Commissie voor Leefmilieu en Natuur, Landbouw, Visserij en Plattelandsbeleid en Ruimtelijke Ordening en Onroerend Erfgoed Vergadering van 23/06/2005
Vraag om uitleg van de heer Jos Bex tot de heer Kris Peeters, Vlaams minister van Openbare Werken, Energie, Leefmilieu en Natuur, over de milieuvergunning van BIAC
De voorzitter: Aan de orde is de vraag om uitleg van de heer Bex tot de heer Peeters, Vlaams minister van Openbare Werken, Energie, Leefmilieu en Natuur, over de milieuvergunning van BIAC.
De heer Bex heeft het woord.
De heer Jos Bex: Mijnheer de minister, de milieuvergunning is de belangrijkste hefboom van het Vlaamse Gewest in de strijd tegen geluidshinder. In de huidige milieuvergunning van BIAC staat in paragraaf 2, artikel 3, punt 5: 'De exploitant van de luchthaven moet voor 1 oktober 2005 op zijn kosten een studie onder gezag en coördinatie van een milieudeskundige erkend in de discipline Geluid laten uitvoeren die de haalbaarheid onderzoekt van een versnelde afbouw van het aantal bewegingen met een geluidshoeveelheid van QC8 en met QC12, en een verdere afbouw van de maximale totale geluidshoeveelheden gedurende de nacht per seizoen.' Deze studie moet rekening houden met een aantal bepalingen waaronder: 'Een eerste tussentijds rapport moet uiterlijk op 1 april 2005 voor aanvaarding worden voorgelegd aan de afdelingen Milieuvergunningen en Milieuinspectie van Aminal.'
Mijnheer de minister, is dit ondertussen gebeurd en welke opmerkingen hebben uw diensten hierop gegeven? Ik stel deze vraag omdat ik met anderen de bekommernis deel dat BIAC in het verleden zich grote vrijheden heeft veroorloofd met betrekking tot dergelijke studies. Het bedrijf slaagt erin om vertragingsmanoeuvres te organiseren, wat de geloofwaardigheid van het bedrijf én de politiek geen goed doet. Hoe komt het dat in het verleden niet altijd even streng is opgetreden tegenover BIAC in vergelijking tot andere bedrijven? Nu BIAC geprivatiseerd is, is er zeker geen reden waarom het bedrijf minder strenge regels zou moeten volgen. Ze moeten net als elk ander bedrijf de verplichtingen nakomen op het vlak van de milieuvergunning. Ik heb vernomen dat u in het bezit bent van het rapport. Kan de commissie hiervan in kennis worden gesteld?
Dan had ik nog een vraag over de geluidsmetingen. BIAC is als uitbater van de luchthaven momenteel nog steeds tegelijk beheerder en controleur van het geluidssysteem. Bent u het met me eens dat het beter zou zijn om beide functies te scheiden? Hetzelfde probleem rijst met het onafhankelijk controleorgaan dat zou worden opgericht om de geluidshinder op te volgen. Is men daarmee bezig?
Dan heb ik nog een vraag over de geluidsnormen. Er is een discussie met betrekking tot het boetesysteem voor het overvliegen van het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest. De laatste tijd zijn de vaststellingen door het Brusselse Gewest uitgebleven. Er worden wel PV's opgemaakt omdat de meetapparatuur niet werkt. De luchtvaartmaatschappijen zeggen duidelijk dat ze de boetes niet willen betalen. Brussel zal dan waarschijnlijk aan de federale overheid vragen om dat te doen omdat het uiteindelijk de federale overheid is die de routes oplegt. Daarnaast is er de discussie over de spreiding van de lasten tussen het Brusselse Hoofdstedelijke en Vlaamse Gewest. Vlaanderen heeft zich altijd vrij soepel opgesteld ten opzichte van de luchthaven omdat het voor ons prioritair is dat die blijft functioneren. Dat is belangrijk voor onze economie en tewerkstelling. Het is dan ook wenselijk dat BIAC enige soepelheid aan de dag legt. Ik heb er mijn twijfels over dat er ooit een akkoord zal komen met het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest. Mijnheer de minister, in welke mate kunnen we komen tot aanvaardbare geluidsnormen voor Brussel én Vlaanderen? Als dat niet lukt, vrezen we dat we in een situatie zullen komen waarbij er een spreiding komt die Brussel ontziet. De Noordrand en de Oostrand zullen de hinder ondervinden waardoor we tot een Heathrow-model komen. Dit is slechter dan de slechtste oplossing die tot nu toe is uitgewerkt.
De voorzitter: De heer Glorieux heeft het woord.
De heer Eloi Glorieux: Mijnheer de voorzitter, dit is een pertinente vraag, die heel wat mensen aanbelangt. BIAC heeft zich in het verleden al heel vaak heel vindingrijk getoond in het interpreteren van milieuvergunningen. Ik denk aan de wijze waarop ze de bouw van een proefdraaiplaats hebben omzeild. In de vergunning stond dat er een proefdraaiplaats moest zijn. Ze hebben op de grond een kruis getekend dat dergelijke plaats voorstelde. Dergelijke dingen komen de situatie niet ten goede.
Nu BIAC geprivatiseerd is, is het niet objectief om zelf metingen te verrichten en evaluaties te maken. De Vlaamse overheid moet dan ook meer verantwoordelijkheid opnemen, onder andere door het plaatsen van bijkomende vaste meetposten. In de brede omgeving van de luchthaven zijn heel wat bewonersgroepen daar vragende partij voor.
Dit dossier is momenteel in een heel gevaarlijke situatie aan het komen, nu federaal minister Landuyt een spreidingsplan wil betonneren. In het voorontwerp van wet staan een aantal zaken die me heel bezorgd maken. Zo staat er bijvoorbeeld dat buurtcomités, actiegroepen en gemeentebesturen die juridische acties ondernemen, in de toekomst zelf een MER zullen moeten financieren voor het alternatief dat ze aanbieden. Dat is een enorm zware drempel voor de burgers om gebruik te maken van hun grondwettelijk recht om via de rechtbank bepaalde zaken aan te klagen.
Verder wordt een heel duidelijke hiërarchie ingevoerd van criteria die zullen worden gehanteerd bij de keuze van het baangebruik. Het eerste criterium is veiligheid, dat lijkt me logisch. Het tweede criterium is capaciteit. Het derde is milieu en gezondheid. Bij de dagvluchten wordt naast veiligheid, in de eerste plaats rekening gehouden met de volledige capaciteit. Als die is behaald, kan eventueel tussen verschillende opties worden gekozen wat het minst schadelijk is voor het milieu en de gezondheid. Voor de nachtvluchten is men iets soepeler. Eventueel kunnen gezondheid en milieu primeren, boven capaciteit. Uit de wijze waarop dit wordt meegedeeld, blijkt echter dat het de bedoeling is om in de eerste plaats de volledige capaciteit te realiseren. Het Vlaamse Gewest, dat het meest te lijden heeft onder deze overlast, mag dit niet aanvaarden.
Minister Landuyt heeft verder ook verklaard dat als er geen maximale capaciteit mogelijk is, de luchthaven moet sluiten. De uitspraken van de verschillende rechters zouden allemaal tegenstrijdig zijn. Dat klopt niet, want ze zeggen allemaal hetzelfde, namelijk dat het met de huidige capaciteit voor om het even welke bewonersgroep onmogelijk is om een voldoende leefbare situatie te creëren. Het verschuiven van een aantal vluchten over een beperkt aantal pistes en corridors, zoals nu het geval is, brengt geen soelaas. Met andere woorden, men moet durven erkennen dat er grenzen zijn aan die capaciteit en dat die grenzen op dit ogenblik zijn bereikt. Pas dan kan het ecologisch en maatschappelijk draagvlak worden hersteld. Dat is van groot belang voor het voortbestaan van onze luchthaven, die een belangrijke economische pool is in de regio.
Mijnheer de minister, in welke mate bent u bereid het taboe dat niet mag worden geraakt aan het aantal vluchten te doorbreken? Ik ben ervan overtuigd dat dit samen met een maximale spreiding de enige maatregel is om voor iedereen, zowel de mensen in Brussel als die in de Vlaamse Noordrand en Oostrand voldoende leefkwaliteit te garanderen. Elke andere optie, ook de terugkeer naar de situatie van voor 1999, is niet realistisch zolang het aantal vluchten niet vermindert. In welke mate bent u bereid om de vermindering van het aantal vluchtbewegingen te bepleiten, zeker voor wat de nachtvluchten betreft?
De voorzitter: Minister Peeters heeft het woord.
Minister Kris Peeters: Er is inderdaad een tussentijds rapport dat BIAC heeft bezorgd aan de Milieuadministratie, in het bijzonder aan de afdelingen Milieuvergunningen, Milieu-inspectie en Algemeen Milieu- en Natuurbeleid. De afdeling Algemeen Milieu- en Natuurbeleid heeft al een aantal opmerkingen geformuleerd op dat rapport. Ik zal u het rapport en de opmerkingen bezorgen.
Zowel BIAC als de gewestelijke leefmilieuadministraties Aminal en BIM, het Brussels Instituut voor Milieubeheer, beheren een geluidmonitoringssysteem rond de luchthaven. Tot nu toe is dat vooral gebruikt voor informatieve doeleinden. Voor het brede publiek is de geloofwaardigheid van de meetinformatie heel belangrijk. Het lijkt me dan ook wenselijk de meetnetten te integreren in een onafhankelijke koepel.
Over de oprichting van een onafhankelijk controleorgaan werd reeds verschillende malen overlegd tussen de verschillende betrokken kabinetten op Vlaams, Brussels en federaal niveau. Ik heb de indruk dat de standpunten niet ver uit elkaar liggen. Alles wijst er dan ook op dat er zo'n onafhankelijk controleorgaan komt. Een discussiepunt blijft momenteel nog de vraag hoever de bevoegdheid van dit orgaan kan gaan in verband met het vaststellen van inbreuken op de diverse regelgevingen. De oprichting van een dergelijk controleorgaan vereist het sluiten van een samenwerkingsakkoord tussen de betrokken overheden.
Wat de spreiding of de concentratie van de vluchten betreft, zijn er verschillende arresten geveld. Het meest recente is het arrest van het hof van beroep. Daarin verklaart het hof dat de boete die is opgelegd wanneer de geluidsnormen van het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest worden overschreden, een goede regeling is. Het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest heeft verklaard dat arrest niet te betekenen. Daardoor is er tijd voor overleg en voor het zoeken naar een oplossing.
Wanneer we dezelfde geluidsnormen zouden invoeren als in Brussel, dan zou de luchthaven met een serieus probleem zitten. De heer Bex noemt dat de goede en gezonde houding van Vlaanderen. We moeten echter rekening houden met de 22.000 mensen die daar werken en een veelvoud dat daar ook onrechtstreeks mee is verbonden. We moeten dan ook ons gezond verstand gebruiken bij het zoeken naar een oplossing. We moeten daarbij komen tot een billijke en evenwichtige spreiding van de vluchten.
Rekening houdend met alle spreidingsplannen die er reeds zijn geweest, lijkt het erop dat het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest nu ook zijn verantwoordelijkheid neemt inzake het aanvaarden van bepaalde spreidingsplannen.
Een stijging van het aantal nachtvluchten is niet mogelijk, we beogen voor de toekomst dan ook een verlaging. Het aantal nachtvluchten moet worden afgebouwd. In de milieuvergunning kan daartoe nog een en ander worden geconcretiseerd. Bovendien wordt in 2007-2008 het afbouwscenario bij DHL gestart. Een afbouw van het aantal nachtvluchten behoort dan ook tot de realiteit.
De voorzitter: De heer Bex heeft het woord.
De heer Jos Bex: Mijnheer de voorzitter, ik heb nog een paar opmerkingen over de geluidsmetingen. Gisteren is er vanuit CD&V Leuven een communiqué vertrokken waarin de gemeenten Oud-Heverlee, Bertem, Huldenberg en Herent vragen dat er bijkomende apparatuur voor geluidsmetingen wordt geplaatst. Deze zone wordt sinds kort meer dan proportioneel belast met extra vliegtuigen terwijl er in die regio geen enkele geluidsmeting is.
De nieuwe uitbater van BIAC heeft de ambitie om meer passagiers aan te trekken, zo lees ik in de krant. Hij hoopt dat vooral te doen via vastgoedactiviteiten en winkelcentra. Ik vrees dan ook dat we zullen worden geconfronteerd met scenario's waarbij toeristen een weekend naar Brussel komen, één nacht uitgaan in het centrum en vervolgens voor het vertrek naar huis hun inkopen doen op de luchthaven.
In datzelfde verslag van BIAC staat dat ze het aantal vluchten hopen te verminderen. Dat zou mogelijk zijn met grotere vliegtuigen waarmee meer passagiers kunnen worden vervoerd. Het zal met andere woorden vooral gaan over nacht- en weekendvluchten. In een andere commissie heb ik reeds het voorbeeld gegeven van een West-Vlaamse organisatie die even wodka ging proeven in Moskou. Het vliegtuig vertrok zaterdagochtend en was terug zondagnacht. Mijn vraag is dan ook in hoeverre de nachtrust van omwonenden door dergelijke activiteiten moet worden gestoord. Is zoiets nodig voor de exploitatie en de rentabiliteit van de luchthaven? Of gaat het veeleer om een luchthaven waar vooral zakelijke vluchten en vakantievluchten worden georganiseerd? Rekening houdend met de intenties van BIAC vrees ik dat het gewicht van de luchthaven steeds meer gaat verschuiven naar de citytrips, het vastgoed en de winkels.
Daarnaast missen we, zowel letterlijk als figuurlijk, de trein. Vanuit Vlaanderen zal makkelijker kunnen worden ingecheckt naar Schiphol en Parijs. Ten vroegste in 2012 zal Vlaanderen een doodlopende HST-verbinding hebben naar de luchthaven van Zaventem. Het gevolg is dat we het zakelijk verkeer dat belangrijk is voor Brussel als hoofdstad van Europa, zullen kwijtraken aan Parijs en Amsterdam. Het zal niet makkelijk zijn om dat terug te winnen.
Het logistieke centrum van Vlaanderen wordt verplaatst naar elders in Europa omdat we hier blijven kibbelen en omdat Brussel blijft weigeren zijn deel van de lasten op zich te nemen. Mijnheer de minister, ik wens u weel succes met de onderhandelingen maar ik geloof er niet erg in.
Minister Kris Peeters: Dat is niet echt hoopgevend. Ik heb met BIAC geen gesprekken gevoerd over het stijgend aantal nachtvluchten; ik heb alleen een milieuvergunning afgeleverd. Persoonlijk ben ik ervan overtuigd dat de nachtvluchten moeten worden afgebouwd.
De voorzitter: Het incident is gesloten.