Commissie voor Leefmilieu, Natuurbehoud en Ruimtelijke Ordening Vergadering van 05/12/2002
Vraag om uitleg van mevrouw Marleen Van den Eynde tot mevrouw Vera Dua, Vlaams minister van Leefmilieu en Landbouw en tot mevrouw Mieke Vogels, Vlaams minister van Welzijn, Gezondheid, Gelijke Kansen en Ontwikkelingssamenwerking, over het mogelijk verband tussen de dioxineproblemen in Stabroek en omgeving en een accidentele uitstoot van de Indaver-verbrandingsoven
De voorzitter : Aan de orde is de vraag om uitleg van mevrouw Van den Eynde tot mevrouw Dua, Vlaams minister van Leefmilieu en Landbouw en tot mevrouw Vogels, Vlaams minister van Welzijn, Gezondheid, Gelijke Kansen en Ontwikkelingssamenwerking, over het mogelijk verband tussen de dioxineproblemen in Stabroek en omgeving en een accidentele uitstoot van de Indaver-verbrandingsoven.
Mevrouw Van den Eynde heeft het woord.
Mevrouw Marleen Van den Eynde : Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister, afgelopen zomer deed zich bij de statische Indaver-oven op Rechteroever een ongeval voor. Hierbij kwam een enorm hoge dioxineconcentratie vrij. Een van de gevolgen was dat het voedsel in de ruime omgeving van deze oven werd vergiftigd. Er werd een verhoging van dioxine vastgesteld in de eieren van scharrelkippen.
In antwoord op een vraag die in oktober over deze zaak werd gesteld door een parlementslid, werd geantwoord dat het toen nog onduidelijk was of er een oorzakelijk verband was tussen het ongeval en de verhoogde aanwezigheid van dioxine in de scharreleieren. Ongetwijfeld bent u, mevrouw de minister, op de hoogte van de interventies door het Vlaams Platform Milieu en Gezondheid die inmiddels plaatsvonden. Dit platform meent dat er foute gegevens zijn gebruikt en meent te kunnen aantonen dat er wel degelijk een oorzakelijk verband is. Het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen zou volgens het Vlaams Platform Milieu en Gezondheid de tabellen van de fingerprints van Indaver hebben overgenomen en op basis daarvan zou een analyse zijn gemaakt.
Het platform meent dat het Voedselagentschap hier een grote fout zou hebben begaan omdat het dioxinegewichtseenheden zou hebben vergeleken met giftigheidsequivalenten. De emmissiewaarden zouden uitgedrukt worden in gewichtseenheden terwijl de dioxineconcentraties in de kippeneieren worden uitgedrukt in giftigheidsequivalenten. Bovendien zouden de fingerprints volgens het Vlaams Platform Milieu en Gezondheid in grote mate overeenstemmen met de dioxinewaarden die door de Indaver-oven werden uitgestoten.
Het Voedselagentschap zou inmiddels hiervoor zijn verontschuldigingen hebben aangeboden. Toch wil ik hier verder op ingaan. In uw antwoord op de vraag die in oktober werd gesteld, deelde u mee dat de dioxineconcentratie die in de stalen van de scharrelkippen werd gemeten, lag tussen 9 en 11,5 picogram per gram vet. Dat zou hoger zijn dan de norm van 5 picogram, een nieuwe Europese norm voor kippen die van toepassing is vanaf 1 juli 2002. Dat geeft meteen aan dat die norm vijf maal is overschreden. Voor de eieren zou de norm pas ingaan op 1 januari 2004.
Er zijn nog onduidelijkheden in verband met het ongeval dat zich heeft voorgedaan. Het is belangrijk de inwoners van Stabroek, Berendrecht, Zandvliet en omstreken op een eerlijke manier te informeren over de juiste gegevens om de gepaste bescherming te kunnen geven tegen vergiftiging. Kunt u me meedelen welke cijfers werden gehanteerd bij het onderzoek naar de aanwezigheid van hoge dioxineconcentraties in de eieren van de scharrelkippen uit Stabroek en omgeving? Is er een afzonderlijke analyse gebeurd?
Bent u op de hoogte van het feit dat de cijfers die werden gehanteerd door het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen niet zouden kloppen? Hebt u die bewering nagegaan en is er ondertussen al overleg geweest met uw federale collega hierover? Ik meen dat de Vlaamse overheid in deze zaak een verpletterende verantwoordelijkheid draagt, temeer omdat ze de grootste aandeelhouder van de Indaver-oven is.
Kunt u me meedelen waarom er voor de regio Stabroek geen voorzorgsprincipe werd gehanteerd?
Wat is de taak van het Steunpunt Milieu en Gezondheid? Kan dit niet worden ingeschakeld? Dit ongeval zou volgens mij beter kunnen worden opgevolgd door dit steunpunt in het kader van een algemeen onderzoek. Het zou mee kunnen zoeken naar de oorzakelijke verbanden tussen de dioxineverhoging in de scharreleieren en de dioxine-uitstoot door dit ongeval in de Indaver-oven.
De voorzitter : Minister Dua heeft het woord.
Minister Vera Dua : Mijnheer de voorzitter, geachte leden, zoals de vraagsteller aanhaalt, beweert het Vlaams Platform Milieu en Gezondheid sterke aanwijzingen te hebben dat er een verband bestaat tussen de accidentele dioxine-uitstoot van Indaver afgelopen zomer en de te hoge dioxineconcentratie in de Stabroekse en Berendrechtse scharreleieren. Op basis van officiële analysedocumenten meent dit platform te kunnen vaststellen dat de dioxinen die in de eieren werden aangetroffen in grote mate overeenstemmen met deze die Indaver uitstoot.
Betreffende deze vraag wil ik verwijzen naar de twee persberichten van het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen van België. Er is een persbericht van 11 oktober 2002 onder de titel ´nderzoek naar dioxinen in eieren van hennen met vrije uitloop´ Ik citeer hieruit : 'De stalen van dergelijke eieren die werden genomen naar aanleiding van de verhoogde dioxine-emissiewaarden, waargenomen in de Antwerpse Indaveroven, konden geen rechtstreeks verband leggen met dit incident. Weliswaar werden in de bemonsterde eieren komende van bij drie verschillende particulieren te hoge dioxinewaarden gemeten, boven de bestaande norm. Nieuwe staalnamen in dezelfde plaatsen toonden aan dat deze waarden varieerden en zelfs tot onder de wettelijke limiet.´
Ik citeer uit een persbericht van 19 november 2002 onder de titel 'Resultaten dioxineonderzoek in eieren van hennen met vrije uitloop´: ´e profielen van de dioxinen gevonden bij de particulieren en bij het merendeel der bedrijven vertonen een gelijk verloop wat wijst in de richting van een meer algemeen voorkomende achtergrondcontaminatie.´
Samenvattend stelt het agentschap dus dat er geen verband is tussen de dioxine-uitstoot van Indaver en de gevonden dioxinen in de Stabroekse en Berendrechtse scharreleieren. De profielen van de dioxinen gevonden bij de particulieren en bij het merendeel der bedrijven vertonen een gelijk verloop, wat wijst in de richting van een meer algemeen voorkomende achtergrondcontaminatie.
In het persbericht van 19 november 2002 werden cijfers en gegevens bekendgemaakt. De VMM is niet op de hoogte gesteld van de officiële meetgegevens. Het overeenkomen van de dioxinen in de eieren met deze die Indaver uitstoot, is echter niet voldoende om het oorzakelijk verband te leggen tussen beiden. In het dioxinedepositiemeetnet van de VMM worden immers op de meeste locaties vrij analoge profielen van de verschillende dioxinen teruggevonden. Over het algemeen worden enkel nabij ferro- en non-ferrobedrijven enigszins afwijkende profielen vastgesteld. Dat is ook logisch want dioxinen komen voort uit verbrandingsprocessen, of dat nu van een verbrandingsoven is of van een ander verbrandingsproces zoals ook het verbanden in de tuin. Het is niet gemakkelijk om de oorzaak uit de dioxineprofielen te halen.
Ik heb de administratie gevraagd stappen te ondernemen om de desbetreffende studies van het agentschap op te vragen teneinde de daarin voorkomende onderzoeksresultaten verder te laten onderzoeken door het Steunpunt Milieu en Gezondheid.
Op dit ogenblik worden enkel ad hoc contacten gelegd met het Agentschap naar aanleiding van vragen en problemen. Nu nemen we telkens bij een kleine crisis een contact, maar we zouden beter een meer structurele samenwerking met het Agentschap tot stand brengen in het kader van de uitwerking van het Milieubeleidsplan meer bepaald rond het thema ´ilieu en Gezondheid´ We hebben hierover goede gesprekken gehad met de heer Vanthemsche die de leiding heeft van het Agentschap.
Volgens de beschikbare gegevens moeten er geen specifieke maatregelen worden genomen in de regio, wel algemene maatregelen, om het dioxineniveau in heel Vlaanderen te verlagen.
Het steunpunt werd in deze zaak dus tot op heden nog niet betrokken. Naar aanleiding van deze vraag en de daarin voorkomende problematiek van de achtergrondcontaminatie, die blijkbaar kan leiden tot het overschrijden van de normen inzake dioxine in scharreleieren, wordt aan het Steunpunt Milieu en Gezondheid dus een vraag voor verder onderzoek gesteld.
Mevrouw Van den Eynde, het is een goede zaak dat het steunpunt bestaat. We moeten het echter niet overbevragen met allerlei ad-hocsituaties. Zo zouden ze hun belangrijkste opdracht niet meer kunnen uitvoeren. Dit probleem werd echter wel bij hen aangekaart.
De voorzitter : Mevrouw Van den Eynde heeft het woord.
Mevrouw Marleen Van den Eynde : Mevrouw de minister, ik dank u voor uw antwoord. Toch verbaast het me enigszins dat u ontkent dat het accidenteel ongeval niet in verband kan worden gebracht met de verhoging van de dioxinewaarden in de eieren. Volgens mijn informatie zou het Federaal Voedselagentschap inmiddels zijn verontschuldigingen hebben aangeboden omdat het verkeerde gegevens had doorgespeeld, en er werd gesteld dat deze congeneren wel in verband kunnen worden gebracht met het ongeval.
Het verbaast me ook dat de VMM niet op de hoogte wordt gebracht van de cijfers. Dat is een spijtige zaak. De VMM moet deze gegevens toch krijgen!
Mevrouw de minister, aan de Indaver-oven zou er, in tegenstelling met andere afvalverbrandingsinstallaties, geen continue dioxinebemonstering zijn. Naar aanleiding van het ongeval zou dat toch moeten gebeuren. Waarom is dit het geval?
De voorzitter : Minister Dua heeft het woord.
Minister Vera Dua : Mevrouw Van den Eynde, als Vlaams minister kan ik niet zomaar een parlementaire vraag doorsturen aan het Federaal Agentschap. Ik moet de geëigende instanties raadplegen. Ik zal inderdaad vragen of er nieuwe gegevens zijn. Ik zal die gegevens ook doorgeven aan de VMM.
Ik wil er vooral de nadruk op leggen dat het dikwijls zeer moeilijk is een verband te leggen tussen beide. Dit betekent niet dat er geen verband is. Ik heb mijn antwoord ook zo geformuleerd. Het is niet evident uit de analyses op te maken dat het een met het ander te maken heeft. We moeten wel enige voorzichtigheid aan de dag leggen. Ik zal informatie vragen over de dioxinemetingen.
We mogen niet uit het oog verliezen dat de Indaver-oven goed werkt en goed wordt gecontroleerd. Tot nu toe waren er weinig problemen. Nu is er wel een ongeval gebeurd, wat heeft geleid tot een crisissituatie. De oven werd stilgelegd tot het moment dat de zaak was opgelost.
Ik zal door de Milieu-inspectie laten nagaan hoe het zit met de continue metingen.
De voorzitter : Het incident is gesloten.