Commissie voor Onderwijs, Vorming en Wetenschapsbeleid Vergadering van 12/12/2002
Vraag om uitleg van de heer Pieter Huybrechts tot mevrouw Marleen Vanderpoorten, Vlaams minister van Onderwijs en Vorming, over de studie van de KU Leuven in het kader van de evaluatie van het PC/KD-project
De voorzitter : Aan de orde is de vraag om uitleg van de heer Huybrechts tot mevrouw Vanderpoorten, Vlaams minister van Onderwijs en Vorming, over de studie van de KU Leuven in het kader van de evaluatie van het PC/KD-project.
De heer Huybrechts heeft het woord.
De heer Pieter Huybrechts : Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister, collega's, op 17 oktober jongstleden heb ik al een vraag om uitleg gesteld naar aanleiding van het stopzetten van het PC/KD project. U baseerde zich toen op een in uw opdracht uitgevoerde studie van de KU Leuven om te zeggen dat eind 2001 de doelstelling van dit project, namelijk één computer per tien leerlingen, bereikt was. Zoals u weet, was de secretaris-generaal van het Vlaams Verbond voor het Katholiek Basisonderwijs, mevrouw Pletinck, het daar niet mee eens. Zij baseerde zich op een enquête uitgevoerd bij meer dan 500 ICT-coördinatoren.
Mevrouw de minister, in een recent schrijven van mevrouw Pletinck aan de leden van de commissie voor Onderwijs laat ze weten dat het verschil in het resultaat van de beide studies te verklaren zou zijn door de types van computers die geteld worden. Verouderde computers, computers met DOS als besturingssysteem en computers die met software werken waar alleen tekstgeöriënteerde programma's op draaien, worden door het VVKBaO niet meer meegeteld. In de enquête die door het VVK-BaO werd gehouden, werd enkel rekening gehouden met computers vanaf het type Pentium 100.
Mevrouw de minister, kunt u me zeggen of de KU Leuven in haar studie dezelfde parameters heeft gebruikt als het VVKBaO. Zult u zorgen voor de nodige financiering om in een uitbreiding en vernieuwing van de computerinfrastructuur in het onderwijs in het algemeen te voorzien?
De voorzitter : De heer Van Baelen heeft het woord.
De heer Gilbert Van Baelen : Mijnheer de voorzitter, wat me in de studie van het Vlaams Verbond voor het Katholiek Basisonderwijs opviel, is de stelling dat een computer minimum een Pentium 100 moet zijn om in het basisonderwijs in aanmerking te komen voor gebruik in de lessen. De vraag is : wat wil men kinderen vandaag met een computer aanleren? Ik zie dat heel wat computers, zoals IBM 486 en minder zelfs, worden gebruikt. Een kennismaking met het medium kan daarmee perfect gebeuren, men kan er zelfs mee werken. Van de apparatuur die de volksvertegenwoordigers hebben gekregen, gebruiken de meesten misschien hooguit 5 percent van de capaciteit. Ik stel me ernstig vragen als de Pentium 100 de norm wordt. Naar mijn mening is een Pentium 100 niet noodzakelijk om kennis te maken met het medium en krijgt men een vertekend beeld wanneer men dit als norm naar voren schuift.
De voorzitter : Minister Vanderpoorten heeft het woord.
Minister Marleen Vanderpoorten : Mijnheer de voorzitter, mijnheer Huybrechts, in de studie van de KU Leuven worden alle pc's die voor educatieve doeleinden gebruikt worden, meegeteld. Computers die gebruikt worden voor administratieve doeleinden tellen niet mee. Er werd inderdaad een onderscheid gemaakt tussen de verschillende types, namelijk type IBM 286, type IBM 386, type IBM 486, type Pentium I, type Pentium II, type Pentium III en een categorie andere.
Uit de opsplitsing kan worden vastgesteld dat de IBM 486, Pentium I en Pentium II het grootste deel uitmaken van de pc's waarover een doorsnee basisschool beschikt. Van alle pc's zijn 62 percent van het type Pentium. In realiteit zal dit cijfer hoger zijn aangezien de categorie andere pc-types zoals Apple Mac en laptops bevat. Ik geef u de juiste percentages : IBM 286 : 2 percent ; IBM 386 : 7 percent ; IBM 486 : 23 percent ; Pentium I : 32 percent ; Pentium II : 23 percent ; Pentium III : 7 percent ; andere : 6 percent.
Voor het secundair onderwijs blijkt er een stijging te zijn van het aandeel Pentium III-computers in vergelijking met de toestand op 1 september 2000. Ik geef een overzicht van de verdeling van de verschillende soorten pc's voor 2001 : IBM 286 : 1 percent ; IBM 386 : 2 percent ; IBM 486 : 12 percent ; Pentium I : 29 percent ; Pentium II : 26 percent ; Pentium III : 22 percent ; andere : 8 percent.
Voor het lopende schooljaar 2002-2003 zullen nog gekleurde ICT-middelen voor een totaal budget van 19.219.000 euro worden uitbetaald. Op de begroting 2003 werden ICT-middelen ingeschreven voor de ondersteuning van ICT-coördinatie. Een beperkt budget zal wel toegevoegd worden aan de werkingsmiddelen om de ICT-infrastructuur te kunnen onderhouden en actualiseren. Tegelijkertijd wordt een periode van bezinning en evaluatie ingelast, waarbij nagegaan zal worden waar er eventuele bijsturingen in het ICT-beleid noodzakelijk zijn.
Wij maken deze oefening niet alleen in Vlaanderen. Ik heb vanmorgen vernomen dat de directeur-generaal van het secundair onderwijs een OESO vergadering had bijgewoond in Japan. Daar was een van de items een bezinning over en evaluatie van ICT in het onderwijs. Ik zal met veel belangstelling naar het verslag luisteren om te horen hoe daarover is gepraat. Er is onder meer een Duits professor aan het woord geweest die een onderzoek heeft gedaan over de Duitse situatie. Dat is zeer interessant want het verstrekt veel informatie over de landsgrenzen heen, maar die moet natuurlijk worden aangevuld met onze Vlaamse gegevens.
De voorzitter : De heer Huybrechts heeft het woord.
De heer Pieter Huybrechts : Mevrouw de minister, ik dank u voor uw antwoord.
De voorzitter : Mevrouw de minister, u zegt dat er nog een budget van 19,2 miljoen euro moet worden uitbetaald. De scholen hebben de prefinanciering gedaan. Nu wordt dit blijkbaar gekoppeld aan de goedkeuring van het onderwijsdecreet XIV. Waarom gebeurt dit, want het budget is toch op de begroting voorhanden?
Minister Marleen Vanderpoorten : In het onderwijsdecreet XIV staat de regeling voor de coördinatie van ICT.
De voorzitter : Ik hoor in de scholen, zoals eergisterenavond nog op een debatavond, dat dit gekoppeld is aan de goedkeuring van het onderwijsdecreet XIV.
Minister Marleen Vanderpoorten : Dat zijn projectmatige middelen die elk jaar verlengd zijn.
De voorzitter : Waarom zijn die middelen dan nog niet uitbetaald? De scholen worden met een kluitje in het riet gestuurd. Ze denken dat het te maken heeft met het onderwijsdecreet XIV en dat het de schuld is van CD&V die naar de Raad van State is getrokken.
Minister Marleen Vanderpoorten : Ik zal dit aan de administratie vragen en u daar telefonisch over informeren.
De voorzitter : Het incident is gesloten.