Commissie voor Leefmilieu en Natuur, Landbouw, Visserij en Plattelandsbeleid en Ruimtelijke Ordening en Onroerend Erfgoed Vergadering van 23/02/2006
Vraag om uitleg van de heer Stefaan Sintobin tot de heer Kris Peeters, Vlaams minister van Openbare Werken, Energie, Leefmilieu en Natuur, over de bemesting van beplante oppervlakten langs landbouwpercelen
De voorzitter: De heer Sintobin heeft het woord.
De heer Stefaan Sintobin: Mijnheer de voorzitter, waarschijnlijk tot ieders tevredenheid kan ik heel kort zijn. Mijnheer de minister, ik zou natuurlijk kunnen doen alsof ik vandaag nog geen kranten heb gelezen, maar ik heb helemaal geen behoefte hier een vraag te stellen waarop ik het antwoord op voorhand al ken.
Ik ben natuurlijk tevreden over het feit dat er blijkbaar een oplossing is gevonden voor het probleem van de beplante oppervlakten langs landbouwpercelen. Alleen betreur ik het dat over bepaalde vragen liever eerst wordt gecommuniceerd met de pers en niet met het parlementslid in kwestie, dat de moeite heeft gedaan om de vraag te stellen. Ik vraag me trouwens af of dit op dezelfde wijze zou gebeuren, mocht deze vraag van de CD&V-fractie afkomstig zijn.
Ik zal dus niet nodeloos beslag leggen op uw kostbare tijd. Als protest tegen wat er is gebeurd, zal ik mijn vraag dan ook niet meer mondeling toelichten en zal ik onmiddellijk luisteren naar uw toelichting bij de bereikte oplossing.
De voorzitter: Minister Peeters heeft het woord.
Minister Kris Peeters: Mijnheer de voorzitter, ik heb dit ook in de krant gelezen. Ik heb het niet vooraf aan de krant gegeven. Ik zal me terzake eens informeren. Ik heb mijn antwoord natuurlijk wel overgemaakt aan de minister-president, om te bekijken of deze oplossing hem, als minister van Landbouw, volledig kon behagen. Ik heb echter zelf geen initiatief genomen om dit te publiceren in de krant. Uw insinuatie dat ik uw vraag anders zou behandelen dan vragen van andere leden, is niet relevant en wat ongepast. De voorzitter en uzelf kunnen zeker beamen dat ik alle vragen op eenzelfde wijze beantwoord en geen verschil maak naargelang de vraagsteller. Ik zal u dan ook mijn antwoord bezorgen. Er is een pragmatische oplossing gevonden, die u zult kunnen appreciëren. Ik wil nogmaals beklemtonen dat het niet mijn bedoeling is door u gestelde vragen eerst in de pers te beantwoorden, en dan pas hier.
De heer Stefaan Sintobin: Mijnheer de minister, ik heb niet op u persoonlijk gedoeld. Ik heb geen namen genoemd. Ik ben uiteraard tevreden met het antwoord. De vraag rijst natuurlijk waarom dit niet eerder kon worden opgelost. Ik weet dat de heer De Meyer over dit onderwerp in juni ook al een schriftelijke vraag heeft gesteld. Mocht die oplossing er toen al geweest zijn, dan was er misschien minder heisa geweest over dit probleem.
De voorzitter: Het incident is gesloten.