Commissie voor Openbare Werken, Mobiliteit en Energie Vergadering van 16/03/2004
Vraag om uitleg van de heer Didier Ramoudt tot de heer Gilbert Bossuyt, Vlaams minister van Mobiliteit, Openbare Werken en Energie, over de verschillende normeringen op federaal en Vlaams niveau met betrekking tot de installatie van taxameters in taxi's
De voorzitter : Aan de orde is de vraag om uitleg van de heer Ramoudt tot de heer Bossuyt, Vlaams minister van Mobiliteit, Openbare Werken en Energie, over de verschillende normeringen op federaal en Vlaams niveau met betrekking tot de installatie van taxameters in taxi's.
De heer Ramoudt heeft het woord.
De heer Didier Ramoudt : Mevrouw de voorzitter, mijnheer de minister, collega's, als gevolg van het besluit van de Vlaamse regering van 18 juli 2003 over de taxidiensten en de diensten voor het verhuren van voertuigen met een bestuurder, verschenen in het Belgisch Staatsblad op 19 september 2003, moeten taxi's zich tegen 1 juni 2004 in orde stellen met de nieuwe bepalingen.
Een aantal bepalingen van het besluit, vooral de artikelen 19 tot 31 van hoofdstuk II, afdeling 2, onderafdeling 1, die handelen over de taxameter en de tarieven, zorgen voor onduidelijkheid bij de sector.
Vlaanderen legt voor de taxameters blijkbaar normen op die strijdig zijn met de federale en de Europese regels. Zo zou de federale dienst Metrologie geen modellen kunnen homologeren die voldoen aan de Vlaamse normen. Als gevolg hiervan stellen bestaande ondernemingen de installatie van de taxameters uit, en weten beginnende ondernemers niet goed hoe ze zich in orde moeten stellen.
De deadline van 1 juni 2004 komt dichtbij. Ervaringen met de overgang naar de euro hebben geleerd dat ongeveer een jaar nodig is voor iedereen in orde is. De taxameters zouden nu moeten worden geïnstalleerd.
De federale overheid zou bij de Raad van State een verzoekschrift hebben ingediend om de Vlaamse regelgeving nietig te verklaren.
De Vlaamse taxibedrijven hebben twee keuzemogelijkheden : zich in orde stellen met de Vlaamse regelgeving en de federale reglementering overtreden, of de federale regels volgen en de Vlaamse regelgeving overtreden.
Mijnheer de minister, wat is de stand van zaken met betrekking tot de homologatie van taxameters, zoals opgelegd door de Vlaamse regelgeving? Binnen welke termijn zullen de taxiondernemingen zekerheid hebben over wat hun te doen staat om zich in orde te stellen? Blijft 1 juni 2004 de datum van inwerkingtreding? Wat moeten bestaande en startende ondernemingen doen om zich in orde te stellen met het besluit van de Vlaamse regering, rekening houdend met de verzoekschriften van de federale overheid en de taxiondernemingen om het besluit van de Vlaamse regering nietig te verklaren?
Mijnheer de minister, het is een vervelend probleem. De bestaande taxiondernemingen hebben nog 6 maanden extra respijt, maar startende ondernemingen moeten in orde zijn tegen 1 juni 2004.
De voorzitter : Minister Bossuyt heeft het woord.
Minister Gilbert Bossuyt : Mevrouw de voorzitter, collega's, het besluit van 18 juli 2003, dat in september in het Staatsblad is gepubliceerd, handelt over de taxidiensten en de diensten voor het verhuren van voertuigen met bestuurder.
Op vraag van de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten werd de inwerkingtreding met 9 maanden uitgesteld, om de gemeenten in staat te stellen de gemeentelijke reglementen inzake taxidiensten aan te passen.
Op vraag van de taxisector werd een overgangsperiode voor de nieuwe taxameters voorzien. Deze werd vastgelegd op 5 jaar na de inwerkingtreding van het besluit. De reden lag voor de hand : bij de overschakeling naar de euro is de homologatie van de taxameters moeizaam verlopen. Door de extra lange overgangsperiode zal dit probleem vermeden worden.
Op 5 november 2003 heeft het kabinet van de minister van Economische Zaken op een overlegvergadering beloofd dat de nieuwe soort taxameters tegen 1 juni 2004 gehomologeerd wordt. Op 1 maart 2004 heeft het kabinet van Economische Zaken per brief gesteld dat een onderzoek zal worden gevoerd naar de haalbaarheid van de homologatie per 1 juni 2004, en dat ik daarvan op de hoogte zal worden gehouden.
De functionaliteiten die de taxameters overeenkomstig de Vlaamse reglementering moeten kunnen uitvoeren, zijn niet in strijd met de Europese regels, integendeel. Deze functionaliteiten zijn afgeleid van taxameters die Europees gehomologeerd zijn. Onder meer in Zweden, Groot-Brittannië en Denemarken worden dergelijke taxameters reeds gebruikt.
Er is nu zekerheid, aangezien de taxivoertuigen pas ten laatste op 31 mei 2009 uitgerust moeten zijn met een taxameter die voldoet aan de functionaliteiten van het besluit. Zelfs als de betrokken bepalingen van het besluit ondertussen worden vernietigd, is de investering niet verloren, omdat de exploitant de taxameter kan blijven gebruiken.
Een bestaande onderneming kan de huidige taxameters gebruiken tot 31 mei 2009. Een nieuwe exploitant heeft de keuze : ofwel koopt hij een tweedehands taxameter, die krachtens de oude reglementering en de overgangsbepalingen nog gebruikt mag worden tot 31 mei 2009, ofwel koopt hij een taxameter die reeds aan alle technische eisen van de nieuwe reglementering voldoet.
Er zijn vandaag reeds toestellen die in België gehomologeerd zijn, en dus aan alle technische eisen voldoen.
De discussie over de homologatie heeft enkel betrekking op de software die deze nieuwe toestellen mogen gebruiken. Volgens de huidige stand van zaken inzake federale homologatie mogen deze toestellen slechts twee tarieven gebruiken.
In de nieuwe Vlaamse regelgeving is bepaald dat er meerdere tarieven mogelijk zullen zijn en dat de steden en gemeenten hier een lokaal taxibeleid mee kunnen voeren. De steden en gemeenten kunnen dus in theorie hun bevoegdheid om meerdere tarieven in te stellen, bijvoorbeeld voor personen met een handicap, 65 plussers en jongeren, niet effectief gebruiken.
De praktijk leert echter dat de federale wetgeving terzake volledig is verouderd en dat zowel de exploitanten als de steden en gemeenten de huidige wetgeving op verschillende vlakken negeren. Zo worden bijvoorbeeld ritten aan forfaitaire tarieven veelvuldig toegepast of wordt de prijs van de rit dikwijls vooraf afgesproken. De nieuwe Vlaamse regelgeving wil hier een antwoord op geven door meer flexibiliteit in de tarieven in te voeren door deze verschillende tariefvormen toe te laten, die dan uiteraard ook in de software van de taxameter moeten zijn voorzien. Op dat vlak dient de federale ijkingsdienst in de nodige homologaties te voorzien.
Het beroep, ingediend door de minister van Economische Zaken en de taxisector, is een vraag tot nietigverklaring. Het valt te verwachten dat de Raad van State die vraag niet zal volgen.
Inzake dit bevoegdheidsconflict verwijs ik naar het recente arrest van het Arbitragehof van 11 februari 2004. Volgens het Arbitragehof is het vaststellen van de perimeter, dus ook het tarievenbeleid, een gewestelijke aangelegenheid.
De voorzitter : De heer Ramoudt heeft het woord.
De heer Didier Ramoudt : Mijnheer de minister, uw antwoord geeft me een gedeeltelijke klaarheid maar ik vrees dat het op het terrein geen oplossing brengt voor de vragen van de sector want de federale dienst Metrologie weigert de toestellen te homologeren. Die mensen hebben een fundamenteel probleem : ze willen de toestellen laten homologeren, maar de federale dienst wil dat niet doen omdat ze in strijd zijn met de regelgeving. Hoe kunnen die mensen zich in orde stellen wanneer de federale overheid de toestellen niet wil homologeren? Het enige wat u kunt doen, is zeggen dat het besluit ingaat op 1 juni maar dat er niet zal worden geverbaliseerd.
Minister Gilbert Bossuyt : Mijnheer Ramoudt, wie is er de baas in dezen : de ijkingsdienst of wij? Met deze mensen hebben we ook moeilijkheden bij de ijking van de flitspalen. Ik heb dit gemeld aan de minister.U bent gemeenschapssenator. Het zou me plezier doen als u de federale minister zou ondervragen opdat hij en zijn diensten rekening zouden willen houden met de federalisering in dit land en de wetgeving die daaruit voortvloeit. Ik plooi niet voor een federale ijkingsdienst. We denken dat we in ons recht zijn. We hebben de beslissingen genomen die we meenden te moeten nemen. We hebben gevraagd dat de federale minister het nodige zou doen om onze beslissingen te honoreren via zijn federale ijkingdienst. Dat is zeer klaar.
De heer Didier Ramoudt : Misschien kan dit probleem op het niveau van de regeringen op het gemeenschappelijk overleg worden aangekaart.
Minister Gilbert Bossuyt : Mijnheer Ramoudt, u zit in het Vlaams Parlement. Ik ben Vlaams minister en ik oefen mijn bevoegdheden uit. Ik vraag de federale minister om hetzelfde te doen. Dat is geen kwestie van overleg maar van toepassing van de wetgeving. Ik zal dat niet overlaten aan gelijk welk overleg. We hebben dit land geregionaliseerd. Daar bestaan wetten over en deze wetten moeten worden toegepast, en zeker door een federale administratie die wat dat betreft echter niet aan haar proefstuk is.
De voorzitter : Het incident is gesloten.