Commissie voor Leefmilieu en Natuur, Landbouw, Visserij en Plattelandsbeleid en Ruimtelijke Ordening en Onroerend Erfgoed Vergadering van 26/05/2005
Vraag om uitleg van de heer Frans Wymeersch tot de heer Kris Peeters, Vlaams minister van Openbare Werken, Energie, Leefmilieu en Natuur, over de samenwerking tussen Rendac en het FAVV naar aanleiding van de dierenmishandeling te Meerhout en de daar door Rendac al dan niet vastgestelde en meegedeelde feiten
De voorzitter: Aan de orde is de vraag om uitleg van de heer Wymeersch tot de heer Peeters, Vlaams minister van Openbare Werken, Energie, Leefmilieu en Natuur, over de samenwerking tussen Rendac en het FAVV naar aanleiding van de dierenmishandeling te Meerhout en de daar door Rendac al dan niet vastgestelde en meegedeelde feiten.
De heer Wymeersch heeft het woord.
De heer Frans Wymeersch: Mijn vraag om uitleg was initieel bedoeld voor minister-president Leterme omdat het over landbouw gaat, en omdat er verschillende facetten in aan bod komen. Mijnheer de minister, Rendac valt onder uw bevoegdheid. Andere zaken hebben met landbouw, volksgezondheid en dierenwelzijn te maken, en zijn een federale bevoegdheid. Ik zal het vandaag alleen over Rendac en het FAVV hebben.
Enkele maanden geleden zijn een geval van zware dierenmishandeling en een geval van fraude met oormerken aan het licht gekomen. Het dossier van de oormerken zal ik niet verder aankaarten, want dat situeert zich op een ander niveau.
Op het betrokken bedrijf werden meer dan 180 door verwaarlozing gestorven dieren gevonden. Voor de veehandelaar in kwestie draaide alles om geld. De oormerken waren een middel om een en ander mogelijk te maken.
Normaal moesten de overleden runderen worden opgehaald door Rendac. Op een bedrijf waar op korte tijd twee of meer runderen sterven, moet controle worden uitgevoerd om vast te stellen wat er aan de hand is. Op dat punt is blijkbaar een en ander misgelopen.
Kamerlid Van Themsche heeft hierover minister Demotte ondervraagd. Uit het antwoord van de minister blijkt dat in de samenwerking tussen Rendac en het FAVV een en ander niet loopt zoals het hoort. De ophaling en verwerking van kadavers valt onder de bevoegdheid van de gewesten. De erkenning van Rendac gebeurt op gewestelijk niveau, waardoor het FAVV geen onmiddellijke impact heeft op de werking van Rendac. Als het FAVV niet door Rendac wordt ingelicht over abnormale sterfte, of niet wordt ingelicht over het frequent voorkomen van kadavers zonder oormerk, kan het FAVV niet optreden.
Afgezien van het feit dat volgens ons ook in deze materie de beste oplossing bestaat uit het regionaliseren van het federale agentschap, zeker voor het deel dierenwelzijn, betekent deze situatie dat een en ander stroef of niet op de juiste manier verloopt.
Mijnheer de minister, wat was in dit dossier de specifieke rol van Rendac? Werd door uw diensten, naast het gerechtelijk onderzoek, een intern onderzoek opgestart bij Rendac? Zo ja, wat is daarvan het resultaat? Kunt u meedelen wie uiteindelijk de verantwoordelijkheid draagt?
Mijnheer de minister, hoe ziet u een verbeterde communicatie tussen Rendac en het FAVV? Is daarover overleg gepleegd met federaal minister Demotte? Zo ja, wat is hiervan het resultaat?
Mijnheer de minister, mijn laatste vraag was specifiek gericht aan minister-president Leterme, maar ik wil hierover ook uw visie kennen. Overweegt u om een bijkomende garantie- en identificatiemaatregel in te voeren, naast de verplichte oormerken?
De voorzitter: Minister Peeters heeft het woord.
Minister Kris Peeters: Mijnheer de voorzitter, de heer Callens heeft al verwezen naar de werking van Rendac en de manier waarop het bedrijf zich in de toekomst zal organiseren.
Mijnheer Wymeersch, Rendac moet de krengen die door de houder/producent worden gemeld, binnen de twee werkdagen na de melding ophalen bij de veehouderij. Klachten over laattijdige ophalingen worden door de OVAM opgevolgd. In dit dossier werden er geen klachten aan de OVAM overgemaakt. Dat is een niet-onbelangrijk element.
Rendac brengt sinds 2001 Rendac-oormerken aan bij runderen die geen oormerk dragen bij de ophaling. Het aanbrengen van een Rendac-oormerk wordt op de ophaalbon genoteerd, en de informatie ligt bij Rendac ter inzage van het FAVV, de bevoegde overheidsdienst voor controles inzake oormerken.
In 2001 werd deze werkwijze contractueel vastgelegd tussen Rendac en toenmalig federaal minister van Volksgezondheid Aelvoet. Het contract liep echter af in 2003 en werd tot op heden niet verlengd door de bevoegde federale minister. Desondanks wordt dezelfde werkwijze nog gehanteerd.
Rendac had ten tijde van dit dossier nog geen procedure om abnormale sterfte aan het FAVV mee te delen. Intussen is er op 16 maart 2005 overleg geweest tussen het FAVV en Rendac, en werd hierover een afspraak gemaakt.
Door de OVAM werd geen onderzoek opgestart, aangezien er, wat haar bevoegdheden betreft, geen klachten waren, noch van omwonenden, noch van Rendac, de politie of het FAVV.
Naar aanleiding van het voorval in Meerhout is de communicatie tussen het FAVV en Rendac NV geïntensiveerd. Getuige daarvan zijn de nieuwe afspraken over het melden van abnormaal hoge sterfte.
Dierenwelzijn en dieren- en volksgezondheid zijn bevoegdheden van federaal minister Demotte. Indien minister Demotte mij vraagt om in samenwerking met onze diensten een regeling te treffen die extra garanties kan bieden, zal ik dit positief beantwoorden. Minister Demotte is natuurlijk ook bevoegd om rechtstreeks met Rendac bepaalde maatregelen te bespreken voorzover die zijn bevoegdheden betreffen.
Zoals minister Demotte reeds aangaf in zijn antwoord, ben ik ook van mening dat het traceerbaarheidssysteem in België tot de beste van Europa behoort. Uit communicatie met Rendac blijkt dat het aantal dieren zonder oormerk bij het lossen bij Rendac minder dan 1 percent bedraagt. Uiteraard is geen enkel systeem vrij van fraude, maar ik ben ervan overtuigd dat mijn federale collega de nodige middelen uittrekt om aan deze zaken gevolg te geven. Een bijkomend systeem naast het systeem van de oormerken lijkt mij dan ook niet noodzakelijk.
De voorzitter: De heer Wymeersch heeft het woord.
De heer Frans Wymeersch: Mijnheer de minister, ik dank u voor uw antwoord. Ik heb begrepen dat er geen intern onderzoek is gevoerd door wie dan ook om na te gaan wie in de fout is gegaan. Blijkbaar wordt de uitslag van het gerechtelijk onderzoek afgewacht.
Ik vermoed dat er intern een en ander fout is gelopen bij Rendac. Dit vermoeden zal waarschijnlijk worden bevestigd. Ik kan me niet voorstellen dat er 180 kadavers worden opgehaald zonder dat daar enige melding van wordt gemaakt.
Het traceerbaarheidssysteem in België zou tot de beste behoren. Dat kan correct zijn, maar wanneer die 1 percent wordt omgezet in absolute cijfers, zijn er nog heel wat dieren zonder oormerk. In landen als Frankrijk zijn oormerken niet verplicht. Zo zijn er gevallen waarbij uit Frankrijk ingevoerde dieren hier moeten worden afgeslacht omdat ze niet beschikken over een oormerk. Dit moet in de toekomst kunnen worden uitgesloten.
De voorzitter: Het incident is gesloten.