegeven om vragen te stellen. Er kwam zelfs applaus. Dat had ik nog nooit meegemaakt. Dat was waarschijnlijk voor de ogen van Kate, en niet voor de mijne.
De heer Jos Stassen: Ik blijf erbij dat de manier van voorstellen heeft geleid tot meer reacties.
U zou eens moeten herlezen wat de administratie heeft geschreven over het niet-deelnemen aan Vladivostok. Alles wat zij daarover zegt, valt toe te passen op de keuze met betrekking tot het Eurosongfestival. Eigenlijk zegt u geen beoordelingscommissie nodig te hebben, daar het publiek heeft geoordeeld, via televoting. Als dat de nieuwe bestuursstijl wordt, en u hebt daar een meerderheid voor, dan doet u dat maar.
Ook bij populaire muziek is er sprake van kwaliteit en kitsch. Mensen zullen daarover van mening verschillen. Het is aan de overheid uit te maken welk soort populaire muziek ze zal ondersteunen. Ik hoop dat daarbij niet het publiekssysteem wordt gehanteerd. Ik betwijfel heel sterk dat wat u nu hebt gedaan een katalysator is voor populaire muziek in Vlaanderen. Ik zie echt niet hoe het een katalysator zou kunnen zijn. Als u een meerderheid hebt voor die keuze, dan moet u dat maar doen.
U hebt een uitgebreide poging gedaan om dit te situeren binnen het internationale cultuurbeleid. Ik vind ze echter niet echt overtuigend. Ik vind het zeker geen goede voorbode van de wijze waarop u zult werken met een culturele investeringsmaatschappij. Ik gun Kate Ryan alle succes. Ik gun haar dat ze zoveel platen zou verkopen als in het verleden. Daarover gaat het niet. Dit zal echter geen katalysator zijn voor de Vlaamse muziek. Daar zijn andere initiatieven voor nodig. Wat de VRT doet met zijn vrijdagavondprogramma´s is één van die pogingen. Wat wordt gedaan met een aantal goede muzikanten, vaak muzikanten die Engelstalig werk brengen, zoals Admiral Freebee, is ook goed. Het Eurosongfestival is natuurlijk leuk, maar het is aan de VRT om die promotie te doen. Daar krijgt de zender geld voor. Ik vind dit echter geen taak voor u, als minister van Cultuur.
De voorzitter: Mevrouw Dillen heeft het woord.
Mevrouw Marijke Dillen: Mijnheer de minister, ik dank u voor uw antwoord. Voor alle duidelijkheid: ik steun uw standpunt dat cultuur niet mag worden beschouwd als een luxe, die onaanvaardbaar zou zijn zolang er nog andere noden bestaan in de samenleving. Er mag echter ook niet worden overdreven in de andere richting.
De essentie van het verhaal is dat er een ondersteuning ter waarde van 120.000 euro is gekomen vanwege de Vlaamse Gemeenschap.
Minister Bert Anciaux: Ik weet het niet zeker. Ik weet niet hoe die andere 60.000 euro is verdeeld tussen de platenfirma en de VRT.
Mevrouw Marijke Dillen: Alleszins is er meer dan 100.000 euro naar de Eurosongfestivalkandidaat gegaan. We kunnen dat nakijken in de VRT-begroting. Het is dan toch vrij logisch dat daar zeer veel kritiek op komt.
U zegt terecht dat mensen die lezersbrieven schrijven niet gelukkig zijn, althans niet over het onderwerp in kwestie. Lezersbrieven worden meestal geschreven om een bepaalde vorm van kritiek over een bepaald onderwerp te geven. Ik spreek niet over de afgunst die in het veld bestaat, daar ben ik onvoldoende van op de hoogte. U hebt gelijk wanneer u het voorbeeld van de Vlaamse Opera aanhaalt om aan te tonen hoe een deel van de cultuursector de kritiek tot in het absurde heeft doorgetrokken.
Ik ben een vrij actief lid van de commissie voor Welzijn en zie daar heel veel schrijnende dossiers. Het is vrij logisch dat mensen die al jaren wachten op het lenigen van hun noden, sommigen al van in 2000, kritiek uiten op het subsidiëren van een eenmalig evenement. De essentie is dat het niet gaat over de promotie van een beginnend, jong talent in de sector van de populaire muziek maar om de promotie van een artieste - en ik ben blij voor Kate Ryan - die al internationale bekendheid had en in het buitenland al platen heeft verkocht, gouden platen heeft gekregen en hits gescoord.
Ik steun de opmerking van de heer Stassen en geloof ook helemaal niet in het katalysatoreffect voor de Vlaamse populaire muziek. Als ik goed ben ingelicht, heeft de heer Mary reeds vorig jaar aangekondigd dat de VRT daar meer aandacht aan ging besteden. Dat is hier absoluut geen nieuw argument.
Mijnheer de minister, ik heb geen antwoord gekregen op mijn vraag welke waarborgen er waren ingebouwd om de Vlaamse cultuur en de Vlaamse muzieksector binnen de populaire muziek te promoten. Het was de bedoeling duidelijk te maken dat het om een inzending van Vlaanderen ging, dat was een van de argumenten die u hebt gebruikt in uw antwoord van maart jongsleden. Ik sta niet alleen in mijn kritiek, ook andere leden van de meerderheid hebben gezegd dat Vlaanderen helemaal niet aan bod is gekomen. Het is misschien wel leuk dat u als minister van Cultuur in Shangai op de televisie bent geweest, maar dat is geen uitstraling van Vlaanderen en de Vlaamse cultuur.
We hebben geen antwoord gekregen op de bedenking hoe het zat met de hele delegatie van de VRT. Dat verwacht ik ook niet want het is niet uw bevoegdheid. Er is een hele delegatie, naast de officiële meegegaan. Onze collega zal dat wel aan de bevoegde minister vragen. Vanuit uw kabinet is er maar één persoon meegegaan, samen met u en uw echtgenote. Dat uw echtgenote aanwezig was, vind ik logisch.
Tot slot, mijnheer de voorzitter, wil ik u danken. Het is niet in alle commissies even aangenaam te interpelleren of vragen om uitleg te stellen. Sommige voorzitters houden er bijna de zandloper bij. Ik dank u voor de zeer uitgebreide mogelijkheid om van gedachten te wisselen. Dat is een aangename vaststelling.
Met redenen omklede motie
De voorzitter: Door mevrouw Dillen werd tot besluit van deze interpellatie een met redenen omklede motie aangekondigd. Ze moet zijn ingediend uiterlijk om 17 uur op de tweede werkdag volgend op de sluiting van de vergadering.
Het incident is gesloten.