Commissie voor Welzijn, Volksgezondheid en Gelijke Kansen Vergadering van 30/03/2004
Vraag om uitleg van de heer Jan Laurys tot mevrouw Adelheid Byttebier, Vlaams minister van Welzijn, Gezondheid en Gelijke Kansen, over de overheveling van de tewerkstelling voor personen met een handicap naar het beleidsdomein werkgelegenheid
De voorzitter : Aan de orde is de vraag om uitleg van de heer Laurys tot mevrouw Byttebier, Vlaams minister van Welzijn, Gezondheid en Gelijke Kansen, over de overheveling van de tewerkstelling voor personen met een handicap naar het beleidsdomein werkgelegenheid.
De heer Laurys heeft het woord.
De heer Jan Laurys : Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister, in het kader van het Beter Bestuurlijk Beleid besliste de Vlaamse regering de tewerkstelling van personen met een handicap in een volgende legislatuur naar het beleidsdomein Economie, Werkgelegenheid en Toerisme over te hevelen. Dat wekte onzekerheid in de sector. Dat hebben we onder meer vernomen in een hoorzitting.
Een inclusief tewerkstellingsbeleid kan voordelen inhouden voor de persoon met een handicap, maar het gevaar voor verdringing en discriminatie bestaat. Een niet-aangepaste benadering van de problematiek kan funest zijn. Het parlement stond daarom vrij sceptisch tegenover deze overheveling, en drukte dit uit in een unaniem goedgekeurde resolutie.
We vroegen hierin : de doelgroep duidelijk te informeren over hun aanspreekpunt in deze overgangsfase ; om arbeidsgehandicapten bij alle maatregelen te begeleiden naar werk, zowel in de reguliere als in de meer beschutte of sociale werkgelegenheid ; een individueel trajectaanbod uit te werken ; een gebruiksvriendelijke oplossing aan te reiken aan de personen met een handicap die ervoor in aanmerking komen, er is onder meer sprake geweest van een geïntegreerd loket met een eenvormige multidisciplinaire indicatiestelling om de arbeidshandicap te bepalen ; de actoren maximaal te betrekken bij het opstellen van de toekomstige beleidsvisie ; te onderzoeken hoe de organisaties betrokken kunnen worden in de raadgevende organen die bij het beter bestuurlijk beleid horen ; ter begeleiding van deze overheveling, een tijdelijke expertengroep op te richten, samengesteld uit representatieve vertegenwoordigers, zowel uit de sector Welzijn als uit de sector Werkgelegenheid ; erover te waken dat de herkenbaarheid en de samenhang van de doelgroep behouden blijven.
Ondertussen werden in het kader van Beter Bestuurlijk Beleid veranderingsmanagers aangesteld om de nieuwe structuur per beleidsdomein uit te tekenen en na te gaan hoe de diverse wetgevingen op elkaar afgestemd moeten worden.
Mevrouw de minister, wat is de stand van zaken in de uitvoering van deze resolutie? Personen met een handicap zullen hoe dan ook geconfronteerd worden met de eenvormige multidisciplinaire indicatiestelling. U blijft daarvoor nog enige tijd bevoegd. Op welke manier worden de verschillende partners betrokken bij die overgang? Wat zijn de huidige werkafspraken tussen Welzijn en Werkgelegenheid? Wat zijn de opgedane ervaringen en de voorbereidingen die de veranderingsmanager reeds ondernam voor de verdere overheveling? Hoe staat het met de eenvormige multidisciplinaire indicatiestelling?
De voorzitter : Minister Byttebier heeft het woord.
Minister Adelheid Byttebier : De veranderingsmanager voor tewerkstelling is uiteraard aangeduid door minister Landuyt. Er is natuurlijk regelmatig constructief overleg gepleegd met de administratieve verantwoordelijken en de veranderingsmanager van Welzijn. Ook met de sector was er overleg.
Op 6 februari 2004 heeft de Vlaamse regering het ontwerp van decreet goedgekeurd tot oprichting van het extern verzelfstandigd agentschap VDAB. Dit ontwerp van decreet regelt de overheveling van de huidige bevoegdheden van het VFSIPH inzake de tewerkstelling van personen met een handicap naar de nieuwe structuur Economie, Werkgelegenheid en Toerisme. Een bijzonderheid van dat ontwerp van decreet is dat de huidige VDAB en de diensten Tewerkstelling van het huidige Vlaams Fonds versmelten tot één verzelfstandigd agentschap. De brede doelgroep van de arbeidsgehandicapten kan dus op een integrale en geïntegreerde wijze naar de arbeidsmarkt worden begeleid.
Het nieuwe agentschap VDAB zal de volgende taken hebben : het toekennen van tegemoetkomingen ter ondersteuning van de inschakeling op de arbeidsmarkt van de ingeschreven erkende personen met een handicap ; het verzorgen van de trajectbegeleiding, de beroepsoriëntering, de beroepsopleiding en het verlenen van de toegang tot de gesubsidieerde tewerkstelling in de beschutte werkplaatsen en het erkennen van organisaties die instaan voor het verzorgen van de trajectbegeleiding, de beroepsoriëntering en de beroepsopleiding. Dat zijn drie nieuwe taken.
De actuele werkmethodes inzake de tewerkstellingsbegeleiding en de instrumenten zullen mee worden overgeheveld. De persoon in kwestie zal zijn inschakelingspremie, trajectbegeleiding, beroepsoriëntering en/of -opleiding zonder onderbreking kunnen voortzetten.
Het erkennen en subsidiëren van beschutte werkplaatsen is in de nieuwe structuur toegewezen aan het agentschap dat ook de sociale werkplaatsen zal erkennen en subsidiëren. De overheveling van die taakstelling zal daarom in een ander ontwerp van decreet opgenomen worden.
Het nieuwe agentschap VDAB zal gebruik maken van de definitie van personen met een handicap die ook wordt gehanteerd door het nieuwe Vlaamse Agentschap Personen met een Handicap. Voor de bepaling van de doelgroep zullen de beide toekomstige agentschappen een samenwerkingsovereenkomst afsluiten. Dit omvat de samenwerking die tot stand moet worden gebracht om verder de inbreng van de deskundigheid van bepaalde actoren zoals de Centra voor Gespecialiseerde Voorlichting bij Beroepskeuze te verzekeren.
Volledigheidshalve wil ik opmerken dat de VDAB door deze overheveling van bevoegdheden verantwoordelijk wordt voor de totale doelgroep van de arbeidsgehandicapten, zoals die is gedefinieerd in de platformtekst van 2 december 2003. In die tekst werd het principe van de 'Evenredige arbeidsdeelname en diversiteit 2010' vastgelegd. Dit was een afspraak tussen de Vlaamse regering, de sociale partners, de gebruikersorganisaties en de intermediaire organisaties.
De voorzitter : De heer Laurys heeft het woord.
De heer Jan Laurys : Ik dank u voor uw antwoord, mevrouw de minister. Ik heb echter geen antwoord gekregen op mijn vraag over het multidisciplinair team.
Minister Adelheid Byttebier : Mag ik dat als bijkomend antwoord geven?
De heer Jan Laurys : Geen probleem.
De voorzitter : Het incident is gesloten.